A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaandere
Paarden- en Veemarkt.
LANDWEER.
1
No. 4755.
Dinsdag 24 October 1905.
45e Jaargang.
Paarden- en Yeemarkt
Inspectie van Verlofgangers.
en
Buitenland.
Binnenland.
FETJILLETON.
ABONNEMINT:
Voor
Per drie ma&nden binnen Ter Neuzen f 1,—Franco per post:
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Atnerika 1,32$.
Men abonueert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven
ushouders.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIfiN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,16.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsraimte berekend.
Bij deze conrant behoort een bijvoegsel.
Vrij bewerkt door AMO.
Anny kwam. Zonder iets kwaads te vermoeden
trad zij bij haar vader binnen.
„Wat verlangt ge, papa vroeg zij vriendehjk.
„Ik heb weinig tijd, ik moet leeren."
De gouvernante snikte weer hoorbaar, Elverdaal
schoof zijn baret naar voren en zeide op barscben
toon: „Kom hier, Anny!"
Anny gehoorzaamde met een beteuterd gezicht,
Zij keek haar Yader onderzo°kend aan en verschrikte.
Weer zag zij dien starenden blik van een gedach
teniooze, maar thans was die blik nog akeliger
dan ooit te voren. Zij hield van haar vader, en
daarom beefde zij, toen zij weder de sporen be-
merkte van het verval in haar vaders gezondheid.
Zoo gaarne zou zij hern toegeroepen hebben
#Ach, vader, lieve vader, werp tocb al die
vervloekte flesscben het venster uit en jaag de
helft van uw bedienden weg, die alien u bedriegen
en bestelen" maar zij waagde het niet dit te
doen.
»Anny," begon haar vader, »naet diep leedwezen
heb ik rnoeten veruemeD, welk eeu schande je
9°.
Burgemeester en Wethouders
van PHILIPPINE brengen ter kennis aan be-
langhebbendeu, dat op lieden zijn uitgeloot
Een aandeel N°. 18 van de geldleening
jaar 1890 groot Vier honderd gulden
en Een aandeel in de geldleening 1898,
groot Een honderd gulden N°. I,
uitbetaalbaar ten kantore van den Gemeente-
Ontvanger, van af 1 November 1905.
Philippine, den 16 October 1905.
Burgemeester en Wethouders van Philippine,
De Burgemeester,
(get.) E. CUELENAERE.
De Secretaris,
(get.) A. VOETEN.
brengt over je zelven en over den naam, dien je
draagt ja, over je geheele familie
Vader, lieve vaderriep Anny verschrikt
en de tranen kwamen haar in de oogen.
fSchaam jij je niet zulke brieven te ontvangeu
vervolgde haar vader op luiden toon. ^Begrijp
je niet, dat door zoo'n lichtzinnigen levenswandel
je eerbaarheid lijdt, en bovendien de waardigbeid
en bet aanzien van je familie Heb je geen ge-
voel voor deugd en goede zeden voor waardigheid
en fatsoen Stil, zwijg, als ik spreek Weet
je nog niet, dat het ongepast is, je vader in de
rede te vallen Zoodra juffrouw Badsley nog
een enkele maal over je te klagen heeft, laat ik
je in een verbeterhuis opsluiteu, zoo waar als ik
Van Elverdaal heetBegrepen In mijn gezin
verlang ik orde en tucht. Ik wil, dat ieder reke-
uing houdt met de waardigheid van mijn nieuwe
maatschappelijke positie en met de achting, die
men aan zichzelven verschnldigd is. Ga nu heen.
Je komt vandaag niet aan tafel, en morgen ook
niet, niet voordat juffrouw Badsley zelf vraagtom
je vergiffenis te schenken wegens je berouw en ver-
betering, dat zal je straf zijn."
Onder het spreken had hij zich zoo boos ge-
maakt dat hij beefde. Als Anny gevraagd had
een woord te zeggeu, zou er een tooneel gevolgd
zijn, zooals vroeger wel tusschen haar ouders was
voorgevallen. Zoo ver mocht het niet korneu,
In Erankrijk wordt op 't oogenblik de balans
opgemaakt van wat het zevenjarig tijdvak, waarin
Delcasse minister van buitenlandsche zaken was,
het land gekost heeft. Het blijkt daaruit wel,
hoe Delcasse zich bijna voortdurend blind heeft
gestaard op Duitschland en met allerlei middelen
gepoogd heeft bij Engeland in het gevlei te
komen. Egypte, Newfoundland en de bronnen
van den Nijl denk aan Eashoda heeft
Delcass6 aan Engeland afgeataan, terwijl hij zondtr
iemand te raadplegen, het Fransch-Russische ver-
boud ook van kracht verklaarde voor Mantsjoerije,
zoodat, heel den duur van den oorlog door Erank
rijk het gevaar boven het hoofd hing, in den strijd
betrokken te worden, wat het, gezien het Engelsch-
Japansche verbond, Eugeland op den hals zon
gehaald hebben. Niettegenstaande de met Rus-
land aangegane overeenkomst, heeft Delcass^ toch
nog kans gezien, Engeland een onschatbaren dienst
te bewijzen door de Engelsche neutraliteitsbepa-
lingen geldig te verklareu, ook voor Erankrijk,
waardoor de Engelsche vloot, die over heel de
wereld steunpnnten en havens heeft, een on-
noemelijk voordeel boven andere vloten verkregen
heeft. Bovendien werd Rodjestwensky, die in de
Fransche Oost-Aziatishe wateren op zijn verhaal
dacht te komen, voor en aleer hij koers zette
naar de Japansche Zee, verhinderd dit voornemen
uit te voeren, ook alweer omdat Delcasse zwichtte
voor den vriendelijken drang van Engeland.
Waarlijk, zooveel vriendendiensten zijn ternan-
wernood betaald met de simpele belofte van
Engelschen kant, dat 100,000 man Engelsche
troepen in Sleeswijk-Holstein zouden landen, inge-
val Duitschland om de Marokko-affaire Erankrijk
den oorlog aandeed
Baron Eejervary is opnieuw tot minister-presi
dent in Hongarije benoemd. De moeielijkheden,
die in Weenen tegen die benoeming bestonden,
zijn weggenomen en de nieuwe minister-president
zal in staat gesteld worden zijn kabinet bijna
onveranderd te behonden. Want de keizer heeft
het regeeringsprogram, dat Fejervary hem ter
goedkeuring aanbood, in hoofdzaak aangenomen.
Dit program, zon wordt uit Boedapest gemeld,
is scherp omlijnd in de pogingen om het Hon-
gaarsche staatswezen te hervormen. Bijna alle
gebieden van het economische en sociale leven
worden er in behandeld slechts de door de
onafhankelijkheidspartij geeischte Hongaarscbe
commandotaal in het leger komt er niet op voor.
Tot 19 December heeft Fejervary den tijd de
punten van dit program te belichamen in wets-
ontwerpen, die dan aan het Hongaarsche parle-
ment zullen worden voorgelegd. Eejervary wil,
zoo er in het Huis geen meerderheid voor zijn
plannen te vinden is, in het begin van 1906
daarom sloop AnDy suikkende en met betraande
oogen de kamer nit. Zij ging rechtstreeks naar
haar moeder om daar nit te schreien.
ffWnt is er gebeurd, Anny?" vroeg mevrouw
Van Elverdaal vol belangstelling.
/,WiH heeft me een brief geschreven, en juffronw
Badsley heeft hem opengemaakt en aan papa ge-
gegeven," snikte Anny.
Mevrouw Van Elverdaal gevoelde pijnlijk het
onwaardige van zulk een bespieding, als Anny
raoest verduren van haar gouvernanle. De goede
dame leed daar onder. Menigmaal kwam het ook
voor, dat zij door dit schepsel in nagebootste
vooroaamheid gewezen werd op de tekortko-
mingen in den omgang; als vrouw uit het volk
had zij geen kennis van al die beuzelpartijen.
En de gouvernante waagde hier haar meesleres
terechtwijzingen toe te dienen Dat kon natuur-
lijk alleen gebenren, doordat juffrouw Badsly zeker
was haar invloed op *den genadigen heer", terwijl
mevroaw Van Elverdaal volstrekt geen invloed
meer op haar man had. In mooi praten was
juffrouw Badsley zeer bekwaam, maar mevrouw
Elverdaal kon dit niet verdragen. Zij kon haar
man niet toespreken met ffgeuad>ge heer," hem
toegeven in al zijn verkeerde neigingen en ze dan
nog verschoonen, ze geestig, vroolijk of verstandig
noemen. Zij noemde de dingen bij den waren
naam, en dat beviel haar man niet. In het nieuwe
overgaaa tot ontbinding en nieuwe verkieziugen
uitschrijven.
De regeering van Turkije blijft weigeren den
eisch der groote mogendheden, tot goedkenring
der ingestelde international financieele controle
voor Macedonia, in te willigen.
De mogendheden zijn van meeniDg, dat bij het
bestaande wanbeheer van de Turksche financien
slechts door buitenlandsche controle op de finan
cien van Macedonia een verbetering der toestanden
kan worden verkregen. Slechta de sultan en de
pascha's die over de belastingen, door de Macedo-
nische bevolking opgebracht, de vrije bescbikking
bebben, kunnen in die meening niet deelen.
De Porte acht de installing van de fiuancieele
controle overbodig, daar de Ottomaansche bank
op voldoende wijze in den financieelen dienst der
provincien voorziet. Bovendien vindt de sultan
de instelling van zulk een controle een ernstige
inbrenk op zijn sonvereine recbtende mogend
heden, zegt hij, hebben zich berhaaldelijk ver-
plicht die rechten te znllen eerbiedigen.
Blijkbaar rekent de saltan er op, dat de mo
gendheden onderling veel te bang ziju elkaar een
vlieg af te vangen om gezamenlijk krachtig tegen
hem op te treden.
Bij het departement van kolonien is ontvangen
het volgeDde telegram van den gonvernenr-generaal
van Nederlandsch-Indie
In Gowa werd verzet gepleegd door Rraeng
BeroaBgieng, zwager van den vorst en aanvoerder
van de Gewasche troepen. De vorst en bevolking
zijn nit Djonggaja gevlncht. De vijand werd
aangetast bij de kampongs tost van Djonggaja.
Zijn tegenstand was zwak en bij liet 50 dooden
en 7 gewonden liggen. Wij badden als gesneuveld
en gewoud 5 Europeescheen 2lnlandsche militairen.
Tot toelichting dient dat Kraeng Beroangieng,
zwager van den vorst tevens is rijksbestierder en
een der meest op den voorgrond tredende hoofden
van de ons vijandig gezinde partij in Gowa.
TER NEUZEN, 23 October 1905.
Bij de heden door Burg, en Weth. ge
houden aanbesiteding van het schoonhouden,
verlichten en verwarmen der schoollokalen in
de infermerie werd ingeschreven als volgt
M. de Jonge voor 110, 4, 6 en H.
Bannier voor 75, 4, 4,50. Het schoon
houden berekend per jaar, het verlichten en
verwarmen per 100 uren. Aan den laagsten
inschrijver gegund.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers van
bier en in de omgeving op de a. s. Donderdag te
houden openbare vergadering, van wege de ver-
leven in het fraaie huis in de Begentsparkstraat
miste zij den pantoffel uit de vroegere woning.
Met haar pantoffel had zij niet alleen gedreigd,
menigmaal was zij haar laatste redmiddel om de
woestheid van haar man te bedwingen. In de
Regentsparkstraat ging dat niet meer, in tegen-
wootdigheid der bedienden en der gasten, die
elken dag aanwezig waren. De pantoffel was het
laatste tuchtmiddel geweesl, waarvoor Elverdaal
moest buigen. Na waren de millioenen in huis
gesmeten, de domme opgeblazenheid van den
kleermaker ging tot in het ongerijinde, niets be-
lette hem thans om toe te geven aan zijn drank-
zucht en aan zijn hoovaardij en daaronder
leed de goede verstandige vrouw.
Op lang niet malsche wijze wilde zij ook nu
lncht geven aan haar verontwaardiging over de
laaghartige inmengiug der gonvernante in de be-
trekkingen, die haar kind onderhield. Zij was
woedend, haar moederhart was gekwetst, en tooruig
riep zij uit: tfHoe komt dat onbeschaamde schep
sel er toe, je brieven open te maken, Anny
Wat gaat het haar aan, wat Will je schrijft
Verder kwam ze niet, want de kamerdeur ging
open en juffrouw Badsley trad binnen. Zij was
Anny op den voet gevolgd, omdat zij wel begreep
wat er gesproken zon worden, wanneer zij er niet
bij was.
(Wordt verrolgd).
fedBH
m
COMA
Bit hlad »erseh(jnt n»au<lHK-. Woenidag- en yiljdagaYond, attgetonderd op Feestdagen, bij de Flrma P. J. VAM BK »AWPK te ferMem»eB.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
aiaken bekend dat in die gemeente
zal worden gehouden op Woensdag 15 Movemlier
1BOS, zooals breeder bi.j aanplakbiljetten is omschreven.
Ter Neuzen, 23 October 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester eh Wethouders van de Gemeente TER
NEUZEN roepen bij deze op al de in deze gemeente
zich hemnde verlofgangers van de Landweer, met uit-
zoridering van hen, die m dit jaar overeenkomstig
art. 11 der Landweerwet onder de wapenert. zijn
geweest, en van hen die krachtens art. 15 der Land
weerwet van dm werkelijken dienst onthevm zijn,
ora op Bouderdag 23 November a. a., des
voox-middags 9J uren, voor wat betreft de verlofgangers
van de lichting 1905, en des namiddags teljuren voor
wat betreft de verlofgangers van de lichtingen 1903 en
1904, in het Arsenaal te Ter Neuzen tegen woordig te
zijn teneinde overeenkomstig art. 29 der Landweerwet
1901 door den Landweer Districts-Commandant te worden
onderzoeht en herinneren hen aan de volgende be-
palingen der Landweerwet
1". de verlofganger van de landweer meldt zich binnen
dex-tig dageu na den dag van zijn overgang naar
de landweer of na diea waarop hem de verlofpas
is nitgereikt, bij den bnrgemeester zijner woonplaats
aan, ten einde deze den verlofpas, hem bij de land
weer of laatstelijk bij de militie uitgereikt, voor
gezien of opnieuw voor gezien teekene.
a De verlofganger van de landweer, die buiten het
Rijk woont of verblijf boudt, of die zich bij zijn
vertrek met rerlof buiten bet Rijk begeeft, kan,
ter vervulling van de verplichting in het vorig lid
omschreven, binnen den daarin vermelden termijn
zijn verlofpas bij aangeteekenden brief ter afteekening
toezenden aan den burgemeester zijner laatste woon
plaats binnen het Rijk. De verlofpas wordt hem
door dien burgemeester bij aangeteekenden brief
teruggezonden (Art. 24)
2". verlofganger van de landweer, die zich in eene
andere gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis
aan den burgemeester zijner woonplaats. Binnen
dertig dagen na den dag, waarop bij komt in de
gemeente, waarin bij zich vestigt, meldt bij zich aan
bij den burgemeester dier gemeente, ten einde deze
zijn verlofpas voor gezien teekene (Art. 25);
3". de .erlofganger mag zich, zonder toestemming van
den Minister van Oorlog, niet langer dan gedurende
een Jt«r buiten 's lands begeven (Art. 27);
4". de verlofganger, die de artt. 24, 25 of 27 nietnaleeft,
wordt in werkelijken dienst geroepen en daai-in
gednrer.de ten hoog.ste een maand gehouden.
De duur van dezen dienst wordt bepaald door
den Minister van Oorlog (Art. 28);
5°. de verlofganger van de landweer verschijnt bij bet
onderzoek in uniform gekleed, en voorzien van de
kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek
met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van
zijn verlofpas (Art. 31)
8°. het Crimineel Wetboeb en het Reglement van krijgs-
tucht voor het krijgsvolk te lande zijn ap bet
personeel van de laudweer, dat zich onder de wapenen
bevindt, van toepassing, en, met opzicht tot de
verscbillende gevallen van desertie, op het geheele
landweerpersoneel.
Dat personeel wordt geacht onder de wapenen
te zijn
a. zoolang het zich in werkelijken dienst bij eene
afdeeling van de landweer of bij een der korpsen
van bet leger bevindt;
b. gedurende den tijd dien bet in art. 29 bedoeld
onderzoek duurt;
c. in het algemeen, wanneer het in uniform is
gekleed (Art. 21)
7°. behoudens bet bepaalde bij art. 21, kan een arrest
van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij
gelegen provoost of bet naastbij zijade huis van
bewaring door den Districts-Commandant worden
opgelegd aan den verlofganger
die zonder geldige reden niet bij het onderzoek
verschijnt
die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
reden niet voorzien is van de bij art. 31 ver-
melde voorwerpen
c. wiens kleeding- en uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden be-
vonden
d. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een
ander behoorende, als de zijne vertoont (Art. 32)
onverminderd de straf, in art. 32 vermeld, is de
verlofganger verplicbt, op den daartoe door den
Districts Commandant te bepalen tijd en plaats, en
op de in art. 31 voorgeschreren wijze voor hem te
verschijnen om te worden onderzoeht (Art. 34)
de verlofganger, die zich bij herhaling schuldig
maakt aan het feit, sub 4°. van art. 32 Dedoeld, of
niet overeenkomstig art. 34 voor den Districts-
Commandant verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde
in het geval verkeert sub 2°. en 3J. van art. 32
vermeid, wordt in werkelijken dienst geroepen en
daarin gedurende ten boogste drie maandeti gehouden.
De duur van dezen dienst wordt door den Minister
van Oorlog bepaald (Art. 351
10de verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping
voor den werkelijken dienst, wordt als deserteur
behandeld (Art. 36).
Ter Neuzen, den 23 October 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
8°.