A1 g e m e e a
Hieuws* ea Admtentieblad
2eeuwsch»Ylaaad$rea.
GELDLEENING.
No. 4059.
Dinsdag; 16 April 1901
41e Jaargang.
7 0 o i
f 19000 -
Engeland en de Z.-A. Republiek.
PEINCES OF GBAVIff.
Binneuland.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
F HIJILLETON
De verwondingen zijn, met uitzondering van
een, alle Jevensgevaarhjk en hebben bij sommige
slachtoffers reeds den dood tengevolge gehad.
.Mijn aanstaande echtgenoot," dacht ze.
TER IEUZESSOHE COFRAST.
Per drie maauden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
A D V EBTENTIEN:
V an 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de priia
slechts t w e e m a a 1 berekend.
Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend.
Feestdaaen, bij de Firms V. AM OK Ufpg te Te>
Burgemeester en Wethouders van AXEL
maken bekend, dat ten laste dier gemeente wordt
aangegaan eene geldleening, groot
rentende ten hoogste vier ten honderd in het jaar.
De leening wordt verdeeld in 88 aandeelen,
ieder groot /500,—te stellen op naam of
aan toonder en af te lossen te beginnen in J 902
met ten minste een aandeel.
Storting der aandeelen 1 Juni 1901.
De inschrijvingsbiljetten, vermeldende naam,
beroep en woonplaats van den inschrijver, het
aantal aandeelen waarvoor wordt ingeschreven,
de bedongen jaarlijksche rente ten honderd en
opgaaf of de obligatie op naam of aan toonder
wordt verlangd, onderteekend en in gesloten
convert, waarop ./Inschrijving Geldleening" in te
leveren bij den Burgemeester voor 15 Mei eerst-
komend.
Axel, den 15 April 1901.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. J. OGGEL.
De Secretaris,
J. A. VAN V ESS EM.
De Engelsche regeering weet niets van vredes-
onderhandelingen af, zegt de //Daily Mail",
terwijl een ander bericht meldt, dat de telegram-
men daarover door de censuur te Kaapstad worden
aangehouden. Wij, hier, weten er natuurlijk nog
minder van, maar het blijkt toch wel, dat de
Engelschen hard naar vrede verlangen. De bladen
verdiepen zich graag in voorspelliugen daarvan op
allerlei gronden. Zoo zoudeu de Boeren aan
Botha tot 10 April tijd hebben gelateuhad hij
zich dan niet overgegeven, dan zouden zij zelf
vrede gaan zoeken. Toch heeft Roberts, die in
dezen eenige ondervinding heeft, nog den 30
Maart verklaart, niet te kunnen zeggen, wanneer
de oorlog (voor de tweede maal) uit zou wezen.
Dat Engeland naar vrede begint te verlangen,
en vooral het militaire Engeland, zit in de toe-
nemende ontevredenheid in het leger, zoowel bij
de officieren als bij de manschappen. Ten deele
ontstaat die ontevredenheid uit den aard van den
oorlog die eeuwigdurende marschen naar een
vijand die nooit is te pakken, dat vechten zonder
eenige kans op krijgsroem, dat alles verdriet. Maar
er komt bij de behaudeling van de troepen. Ter
wijl de geregelde troepen, die het vak min of
meer verstaan, maar 60 cent per dag en per man
krijgen, worden nu vrijwilligers van allerlei slag
aangenomen, die nieis kennen en toch f 3 per
dag krijgen. Daarbij zijn de vrijwilligers, die zich
hebben verbonden voor zoolang de oorlog duurt
zeer ontstemd, nu de oorlog veel langer duurt
dan de officieele heeren indertijd voorspelden.
De militairen, Kitchener in de eerste plaats,
zouden dus wel vrede willeu si uitenhet burger
lijk element, Chamberlain en Milner, droomt nog
van totale vernietiging der Boeren.
De jongste gevechten leeren, dat het er nog
niets vredeachtig uitziet. Volgens een telegram
van Kitchener, hebben de Boeren bij de Wetsdorp
zware verliezen geledeu daar de opperbevelhebber
van de Engelsche verliezen niet gewaagt, zullen
deze zeker niet minder ernstig zijn. Ook nu is
er nog geen bericht van nntvangen, zoodat men
zal moeten wachten op de verliezenlijst. Die
officieele opgave Jeert altijd het meest en geeft
ook nu weer inlichtingen over een aantal ver-
zwegen gevechten.
Zoo worden er een tiental gevangenen opgenoemd,
behoorende tot het 1° en 4° South Staffordshire
regiment, welke den Boeren op 6 April bij Winburg
in handen zijn gevallen.
Methuen is 7 April uit het hospitaal ontslagen
en heeft het bevel weer aanvaard. Hij was eenige
weken geledeu van Klerksdorp naar Warrenton
gegaan en tijdens zijn ziekte is zijn kommando
onder lord Erroll van Warrenton naar Hoopstad
(in het noorden van den Vrijstaat) gemarcheerd
om het daar afgesnedeu garnizoen te ontzetten.
Die bezettiug had namelijk geen eten meer en
Erroll nam ze nu mee met de loyalisten uit de
buurt, nadat hij de versterkingen bij Hoopstad
had geslecht.
Op den terugtocht overvielen een 150tal Boeren
de kolonneer zouden 7 Boeren gesneuveld zijn,
maar ook de Engelschen kregen blijkens de ver-
iieslijst een groot aantal vermissingen en ge-
wcnden.
Den 5 April is een trein bij Smaldeel ont-
spoord, waarbij een aantal manschappen van de
9e comp. Army Service Corps, het 2e Seaforth
Hooglanders en het 1« Scots Guards gedood of
21)
Zij wilde hem geen tijd laten om haar in h&ar
schuilplaats te vinden, zij trad snel te voorschiju
en bemerkte hoe hij schrikte, toen hij haar zag.
Dat duurde slechts een oogenbliktoen had
hij zijne gewone bedaardheid terruggekregen en
vroeg
#U hier, mevrouw
Zij lachte maar het was een oprechte lach,
die haar gelaat voor een oogenblik leelijk maakte.
Ja, ik," antwoordde zij ruw, //waarom zou ik
ook niet eens voor mijn plezier hier onder de
palmen gaan droomen Mag ik u verzoeken Zij
wilde hem voorbijgaan, maar hij verhinderde het.
»Scheni mij een oogenblik gehoor, mevrouw,"
verzocht hij. vDoor toeval is u getuige geweest
van een gesprek, waar van de inhoud voorloopig
althans nog geheim moet blijven. Mag ik
hopen, dat u zoo goed zal zijn, dit geheim te
bewaren Haar trekken drukten niets dan hoog-
moed uitmet somberen blik keek zij hem aan en
antwoordde koel
//Neern eerst de verzekering aan, dat ik slechts
tegen mijn wil uw gesprek heb afgeluisterd.
Nauwelijks zag ik u, of ik stond op om u op mijn
tegeuwoordigheid opmerkzaam te maken. Van het
eerste oogenblik af droeg uw gesprek met de prinses
zulk een intiem karakter, dat ik moest vreezeu
door mijn verschijuing Hare Hoogheid in de grootste
verlegeuheid te brengen. Daarotn bleef ik in mijn
schuilplaats. Dat ik uw geheim niet zal verraden,
mocht u zonder nadere verzekering verwachten
uw verzoek was overbodig. Ik ben geen praatzieke
en voornamelijk spreek ik nooit van dingen die
mij volstekt niet aangaau."
Evenals Waldenburg, had zij fluisterend ge-
sproken, maar haar laatste woorden sprak zij af-
gebroken alsof zij bijna stikte.
Niet in staat om verder te spreken, beduidde
zij den graaf met een gebiedend gebaar, dat hij
voor haar den doorgang zou openen. Hij ge-
hoorzaamde echter niet, hij bleef haar den weg
versperren.
z/Katharina
Dat woord trof haar als een doodelijke belee-
diging.
//Is u wel opgevoed man f" stamelde zij.
z/Durft u mij dat aan te doen En
daarbij o, zij had wel in den grond wiilen
verzinken daarbij stroomden haar de trauen
langs de wangen.
z/Datzelfde oogenblik greep Waldenburg haar
handen en fluisterde
//Is het mogelijk, Katharina Is het mogelijk
Weent ge om mij
Geheel buiten zich zelve rukte zij zich los.
,/Zijt ge waanziunig?" vroeg zij ruw. //Moet
ik u dan eerst zeggen hoezeer ik u haat en ver-
acht P Is er in u geen vonkje eergevoel overge-
bleven Uit den weg zeg ik, of ik roep om hulp 1"
Ditmaal trad hij terug en zij vloog hem voorbij
als een opgejaagde ree. In de aangrenzeude kamer
ontmoette zij den prins, die buiten adem met den
gevraagden bornoe kwam aansnellen.
Hij was te zeer onaangenaam verrast door haar
gewond zijn. Verder blijkt, dat 6 April een ge-
echt bij 1'ouwfontein heeft plaats gehad, waar
het 2e Derby-regiment en de bereden infanlerie
der Northumberland-fuseliers in 't vuur zijn ge
weest.
Omtrent het gevecht bij Zeekoerivier, waarover
Kitchener seir.de, vinden we, dat de gesneuvelde
manschappen behooren tot het 5* lansiers en de
32e comp. yeomanry. Een lid der Kaapsche
militaire wielrijders is zwaar gewond, een zekere
Liebenberg, blijkbaar een Afrikaner. Er is een
lange lijst van licht gewonden en gevangenen,
behoorende tot genoemde wapens, terwijl verder
het lot van acht man van Nesbitt's Horse on-
zeker is.
Verder wordt melding gemaakt van een gevecht
bij Springfontein, in het zuiden van den Vrijstaat,
waar op 7 April een aantal manschappen van de
bereden infauterie van het 8e Warwick-regiment
vermist zijn.
Bij de bezetting van Pietersburg, in het noorden
van Transvaal, is, zoo leert de officieele opgaaf
verder, gesneuveld luitenant Crespele Walter van
de Tasmanische woudloopers en zwaar gewond
luitenant .Sale. Verder zijn eenige manschappen
van de I asmanische en van de West-Australische
woudloopers gesneuveld of gewond, op 8 April.
Eindelijk wordt gewag gemaakt van 8 Engelsche
officieren, die uit de krijgsgevangenschap te
Middelburg in Transvaal zijn aangekomen.
Het zijn 3 kapiteins en 5 luitenants, behoorende
tot 7 verschillende regimenten. Waar zij vandaan
komen en hoe laug zij gevangen hebben gezeten,
wordt niet gemeld.
ermoedelijk om het aantal gevangenen te ver-
minderen, heeft nu het Engelsche departement van
oorlog een besluit uitgevaardigd, dat elk militair,
die zich overgeeft, voortaan voor een krjjgsraad
zal gebracht worden.
W e zeiden reeds, dat vooral de militairen genoeg
krijgen van den oorlog. Ook de burgers zullen
misschien van die meening worden, als de troepen
terug beginnen te komen uit Zuid-Afrika. Zoo is
nu op weg naar huis het 4« bataljon Sherwood
Foresters van de miiitie. Verleden jaar op 11
Januari trokken ze uit, 700 man sterk. Er komen
er nu 800 heelhuids terug in het vaderland.
Het proviuciaal collegie van toezicht op het
leheer der kerkelijke goederen en fondsen in
Zeeland benoemde tot lid van het algemeen collegie
reeds hier aan te treffeu, dan dat hij veel acht
kou slaan op haar bleek verstoord gelaat.
z/Vergeving, mevrouw", stotterde hij. #Ik heb
mij gehaast zooveel ik kon. Mag ik u verzoeken P"
Hij wilde haar den bornoe om de schouders
slaau, doch zij schudde ongeduldig het hoofd.
z/Neen, neen, ik dank u," zei ze. Laten wij
naar de balzaal terugkeeren."
Isersteiu voelde zich teneergeslagen en zijn voor-
komen was daardoor alles behalve geestig. Van
ter zijde keek zij hem eens aan en daarbij speelde
een bittere glimlach om haar mond.
Slechts een spoedige verloving kon haar vrij-
waren tegen zichzelve en tegen den verrader, dien
zij haatte en verafschuwde, maar die toch de macht
bezat haar hart tot in het diepst te beroeren.
//Katharina weent ge om mij?" Nog hoordezij
die woorden en den toon, waarop ze uitgesproken
werden; dienzelfden toon, waarop hij haareenmaal
geknield zijn hartstoohtelijke liefde had bekend.
Hij had het gewaagd zdo tot haar te spreken
na het tooneel, waarvan zij getuige was geweest
en terwijl //die andere", met wie hij spoedig in
het openbaar verloofd zou zijn, in de onmiddelijke
nabijheid was.
Misschien was door haar tranen bij hem zijn
oude liefde een oogenblik opgevlamd. Misschien
zelfs, dat niet misschien was het slechts mede-
lijden met haar geweest of... misschien was
het vreugd over zijn triomf. Bij deze laatste
gedachte werd haar trots tot het uiterste ge-
prikkeld. Zij overlegde niet meer, wat zij deed
zij dacht niet meer aan de vreeselijke toekomst,
die zij nu door eigen schuld te gemoet zou gaan.
den heer C. F. Zeernan, tot secundus den heer W.
A. Graaf van Lijnden.
De anti-revolutionaire kiesvereeniging te Baar-
land, afdeeling van den auti-revolutionairen bond
r Vreest God, eert den Koning", district Hontenisse,
heeft tot voorloopig candidaat voor de Tweede
Kamer gesteld het oud-lid dier Kamer, Mr. Th.
Heemskerk.
Blijkens het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over het ontwerp tot aanvulling van artikel
26 der Drankwet waren vele leden van oordeel,
dat het door de Regeering gevolgde beleid inzake
de voorziening in den toestand, die tengevolge van
de bepaling van art. 26 dier wet met 1 Mei 1901
zal aanbreken, te wenschen laat. Dit nieuwe her-
zieningsvoorstel is weder zoo laat ingediend, dat
het welhaast onmogelijk schijnt het voor 1 Mei
1901 nog tot wet te ziep verheven.
De Regeering had haar tweede ontwerp vroeger
kunnen en moeten indieneu.
Het wetsontwerp is als zeer eenvoudig voor-
gesteld, doch inderdaad niet van zoo onschuldigen
aard. Het zal nieuw recht iuvoeren. De hoogst
belangrijke twistvraag omtrent het al dan niet
vervallen met 1 Mei 1901 der in art. 266 bedoelde
vergunningen zal hier in den vorm eener noodwet
tot oplossing worden gebracht op een wijze, die
zonderling schijnt.
Om verschillende redenen achtte men het oplossen
van die twistvraag thans niet gewenscht.
Men vreesde dat de voorgestelde oplossing terug-
werkeude kracht zou hebben en zou neerkomen
op schending en ontneming der verkregen rechten
voor de meer dan 8000 vergunnmghouders die
't hier geldt, althans achtte men 't niet raadzaam
voor 't vervallen dier vergunningen een termijn
te stellen en gaf hierom in overweging de loopende
vergunningen te laten voortbestaan totdat zij door
den dood der houders of door een der bij de wet
genoemde oorzaken, komen te vervalleu.
Mocht de Regeering hierop niet wiilen ingaan,
dan wenschte men eenvoudig den termijn in 266
genoemd, met enkele jaren te verlengen. Naar
men rneende, heeft men thans niet voldoende in
'toog gehouden hoe ongunstig ua 1 Mei 1901 de
toestand zal zijn van eigeuaars van verhuurde
localiteiten met vergunning.
Sommige andere leden wenschten zoowel artikel
7 als art. 266 in de voorgestelde wijziging te be-
trekken, zoodat zoowel stilzwijgende verlenging als
overdracht der vergunningen van art. 266 nog
gedurende enkele jaren zou kunnen plaats vinden
In onberedeneerde haast luisterde zij naar de stem
van het oogenblik.
Als ik mij niet vergis had u mij iets te zeggen,"
sprak zij tot Iserstein, terwijl zij bleef staan.
Van vreugde wist de prins bijna geen woorden
te vinden.
»Ja, mevrouw," stamelde hij, //ik had ik
wilde
//Nu zeg het mij dan dadelijk."
Zij nam plaats in een fauteuil en wenkte hem
bij haar te komen zitten. En dat deed zij zoo
koel en onverschillig, als betrof het hier de
bespreking eener droge quaestie. Doch haar wangen
gloeiden, haar lippen waren samengeperst en zij
speelde zenuwachtig met haar waaier. De kamer,
waarin zij zich bevonden, bevatte verscheidene
groepen, die gezellig stonden of zaten te praten
en verscheidene nieuwsgierige blikken werden op
haar en Iserstein gericht maar wat bekreunde
zij zich daarom Alles was haar onverschillig
- alles
De prins had intusschen tijd gehad om zich
de mooie woorden te herinneren, die hij zich had
voorgenomen bij deze gelegenheid te zeggen. Zoo
sprak hij dan van zijn innige liefde. Hij bezwoer
haar, dat zij hem moest toebehooren, hij verzekerde
dat het leven hem niets waard was, wauneer hij
haar niet mogt bezitten en dat hij besloten had
te sterveu, als zij weigerde de zijne te worden.
Onbeweeglijk als een steenen beeld, hoorde
Katharina hem aan alleen bij die laatste woorden
speelde een spottende glimlach om haar mond.
Dus was er toch een, die den dood verkoos
boven een leven zonder haar.
O, Charlotte 1 Zou jij toch gelijk hebben Jam»