Nieuws- en Advertentieblad
n cl e r e n.
Op Leven. en Lood.
No. 5223
j
Buitenland.
"fetji l l e t 0 n.
Binnenland.
Dinsdag 10 [November 1908.
48e Jaargang.
8CI1
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1.821/, en voor
het overige Buitenland 1,65. Men abonneert zich bp aile Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Telefoon No. 2 5.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
ADVERTEN TIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,1'f
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adv-erteiSfcie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsraimte berekend.
De Duitsche pers verdeelt op 't oogenblik
baar aandacht tusschen de Casablanca-geschie-
denis en 't Keizer-interview. De eerste aan-
gelegenheid is thans wel 't belangrijkste, daar
men nog steeds niet weet, hoe 't geschil zal
verloopen. De gister meegedeelde opvatting
van de //Germania", dat de regeering het vuurtje
eerst aanblaast, maar 't dan plots zal dooven,
ljjkt echter wel waarschijnlijk.
Mocht men de half-ambtelijke //Konigsberger
Allgem. Ztg." gelooven, dan hoorde men reeds
in de verte't kanongedonderoverde Vogezen. Dit
blad zegt nl. niet meer of minder dan 't vol-
gende: Wij hebben goede reden om aan te
nemen, dat de Duitsch-Fransche gedachtenwis-
selingen over het voorval van Casablanca
scherper worden en al spoedig in een openlijke
botsing zouden kunnen ontaarden. Voorshands
wordt nog wel onderhandeld, maar Duitschlands
geduld moet eens op een eind loopen, en indien
Frankrijk intusschen niet besluit, aan de Duitsche
eischen, welke stellig niet al te hoog zijn,
recht te laten wedervaren, zal men van Duitschen
kant nog duidelijker moeten worden. Over de
vraag hoe dit zal gebeuren, zal de commissie
uit den Bondsraad voor buitenlandsche aange-
legenheden te beslissen hebben, die, naar wjj
vernemen, Zaterdag zal vergaderen.
Dat, wat t //aanblazen" van de twistvlam
betreft. Over 't^uitblazen" komen echterook reeds
mededeelingen. Te Parijs is men algemeen van
oordeel, dat Duitschland 't om een vormkwestie
niet tot een oorlog zal laten komen.
RegeeriDg en volk hoe verdeeld en in
groepjes gesplitst het laatste ook zij zijn
thans in Frankijk eendrachtig.
Men heeft thans te wachten, tot de gebeur-
tenissen zich verder ontwikkelen.
Inmiddels is de Keizer gaan jagen maar bij
brengt tevens een bezoek aan Schonbriinn, en
't wordt erkend. dat daar de politieke toestand
van t oogenblik met den Oostenrijkschen Keizer
zal besproken worden.
Zou de grijze Frans Jozef uit zijn lange
Keizer-ervaring niet een goeden raad voor
neef Wilhelm hebben
Bij zou hem bij v. een artikeltje uit de
ltaliaansche //Messaggero" kunnen voorhouden,
waarin wordt gezegd, dat iedere Duitscher
dus ook Von Bulow en Von Schon des
^ler soms met ons Mien twist zoeken,
Franz?" vroeg de burgemeester, den jongen
man met duisteren blik aanziende.
vNeen, doch ik zal niet dulden dat ge dien
vreemden heer een onwaar beeld van mij geeft.
Wees overigens onbezorgd, ik zal mijnbeer mijne
vriendschap niet opdiingen, ik weet te goed, dat
ik hem daardoor in ongelegenheid zou brengen.
God hoede u Hij keerde zich om en verliet,
zonder de anderen nog met een blik te verwaar-
digen, het vertrek. Eerst toen de deur achter
hem gesloten was, zeide de burgemeester:
/-Die Franz Schorn blijft toch een stijdlustige
ruwe kerel. Hij had voor de brutaliteit, ons
alien hier ontrouwen te noemen, een pak slaa<r
verdiend".
//Waarom hebt ge geen gebruik gemaakt van
uw stok, hij staat dicht bij u in den hoek
de kapitein spottend, ,/geheel ongelijk
bad Franz overigens niet. Mijn broeder heeft
hem onnoodig opgehitst, hij zou zich bepaald
niet aan den professor hebben opgedrongen.
Rh leeft zeer eenzaam en teruggetrokken, nie-
inand kan hem beschuldigen indringend te zijn."
//Gij trekt partij voor uw toekomstigen neef,"
zeide de rechter, het woord neef spottend ui't-
sprekende.
//Als hij mijn neef wordt, zal ik mij daar-
over verheugen," antwoordde de kapitein, ,/het
avonds voor hij zich ter ruste legt, bidt,/Geef
dat de Keizer niet spreekt of schrijft
Keizer Wilhelm heeft andermaal zijn vriend
schap" voor de Engelschen getoond. Hp sclionk
der Oxfordsche hoogeschool een boekwerk.
Een ongevaarlijke daad, ditmaal. Boeken
weggeven is heel wat minder erg, dan zich
laten interviewen, merkt het ,/Berl. Tagebl." op.
Morgen, Dinsdag, zal het //recbtsgeding" tegen
Keizer Wilhelm in den Duitschen Rijksdag
voorkomen. Sommige organen zetten voor
dien tijd nog even de puntjes op de i.
Zoo de //Hilfe". die zegt: //Wij zouden dit
te boven kunnen komen, indien wij tenminste
van nu af aan niet meer bezorgd behoefden te
zijn, dat Keizer Wilhelm op deze wijze zou
voortregeeren. Maar dat is niet het geval. Wij
zijn en bljjven aan die hand toevertrouwd, wij
en onze kinderen ons leger, onze vloot, onze
diplomatic, dat alles behoort aan dezen man.
Wjj mogen ons aftobben in angstige over-
peinzingen, zooveel wij willen, het eind van
alles blijft toch hij heeft de macht
De Keizer kan niet ontslagen worden, zijn
daden worden, zoolang hij leeft, niet vergeten.
Zij doen hun uitwerking een heelen menschen-
leeftijd lang. Daarom mag de Keizer, wanneer
hp als persoon in de staatkunde werkzaara wil
zijn, alleen naar voren komen op zulk een
wijze, dat elke handeling op langen termijn
berekend is. Dit beteekent echter, dat hij alleen
mag zeggen, wat in den kring van zijn vak-
menschen voor goed is uitgemaakt. Wil hij zich
niet naar dien dwang schikken, dan blijft er
niets anders over dan dat de openbare meening
hem bij elke gelegenheid, die zich voordoet,
toeroeptwij verzoeken van alle willekeurige
persoonlijke staatkunde verschoond te blijven
Wij verzoeken er van verschoond te blijven,
omdat er anders geen betrouwbare staatkunde
meer mogelpk is.
Deze uitroep is van nationaal standpunt zeer
onaangenaam en pijnlpk, maar het is niet de
schuld van het Duitsche volk, dat wij zoo moeten
handelen, het is enkel en alleen de schuld van
den Keizer, die ons volk daartoe dwingt
Voor een zorgvuldige en goed werkende
Duitsche macbtpolitiek zal en moet betaald
worden, maar niet voor een politiek van wille
keurige handelingen. Wat helpt ons het beste
leger, indien geen staat heimelijk met ons over
jets kan onderhandelen Wat helpt de vloot
indien zij een opperbevelhebber heeft die zijn
is een door en door brave, flinke kerel
//Doch een Duitscher!"
#Een halve Duitscher ben ik ook en in elk
geval heb ik liever een Duitscher dan een
Italiaan. Deze kijken minstens met een oog
naar Italie. h ranz echter is, zooals hij zelf zeide,
met geheel zijn hart een trouw Oostenrijker."
z/Kan je dat krakeelen dan niet laten," viel
de kapitein zijn broeder, den burgemeester in
de rede, //Wat moet de professor wel van ons
denken als wij hier bij den wijn in zijne tegen-
woordigheid twisten en krakeelen
Ik had gednrende die korte woordenwisseling
gelegenheid gehad, de beide twistenden nauw-
keurig op te nemen. De kapitein, met zijn open,
mannelijk gelaat beviel mij zeer goed, een zeer
onaangenamen indruk maakte op mij de district-
rechter I oligno. Hij was een man van onge-
veei veertig jaren met een afgeleefd, vaal-geel
gelaat. Zijne trekken waren regelmatig, hij
had misschien voor een knap man kunnen
doorgaan, als niet om den, door een glimmend
zwaiten knevel half bedekten mond een valsche
trek gelegen en niet de uitdrukking der scherpe,
donkere oogen zoo valsch en onzeker geweest
was. Gedurende de woordenwisseling had de
rechter aan het onderhoud bijna geen deel ge-
nomen, ja zelfs geveinsd er geen opmerkzaam-
heid aan te wijden. Zwijgend, duister voor
zich heen kijkende, had hij zijn Virginia ge-
mokt, doch onderwijl veel meer gedronken dan
alle andere heeren. Gedurende den korten tijd
dat ik tot den kleinen kring behoorde had hij
reeds tweemaal de ledige vierliterflesch door
Miska laten vullen.
vrijen tijd gebruikt, om voor Engelschen oorlogs-
piar len uit te werken Het is treurig, dat
men zoo iets moet zeggen, zeer hard voor ons
vaderlandsch gevoelWie zulk een eenige
taak als de Duitsche Keizer heeft, moet ook zijn
familiebetrekkingen in dienst van zijn eenig
verheveu-levensdoel stellen.
Omtrent den toestand op den Balkan zijn de
onderhandelingen tusschen Boelgarije en Turkije
nog steeds het gewichtigst. De Boelgaarsche
afgevaardigden hebben niet slechts last over de
regeliug der financieele kwestie te onderhandelen,
maar ook over de staatkundige vraagstukken,
welke ontstaan zijn door de onafhankelijkver-
klaring. De Boelgaarsche regeering is van
meening, dat beide groepen van kwesties zoo
nauw samenhangen, dat ze niet gescheiden kunnen
worden. In de eerste plaats wenscht Boelgarije
de handhaving van het Boelgaarsche exarchaat
in Konstantinopel met al zijn privileges. In
de tweede plaats verlangt het de bindende ver-
plichting van de zijde der Turken, dat de
Boeigaren in Macedonie op voet van volkomen
gelijkheid zullen worden behandeld met de
andere rassen in dat gebied. In de derde plaats
wenscht Boelgarije de handhaving van het
handelsverdrag.
Ter zake de Oostersche spoor hebben de
Boeigaren den wensch te kennen gegeven, dat
de onderhandelingen 6f met de maatschappij,
of met de regeering zullen worden voortgezet,
mapr niet met beiden tegeiijk.
Evenwel de onderhandelingen vlotten niet
best. Zelfs wordt gevreesd, dat men tot geen
voldoenden uitslag zal komen.
Het provinciaal kerkbestuur van Zeeland
heeft tot de Evangelie-bediening toegelaten den
heer J. H. G. Stap, te Wijk bij Dunrstede.
In Belgie zijn vanaf 1 dezer poste-restante
stukken, die in plaats van het adres van den
geadresseerde, slechts initialen, getallen of
voornamen dragen, niet meer ter verzending
met de post toegelaten.
Men meldt dat het in het voornemen ligt
van den Minister van Binnenlaudsche Zaken aan
zijn departement het onderwerp Melkverkoop,
ter hand te doen nemen, om zoo mogelijk te
komen tot een voorstel van wettelijke rege-
ling.
De moeite, die de burgemeester deed, den
vrede te hersteilen, had geen goed gevolg,
want de rechter deed den strijd opnieuw ont-
branden door een nijdige opmerking op oude
officieren, die niet meer weten tot welke natie
zij behooren. De kapitein had dadelijk zijn
antwoord klaarsteeds bitterder en heftiger
werden de woorden van weerszijden en spoedig
mengden zich ook de andere heeren in den
strijd, die rneest om den persoon van Franz
Schorn draaide, alleen de burgemeester zweeg.
Van alle aanwezigen koos slechts de adjunct
de zijde van den kapitein, die den jongen man
steeds verdedigde. Terwijl de heeren met de
door den rechter ingebrachte beschuldigingen
instemden, dat Franz Schorn een ruwe, brutale,
trotsche, zich zelf hoog verheffende man was,
een onpatriotsche Krainer, die verdiende dat
niemand iets van hem wilde weten, dat hij in
den geheelen omtrek gehaat en veracht werd,
dat de oude Pollenz met het volste recht Franz
verboden had om het afgelegen huis rond te
dolen en de mooie Anna te bespieden, dat het
een patriotisehe plicht van den ouden Pollenz
was, niet te dulden dat zijn mooie dochter een
liefdehandel met den Duitscher wilde onder-
houden, traden de adjunct en de kapitein met
warme bewoordingen voor Franz Schorn op.
De adjunct zag er niet tegen op, de door zijn
chef, den districtrechter tegen den jongen man
ingebrachte beschuldigingen als overdreven te
bestrijden. De vrijmoedigheid, waarmede hij
dat deed, zonder ooit de grenzen der welvoeg-
lijkheid te overschrjjden, maakte op mij een
hoogst aangenamen indruk.
TER NEUZEN, 9 November 1908.
Voor de vacante betrekking van onderwijzre
met taalacte aan school B alhier, heeft zich
slechts een sollicitant aangemela.
Op vordering van den kapitein van het Ned.
s.s. //Helena", dat Zaterdagnamiadagaan het- spoor
alhier, gereed lag om te vertrekken. werden door
den inspecteur en een agent van politie in een
cafe 2 stokers opgespoord en naar boord gebracht.
Nabjj het stoomschip begon een hunner zich
tegen den agent te verzetten, gepaard met
geweldpleging, waardoor de agent genoodzaakt
was gebruik te maken van zijn gummistok,
een oogenblik dreigde de agent tengevolge van
een duw, hem door den arrestant toegebracht,
te water te geraken.
De inspecteur, die met den ander een eind
vooruit was, kwam terug, om den agent bij te
staan, die inmiddels reeds hulp gekregen had
van den juist aankomenden kapiteiD van het
stoomschip. Deze liet daarop den stoker aan
de 2 politiemannen over, om hem naar boord
te brengen. Bij het stoomschip wachtte de
andere stoker hen op en viel de politie aan
om zijn makker te ontzetten.
De politiemannen hadden nu de handen vol,
waarom de inspecteur de hulp inriep van eenige
werklieden. Met behulp van eenigen hunner
werden de stokers ten sljtte overmeesterd en
aan boord gebracht.
Tijdens het afschutten door de sluis zijn die
mannen nogmaals aan wal gegaan en weder
door een anderen agent uit een cafe gehaald
en aan boord gebracht.
Toen hadden zij geen lust meer in verzet
de eene klaagde over pjjn tengevolge van de
ontvangen slagen.
Voor hun daad van verzet zullen zij zich
voor de justitie te verantwoorden hebben.
Bij de directe belastingen enz. zijn o. m.
bevorderd, met ingang van 1 dezer, tot kommies
2e klasse de kommiezen der 3e klasseE. J.
Prak te Sas van Gent, J. Roebeling en B.
Klop te IJzendijke.
Met ingang van 1 Dec. is verplaatst de hoofd-
commies L. F. H. Pieters van Oostburg naar
Gulpen.
Bij de jongste verandering in bet perso-
neel der rjjksveldwacht is aangesteld tot rijks-
veldwachter-jachtopziener te Koewacht P. Verton,
thans agent van politie te Zierikzee.
Het was een genoegen als onbevooroordeelde
den steeds heftiger en bitterder wordenden strijd
Qver onbekende, vreemde persouen en toestanden
bij te wonen ik stond op, nadat ik, in't voor-
bijgaau gezegd, mijn uitstekend toebereid avond-
maal gebruikt en mijn wijn opgedronken had,
onder voorgeven vermoeid te zjjn van de reis
en naar bed te willen gaan.
De heeren bemerkten wel, dat mij hun hef-
tige strijd verjoeg, zij zwegen verlegen, alleen
de burgemeester zeide vriendelijk
z/Gij hebt een ongelukkigen avond getroffen,
professor. Meen niet dat 't in onzen kring
altjjd zoo stormachtig toegaat. Voor alles ver-
geef ons als hier menig hard woord tegen de
Duitschers gevallen is. Ik kan u slechts nog
eens verzekeren, dat het niet gold, de rijks-
Duitschers, doch slechts de Duitsche Krainers,
met wie wij Slaven, overhoop liggen. Dat
wij tegen de Duitschers en het Duitsch zijn
niets hebben, kunt ge wel 't best daaruit be-
grijpen, dat vij zelven, ook als wij onder ons
zijn, met voorliefde Duitsch spreken. Laat u
door het gebeurde van dezen avond niet at-
scbrikken uwe avonduren In onzen kring door
te brengen, u zult ons steeds een gaarne ge-
ziene, welkome gast zijn."
Ik drukte den braven man hartelijk de band,
toen volgde ik Mizka, die reeds met het licht
in de hand gereed stond mij voor te lichten
naar mijn katner.
Ik achtte het niet indiscreet met de aardige
Mizka, terwijl deze mijn bed in orde bracht,
wat te praten om van haar iets meer te ver
nemen van de heeren, die ik beneden had aange-
_»»«_bl«d-^ergchj|nt^laandair.t W'oi-nsrtHf. en I'TlJiiagavond, uHgr»»nilrnl op Feertdaicen. bij de Firma I". J. Vllt »K 8AXHR le Ter X&nx