A I g e m e e n Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Viaanderen. No. 4878 Dinsdag 14 Augustus 1906. Onveiligheid Vaarwater. Te"5 ill JTrTZ™""" 46e Jaargang. Gedeeltelijke her meting der gemeente Neuzen. HuiU'iiland. ABONNEMENT: Voor Per drie masnden binnen Ter Neuzen f 1,—Franco per post Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32^, Men abonneert zich bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bnshouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsmg derzelfde adverteutte wordt de pr^a glechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend. Inzending van advertentiSn v6or 3 uren op den dag der uitgave 1) Den kleinen baron met het prairiegezicht noemde Frauke von Knee hem, terwijl ze zijn ros, stijf hoofdhaar en zijn geelachtigen, langen snorbaard vergeleek met het gras der prairien waarvau ze eens gelezen had. Daar zat hij met hooge jachtlaarzen aan, de beenen wijd uit elkaar, op zijn gemak in een ouderwetschen hoogen leunstoel. Hij hulde zich in den rook van een zware sigaar, ledigde in een teug het groote glas portwijn, dat voor hem stond, keek eens naar het plafond en nu kon het er op losgaan. De zachte matte stem van den heer des hui- zes voorkwam hem met de woorden//Een oogenblik, waarde baronSchrijven we van- daag niet den zestienden Baron Hinze, de administrateur van mijn heer Yon Knee, keek zijn kranken meester ver- wonderd aan, wendde het hoofd om en zeide //Vos, kijk eens op den scheurkalender De bediende Yos, een man van vijf en vijftig jaar, met grijzende haren, was juist bezig een pijp te stoppen. Hij keek even op en ant- woordde //lk behoef niet eerst op den scheur kalender te kijkeu, baron Hinzehet is van- daag de zestiende Augustus." Mijnheer Von Knee greep met zijn ziekelijk zachte hand naar den zwarten doek, die out zijn voorhoofd was gestagenvervolgens hief hij het hoofd op en zijn oogen. die anders als met een sluier bedekt waren, schitterden nu met warme glans. //Kom toch eens hier, Marx zeide hij vriendelijk. Marx Vos wierp een zorgelijken blik op den baronhet was hem onaangenaam, dat het tooneel, dat nu volgen zou, werd afgespeeld in diens tegenwoordigheid. Hij trad echter toch op zijn meester toe, die hem de hand toestak en met iets plechtigs in de stem zeide //Mijn kameraad Marx Yos antwoordde hetzelfde, wat hij reeds twintig jaar op dezen dag geantwoord had Ge hebt mij dat wel vergolden, mijnheer Mijnheer Yon Knee schudde zacht het vroegver- grijsde hoofd, met de woorden //Dat was slechts eenkleindankbetoon, Marx, vergeleken hij hetgeen jij gedaan hebt." Dit gesprek begon den kleinen baron te ver- velen. Hij wist wel, dat hij vandaag niet zoo spoedig aan het woord zou komen en wenschte daarom iets te hooren, dat meer samenhang had. z/Wel, mijnheer Von Knee," sprak hij een beetje achteloos met zijn ratelende stem, //zoudt u me die geschiedenis niet eens in zijn geheelen omvang willen vertellen De invalide zette een gezicht als iemand, die met moeite tracht zich iets te herinneren en begon toen langzaam en zacht, zoekende naar woorden //In dien tijd, toen wij naar Frankrijk TER NEUZEN, 13 Augustus 1906. Bezoek van den KSinisieB* Knaus aan Tet* Neuzen. Reeds Zaterdag jl. is door den Minister van Waterstaat, den heer Kraus, gevolg gegeven aan zijne belofte om een bezoek te brengen aan Ter Neuzen, om zich plaatselijk van onze haven- werken en de verbeteringen en uitbreidingen die daaraan noodig zijn op de hoogte te stellen. Met een expresboot van den Prov. Stoom- bootdienst op de Wester-Schelde, de Zuid-Beve- land, arriveerde Z.Exc. te ongeveer 11 ure aan de ponton alhier. Hij was vergezeld van de heeren F. H. Monte verLoren, hoofd der afdeeling spoorwegen, aan het departement van Water staat, B. Hoogenboom, inspecteur-generaal van 's Rijks-waterstaat, G. Rijperman, lid van den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten, en A. A. Bekaar, hoofdingenieur-directeur van 's Rijks-waterstaat, te Middelburg. De Minister werd alhier opgewacht door den Burgemeester, den heer Geill. en de heeren J. A. van Rompu, voorzitter der Kamer van Koop- handel, M. G. A. Blankers (vertegenwoordiger der firma John. P. Best Co.) eerste ondertee- kenaar van het vanwege expediteurs enz. tot Z.Exc. gerichte adres, benevens den heer Van Loon, ingenieur van 's Rijks-waterstaat alhier. Van de aanlegplaats begaf voornoemd gezel- schap zich aan boord van het Rijks-waterstaats- jacht //De Hont," dat nabij de Westsluis in het kanaal gereed lag en, gesleept door de sleepboot //Venus," voer men het kanaal op tot voorbij de staalfabriek. Daar werd aan de Oostzijde van het kanaal geland. Gedurende ongeveer anderhalf uur werd daar geconfereerd en iiet de Minister, die zich, naar we vernamen, van een en ander reeds goed op de hoogte had gesteld, om trent verschillende zaken nader inlichten, terwijl de verschillende plannen en wenschen ter sprake kwamen. Vervolgens ging het gezelschap weer aan Doord en voer een eind terug om bij de be staande loskaden weer te landen. De Minister en gevolg bezichtigden alsnu de loskaden en het spoorwegemplaceinent en gingen bij de spoorbrug weer aan boord. Langs de vlucht- haven werd alsnu gevaren tot nabij de Sassche poort waar weer geland werd en het gezelschap zich naar de directiekeet der sluiswerken begat aldaar werd een lunch gebruikt. In den namiddag werden de sluiswerken nog in oogenschouw genomen, waarna Z.Exc., en de hem vergezellende heeren van elders, met de ,/Zuid-Beveland" de terugreis aanvaarden. Wat voor onze haven het resultaat van dit bezoek zal zijn, moet nu natuurlijk worden afgewacht. Uit den aard der zaak kunnen omtrent gehouden besprekingen geen mede- deelingen worden gedaan. Van verschillende zijde vernamen we evenwel, dat de algemeene indruk omtrent de uitlatingen van den Minister, goede hoop kunnen doen koesteren. Zijn Exc. gaf blijk alles nanwkeurig te willen onderzoeken en was blijkbaar door- drongen van de noodzakelijkheid van voorziening in de behoefte aan los-, laad- en opslagplaatsen. Voorloopig is dus het parool weer atwachten. Moge het niet te lang zijn, niet langer dan noodig is, om uit de thans verzamelde ge- gevens een vast plan van voorziening saam te stellen. trokken, had ik een grooten, sterken ruin mee- genomen. Het dier was eigenlijk niet goed aan- gereden, het paste ook niet voor ons regiment maar zooals het bij het uitbreken van een oorlog wel meer gebeurter werd veel over het hoofd gezien en ik mocht het paard mee- nemen Het heeft zich ook goed gehouden. Maar den zestienden toen wij door de vijandelijke iiifantene braken toen De invalide sloot de oogen en drukte de bevende hand tegen den zwarten doek om het voorhoofd. Marx Vos, die naast zijn stoel stond, ver volgde //Het paard werd krankzinnig door de schitterende bajonnetten, de roode broeken, de woeste aangezichten en de brullende en schreeuwende menschen het was toch al wat kolderig van aard Genoeg, het sprong in galop tusschen de Franschen, en schudde den kop zoo woest heen en weer, dat de menschen zoo gauw mogelijk op zij sprongen". z/Komj Vos", vermaande de kleine baron berispend, die het snoeven beschouwde als iets dat alleen aan hem veroorloofd was. z/Baron vroeg Vos beleedigd. z/Vertel maar verder", zei de invalide, terwijl hij met den arm zijn hoofd ondersteunde. z/Het dier deed dan voor de derde maal een wilden sprongik dacht,hij springt er over- heen, zoo hoog gingen zijn voorpooten boven de bajonetten uit. Hoe het kwarn, begrijp ik nog niet, maar daar stond het opeens voor een kleinen, fermen officier, die hem met het plat van zijn degen om den kop ranselde. Nu werd het beest nog wilderhet ging op de achterpooten staan, sioeg met den kop in het rond, zwenkte naar links en sprong toe onder het spreken fonkelden Vos' grijze oogen hij zat in elkaar gedoken, alsof hp den vijand ging aanvallen en strekte daarbij de handen vooruit in de richting van de lamp en daar zat het dier overlangs op een Fransch kanon z/Verduiveld, Vosriep baron Hinze oa- geloovig. De oude man was zoo opgewonden, dat hij een stekelig antwoord durtde geven//Baron, het liegen is een begaafdheid, evenals al het andere helaas ik heb die begaafdheid niet". Mijnheer Von Knee keek angstig naar den baron op en zeide toen//Ik geloof, dat ik nu wel verder kan vertellen. Door het zwenken tijdens den sprong had ik de beide stijgbeugels verloren en zat hulpeloos beklemd tusschen het rad van het affuit en mijn paard en toen gebeurde het Met bevende hand greep hij naar den doek om zijn voorhoofd. Nu' viel de oude onder- officier in ,/Toen kreeg de luitenant die vier sabel- houwen over arm en schouder en toen hij voorovergezakt was, dien eenen over het voor hoofd. zoodat de hoofdhuid voor de helft z/Stil, Vos, stilverzocht de kranke invalide. z/Intusschen waren wij voortgerukt (Wordt vervolgd.) Maaadag-, Woensdag- eg V.BW". «W,oB«e,d op Fw.M.gM, I.IJ de EMra... De Burgemeester van TER NBUZEN brengt, ter vol- doening aan aen brief van den Cotnmissaris der Konin- gin in Zceland dd. 9 Augustus 190(3 A, no. 437, lste Afdeeling ter openbare kennis dat bi.i resolutie van Zijne Excellentie den Minister van Financien van den 31 Juli 1906 no. 61, Reg. o. m. is bepaaid dat een ge- deelte (lezer gemeente en wel de sectien B, I* en K ged. zal worder. hermeten met welk werk op 1 September a. s. een begin zal worden gemaakt en spoort de eigenaren der te hermeten eigendommen aan, waar dit niet naar behooren is geschied, de overmen hunner eigendommen door blijvende kenteekenen ztchtbdar te ■muken. Ter Neuzen, 11 Augustus 1906. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kennis van zeevarenden dat schietoe'eningen zullen worden gehouden op 3 en zoo noodig ook op 4 September MOG van het fort op de Harssens. lnlichtingen omtrent deze schietoefeningen kunnen door belanghebbenden woi'den verkregen ter Secretarie der gemeente op de uren waarop deze is geopend. Ter Neuzen, 11 Augustus 1906. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. Men zou kunnen denken, dat r.n in Rusiand dealge- meene staking is verloopen en er van de zoo grootsck aangekondigde betooging, die het staatsgezag zou omver werpen niets gekomen is dan een paar relletjes in Petersburg, dat nu de regeering zich volkomen veilig en gerust voelt en er haar geinak eens van neraen wil. Dit scbijnt echter niet het geval. Integendeel heet het dat de vrees vermeerdert en dat Stolypin aanstuurt op een vroegere bijeenroeping van de nienwe Doema als eenig middel om de gemoederen te kalmeeren. Het moeten de boeren zijn, die dezen Minister zoo bang rnaken. Dezer dagen gingen er reeds geruchten, dat de boeren op opstand zinden en nu moet de Minister door talrijke geheime rapporten gewaarschuwd zijn, dat een alge- meene opstand der boer.en na de oogst waarschijnlijk was. Wat dat beteekenen zou kan men eenigszins begrijpen, als men weet, dat de boeren ongeveer 90 pCt. van de geheele Russische bevolking uitmaken. Een algemeene opstand van deze massa zou dus als een storm over het land gaan, die niet te keeren was, vooral waar ook de soldaten natuurlijk hoofdzakelijk nit den boerenstand gerecruteerd worden en dus, waar ze toch al niet al te betrouwbaar zijn, tegen de boeren wel het minst te gebruiken zouden wezen. Want al bericht de bevelhebber van het Amoer-regiment te Dehlagar, welk regiment een deel van zijn offieieren vermoordde, ook nog zoo aandoenlijk over het ernstig i t dag en de voorgaaude en volgende maar nit de stad berouw van zijn manschappen, we.weten nu genoeg te verdwijnen van het Russische ieger om vast te stellen, dat or bij een revolutie niet al te vast op te rekenen valt voor het oude bewind. Toch schijnt dit nog van geen toegeven te willen weten. Zeifs tegen Stplypin s plan om de Doema wat eerder bijeen te roepen, verzetten de invloedrijke personen aan het hof zich met hand en tand. Meenen zij misschien door terechtstellingen als te Kroonstadt in gang zijn, waar een gewezen Doemalid is opgehangen wegens zijn deelname aan de troebelen, den schrik er nog zoo goed in te kunnen brengen, dat het Russische volk zich koest houdt 'tis waar, 'tis gebleken, dat het gcduld van dat volk heel wat dragen kan en dat het niet gemakkelijk in beweging komt, om zich zijn vrijheid te veroveren. Maar als de beweging eenmaal komt, kan het ook wel eens te laat wezen. Zelfs kleinere volken dan het Russische, maar minder lijdzaam naar het schijnt, laten zich op den duur niet van vervulling van bun wenschen naar vrijheid at- honden Dat ondervindcn de mogendheden sinds jaar en dag van de ICretenzers, die daarbij in Griekenland een tlinken steun vinden. Koning George van Grieken- land schijnt zoo weinig tevreden orer de iaatste be- sluiten der beschermers van dit eiland met zijn Grieksche bevolking, dat deze het noodig hebben geoordeeld, hem nog eens een nadere uitlegging vau hun bedoelingen en plannen te geven. Of dit helpen zal Men zegt, dat als tie mogendheden geen wezenlijke verandering in hun plannen willen brengen, prins George binnen enkele dagen zal heengaan. En het heet zelfs, dat de mogendheden reeds een ander op het oog hebben voor de betrekking van Hooge Commissaris en wel een gewezen Grieksch oorlogs- minisrer, Romanoh. Of de Porte daarmee genoegen zal willen nemen Het kan voor hem slechts prettig en gemakkelijk aijn, wanneer hij in plaats vau een Grieksch koningszoon met zijn vcle preteuties een eenvoudig Grieksch Minister onder zijn l/evelen krijgt. En bovendien zal hij al blij wezen, ais hij Kreta in naam maar behoudt en geen verdere moeiiijkheden te doorworstelen krijgt. Hij heeft het nu jnist met Frankrijk aan den stokover Dzjanet in het Tripolilaanbche achterland en dreigt dat* stukje ook ai weer kwijt te raken. Wel verzet hij zich nog hevig en zai de eischen van Frankrijk waar schijnlijk geheel verwerpen, maar aan een Fransch ultimatum zal hij weJ geen weerstand kunnen bieden en zoodoende ook die oase in Noord-Afrika wel ipoeten rnissen. Zoo brokkelt langzamerhand het Turksche rijk af aan alle kanten, in Afrika, Azie en niet het minst in Europa. Daar moet Macedonie te eeuiger tijd vyel onder het Turksch gezag vandaan komeu, want zoo kan het ook niet blijven gaan. Het eeuige, wat deze streek nog zoo lang voor den Sultan bewaart, is de oneenigheid der christenbevolking in de bunrt en de moeilijke beslissing over de vraag aan wie der Balkan staten die streek moet komen. Tegenwoordig schijnt de oneenigheid tusschen de verschillende Slavische volkeren wat te In wen. Op het congres van Slavische schrijvers en journalisten dat in September te. Sofia gehouden zal worden, zijn nu ook de Serviers, die de vorige maal wegens hun twist met de Boelgaren nog geweerd waren, genoodigd. Nu schijnen de Grieken bet kind van de rekening te zullen worden. In Boelgarije neemt de anti-Grieksche bewe ging nog voortdurend toe. In Philippopel zijn overal volksbevelen aangeplakt, waarin verboden wordt op straat Grieksch te spreken. Den 19n zal men in die stad een Ond-Roelgaarsche monsterbijeenkomst houden, waarvoor overal in het vorstendom groote toebereidsclen worden gemaakt. Voor de Grieken kon het misschien raadzaam zijn, voor dien Sultan Abdui-Hamid van Turkije, de wel eens ge- noemde zieke man is nu werkelijk ziek en naar bet lijkt zeer ernstig, daar hij Vrijdag met in staat was in de moskee voor het Selamliek te verschijnen. Dit feit wijst wel op eene ernstige ziekte, want het Selamliek be'hoort tot de plichten die de kalif der moslim alleen indien hij volkomen verhinderd is, mag verzuimen. Zijne tegenwoordigheid in een voor het volk toeganke- lijke moskee is noodig, opdat de imam het middag- gebed voor den kalief kan opzenden, dat in zekeren zin telkenmale de hernieuwde erkenning van zijn macht bevat. Blijft de gang naar de moskee achterwege, dan is de Suitan, gelijk gezegd, zwaar ziek ol een ge- gevangene. Sultan Machmoed I heeft zich toen hij al stervende was, nog op zijn paard laten tilleri en naar het bedehuis laten brengen hij stierf op den terugweg in het zadel. Zoo heeft ook Abdul-Hamid, vroeger, als hij ongesteld was, zich steeds'geschikt naar de noodzaak van het godsdienstige gebruik en op Vrijdag de moskee bezocht. Hij verlaat Jildis maar tweemaal in het jaar, voor het kussen van den mantel van den Profect en op het Beiram-feestde moskee waarin het Selamliek ge houden wordt, ligt vlak voor de muren van Jildis, en om te voldoen aan de voorwaarde dat zij voor het volk toegankelijk moet zijn, gaat de hofstoet de moskee binnen en ziet men dan buiten eenige door de politie en de spionnen dubbel gezeefde en in het oog gehouden vromen de aankomst en het heengaan van den Padisjah afwachten. De gezondheid van den Sultan moet sedert geruimen tijd geschokt zijn Ondertusschen houdt men zich reeds met de troon- opvolging bezig. Volgens de bestaande regel en zou een broeder van den Sultan, de vermoedelijke opvolger zijn. Deze is reeds 60 jaar ond, verstandelijk weinig ont- wikkeld, een onbeduidend man, die, nooit behoefte heeit gevoeld iets te leeren. Naar gemeld wordt zou de Sultan zich gaarne door zijn lievelingszoon den jongsten op 2 na, door wie hij zich wel al eens deed vei tegenwoordigen en die de zorgvuldigste opvoeding heeft genoten, zien opvolgen. Hij zon ten behoeve daarvan een staatsgreep overwegen. Maar het is daar noj ver af, want bedoelde zoon komt pas als zestiende rechthebbende op (ten troon.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1906 | | pagina 1