A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
Zeeuwsch-Vlaanderen.
VOOr
No. 4687.
Dinsdag 16 Mei 1965.
45<
INSPECTIE vail VERLOFGANGERS.
Binnenland.
Jaararang;.
Onveiligheid Vaarwater.
N A T10 NA L E Ml LI TIE."
FEUILLETON.
HET TESTAMENT.
n n
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der mtgave
SEI1ZESSCHE (OIRAYT.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per postVoor
Nederlaud 1/10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,324.
Men abouneert zicb bij alle Boekhandelaars, Post.directeuren en Brieven-
bushouders.
ADVEKTENTllN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,16.
Bij directe opgaaf vau driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pr^js
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit blad Haaudas-, W..en»daS- en VrijO«K«vom!, ■»tge«ondwd op PeertJagen, l>8J de Finns V. J. VAM BB te Ter Menken.
L)e Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter
kenni* van zeevarenden dat sclitetuefeningen zullen
worden gebouden in den loop der maand Ausustns
in de stelling van den Helder, uit verschillende
Tuurmonden, opgesteld op de verdedigingswerken aldaar.
Verdere inlicbtingen omtrent deze scliietoefeningen
kunnen door belanghebbenden worden verkregen ter
Secretairie der gemeente op de uren waarop deze is
geopend.
Ter Neuzen, 15 Mei 1905.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
Burgemeester en Wetbouders van de Gemeente TER
NEUZEN roepen bij deze op al de in deze gemeente zich
bemndende verlofgangers der mi/ilie te land, met uitzondering
van de hieronder genoemden, om op Vrijitas?
jnni lfMVS, des voormiddags te 10 uren, Amster-
damsehen tijd, voor het gemeentehuis te Ter Neuzen
tegenwoordig te zijn ten einde overeenliomstig art. 125
der Militiewet 1901 door den Militie-commissaris te
worden onderzocht;
maken bekend dat aan de inspectie nut wordt deei-
genomen door hen die:
le. dit jaar om andere redenen dan voor stral onder
de wapens zijn geweest;]
2e. dit jaar voor herhalingsoefeningen moeten op-
komen
3e. van den werkelijken dienst ontheven of in bet
genot zijn van uitstel van eerste oefening
te. van de lichting van 1897 in dit jaar naar de
Landweer overgaan
5e. een verbintenis hebben aangegaan als adspirant-
militie-officier of bij de spoorwegafdeeling van
de genietroepen1
Be. met tijielijk verlof gezonden zijn zonder zak-
boekje en dus niet in de registers van verlofgan
gers zijn ingeschreven
en herinneren hen aan de volgende bepalingen der
Militiewet
le. de verlofganger meldt zich binnen dertig dagen
na den dag, waarop hem de verlofpas is nitgereikt,
bij den Burgemeester zijner woonplaats aan, ten
einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene
(Art. 120)
2e. de verlofganger, die zich in eene andere gemeente
gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan den Burge
meester zijner woonplaats. Binnen dertig dagen
na den dag, waarop hij komt in de gemeente,
waarin hij "zich vestigt, meldt hij zich aan bij
den burgemeester dier gemeente, ten einde deze
zijr. verlofpas voor gezien teekene (Art. 121);
3e. de verlofganger mag zicb, zonder toestemming
van den Minister van Oorlog, niet langer dan
gedurendedrieacluereeiivolgeiitle maao-
°den buiten 's lands begeven (Art. 123);
4e. de verlofganger, die de artt. 120, 121 of 123 niet
naleeft, wordt in werkelijken dienst geroepen en
daarin gedurende ten hoogste twee maanden
gehouden.
De duur van dezen dienst wordt bepaald door
den Minister van Oorlog (Art 124);
5e. de verlofganger, die bij openbare kennisgeving
is opgeroepen om door den Militie-commissaris te
worden onderzocht, verschijut bij bet onderzoek
in uniform gekleed en voorzien van de kleeding-
en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met
verlof medegegeven, van zakboekje en van zijn
verlofpas (Artt, 125, 126 en 127);
Het meisje, dat tot dusver met neergeslagen
oogen had gestaau, bloosde plotseliug tot in den
hals.
//Naar men zegt, wil zij weer gaan trouwen",
zeide zij snel.
„h zij dan weduwe?" vroeg Jordan, zonder
veel belangstelling te toonen.
#Sedert anderhalf jaar. Weet je we], Martha,
als men dien man bij zijn leven gezien heeft, dan
kan men het haar niet kwalijk nemen, dat zijn nog
eeDS aar. iets beters denkt. Dat is natuurlijk
kind? De oude Karstenbrook zat in zijn rijtuig
als een bundel lappen. Zijn gezickt was zoo geel
als een citroen. Afschuwelijk En zei er naast
als een roos. Dat is loch zoo, niet waar, kind
wJa raoeder, als een rocs", zei Martha zicht
/7Van die dame kunt ge ruime betaling ver-
langen," vervolgde de moeder. gDie heeft geld
en geeft het ook nit. Mijn aaustaande schoon-
ZOon #*el, wat is dat, wat is er dan om te
pluizen aan je sehort of om tranen in de oogen
te krrjgen 1" riep de zwaarlijvige vrouw misnoegd
Be. de verlofganger is aan de militaire rechtsplegiug
en tucht onderworpen, onder anderen gedurende
den tijd, welken het onderzoek voor den Militie-
commissaris duurt en in het algemeen, wanneer
hij in uniform gekleed is (Art. 117);
7e. behoudens het bepaalde bij art. 117, kan een arrest
van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij
gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van
bewaring door den Militie-commissaris worden
opgelegd aan den verlofganger
a. die zonder geldige reden niet bij bet onder
zoek verschijut;
b. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
reden niet voorzien is van de bij art. 127 ver-
melde voorwerpen
c. wiens kleeding- en uitrustingstukken bij bet
onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
d. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een an-
der behoorende, als de zijne vertoont (Art. 128)
8e. onverminderd de straf, in art. 128 vermeld, is de
verlofganger verplicht, op den daartoe door den
Militie-commissaris te bepalen tijd en plaats, en
op de in art. 127 voorgeschreven wijze, voor hem
te verschijnen om te worden onderzocht (Art. 130)
9e. de verlofganger die zich bij herhaling schuidig
maakt aan het feit, sub 4e van art. 128, bedoeld,
of niet overeenkomstig art. 130 voor de Militie-
commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde
in het geval verkeert sub 2e en 3e van art. 128
vermeld, wordt in werkelijken dienst geroepen
en daarin gedurende ten hoogste drie maanden
gehouden.
De duur van dezen dienst wordt door den
Minister van Oorlog bepaald (Art. 131).
Ter Neuzen, 13 Mei 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
W. S. J. DIELEMAN, Secretaris.
He directeur-geueraal der posterijen en tele-
grsfie noodigt een ieder uit om bij kortere
of langere afwezigheid uit zijn woonplaats, voor
zooveel mogelijk, maatregelen te nemen om voor
hem bestemde per post te verzenden brieven,
nieuwsbladen, drukwerken enz. rechtstreeks aan
zijn tijdelijke verblijfplaats te doen adresseeren,
ten einde het werk der nazendingen op de kan-
toren der posterijen, inzonderheid gedurende het
reisseizoen, zooveel mogelijk te beperkeu en daar-
door de overkomst der stukken te bespoedigen.
Het Hoofdbestunr der Schippers-vereeniging
Schuttevaer heeft o. m. het volgende adres ver-
zonden aan den Minister van Waterstaat, met
het herhaalde verzoek, om maatregelen te willen
beramen, welke aau de door lossende zeebooten
veroorzaakte ernstige vaarwegbelemmeriug in het
Mallegat bij Dordrecht een einde kunnen maken
of althans verbetering daarin kunnen brengen.
Door den inspecteur van het loodswezen te
Vlissingen werd bericht, dat het bijleggen van
een zwarte ton in het Schaar van Waarde niet
op zijn weg ligt. He betonning der zinkstukken
van den Zimmerman behoort door den uitvoerder
dier werken te worden ondernomen.
Van den ingenienr van den waterstaat in bet
4de rivierarrondissement werd de mededeeling
en teveDS verbaasd. ,/Denk je dan, dat mijuheer
Jordan al niet reeds lang lont geroken heeft
Het is de zoon van onzen buurmau, den bloern-
kweeker, mijnheerEn dan ben je nu bijna
achttien jaar oud geworden om niet aan trouwen
te denkeu Wei, zeg zelf eens, mijnheer Joidtu,
is dat niet om verdrietig van te worden
i/O, neen, juffrouw Schnitzer", anlwoordde Wil
fred Jordan met zichtbaar ongeduld. //Dat is
vrouwelijke schaamte, die niet bekennen wil, hoe
gelukkig zij is. Ik feliciteer n, juffrouw Martha.
En nu zal ik mij gereed maken om naar mevrouw
Von Karstenbrook te gaan. Ik dank u nogmaals
voor het uitstel, juffrouw Schnitzer."
//Niet te dauken Niet te danken Ge zult
mij we] betalen. zoodra ge kunt. Gelukkig korneu
er niet elke maand kleermakersrekeuiugen. Nu,
goeden dag, mijuheer Jordan
Hij opende vlug de dear en trok die haastig
achter zich toe. In het portaaltje beneden aau
de trap bleef hij een oogenblik staan om adem
te scheppeu. Hij streek de hand langs zijn heet
voorhoofd, als wilde hij een drukkenden last van
zich afschuiven en ging vlng de trap op naar zijn
bescheiden achterkamer. Hat armoedig gemeubi-
leerde vertrek zag er al even vreugdeloos uit als
het leven van Wilfred Jordan zelf.
Vroeger! Vroeger!
ontvaDgfcu, dat 20 meerpalen aan den westelijkeu
oever van het benedeudeel der Dordsche Kil
znllen worden geplaatst. Het hoofdbestuur voldeed
aan het verzoek van den ingenieur, om de meest
gewenschte plaats voor die palen te willen mede-
deelen.
TER NEUZEN, 15 Mei 1905.
Bij Koninklijk besluit van 5 Mei 1905, no. 39
is het beroep van Burgemeester en Wethouders
van Ter Neuzen van het besluit van Gedeputeerde
Staten van Zeeland van 28 December 1904,
no. 241 waarbij aan A. J. Oh. Maandag te
Ter Neuzen vergnnning is verleend tot den
verkoop van sterken drank in het klein alleen
aan logeergasten en uitsluitend voor gebruik
ter plaatse van verkoop, ongegrond verklaard.
Door Burg, en Weth. is op verzoek eervol
ontslag verleend aan den heer S. van llees, als
opperbrandmeester bij de geineente-brandweer.
Bij Kon. besluit is benoemd tot adjunct-
ingenieur bij den Raad van Toezicht op de spoor-
wegdiensten de heer J. A. de Lint, thans tijd.
adjunct-ingenieur bij de verbeteringswerkeu aan
het kanaal Gent-Ter Neuzen alhier.
Ten postkantore alhier zijn verkrijgbaar
exemplaren van dezomerdienstregeling1 Mei
15 October.
Zaterdagavond werd alhier in het //Hotel des
Pap-Bas" eene openbare vergadering gehouden
vanwege de centrale antirevolutionaire kiesvereeni-
ging in het district Ooslburg, waarin als spreker
optrad de heer Talma, lid der Tweede Kamer,
met het onderwerp De Politieke toestand.
De vergadering, die druk bezocht was, werd
door den Voorzitter, den heer Koelmans met gebed
en een inleidend woord geopend, waarna de heer
Talma zijne rede aanving, met te constateeren
dat gedurende het parlementaire tijdvak de strijd
der partijen bij geen enkele verkiezing zoo vroeg
is begonnen en dat ook de verschillende partij-
groepeeringen nooit zoo scherp omlijud waren
dan thans.
Vroeger had men alleen een strijd van conservatief
tegen liberaal, van behoudingsgezinden tegen
vooruitstrevenden, doch dat waren eigenlijk niets
zeggeDde leuzen en eerst door den eersten an'.i-
revolutionairen leider Groen van Prinsterer is een
andere leus in den strijd aangeheven. Deze
wenschte te weten in welke richting men vooruit
wilde en deze kon niet instemmen met de be-
ginselen der uit de revolulie voortgekomen partijeu,
die geen rekening hielden met Gods geopen-
baarden wil.
Spreker is er ten zeerste van overtuigd dat er
maatschappelijke en economische misstanden zijn,
maar de vraag iskunnen die alle worden op-
gelost Hij acht het onmogelijk om zooals
Hij sloeg zich tegen het voorhoofd, als wilde
hij zijn geheugeu op de vlucht jageu.
Maar herinneringen zijn niet zelden met weer-
haken bezet, die een bloedende wonde achterlaten
als men ze met geweld nitrukt. En na de onder-
vonden vernederinig van zooeven bloedde de wond
in Jordan's borst hevig.
z/Ik bezit wel kracht om te werken, maar niet
geuoeg nederigheid om te lijden" mompelde hij,
terwijl hij met bevende hand zijne kleeding voor
den spiegel in orde bracht. //Ik kan wel ont-
beren, maar Diet vragen. Al moet ik er honger
en konde om lijden, ze zullen beneden hun geld
hebben".
Boven zijne linnenkast hiBgen de portretten van
zijn overleden ouders. Daarop bleven zijn vochtige
oogen rusten.
z/Ik heb u weinig vreugde verschaft", mompelde
hij somber. ^Ik verdien de hel, waarin ik nu
gedwongen ben te leven. Kon ik nog eens van
voren af aan beginnen op het tijdstip, toen ik
ophield uw trots te zijn, dan zoa het heel anders
met mij gaan."
Hij wierp zijn mantel om, drukte den hoed op
zijn donkere lokken en verliet de kamer.
Buiten epeelde de Novemberwind met enkele
sneenwvlokken, die door de heldere locht dwar-
relden en in de straleu der ondergaande zon flik
de socialisten en ook de Sibsraleu dat will, a
alles in orde te brengen door middel van wetten.
Want al wordt alles op papier nauwkeurig om-
schreven, het is al gebleken dat een wet, die
niet aan het volksleven, of de omstandigheden
aansluit, niet is uit te voeren.
Spreker is van meening dat de overheid die
alleen noodig is door de zonde alleen mag
ingrijpen waar de rechtvaardigheid dat eischt,
want dat is alleen hare taak bescherming van
het recht. Daarom is het noodig dat de staat
zich het lot aantrekt van de ecoDomische zwakken,
die zich zelf niet voldoende kunnen verdedigen.
Onmogelijk is het echter dat, zooals de socia
listen wenschen, de Staat alle bezit en alle
bedrijven tot zich zou trekken, dan zou de Staat
iets doen waartoe hij niet geroepen is.
Ook mag de Staat niet ingrijpen in het huiselijk
leven, in het recht van de ouders, aan wie men
de opvoeding der kinderen moet overlaten, want
wanneer men b.v. door schoolvoeding en kleeding
de kindereD uitwendig helpt, door hen te lateu
voeden en kleeden door ambtenaren, doet men
hen inwendig schade, daar het inwendig leven,
de band van het gezin, wordt afgekapt. Daarom
moet, waar de huisvader werk heeft en er voor
het gezin toch te kort kouat, langs natuurlijken
weg worden getracht hulp te verleenen, door
verhooging van de arbeidskracht. Met wetten
schept men kunstmatige toestanden.
De arbeidswet verbood algeheelen nacht-
arbeid voor vrouwen. Niettegenstaande dat hebben
in de verschillende visschersplaatsen de haring-
speetsters steeds's nachts gewerkt, omdat het bedrijf
bleek daar niet buiten te kunnen. Dit geschiedde
met medeweten van den burgemeester, van den
inspecteur vau den arbeid, ja zelfs van den Minister.
De Minister Kuijper heeft aan dieu onwettigen
toestand een eind gemaakt door indiening der
speetwet, waarover hij van socialistische zij de zoo
is aangevallen.
Uit de omstandigheid dat ondanks de wet het
verbood, de nachtarbeid voor vrouwen is blijven
bestaan, blijkt wel duidelijk, dat de wet nog geen
toestanden kan veranderen.
Zoo is het ook op het gebied der belastingen.
Van vrijzinnig-democratische zijde wordt aange-
prezen om hoogere opbrengst der rijksmiddelen te
verkrijgen uit zwaarder belasten der vermogenden
maar al wordt dat bij de wet voorgeschreven,
daarom krijgt men de centen der njken nog niet.
Dit is te bemerken geweest bij de invoering der
vermogensbelasting.
Nadat die wet werd ingevoerd zijn te Brussel
en Wiesbaden kolonie's van Nederlanders ont-
staan, gevormd uit vermogeude farailie's, die zich
daar vestigden om de vermogensbelasting te onl-
duiken. Ook daarnit blijkt, dat men door de
wet niet bereiken kan wat men wil.
Het is de font van de liukerpartijen dat zij de
kerden als zilveren sterren. De straien die naar
het villakwartier leidden, waren vol wandelaars.
In de fraaiste winkels verspreidden hier en daar
de electrische gloeilampen reeds haar schitterend
licht. Rijtuigen en tramwagens rolden te midden
van het straatgewoel voort, terwijl veutende koop-
lieden met luide stem hunne waren aanprezen.
Wilfred Jordan schonk geen aandacht aan de
vroohjke gezichten, die hij ontmoette hij bemerkte
niet, dat de voorbijgangers hem aankeken om zijn
regelmatig schoon gelaat of om den ernst zijner
trekken hij liep voort, al sneller en sneller.
Met elken voetstap scheen zijn voornemen hem
meer te drukken. Zoo spoedig mogelijk wilde
hij het maar volbrengen, daar hij de uitvoering
toch niet kon achterwege laten.
Eindelijk had hij de villa gevonden, die hij
zocht. Een hoog ijzerea hek scheidde den tuin
van den publiekeu weg.
Wilfred Jordan opende de dear van 't hek,
richtte zijne schreden over het grintpad naar het
huis en schelde aan.
#Ik wordt verwacht," zei de jonkman haastig,
terwijl hij met ongeduld den onderzoekendeu blik
verdroeg, welken de bediende bij het opendoes
op hem wierp.
(Wordt vervolgd.)