f^ieuws- en Advertentieblad ill o o r Zeeuwsch-Vlaanderen. Twmurww: Aankondiging". No. 4985. Donderdag 25 April 1907. 47e Jaargang. enwyze wegen en yoetpaden met de kunstwerken. Het geheim van het Bosch. 26) Gemengde beriehten. Telegrafische beriehten. BBRSTB ABONNEMENT Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: \oor N ederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika l,327s en voor het overige Bnitenland 1,65. Men abonneert zich bij alle Boekhande- laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Telet'oon No. 2 5. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar piaatsruimte berekend. gflgMk Bij het openbaar lager onderwijs in de gemeente Ter Neuzen, wordt gevraagd een in het bezit der akte j. De jaarwedde bedraagt 550,met 4 vier- jaarlijksche verhoogingen van 50, Stukken in te zenden aan den Burgemeester voor 6 Mei 1007. Ter Neuzen, 24 April 1907. Burgemeester enWethouders van Ter Neuzen, J. A. P. GEILL, Burgemeester. W. S. J. DIELEMAN, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG, brengen ter algemeene kennis, dat, te beginnen op Donderdag 2 Mei a. s., vanwege de gemeente eene algemeene opneming zal worden gehouden van de Zaamslag, 23 April 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, WORTMAN, Voorzitter. K. DE KRAKER, Wethouder. TER NEUZEN, 24 April 1907. Maandagnamiddag reed de slager K. van Tatenhove van hier per rijwiel naar Sas van Gent. Nabij genoemde plaats was een bagger- molen in het kanaal aan het werk en een staal- draad was voor het manoeuvreeren over den rijweg aan een boom bevestigd. Toen Van T. aankwam, lag de staaldraad tegen den weg, zoodat er geen bezwaar was daarover te rijden. Juist was hij er evenwel met het voorwiel over, toen van den bagger- Vrij bewerkt door AMO. De rechter liet hem geheel uitspreken toen Yliebig alles had verhaald en met verlicht hart ad em schepte, sprong Giibler op van zijn stoel en zeide //Wij sullen hedenavond nog gaan, de dienst- doende politiebeambte zal ons met de lantaarn bijlichten. Als de zaken zoo sta.au, mogen wij niet dralen, mijnheer. Wanneer het waarheid blijkt, wat ge beweert gezien te hebben en daar twijfel ik niet aan dan hebt ge aan de familie Lengler een grooten dieust bewezen. Gij zijt een braaf mensch mijnheer De candidaat kon zijn verbazing over deze houding van den rechter niet verbergen. On- willekeurig trad hij eene schrede achteruit, toen de rechter hem welwillend de hand op den schouder wilde leggen. Die ommekeer was zoo in het oog vallend, dat Vliebig zich niet kon beheerschen en zeide ,/Ge zijt dus in de uitoefening van uw beroep nog niet geheel gevoelloos geworden, mijnheer de rechter Deze deed, alsof hij die woorden niet had gehoord, en schelde den beambte, die onmiddel- lijk verscheen. z/Steek de groote lantaarn aangij moetons ver- gezellen." vDe lantaarn kan ons plan verraden," mei'kte Yliebig op. //Laat ons die aansteken, zoodra de maan ons geen licht genoeg meer geeft." Zoo gebeurde het ook. Elk met zijn eigen gedachten vervuld, stapten de heeren zwygend voort. molen de staaldraad werd strak gehaald, en deze werd opgelicht, waardoor een der pedalen van het rijwiel er achter bleef haperen en Van T. over zijn rijwiel been vloog en in de scherpe grind van den weg ter neer viel. Hij werd daardoor aan het gelaat en armen, beenen en heup verwond, zoodat hij zich met moeite kon voortbewegen en hevig bloedde, terwijl door den schok verschillende tanden in den mond losgeraakten. Hij wist Sas van Gent te be- reiken om daar heelkundige verpleging te zoeken, doch daar de geneesheer niet aanwezig was, is hij per spoortrein terug naar Ter Neuzen ver- trokken, waar hij werd verbonden. Alvorens had hij echter aan den Commandant der brigade marechaussee te Sas van Gent aan- gifte gedaan van deze belemmering van den publieken weg, waarvan naar een ooggetuige verklaarde, dat voor Van T. reeds drie andere wielrijders het slachtoffer waren geworden, al hadden deze er niet zoo'n nadeelig gevolg van ondervonden. Een knecht van den heer De Yleeschauwer van Stekene passeerde gistermiddag onze ge meente, met een zwaar beladen, met 2 paarden bespannen voertuig. Toen hij van de Axelsche brug de richting ran de poort uitreed, kreeg de wagen door den afrit eenige vaart. Bij een daar staande paal der electrische verlichting, was de voerman verplicht, omdat hij niet tus- schen den wagen en de paal kon passeeren, achterom de paal de teugels van de eene hand in de andere over te nemen. Hierdoor schijnt een der paarden een ruk aan den teugel te hebben gevoeld, altbans dit schoot aanstonds links uit en kwam in de 4 meters diepe sloot achter de kolenloods terecht. Op Belgische wijze ingespannen, geraakte het dier los van den wagen, wat gelukkig was, daar anders het andere paard zou hebben moeteu volgen en de met een vracht van een paar duizend kilogram beladen wagen op de dieren zou neergestort zijn. Nu bleven het tweede paard en de wagen op den kant staan. Met toegeschoten hulp mocht het gelukken het paard, zonder dat het letsel had bekomen, uit de diepe sloot te trekken. Naar we vernemen is bij de rijkspolitie aangifte gedaan van het plegen van onzedelijke handelingen door een 73jarig man onder de gemeente Zaamslag, met een 7jarig meisje. De verdachte zou reeds hebben bekend. Bij beschikking van den Minister van Oorlog is aan den milieien soldaat Camillus van Haver uit St. Jansteen, behoorende tot het 2e bataljon 3e regiment infanterie te Middei- burg, vergunning verleend, om zich tot 1 Juni 1908 in Amerika op te houden. Bij Kon. beslnit is de majoor A. 0. H. Alma, provinciaal adjudant in Zeeland te Middelburg, bevorderd tot luitenant-kolonel. maatschappij reed, maar toen hij, volgens af- spraak, stopte, weigerden de remmen en de ongelukkige, die de rol van den wisselwachter vervulde. werd onder de machine verpletterd. Tegen de bioscope-onderneming en tegen den stationschef wordt een strafvervolging ingesteld wegens het veroorzaken van den dood door lichtvaardigheid. Vliebig dacht aan zijn geliefde Dora, die hij reeds zoo spoedig van den drnk der schande zou ontlasten. Hij was z'oo in gedachten verdiept dat hij niet bemerkte dat de rechter hem nu en dan aankeek. Eindelijk zei deze z/Toen wij zooeven in mijn kantoor waren, hebt ge een opmerking gemaakt, waarop ik gaarne wil terugkomen, mijnheer Vliebig. Nie- mand wil aangezien worden voor slechter dan hij werkelijk is." z/Mijn heer stamelde Vliebig, die niet terstond de bedoeling dezer woorden be- greep en zich eerst moest herinneren wat hij had gezegd. tfStil, jongeheerGe koestert ook al de meening, dat een rechtsgeleerde stellig en zeker iemand zonder menschelijk gevoel is. Maar ge vergist u deerlijkEr mogen er vele zoo zijn, die de letter der wet huldigen, maar den geest er van niet verstaan. Ik heb die collega's altijd beklaagd. Men noemt mij hoogmoedig, gij zelf hebt mij trotsch genoemd. In zekeren ziu ben ik dat ook, ik wil het niet ontkennen. Wat deze zaak betreft, zult ge zeker niet kunnen denkeu, hoe ik mij daar- mee heb bezig gehouden, hoe ik getracht heb die daad in verband te brengen met het karak- ter van den man dien ik het meest van alien hoogachtte in deze stad. Zooals ik reeds zeide, was dit een der eerste gevallen, die ik hier te behandelen kreeg. En dit geval juist heeft mij gemaakt tot een zoBderling. Vroeger was ik anders. Ge hebt zelf ondervonden, hoe het gaat, als een //nieuwe" kemt, die nog onge- trouwd is. De wierook dien men voor u ge- brand heeft, werd voor mij ook ontstoken maar spoedig kreeg ik er een afschuw van, en ik kwam mij zelven voor als een onwaardige. Ik trok mij terug, niet langzamerhand maar plotselingenkel het ambtelyk verkeer bleef Uit Zeist meldt men Dinsdagnacht is bij het ledigen van een privaat- put van het station N. C. S. daarin een kinder- lijkje gevonden. Bij den Valtberdraai te Stadskanaal ^Gr.) werden Maandag uit het kanaal de lijkjes opge- haald van twee kinderen van een arbeider aldaar, die Zaterdag onopgemerkt daarin waren gevallen. In een onbewaakt oogenblik is Dinsdag- niiddag het tweejarig kind van den rijksveldwach- ttr D. in de. moddersloot achter het huis geraakt. Toen de vader het kind op het droge gebracht had, waren de levensgeesten reeds geweken. Een tragische bioscope-opname. Nabij het kleine station van Croydon, een der buiten- wijken van Londen, zou voor een bioscope- opname het tafereel van een aanval op een spoortrein worden afgespeeld, onder toestemming van den stationschef. De misdadigers zouden den wisselwachter overvallen, binden, op de rails leggen, dan zou de trein naderen en stoppen om vervolgens te worden geplunderd. De ver- tooning giug goed, totdat de wisselwachter, een Duitscher, Wilhekn Zeitz genaamd, in dienst van de bioscope-onderneming evenals de //mis dadigers", op de rails lag. Reeds naderde de trein, waarop een machinist van de spoorweg- ik onderhouden. Alleen met den houtvester maakte ik een uitzondering. Zijn eerlijke rondborstigbeid leende zich niet tot mooi- praterij. Meermalen verschilden wij van meening, wij hadden menigmaal twist, maar wi] verzoenden ons met elkaar gewoonlyk reeds den volgenden dag. Als wij elkaar in een paar dagen niet gezien hadden. misten wij elkander, ofschoon wij dikwijls bij elkaar zaten zonder een woord te spreken, of ons heele gesprek slechts bestond in eenige uitroe- pen. Op zekeren dag zeide hij mij, dat hij den volgenden dag niet kon komen hij moest gelden incasseeren. Er verliepen een paar dagen, maar Lengler kwam niet. Een geheele week verliepik was aan mijn kantoor ge- bonden, telkens had ik zitting het hoofd liep mij om van al de misdrijven die onderzocht moesten worden. Juist maakte ik mij gereed om eindelijk eens naar den houtvester te gaan, toen mijn beambte het kantoor binnenstormt met den uitroep //De houtvester Lengler heeft zich van middag in het Tannenroder bosch doodgeschoten". De reden daarvan weet ge. Mij was die toen niet bekend, waarschijnlijk had ik die ook nau- welijks kunnen begrijpen, want ik was als ver pletterd. Lengler, die zoo eerlijk en trouw was geweest, die mij zoo rondborstig had gezegd hoe hij over dit of dat dacht ik kon het niet gelooven. En toch was het gebeuvd toch had de man, op wiens eer ik duizendmaal zou hebben gezworen, zijn hand uitgestoken naar andermans geld en daarna zijn leven verkort." H Dat eerste feit was volstrekt niet bewezen, mijnheer Hoe hebt ge dat zoo maar voetstoots kunnen aannemen vroeg Vliebig op verwij- tenden toon. ffMaar hy had schulden, die hem zwaar 's Gravenhage, 24 April. In den vroegen morgen van heden is brand uitgebroken in de cavalleriekazerne alhier. De brand is ontstaan in het middengedeelte op den hooizolder, die totaal afbrandde. Ook is verbrand een stuk van het dak van het hoofdgebouw. Persoonlijke ongelukken kwamen gelukkig niet voor. De paarden welke de verschillende stadsge- deelten inholden, werden later zonder ongelukken weer opgevangen. Het gebouw, de inboedel en het materieel, zijn van rijkswege verzekerd. Tweede Kamer. In den aanvang der zitting deelde de heer Lohman, naar aanleiding der verleden week tusschen hem en den Minister De Meester bij het crisisdebat gevoerde discussie mede, dat hem nader is gebleken dat de Minis ter met zijne mededeehng van den brief van den leer Schimmelpenninck volkomen in zijn recht was. Spreker verklaarde dus zijn op een mis- verstand berustende verwijten in te trekken. De heer Schaper interpelleerde over de be- weerde mishandeling door de marechaussee te Uithuijzen, in April 1906, om personen tot bekentenis te brengen. Uit verschillende om- standigheden leidde de interpellant af, dat hier wel degelijk mishandeld is. De Minister Van Raalte oordeelde geen grond aanwezig voor het instellen van een vervolging tegen de marechaussee. Uit een nauwgezet onderzoek is niet gebleken dat de beweringen juist waren. De Minister vertronwde dat de politie en marechaussee uit de zaak de leering zullen druktendat heeft hij mij zelf wel verteld. Lag dan het vermoedeu niet voor de hand, dat hij Ach waarom was hij niet bij mij ge- komen, toen het geld verdwenen wastot mij, den rechtsgeleerde, die de zaak toch be grijpen moestDat bracht mij geheel in de war. Als hij een zuiver geweten had, dan zou hij onmiddeilijk bij mij gekomen zijn. Zooals wij met elkaar omgingen De rechter zweeg een poos en Vliebig stoorde hem niet in zijn gepeinshij begreep wat er in dien man omging en eerde zijn smart. Hoe geheel anders kwam hem nu de man voor. die alien koel en hoogmoedig noemden Trotsch was hij, ja, want uit trotschheid sloot hij zijn hartzeer op in zijn binnenste, en werd tegen- over anderen ongenaakbaarmaar hij was niet gevoelloos. Ondanks al die overwegingen ko» Vliebig niet nalaten te vragen vMaar had de weduwe dan geen opheldenng kunnen geven „Ik kende haar niet, ik ging alleen met den houtvester om. Na de bevvierooking bij mijn ontvangst hier ter plaatse, was mij de lust tot verderen omgang vergaan. Zoo kwam het, dat ik het gezin van Lengler niet kende en mij niet opdrong noodig had men mij daar niet. Maar het verschrikkelijkste was toch. dat de schulden tot den laatsten penning betaald werden." z/Dat is onmogelijk riep Vliebig ontsteld uit. WatZou dan tochZou al zijn hoop op geluk en liefde dan toch de bodem worden ingeslagen Zij waren den berg opgegaan en liepen nu in een dennenlaantje, dat zoo smal was, dat zij achter elkaar moesten gaan. (Wordt vervolgd.) Kit bind verschifnt M»aodag-, Woensdag- en Vrijda«avonct, uHgraonderd op FeesfdaReB, l»ij de Eirma J. VAS BE S.IADE Ter Keuzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1907 | | pagina 1