A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Aanbesteding.
No. 4696.
Dinsdag 6 Juni 1905.
45e Jaargang.
Yoorbereidend Militair Onderricht.
HEEZISHIH
aanbesteden:
het uitdiepen van en het
maken van verbeteringswer-
ken aan degemeentehavenen
het maken van keibestra-
tingen op de los- en laad-
plaatsen.
aanbsstGdsn:
het bouwen van een gemeentehuis.
HINDERWET.
I
HET TESTAMENT.
der lijst van Inkwartiering.
FEUILLETON.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Eranco per postfoot
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82*.
Men abonueert zieh bjj alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /"fl,10,
Bij directe opgaaf ran driemaal plaatsing derzelfda adrertentie wordt de prjis
slechts tweemaal berekeud.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgava.
Verlegen keek zij een oogeublik besluiteloos
naar den vloer. Toen zeide zij snel
„Zoo is het goed Wij moeten eerlijk tegen-
over elkander staan. De omstandigheJen, waarin
ik verkeer, eischen dat gebiedend, al zon mijn
hart er ook onder bloeden."
ffDat nooitriep hij hartstochtelijk. //Ik weet
het, dat uw goede wil even sterk is als mijn
atrijd moeilijk was. Gij hebt mij onnoemelijke
smart bereid, Elfride, toen ge aan mijnheer Von
Karstenbrock uwe schoonheid gaaft in ruil voor
zijue rijkdommen. Ik tnoest u toen wel verachten,
«n dat heb ik gedaan, ik moest u mijden
Met gefrori8t voorhoofd viel zij hem in de rede
met de woorden //Als ge zoo denkt des te beter
•voor u en ook voor mij."
^Neen Dat enkele woord, dat ge gisteren
hebt uitgesproken, heeft in mijne gevoelens een
ommekeer bewerkt. Best mogeiijk, dat ik u
teruggevonden had schooner dan ooit, zonder dat
de liefde in mijn hart weer ontbrand ware, en
al ware mijn hart ook in liefde voor u ontstoken,
dan had ik daarvaa toch nooit iets laten blijken.
Vergeef het mij, ik wil openhartig zijn om uw
achting waardig te wezen. Doc'q de bekentenis,
Jat ge mijn liefde nooit geheel hebt vergeten
Hij sloeg zijn arm om hare schouders en drukte
hear aan zijue borstdoch zij maakte zich los
uit zijne omhelzing, steeds geslingerd tusschen
liefde en koele berekening.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
PHILIPPINE zullen op Zaterdag den IO«»
Juni 1905, des namiddags te 2 ure, lokale
tijd, ten Raadhuize bij enkele inschrijving
{Faming /8570.)
De aan wij zing zal geschieden op den dag der
besteding, des voormiddags 10 ure, 1.1., waartoe
saam te komen op de haven.
Bestek met teekening ligt ter lezing ten
gemeentehuize, op de kantooruren en is ad
f 1,verkrijgbaar by den bouwkundige
L. de Bruijne te Ter Neuzen, bij wien in-
middels ook inlichtingen zijn te bekomen.
Philippine, 27 Mei 1905.
J. DE MULDER, L«. Burgemeester.
F. STUBBE, Waarnemend Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van OV ER-
SLAG, zullen op Donderdag 15 Juni
1905, des namiddags 2 uren,
Bestek en teekening liggen op de Gemeente-
secretarie ter inzage en zijn verkrijgbaar ad
j ltbij den Gemeentesecretaris.
Nadere inlichtingen te bekomen bij den heer
J. Wisse, Bouwkundige te Zaamslag.
Aanwijs op denzelfden dag des voormiddags
9 uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. MATTELE, Burgemeester.
A. DE BL1ECK, Secretaris.
Als ik me zoo ver heb laten meeslepen
ffZoo ver en nog verder," zeide hij, haar diep
in de oogen ziende. //Wat heeft trotschheid te
beduiden, als ons hart spreekt Ik wil niet trotsch
zijnIk verootmoedig mij voor u, Elfride, meer
dan ik aaders ooit voor iemand doen zon. O,
als je eens wist, wat mij vandaag wedervaren is
Ik beef er nog van. Ik heb mijne handen bevlekt
om dien schurk, dien mijn oom boven mij voor-
trok, om den schurk, dien mij bestal. Vervuld
met de hoop op toekomstig geluk ding ik weder
naar uwe hand. Het goad, dat ik verachten
moet omdat ge d&arvoor u zelven hebt opgeofferd,
het goud van dien Karstenbrock
Zij sloot hem den mond met hare hand.
-Zwiig toch 1 Spreek daar niet over. Neen,
dat niet
Hij nam hare hand van zijn mond weg, en
sloot haar in zijne armen.
uWij moeten openhartig spreken, voordat wij
door den zoeten band vereenigd worden, miju
innig geliefdeDat vermogen moet je na nog
wel behouden, want ik kan je geen ander er voor
in de plaats aanbieden behoud het das en geniet
er van, het is je eigeudom geworden. Ik raak
het echter niet aan. Ik ben een kind van den
arbeid geworden, en ik wil het blijven naast
je en met je. Mijn hart behoort aan jou toe,
de zorg voor mijn levensonderboud blijft aan mij
toebehooren. Zoo kunnen wij in eere met elkander
leven. En dit leven is het, wat ik je tbans
aanbied."
Hij knste haar hartstochtelijk maar welke aan
gename aandoeningen dit bij haar mocht opwek
ken, toch verzwakte het pijnlijk bewustziju van
haar toestand geen oogeublik.
De oorlog tusschen Rusland
en Japan.
z,Zeg mij toch, dat je mij voor eeuwig wilt
toebehooren," flnisterde hij #dan wil ik je zeggen,
dat
Een windvlaag, die de raiten bijna indrukte,
deed beiden verschrikt opzien.
De woorden van Wilfred Jordan wekten in het
hart der jonge vrouw voor een oogenblik een
edeler gevoel dan ze gewoonlijk koesterde en deden
haar met schaamte de oogen sluiten.
Zij maakte zich los uit zijne armen.
*Ge vergist u, Wilfred."
vNeen, in u vergis ik mij niet meer", ant-
woordde hij met warmte.
#Niet in mijn goeden wil", zeide zij aarzelend,
z/maar in mijne geldmiddelen. Daarover mogen
wij geen verkeerden dank hebben," vervolgde zij
en het ging vlotter naarmate zij meer in haar
gewonen gedachtenkring terugkwam. //Het is niet
mogeiijk. Ge zijt openhartig jegens mij geweest,
nu zal ik het ook jegens u zijn."
in zijne verliefdheid klonk hare stem hem als
muziek in de ooren, en bemerktv jij niet, hoe
alleen de ijzeren noodzakelijkheid en haar bereke-
nende geest haar tot spreken drongen.
fLuister dan," vervolgde zij, zich terngtrekkende.
,/Ge meent, dat ik rijk ben, maar dat is er
verre af! Ik ben volstreH niet rgk."
fNiet Werkelijk niet vroeg hij verwonderd
terwijl zijn gelaat van vreugde straalde.
Yerbitterd haalde zij de schouders op.
//Karstenbrock heeft mij bedrogen, hij teerde
op zijn kapitaal. Voordat hij mij trouwde, was
hij een verkwister en speler geweest. En om
mijne wenschen te bevredigen misleidde hij mij."
Zij lachte valsch. //Een met gro«te hjpotheek
bezwaarde villa, een paar armzalige brillanteu en
i/En viel je geen last van de schouders, toen
je dit vernaoa vroeg hij, terwijl hij hare gloeiende
wangen streelde.
,/Mij viel niets van de schouders, aatwoordde
zij zonder eenige terughouding. Eerder werd mij
een last opgelegd, namelijk de zorg voor mijn
bestaan. Daar komt iemandwaarschuwde
zij opeens en zij liep snel naar een leuningstoel,
waarin zij plaats nam, terwijl zij Jordan met een
gebiedenden blik beduidde, te blijven waar hij
was. //Verraad ons door geen enkel woord of
gebaarHoud u bezig met de beschouwiog van
die teekening. Verwenscht, dat wij nu gestoord
worden
Werktuigelijk gehoorzsmmd, nam Wilfred Jordan
een h%lf voltooid winterlandschap van de tafel en
liet er den blik op rusten.
De portieres werden opengeslagen.
Mevrouw Von Karstenbrock veranderde in niets
haar haifliggende houding. Zij scheen in spanning
het oordeel af te wachten van Jordan, die ds
teekening in de hand hield zonder er echter iets
vau te zien.
1 (Wordt vervolgd.)
TER SEllZESSCHE (01 RUT.
Hit
MattBdag.. Woensdan- en VriJdag»vond. Bltge_ioa^rdj^ee^gen, bij de Flrma I». J. VAM OK IAXDK te Tev *e«*en.
De Burgemeester van TER NEUZEN
brengt onder de aandacht van de jongelieden van lb
tot "24jarigen leeftijd in deze gemeente, die in den aan-
staanden winter wenschea deel te nemen aan net voor-
bereidend militair onderricht, dat zij zich daartoe vOer
1 Juli a. s. moeten aanmelden ter gemeente-secretarie,
alwaar nadere inlichtingen zijn te bekomen.
Ter Neuzen, 5 Juni 1905.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
Burgemeester en Wetkouders van TER NEUZEN
gezien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad no. 222
van 1896) maken bekend
dat od heden ter gemeente-secretarie ter visie is ge-
leed een verzoek van JACOB PIETER VAN UXEM,
kuiper, woner.de te Vlissingen, om vergunmng tot het
oprichten eener kuiperij, in een door hem te stichten
■ebouw, op een gedeelte van het perceel, Tholensstraat
52, kadastraal sectie C 2412
en dat op Maandag, 19 Juni 1905, des namiddags van
3 tot 4 uren, ten raadhuize dezer gemeente, gelegenheid
zai worden gegeven om tegen het maken dier inrichting
bezwaren in te brengen en deze mondeling of sehrifeiijk
toe te lichten.
Ter Neuzen, 5 Juni 1905.
Burgemeester en YVethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester en YVethouders der gemeente TER
NEUZEN maken bekend, dat op heden is aangepUkt
en gedurende verrtim dagen, van den 5 Juni tot en met
den 19 Juni aanstaande, ter gemeente-secretarie voor
-een ieder ter inzage is gelegd de /wrr'^ai.ist.bevattende
de namen der inwoners, die voor het verleenenj an
inhoartiering en ondeihoud aan krygsvolk in aanmerking
komen, met aanduiding van de mate waarin ieder hunner
naar eelang van de beschikbare ruimte zyner womng,
en van de gebouwen en getimmerten voor stalling
bruikbaar, geacht wordt daarin te kunnen voorzien.
Inlichtingen omtrent het indienen van bezwaren tegen
de lijst zijn ter gemeente-secretarie te bekomen.
Ter Neuzen, 5 Juni 1905.
Burgemeester en YVethouders voornoemd,
J A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
Men zegt dat de Czaar zoo vast besloten is den oorlog
thet koste wat het wil door te zetten, dat men in
zijn onmiddeliijke emgeving het woord vrede" zelfs
niet durft noemen. En toch is het Rnssische volk
eindelijk dit eerloos strijden raoe. Het is diep treurig
om te zien hoe de Czaar en de grootvorsten, om eigen
prestige te redden nu lichtzinnig en totaal nutteloos
auizenden menschenlevens nogmaals willen opofferen.
De oorlog is niet meer te winnen zelfs 6en enkel
succes is den Russen niet gegund geweest en zal hun
nu stellig niet gegund worden. Men spreekt er nu van
een nationale vergadering bijeen te roeper, die op vrede
zal aandringen, dan heeft de keizerlijke familie er ten-
minste niet om gevraagd en is hun eer gered.
De nog gebeel onverklaarbare wijze waarop sommige
schepen in den jongsten zeeslag zieh zonaer slag of
stoot hebben overgegeven en om zoo te zeggen begonnen
zijn met het hijschen van de witte vlag, is waarschijnlijk
het gevolg geweest van muiterij onder de manschappen.
Geen wonder trouwensde bemanning schijnt uit de
bevolking der gevangenissen gerecruteerd te zijn geweest.
Het terugroepen van admiraal Birilef, die op reis is
naar Wladiwostok om Rodjestwenski te vervangen wordt
tegengesproken. Birilef zal belast worden met de organi-
satie van de verdediging van YVladiwostok.
Daar de neodzakelijkheid om de verliezen van de
Japansche vloot geheim te houden, nu niet meer bestaat,
heeft de Japansche admiraliteit gepubliceerd dat het
slagschip fJasjima" 15 Mei 1904 voir Porth Arthur op
een mijn is geloopen en gezonken vergaan zijn verder
twee torpedojagers, twee kanonneerbooten en een kruiser.
De »N. Rott. Ct." verneemt van particuliere zijde het
volgende
„In Rusland heeft, volgens de telegrammen in de
Engelsehe bladen, de verpletterende nederlaag van de
Oostzeevloot, eindelijk daar bekend geworden,eenbuiten-
gewoon diepen indruk gemaakt. De geheele pers, zelfs
het »Nowoje YVremja", dringt er op aan, onmiddellijk
het volksparlement bijeen te roepen, teneinde de vraae
van oorlog of vrede te helpen opiossen. De »Soeworin"
betoogt, dat de medewerking van het volk na. gebiedend
noodig is.
De Petersburgsche correspondent van de ^Standard"
seint, dat de Russische regeering nu wel bereid schijnt
vrede te sluiten, maar Tliefst rechtstreeks met Japan
wil onderhandelen. De vreemde diplomaten in Peters
burg zijn echter van meening, dat de vrede onmogelijk
is, zoolang Rssland niet zijn nederlaag erkent. Een
iuvloedrijk Minister deelde den correspondent mede,
dat de kans op een revolutie bij het sluiten van den
vrede de raadslieden van den Czaar meer afschrikt dan
de ergste vredesvoorwaarden van Japan. Zij zoeken
nn den oorlog voort te zetten, teneinde een uitbarsting
binnenslands zoo lang mogeiijk uit te stellen.
Linevitsj moet aan den Czaar geseind hebben, dat de
overwinnir.g van Togo den stand van zaken in Mant-
sjoerije ten zeersta verergerd heeft, vooral het gebrek
aan tucht in het leger. Hij heeft twaalf officieren moeten
laten doodschieten, omdat zij onder de soldaten op-
roerige geschriften uitdeelden.
Een Engelsehe journalist te Kopenhagen heeft daar
in hofkringen vernomen, dat, volgens berichten uit
Petersburg, de Czaar hardnekkig alle voorstellen om
vrede te sluiten verwerpt. Voor net leger een slagge-
wonnen heeft zegt hij is er geen einde aan den oorlog
te zien. En in geen geval zou ook bij benadering
willen treden in de tot dusver bekend geworden Japansche
eischen. Dat standpunt nam de Czaar ook op de bii-
eenkomst vac gister in, toen YVitte voor deR vrede
pleitte. De Czaar verheelde daarbij zijn ontstemming
niet aver de aansporing om vrede sluiten in de Eransche
pers. Zoo 't schijnt zullen er weer aanzienlijke ver-
sterknigen naar Mantsjoerije gezonden worden.
Een Russiseh officier vau de Borodino beschrijft zija
wedervaren als volgt
In het begin van den slag kwam admiraal Rodjes
twenski aan boord van de Borodino en leidde, van de
brug af, het geveeht. Om drie uur opende de Skisjima
met de Foedzji samen het vuur op oas met alle kanonnes
en bijna dadelijk daarna raakte een projectiel de barbette
en de schok maakte elk onzer daarbinnen bewusteloos.
De barbette was gevuld met rook, en ik zocht een heen-
komen, maar op het dek daalde een regen van projec-
tielen neer. Dozijnen mannen lagen overal dood en
gewond neer. Toen de rook weg was getrokken, ging
ik met de mannen de barbette weer binnen, maar ik
had net tijd gehad om twee schoten te lossen, toen twee
projectielen, een van elk van onze beide tegenstanders,
ons tegelijkertijd troffen en de twee twaalfduimskanos-
nen oubruikbaar maakten, de barbette vernielden en
achttien officieren en manschappen doodden. Ik kroop
op alle vier naar het dek en vond mijn weg naar een
van de zes-duims-kanonnen, dat omringd was door
dooden en gewonden. Hier bleef ik een uur, in welken
tijd de Borodino een slachtbank werd. De kajuiten
lagen vol gewonden. Bijna alle bijschtoestellen voor
de ammunitie waren vernield, zoodat de granaten van
hand tot hand moesten gaan.
Een granaat trof de schroef aan bakboord en een
volgende maakte het stuurrad oaklaar. Onze seinmast
werd weggeschoten en op dat oogenblik vertelde een
kwartiermeester mij, temidden van de paniek aan boord,
dat de admiraal gewond was en met een torpedojager
naar een ander schip werd gebracht. Ik zag den torpeSo-
jager vertrekken, en terwijl hij van boord stak daalde
een hagel van kleine projectielen om hem neer, gelukkig
zonder hem te raken. Het was nu vier uur en de
Borodino zonk aan de voorsteven, want zij was ver-
scheidene malen in den romp getroffen en er was geen
hoop, om haar te behouden. De Japansche schepen,
die er in gesiaagd waren onze formatie te breken, fe wamea
dichter opzetten en richtten elk beschikbaar kanon
op ons.
Onze gevechtsmarsen waren vooral een mikpnnt, en
niet een van de mannen die daarin geposteerd waren,
had er blijkbaar het leven afgebracht. Ik bood mij
vrijwillig aan om met een paar mannen naar boven te
gaan en wat ik daar, zelfs te midden van een verschrik-
kelijken slag, zag, was zoo verschrikkelijk dat ik er
door vervolgd ben en sedert dien niet heb kunnen
slapen. De mannen in de marsen waren letterlijk in
stukken gehakt door het nauwkeurige vuur van de
Japanners en de machinekanonnen waren hopeloos
vernield.
Er brak nu op verschillend e plaatsen brand aan
boord uit en dat vermeerderde de verschrikkingen op
het vreeselijk geteisterde schip. De alarmklok wera
geluid, maar er waren zoovele dooden en gewonden
en de neervallende projectielen maakten het zoo moeie-
lijk om iets uit te richten dat er geen kans was om
de vlammen te dooven. Wij besloten dan uit de linie
te gaan, vechtende tot het laatst. Wij zwenkten in
westelijke richting, daar ons stuurtoestel middelerwijl
hersteld was, maar ten minste acht Japansche schepen
omsingelden ons en bombardeerden ons van alle kanten.
Onze kanonnen vooruit waren nutteloos, maar wij
deden goed werk met onze achterste stukken van twaalf
duim en met kanonnen van zes duim die nog bruikbaar
waren, ofschoon de bediening tot de helft geslonken
was. De Borodino zonk dieper en dieper, een prachtige
schijf voor de overmacht van den vijand, maar vochten
wanhopig, ofschoon zonder hoop.
Tegen den avond, na een Iangen middag van de
verschrikkelijkste uitputting, gedurende welken tijd
wij niets te eten of te drinken hadden gehad en na-
dat wij ten voile 400 man aan dooden en gewonden
hadden verloren, zagen wij twee Japansche torpedo
jagers op ons afkomen. Een ervan brachten wij tot
zinken met een goedgericht schot uit een zesduims
een paar duizend thaler, dat was de geneele
nalatenschap."