Algemeen
Hieuws* en Advertentieblad
voor
2eeuwsch*VUanderen.
No. 3963.
Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Donderdag 30 Augustus 1900.
40e Jaargang.
Tot zwijgen gebracht
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Yoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts t w e e m a a 1 berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
(Tervisie-legging Kiezerslijst.)
Oproer, Samenscholing, Stoornis der
openbare orde.
Artt. 184, 185, 186 en 187 Gemeentewet.
I.
Nu de gemoederen tot rust zijn gekomen is
een blik op de bepalingen, waaraan de Burgemeester
bevoegdheid ontleent maatregelen te nemen als
wij kort geleden hier en te Rotterdam hebben gezien,
zeker niet ongepast, omdat zeer velen daarran
een minder juiste voorstelling hebben.
Die bepalingen zijn vervat in de artikels 184,
185, 186 en 187 der Gemeentewet, welke luiden
Art. 184. Ingeval van oproerige beweging,
van samenscholing of andere stoornis der
openbare orde, is de Burgemeester bevoegd
de hulp der schutterij en van het in de
gemeente aanwezige of naastbij zijnde krijgs-
volk te vorderen.
Hij geeft hiervan terstond kennis aan onzen
Commissaris in de provincie.
Art. 185. De bevelhebbers van de schut
terij en het krijgsvolk voldoen terstond aan
de vordering van den Burgemeester.
Zij wordt door hem, zooveel mogelijk,
schriftelijk gedaan.
Art. 180. In het in art. 184 bedoeld
geval is de Burgemeester bevoegd alle be-
velen, die hij ter handhaving der orde noodig
acht, te geven.
Hij laat tot maatregelen van geweld niet
overgaan dan na het doen der vereischte
waarschuwingen.
Art. 187. Is het, in zoodanigen toestand
noodig, algemeene voorschriften van politie
voor de inwoners uit te vaardigen en onver-
FJEUILLETOISl
ROBERT EUSTACE.
4)
Het was nu bijna tien uur, maar daarom toch
nog niet te laat om mij naar Leonore te begeven
en baar mede te deelen wat ik daareven pas bad
ontdekt. Ik spoedde mij naar mijn kamer, sloeg
mijn mantel om en zette mijn hoed op, en juist
kwam ik de trappen af, toen ik een huissleutel
in de deur hoorde stekeu en dokter Hertslet op
den drempel van den hoofdingang verschijuen zag.
Wei zuster," zeide hij. /,1k ben blij dat gij
hier zijt. Hebt gij den patient gezien
Ja," antwoordde ik. Ik was een poosje bij
kapitein Gifford en pakte zijn kleederen uit. Ik
geloof niet dat bij van avond nog gaarne gestoord
zou worden, en
ifZijt gij van plan uit te gaan?" vroeg hij, de
wenkbrauwen met een uitdrukking van bevreemding
optrekkend.
„Ik zou Miss Trefusis nog gaarne even spreken,"
gaf ik ten antwoord. Het is nog niet te laat
daartoe, en ik moet haar iets nieuws mede-
deelen."
Ik had mijn uiterste best gedaan om toch be-
daard te ^reken. Het leed geen twijfel of ik
wijld af te kondigen, de Burgemeester is t
toe bevoegd. Hij brengt die voorschriften
terstond ter kennis van onzen Commissaris
in de provincie en, zoo spoedig mogelijk, ter
kennis van den Raad.
Onze commissaris kan de uitvoering van
zoodanige voorschriften schorsen.
De voorschriften vervallen, zoo zij niet
door den Raad in zijne eerstvolgende ver-
gadering worden bekrachtigd, tenzij de Burge
meester ten aanzien van een raadsbesluit tot
niet-bekrachtiging oordeelt te moeten handelen
naar de voorschriften der 2e en 3e zinsnede
van art. 70.
De bevoegdheden in die artikelen gegeven
behooren tot de zoogenaamde buitengewone midde-
len, welke ter beschikking van den Burgemeester
zijn gesteld als de gewone middelen tot hand-
having der openbare orde ontoereikend zijn voor
de buitengewone omstaudigheden onder buitenge
wone omstandigheden volgens het algemeen ge-
voelen ofschoon de wet het niet zegt ook
te verstaan de bans op verstoring der openbare orde.
Aan den Burgemeester, want aan hem alleen is
alles ter beoordeeling gelaten, is door gemelde
bepalingen een uitermate groote bevoegdheid
gegeven en rust derhalve ook op hem een buiten-
gewoon groote verantwoordelijkheid, ofschoon er
wel Burgemeesters schijnen te zijn, die in die
groote bevoeg^Jieden meer een redeu zien om de
borst op te zetten en van hunne verantwoorde
lijkheid slechts een flauw besef hebben.
De ontwerper der gemeentewet paaide zich en
de volksvertegeuwoordiging zooals Prof. Oppen-
heim zegt met de hoop dat de Burgemeester
niet zoo spoedig in het geval zoude komen dat
hij met de artikelen 184 en volgende en hunne
bedoeling zich het hoofd zoude behoeven te breken
maar de ondervinding heeft geleerd dat de buiten
gewone middelen soms met buitengewone spoed
worden aangegrepen.
Alles hangt af van den Burgemeester. Is hij
een kalm, verstandig man, die zich niet spoedig
bang laat|maken, een man, die weet en begrijpt,
dat het in de eerste plaats zijn plicht is alle
mogelijke moeite te doen om door overreding
alles in het reine te breugen, dan weet men ook
dat zoo'n Burgemeester niet dan in den uitersten
nood gebruik van de hem gegeven bevoegdheid
zal maken.
Is daarentegen de Burgemeester een man met
weinig takt en wiens moed spoedig in de schoenen
zakt of wel een man met een heerschzuchtig karakter
en veel aanleg voor machts- of heerschwaanzin
(na verwaut aan hoogmoedswaanzin) dan belet
moest heel omzichtig met hem te werk gaarimaar
wat- ik ook beproeven mocht, ik zelve hoorde
mijn stem duidelijk beven. Ik was vreeselijk op-
gewonden en dit kon den adelaarsblik van den
man tegenover mij onmogelijk onfgaan. Hij staarde
mij een oogenbhk strak aan en zeide toen
»Ik kan u heden avond volstrekt niet missen,"
nooit nog had ik zijn stem zoo ijskoud hooren klinken.
z/De operatie moet morgenochtend vroegtijdig
plaats hebben, en er blijft nog voor heel wat te
zorgen over. Ook wenschte ik het geval nog
eens ernstig en breedvoerig mei u te bespreken.
Wees dus zoo goed en ga mijn spreekkamer
binnen. Over een oogenblik ben ik bij u."
A1 sprekende liep hij het voorhuis door, wierp
de deur zijner spreekkamer open en gaf mij een
gebiedeuden wenk daar bimen te treden. Ik
gehoorzaamde hem en deed de deur achter mij
dicht. Het electrische licht was ontstoken, het
vertrek zag er vroolijk en niettemiu onheilspelleud
uit en ik werd overmeesterd door het onverklaar-
baar voorgevoel van een dreigend gevaar. Doch
ik had niet veel tijd daaraan toe te gcven, want
reeds na verloop van enkele oogenblikken, tra,4.,
dokter Hertslet op zijn beurt de kamer binnem^
z/Welnu, zuster," zeide hij, /,ik ben geheel en
al tot uw beschikking. Gij wildet Miss Trefusis
spreken en gij zinspeeldet op nieuws, dat gij voor
haar zoudt hebben, wat bedoeldet gij daarmede
#lk ben tot een zeer onverwachte ontdekkiug
gekomen," gaf ik ten antwoord.
Hij keek mij doordringend aan en sprak toen
niets hem om, zoodra het hem in het hoofd
komt of de schrik hem om 't hart slaat, van de
buitengewone middelen gebruik te maken.
Zoo noodig kan hij zich steeds gemakkelijk
verantwoorden door te beweren dat naar zijne
meening de openbare orde was verstoord of dat
kans daarop bestond en dat hij verplicht is er
voor te waken, dat de kans geen werkelijkheid
wordt of wel hij kan beweren en dit is wel
het eenvoudigst omdat het tegendeel nooit te
bewijzen is had ik geene buitengewone rnaat-
relen genomen, dan zou men eens gezien hebben,
wat er zou geschied zijn, dan was er misschien
een volmaakt oproer ontstaan.
o Waarorn zooveel bevoegdheid aan den Burge
meester alleen gegeven
In de Mem. van Toelichting op het ontwerp
der gemeentewet werd te dien aanzien gezegd
z/Zal de openbare orde, waar men haar verstoort
z/of bedreigt, spoedig worden hersteld of gehand-
z/haafd, het is noodig, dat in het nemen van
z/besluiten niet gedraald en het beslotene onmid-
z/delijk nitgevoerd worde. Dit nu is te eer te
z/verwachten, wanneer de bevoegdheid tot bevelen
//en handelen aan edn persoon dan ingeval zij
z/aan een college is opgedragen."
Er ligt, het is niet te ontkennen, waarheid
in. Wanneer men echter bedenkt dat juist door
het verkeerde inzicht van een Burgemeester, juist
door ziju onbesuisd optredeu oproer zou kunnen
ontstaan, dat zelfs op een enkel bevel van dien
eenen Burgemeester, al zou ook een ander de
zaak op minnelijke wijze hebben in orde gebracht,
meuschen kunnen worden gedood, dan mag toch
wel worden gevraagd of het door den Minister
aangevoerde een voldoend argument was voor
zod groote bevoegdheid.
Zeker neenvooral als men bedenkt hoe het
met burgemeesters-benoemingen gaat en aan welke
personen dat ambt soms wordt toevertrouwd.
Ernstige verstoringen der openbare orde komen
zeer zeldeu plotseling op. Het is in den regel
reeds te voren bekend dat er iets broeit.
Daarom kon m. i. zeer goed zijn voorgeschreven
dat, zoodra de Burgemeester stoornis (1) der openbare
orde vermoedt, hij het college van Burgemeester
en Wethouders bijeeuroept, welk college dan,
al of niet voltallig, zou moeten beslissen.
Doch zoo is het nu eenmaal niet.
Toch zal, dunkt mij, ieder verstandig burge
meester steeds bedenkende, dat de hem verleende
ging ik
verloofd geraakt op
op den toon, die mij steeds zoowel ontzag als
vrees inboezemde
//Gij zijt een voortreffelijke verpleegstermaar
het is hoogst betreurenswaardig dat gij u zoo licht
door uw gevoel laat meeslepen. Opgewondenheid
is een nadeel voor een vrouw van uw vak. Hoe
ter wereld hebt gij in dit huis tot een ontdekking
kunnen komen, die uw stem zoodanig beven
doet Ik erken dat gij een goede pleegzuster
zijt, maar dat zult gij niet lang blijven, zoo gij
uw zenuwen vergunt op deze wijze de overhand
over u te hebben."
z/Laat er thans, wat ik u bidden mag, geen
sprake zijn van mij," riep ik ongeduldig uit.
z/Liever zou ik u een vraag willen doen."
,/Vraag gerust."
zJudien alles goed gaat, zijt gij immers van
plan Leonore Trefusis over een week of zes te
trouwen
z/Verliest gij nu geheel en al het verstand
zuster? Heel stellig zal ik Miss Trefusis huwen
maar waartoe zinspeelt gij op iets dat u even
goed bekend is als mij
z/Ik heb er nog iets bij te voegen,
voort. //Gij zijt met haar
een voorwaarde.
z/Dat gaat u volstrekt niet aan."
z/Toevalligerwijs heb ik er wel mede te maken,
gaf ik ten antwoord. //Gij hebt Leonore's woord
dus slechts voorwaardelijk ontvangen. Zij beloofde
enkel en alleen dat zij u huwen zou, omdat zij ge-
loofde dat de man dien zij lief had gehad dood was."
bevoegdheid is een uitzondering op de regel, zoo
mogelijk, altijd vooraf de wethouders, ja kan het
zijn, zelfs den Raad hooren.
Maar hij is er, als gezegd, niet toe verplicht
en wil hij ook later geen inlichtingen geven of
zich verantwoorden hij kan er niet toe worden
gedwongen.
Anders is het evenwel, zouals we uit art. 187
zagen, met 's Burgemeesters bevoegdheid om
algemeene voorschriften van politie uit te vaardigen.
Deze voorschriften moet hij zoo spoedig mogelijk
ter kennis van den Raad brengen.
Worden de voorschriften door den Raad in zijne
eerstvolgende vergadering niet bekrachtigd dan
vervallen zij, behoudens het recht des Burge
meesters om, volgens art. 70, het raadsbesluit
niet uit te voeren en verder te handelen als dat
artikel voorschrijft.
Het voorschrift van art. 187 heeft tot veel ge-
twist aanleiding gegeven. (1)
Onder //voorschriften van politie" hebben wij
te verstaan //voorschriften tot bewaring der open-
bare orde."
Daar nu het maken van de verordeningen welke
in het belang der openbare orde noodig zijn,
volgens art. 135, uitsluitend bij den Raad behoort,
maakt art. J 87 een inbreuk op de rechten van
den Raad.
Van daar dan ook dat de Raad de buiten-
gewoue voorschriften heeft te bekrachtigen in zijn
eerstvolgende vergadering.
Was het geen feit, men zou het niet gelooven
maar over wat moet worden verstaan onder eerst
volgende vergadering is veel geschreven en ge-
twist, er zijn daarover zelfs rechterlijke uitspraken
gevalleu. Het is hier niet de plaats daarin
dieper doortedringen. Ik vermeld het alleen om
te doen zien, dat zij, die een termijn van oproeping
van den Raad wilden, geen ongeiijk hadden.
Daarbij komt nog, dat indien de Raad de uit-
gevaardigde besluiten niet bekrachtigt de burge
meester, als gezegd, kan weigeren dat niet-be-
krachtigingsbesluit uittevoeren en zich kan beroepen
op het Koninklijk Gezag. Daar aan dit Gezag
30 dagen tijd wordt gelaten om te beslissen, kunnen
de maatregelen, waarover de Raad zijne afkeuring
uitsprak, 30 dagen blijven gelden I Tenzij de
Commissaris de uitvoering der voorschriften des
burgemeesters, mocht schorsen.
(Slot volgt.)
//O doelt gij op die oude geschiedenis zeide
dokter Hertslet, terwijl men duidelijk aan zijn
stem kon hooren dat hij zich eensklaps gerustge-
steld gevoelde. //Ik weet niet eens hoe die man
heette, maar uit Leonore's woorden maakte ik op,
dat het zooveel als een kinder-idjlle geweest was.
Onverschillig wie de aanbidder dan al geweest
mag zijn, hij is goed en wel doodmaar het
spreekt van zelf dat toen zij mij sprak over de
mogelijkheid dat de overledene weer uit het graf
zou opstaan, ik verklaarde dat ik mij in dat geval
door mijn gevoel van eer verplicht zou achten haar
op te geven."
z/En hebt ge haar nooit eens naar den naam van
dien man gevraagd
z/Neeuik stelde, eigenlijk gezegd, heel weinig
in de zaak, en wenschte er zoo min mo
gelijk op terug te komen. Er zullen geen drie
maanden over mijn huwelijk met Miss Trefusis
verloopen zijn, of zij zal volkomen vergeten hebben
dat die maa ooit voor haar bestond. Een liefde
als de mijne kan niet auders dan op gelijke wijze
beantwoord worden."
z/Dokter Hertslet," hernam ik langzaam, ,/gij
moet u voorbereiden op het ontvangen van een
zwaren slag. Leonore's voormalige bruidegom
sneuvelde niethij is in leven. Hij keerde weder
als uit de poorten des doods en bevindt zich onder
dit dak. Zijn naan is kapitein Gifford.
(Wordt vervol^d).
TEH KEIIZESSCHE 4 IM Ri\T.
nit blind verschijnt KaHnda^-, Woenailag- en Vrijdavavond, nltuezonrterrt op Feestdaaen, bij de Firms P. J. VAM DK 1AMUK te Ter Menzen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN
Gelet op art. 9 van het Koninklijk beslnit van den 4 Mei
1896 (Staatsblad no. 76);
Brengen hiermede ter openbare kennis, dat de door hen
definitief opgemaakte lijst van kiesgerechtigden in die gemeente
voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Ter Neuzen
gedurende acht dagen, te rekenen van af den 1" September
a. s.. op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter
inzage is nedergelegd.
Bezwaren tegen die lijst, hetzij die den kiager, hetzij die
andere personen betreffen, kunnen gedurende acht dagen, te
rekenen van 1 September a. s., bij den Gemeenteraad worden
ingebracht.
Ter Neuzen, den 29 Augustus 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J? A. P. GEILL, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
DOOR
(1) D. w. z. ernstige stoornis, omdat men niet mag aan-
nemen dat het in het brein van een normaal mensch zal
opkomen om, zoodra er een kladje aan de lucht is, terstond
de buitengewone middelen te bezigen.
(1) De vraag of de burgemeester straf kan bedreigen bij
niet-nakoming zijner buitengewone voorschriften is van geen
belang meer, nu art. 443 van het Wetboek van Strafrecht
uitdrukkelijk eene straf van hoogstens 6 dagen hechtenis of
hoogstens 25 gulden boete voorschrijft.
I