Oi A I g e m e e n ieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Viaa e r e n. No 4918. Donderdag 15 November 1906. 46e Jaargang. HINDER WET. Buitenland. EST 1WABE iEWifll. Binnenland. FEfJXLLETON. ABONNEMENT Vooi Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*. Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADYEETJNTllllI Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor r]ken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie irordt de prija slechts tveemtil berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Telefoon No. 2 5. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. Opstand in de Kaapkolonie. opr 'i-rking dat hjj geen ambtenaren zou dulden, I zal de Regeering waken, door geen opium toe 41) Met vlammende oogen en gebalde vuisten staat Christiaan Moller naast haar. Gertrude treed achteruit, ziet Thorbeeken met haar heldere oogen aan en zegt z/Ik verzoek u, deze plaats te verlaten Ge staat op mijn grond Thorbeeken blijft stijfmoedig staan, zijn han den rusten op de tafel, terwijl hij met heesche stem roept (/lk bied immers op de geheele bezitting Vijfhonderd en vijftig duizend mark Er volgde een doodsche stilte. Allen staan verstomd en stil, gelijk menscben die den laatsten bijlslag afwachten, welke een ouden, schoonen boom zal doen knakken en vallen. Thorbeeken houdt het boofd een weinig scbeef, als luistert hij naar een stem in de verte. Daar klinkt een stem manlijk, bedaard //Mijnheer Yon Knee is niet bankroethij heeft hulp gekregen Hier is waarborg Op de tafel liggen witte documenten, Engelsche papieren, die een groote waarde vertegen- woordigen. De justitieraad is opgesprongen, zijn stoel is achter hem omgevallen hij kijkt den vreem- deling strak aan. De oude Yos strekt beide armen uit en roept #Hans TWEEOE i€ A M E R. Vergadering van Dinsdag. De heer De Visser neemt, na eedsaflegging, zitting. Indische Beg rooting. De algemeene beschouwingen worden hervat. De Minister van Kolonien, dankende voorde waardeering, die zijn beleid heeft gevonden, protesteert tegen een uiting van den heer De Stuers, die de waarheid van het medegedeelde in het Koloniaal Yerslag in twijfel trekt, onder Christiaan schreit en roept luid z/Ik wist, dat hij komen zou Het is alsof er een sluier voor Gertrude's oogen wegvaltin verwarring laat zij het hoofd op de borst zinken. Hans Thorbeeken doet een schrede naar zijn vader doch als hij dat opgeblazen, verwrongen gelaat en den onheilspellenden blik uit die waterige oogen ziet, wordt hij overmeesterd door een gevoel van afkeerzijn gelaat wordt donkerrood. Hij richt zich trotsch op en begint met den justitieraad te spreken. Deze heeft de papieren op de tafel nagezien en kijkt hem nu aan. ,/Alles is in orde, mijnheer Thorbeeken. Het overige zullen wij wel in het heerenhuis bespreken De menigte is onder den indruk van het ge- beurde en natuurlijk wordt 't druk besproken. Thorbeeken vermande zich en ging naar zijn rijtuig. Een knecht uit het heerenhuis hielp hem, blijkbaar met tegenzin de leidsels moest hij zelf nemen, ze werden hem niet aangereikt zooals toch de gewoonte is. De flinke sterke paarden joegen wild door de opdringende menigte in de richting naar de laan. Ongeveer honderd menschen, onder wie uit Westdorf, kwamen te voet achteraan. Wij willen toch eens zien Het rijtuig snelde voort op den breeden weg, Nu kwamen de toren en het Witte Knee" in het gezicht. De zweep klapte maar de paarden stonden stil, als waren zij aan den grond genageld. ,/Kijk, kijk De oude Nuttelman was reeds op weg naar die in ambtelijke verslagen iets anders zouden mededeelen dan de voile waarheid. De Minister erkent de noodzakelijkheid van wijziging in het centraal bestuur in Indie, in de richting van meer directe samenwerking tusschen de hoofden der departementen en den G ouverneur-Generaal. Wat de vaststelling ran de begrooting in Indie aangaat, het daartoe strekkend ontwerp is thans in een stadium van definitieve bewer- king, nadat 11ji maand geleden de adviezen uit Indie waren ontvangen. De financieele toestand is zorgeischend en dringende versterking van de middelen is met het oog op tal van hervormingen noodzakelijk. Intusschen was onjuist de bewering van den heer Van Deventer, dat de Minister zich voor de nieuwe blijvende uitgaven uitsluitend baseert op de hoogere tinopbrengsten. Een speciale petroleumbelasting ligt niet in *s Ministers bedoeling. Maar de petroleum- maatschappijen zullen bij de Inkomstenbe- lasting niet vergeten worden. De vertraging bij de samensteiling van het desbetrelfende ontwerp is juist ontstaan door de moeilijkheid om een weg te vinden, waardoor de naaml. vennootschappen behoorlijk worden getroflen. Een uitvoerrecht op copra zou bij de op- komst van dien tak van industrie, nadeelig zijn voor de inlandsche bevolking. Yan Staatsondernemingen is de Minister wanneer de vooruitzichten goed zijn geen tegenstander. Hij acht het echter gewenscht om eerst de resultaten van de mijn-exploitatie af te wachten, alvorens tot Staats-mijn-exploi- tatie te besluiten. Tegenover de bewering van den heer an Kol, dat in de laatste jaren niets is gedaan, stelt de Minister de maatregelen, genomen in het belang van den landbouw, de veeteeltde irrigatie het onderwijs, enz., die alle bij na uit sluitend ten goede zijn gekomen aan de inlandsche bevolking. Maar voor die bevolking wil de Minister nog meer doen, en in deze richting gaan dan ook zijn voorstellen inzake de opleiding van inlandsche officieren inlandsche veeartsen inlandsche waterstaats-opzichters zoomede de oprichting van rechtsscholen voor inlanders en het toekennen van meerdere bevoegdheden aan de inlandsche ambtenaren. Tegen vermeerdering van het opiumgebruik toen het rijtuig hem achterop kwam naast hem bleef het stilstaan. De oude groette niet, hij keek alleen zeer ernstig den man in het rijtuigdoch deze zag niet naar hem om. Toen trokken de paarden weer aan. huis, juist man naar te laten in streken waar het nog niet is. 's Ministers standpunt tegenover de zending is, dat zij gesteund moet worden, maar dat de staat zich heeft te onthouden van het maken van propaganda voor eenigen godsdienst. Dat de mohammedaansche godsdienst zou worden bevorderd, is dan ook onjuist. De expeditie op Bali was onvermijdelijk arbitrage was uitgesloten. Ook de Minister betreurt de gevaUen slachtoffers, maar meent dat er geen plaats was voor hulde aan de vorsten van Badoeng, die door halsstarrige weigering tot nakoming van het contract zoo vele menschen heeft opgeolferd. Ten aanzien van Atjeh is de Minister met den Gouverneur-Generaal in overleg getreden. Strenge instructies zijn gegeven om de heeren- diensten te beperken en om gematigd te zijn bij het opleggen van de boeten, waarvan de Minister echter niet gebleken is dat zij te zwaar zijn. De Gouverneur-Generaal blijft vertrouwen stellen in den gouverneur van Atjeh, en onder deze omstandigheden heeft de Minister geen aanleiding, dat vertrouwen te ontzeggen. De Minister zal echter onder de aandacht yan den Gouverneur-Generaal brengen de meening den heer Thomsom, dat de misstanden op Atjeh het gevolg zijn van een te geringe tnili- taire bezetting. Tegenover den heer De Stuers handhaalt de Minister de meening, dat ook de expedities op Celebes onvermijdelijk waren. Onjuist was de bewering, dat wij niet langs minnelijken weg geprobeerd hadden in de Possostreken binnen te komen. Herhaaldelijk waren wetenschappelijke zendingen ondernomen. Er volgen replieken. De heer Van Kol houdt vol, dat deze Mi nister, die niet de moeilijkste taak heeft, meer had kunnen doen. De Minister zei. dat hij niet wilde /,beloven", maar //handelen Maar spreker wijst er op, dat de Minister in 1 jaar 187 beloften deed en dus terecht een „veel- belovsnd" Minister mag worden genoemd. Wordt het tegenwoordige stelsel op Atjeh nog 12 maanden doorgevoerd, dan zal van de pacificatie niets overblijven en weer een oorlogs- toestand intreden. De expeditie naar Bali had voorkomen kunnen worden. Met kracht waarschuwt spreker tegen op- volging van het advies van den heer Boogaardt, om den Islam te bestrijden. welke godsdienst zich het best aansluit bij de Oostersche toe- standen. De heeren Van Bylandt, Brummelkamp, De Stuers en Van Deventer handhaven hun bij een vorige gelegenheid medegedeelde nieenmgen aangaande staatsmijnexploitatie, opiumgebruik, expedition en losmaking van de Indische fitiancien. HOOFDSTUK XII. De oude Yos ging op de steenen bank zitten. Christiaan Moller bleef in het voorhuis. Gertrude trad met Hans Thorbeeken de kamer aan de linkerkant binnen. Daar zat de invalide aan zijn schrijftafel in elkaar gedoken las hij de brieven, die hij eenmaal in de zonnige dagen van zijn geluk ontvangen had van zijn vrouw. Met glinsterende oogen keek hij op, als een kind, dat in een sprookjesboek een raooi verhaal heeft gelezen. De vreem deling bleef bij de deur staan en liet zijn blik vol zorg en medelijden rusten op den man aan de schrijitafeltoen vermande hij zich, met vluggen tred naderde hij de heer des huizes, die iu verwarring de hand tegen den hoof'ddoek drukte. »Hier ben ik weer, oom Knee, geef mij een vriendelijk woord om mij welkom te heeten De groote man sprak hartstochtelijk stneekend zijn stem leek gebroken. ,/Hans Thorbeeken Ik had er een voorgevoel van een droom Een rilling overviel hem nu en hij voegde er bij „Het is te laat, Hans Je vader heeft zijn Hans stond in here houding voor den vriend zijner jeugd. zm ,/Is dit uw welkomstgroet, oom Ik ben heengegaan, omdat ik het onrecht niet kon ver- dragen ik ben teruggekeerd om alle oud en nieuw onrecht goed te maken, zooveel in mijn vermogen is. De verkooping is niet doorgegaan, ik heb borg voor u gesproken." ,/Gij De zoon van Thorbeeken Dat wil zeggen je hebt het goed gekocht Hij trachtte zich te bevrijden van de handen, welke de ander met smeekend gelaat op zijn schouders had gelegd z/Trude, nu kunnen wij vertrekken alleen de schrijftafel nog en deze brieven en dan nog een laatste gang door het oude huis." Zijn stem weigerde, hij legde het hootd op de schrijftafel en weende. Gertrude stond naast hem en keek den vreem- deling ontstemd aan. Doch deze voorkwam haar hij legde zijn arm om de schouders van den weenende invalide en zeide smeekend Op uw knie en op tante Heda s schoot ben ik groot geworden, aan uw boezem heb hi ge- lachen en geweend en nil ben ik terugge- komen en vind mijn lieven, goeden vader in het ongeluken wil mijn vader nu van mij geen hulp aannemen (Wordt vervolgd.) Olt bind ver»chijnt tlnsndag., WoemMlag- en Vrlja»«avond, ■l*ge*undeed oj, Fee.olagen, bij de riema P. J. VAM Burgemrester en Wethouders van TER NEUZEN, gezien de artt. (3 en 7 der Hinderwet (Staatsblad n*. 222 van 1896) maken bekend dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd een verzoek van AR1J VERLINDE, timmermau, wonen- de te Ter Neuzen, om vergunning tot het plaatsen eener benzinemotor, in een door hem le stichten gebouw op een gedeelte van het perceel plaatselijk gemerkt 38 en gelegen aan de Vlooawijkstraat, kadastraal seetie C 3881, teneinde de aanwezige zang- en schaafmachine, daardoor in werking te brengen, en dat op Maandag, 26 November 1906, des namiddags van 3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer gemeente, gele- genheid zal worden gegeven om tegen het maken dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mondeling of sckriftelijk toe te lichten Ter Neuzen, 12 November 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. P. GE1LL, Burgemeester. W. 8. J. DIELEMAN, Secretaris. Er is officieel bekend gemaakt, dat Fereira en andere Boeren, die tot voor kort werkzaam waren in Uuitsch- Zuid-West-Afrika, het noord westen van de Kaapkolonie zijn binnengedrongen en getraeht hebben, een opstand te organiseeren. Zij hebben kampen van de Kaapsche politie te Abeam en te Witkop overvailen en daarbij wapens en munitie vermeesterd. Twee soldateu der Kaapsche politie zijn gekwetst. Fereira rukt aan op Zwartmodder en recruteert ver- sterkingen. llij schijnt de Boeren te dwingen, zich bij hem aan te sluiten, door hun te zeggen, dat er een opstand in Transvaal zal ttifbroken. Een it)3pe tour en vijftien soldateu zijn vertrokken om den invallers den weg te versperren. Vijf-en-twintig grensverkenners zijn ombodenterwijl 150 man van de Kaapsche bereden infanterie onmiddellijk zullen vertrekken. De Kaapsche regeering neemt alle uoodige maatregelen om de beweging te onderdrukken, welk# wordt beschonwd als een niet ernstige opstand. Het gevaar besiaat kierin dat de bewoners der streken, waar Ferreira optreedt, slechts weinig betrekkingen onderhouden met andere deelen des lands, en dus door orerdreven berichten over Ferreira's aucces zouden kunnen worden misleid. De voornaamste Hollandsehe Afrikaanders van de Kaapkolonie geven den bewoners der noord-westelijke districten den raad, zich aan de zijde der regeering te seharen. Het is moeilijk, zich recht duidelijk te maken, wat men van den iuval in de Kaapkolonie denken moet. Heeft Ferreira alleen een rooftociit in den zin of rneent hij werkelijk een opstand te kunnen uitlokken Maar di't laatste is in 'tgeheel niet te begrijpen ofschoon ook het denkbeeld van een rooftocht wel wat vreemd lijkt. De Boerenleiders in Transvaal en ook in de Kaapkolonie schijnen aan het laatste te denken en ontkeunen, dat de Hollandsehe bevolking van Zuid-Afrika er verder iets mee te maken zou hebben. De Pretoriasche correspondent van de /Tribune" heeft de generaals Botha en Smuts te Standerton geinterviewd, waarbij ook de hoot'dredacteur van de ,/Voiksstem'', Dr. Engeleuhurg, tegen woordig was. Eerstgenoemden epi aken er hun verwondering over nit, dat dergelijke invailen in de Kaapkolonie als die van Ferreira nietal meerzijn voorgekomen, gelet op de aanwezigheid van zoovele tuchtelooze liedea in Damaraland. Maar beiden dreven den spot met de bewering, dat de Transvalers zouden denken overeen gelijktijdigen opstand. Dr. Engelenburg riep uit: ./Laten de Engelscben toch niet inbeelden, dat de Transvalers er bij betrokken zijn De bewoners van het gebied van Gordonia bebooren tot het laagste so,n't blanken en Ferreira is vermoedeiijk een vrijbUiter, die ae Kaapkolonie bmnenvalt om wapens en voedsel te te krijgen". Botha en Smuts verkiaarden, dat Ferreira niet iu staat was om Transvaal door de Kalahari te genaken. De invallers zullen vermoedeiijk pogen, noordwaarts Khamaland te bereiken, want in zuidelijke ichting moeten zij onvermijdelijk in handen der Kaapsche politie vailen. De correspondent der '-/Tribune'' voegt er bij. dat men te Pretoria algemeen Ferreira's invai als van zuiver plaatseiijken aard beschouwt. De Kaapstadsche correspondent van de Tribune heeft Hofmeijer geinterviewd. Deze verklaarde niet in staat te zijn den inval juist te beoordeelen, want alle be- trouwbare gegevens ontbreken. Hofmeijer verklaarde intusschen, dat de zaak met een sigser zou alloopen. De Kaapsche regeering riep zijn medewerlting in en acht den invai emstiger dan een eenvoudige vrijbuiterij, hetgeen de correspondent van de Daily Telegraph te Kaapstad beaamt. Laatstgenoemde herinnert «r aan, dat een dergelijke inval ai langen tijd besproken is als een gecombineerde beweging tusschen de Transvaalsche en de Damaralandache Boeren, met oogluikende mede- werking van Duitschen kant. Het is zo-i duidelijk mogeiijk, dat Ferreira niet in staat zou zijn, honderd mijlen op te rukken en politiestations te overmannen, zonder tastbare medewerlting van de bewon-rs der boereuplaatsen. De Kaapsche Ministers verzekerden in een interview, dat zij Ferreira's optreden en tijdelijk sueces niet anders konden verkiaren. Milner verklaarde in een interview, dat hij weinig gewicht heehtte arm den inval in de kolonie. Ook de Engelsche regeering schijnt voor een opstand niet erg bevreesd. De eerbte Minister der Kaapkolonie, Dr. Jameson, die zelf indertijd een dergelijken inval, maar blijkbaar beter voorbereid, in Transvaal deed, is op 't oogenblik juist op reis van Louden naar Kaapstad terug en weet dus nog niets van het voorgevailene.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1906 | | pagina 1