Algemeeo
Mieaws- ©a Advsrtentieblad
voor
Zeeawsch-Ylaandere
No. 3929.
40e Jaargang.
B1S1HDHAS1K0.
Engeland en de Z.-A. Republiek.
Dinsdag 12 Juni 1900.
Voorbereidend Militair Onderricht.
Moord te Koewacht.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
NEIIZENSCHE COMMIT
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Yoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32J.
Men abouneert zich bij alle Boekhaudelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
fa I«l vevachijnlem Vrydagavunil, uitgeionderd op Feestdagen, bij den lt|jt-ver p. J. V ASi OE SANUK le Ter
Neuzen.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt onder de
aandacht van de jongelieden van 1(S tot 34jarigen leeftijd
in deze gemeente, die in den aanstaanden winter wenschen
dee] te nemen aan het voorbereidend militair onderricht, dat
zij zich daartoe voor Jul! a. s. moeten aanmelden
ter gemeentesecretarie, alwaar nadere inlichtingen zijn te
bekomen.
Ter Neuzen, den 9 Jnni ]900.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GE1LL.
Er is weinig nieuws van het oorlogsterreiu en
wij moeten het stellen met eenige nadere bizonder-
heden over het nemen van Pretoria. De stad
blijkt toch nog beschoten te zijn en wel om de
Boeren-kommandos uit het westen der stad te
verdrijven. Daarvoor schoten, volgens Lallan,
40 kanonnen een heelen dag. Alleen eenige
stallen werden beschadigd.
De Boeren trokken zeer ordelijk terug en namen
hun geschut mede. Dit gebeurde Maandag-middag
om 4 uur. De ontruiming was te middernacht
volbracht. De Boeren hadden toen ook de loco-
motieven en al het rollend materiaal langs de
Delagoabaai-lijn weggehaald. Even voor de ont
ruiming ontvingen de weinige achtergeblevenen
een telegram van Kruger, meldende, dat de regee-
ring en het volk eensgezind den strijd in hel
Lijdenburgsche zouden voortzetten, zoolang zij
leefden.
Yolgens andere telegrammen uit Pretoria, hebben
de Boeren daar alleen eenige honderden balen
koffie en zakken suiker achtergelaten. Een poging
van generaal French, om den terugtocht der Boeren
tusschen Pretoria en Middelburg af te snijden,
mislukte, maar de Engelschen vermeesterden eenige
locomotieveu en spoorwagens. Volgens de //Daily
News" zagen de Engelschen, toen zij de garde
voorop, zooals Roberts beloofd had Pretoria
binnenrukten, den laatsten trein van de Boeren,
geladen met paarden, wegstoomen.
Er waren weinig burgers en vreemdelingen te
Pretoria achtergebleven.
Lord Roberts heeft terstond de uitgaaf van de
fVolksstem" geschorst en het bureau van dit
blad bezet.
an de Engelsche gevangenen weten we nog
niets met zekerheid. Volgens het eene bericht
zijn de Boeren er in geslaagd, een groote 1600
krijgsgevangenen weg te voereu. De correspondent
der //Morning Leader" te Pretoria beweert echter,
dat de Engelschen alle gevangenen hebben bevrijd
op een 900 na. De correspondent der //Morning
Postte Pretoria zegt, dat de Boeren hun eere-
woord hebben geschonden door de gevangenen weg
te voeren, want aan 20 Engelsche officieren, die
op parool vrij waren, hadden zij beloofd, het niet
te zullen doen. De gevangen Engelsche officieren
te Daspoort weigerden, weggevoerd te worden en
namen dien middernacht den Boeren-kommandant
gevangen. Zij lieten hem slechts los toen hij
beloofd had, geen bevel te geven, ze weg te voeren.
Oproer onder de gevangenen dus
Dezelfde correspondent zegt, dat de forten om
1 retoria niet bemand waren en de Boeren tijdi
er het geschut uithaalden. Ook heet het, dat
president Kruger 2^ millioen pond sterling aan
goud lieeftmeegenomen, maar de staatspresident
gemakkelijk moet kunnen bewegen. Het vervangt
eenvoudig het Boerenpaard. Ik zal Transvaa
niet verlaten. Wij zijn hier omringd door getrouwe
burgers en wachten de verdere gebeurtenissen af.
De ware strijd begint nu eerst en zal gepaarc.
gaan met veel bloedvergietenmaar bet is de
sehuld der Engelschen. De tijd van praten is
voorbij. Wij hebben genoeg gepraat, maar ver-
geefs. Er blijft nu slechts een ding over voort
strijden.
Ja, voegde Reitz er aan toe, nu begint de
guerilla, en wel over een enorme oppervlakte.
Wij kunnen het maandenlang uithouden in het
Lijdenburgsche.
W at er de laatste dagen is gebeurd, is niet
met eenige zekerheid na te gaan. Generaal de
et stond, volgens Laffan's correspondent, den
Juni tusschen VereenigiDg aan de Vaal en
Meijerton, iets noordelijker aan den spoorweg.
Hij was dus in Transvaal vermoedelijk met het
voornemen, den spoorweg op te breken ook ten
noorden van de rivier. Of dit gelukt is, weten
we niet.
TER NEUZEN, 11 Juni 1900.
Gisteren werd in ,/de Buiten-Societeit" alhier
een concert gegeven door het harmoniegezelschap
't Vermaak in de kunst" van Gent.
De bij uitnemendheid schoone zomeravond deed
de leden in grooten getale opkomeu. Dat men
genoot van 't geen werd ten gehoore gebracht kon
men duidelijk daaraan bespeuren, dat de meesten
na afloop van 't programma ('t laatste nurnmer
een polka voor picolo werd gebiseerd) nog geen
aanstalten maakten om heen te gaan. Eenige
nummers werden nog als toegift gegeven.
Op Zaterdag 9 Juni 11. werd door het uit-
keeringsfonds bij ziekte „Hulp in Nood" hare
7e jaarvergadering gehouden.
Door den secretaris werd verslag uitgebracht
omtrent den toestand der vereeniging over den
afgeloopen jaargang 18991900.
Hieruit bleek dat het ledental was vermeerderd
met 72 en thans bedraagt 283; dat het aantal
douateurs bedroeg bij den aanvang van den jaar
gang 62. Hiervan werd ontslag genomen door
een, en overleden twee, terwijl een zich als dona-
teur heeft aangemeld, zoodat hun aantal thans
bedraagt 60.
Uit het verslag van den penningmeester bleek,
dat de rekening over voornoemden jaargang be
droeg in ontvangsten aan contributie 1208,71,
aan buitengewone 318,09, totaal 1526,80
in uitgaven aan oudersteuning 1236,44, aan'
bodenloon 147,26, aan buitengewone 165,21,
totaal 1548,91. Nadeelig slot 22,11.
Saldo vorige jaarrekening 2110,13.
Aanwezig kapitaal op 31 Mei 1900 2088,02.
Woensdag aanstaande zal de officieele opening
plaats hebben van het scheepvaartkanaal naar
Philippine, waarbij naar we vernemen, een der
Ministers, het Gedeputeerd college en verdere
autoriteiten zullen tegenwoordig zijn.
Blijkens het programma zullen de genoodigden
van de overzijde der Wester-Schelde bij aankomst
van de provinciale boot omstreeks 10 uur te
Ter Neuzen officieel ontvangen worden en met
rijtuigen verder naar Philippine worden ver-
voerd.
r j j Omstreeks 12 uur zullen de geuoodiirden na
loochende dat volstrekt tegenover den correspon- plechtige ontvangst bijeenkomen aan het raadhuis,
dent der Daily Express alwaar eenige ververschingen zullen worden aan-
dent der Daily Express'
President Kruger zeide nog tot dezen corres
pondent, dat hij bemoedigd was door de krachtige
houding van president Steyn en zijn Vrijstaters.
Verder zeide hij De hoofdstad heeft gecapi-
tuleerd, doch wat beteekeut een hoofdstad Een
hoofdstad bestaat niet uit een groep huizen, maar
is de zetel der regeering, en die is hier. De
Engelschen zijn Transvaal binnengevallen wij zijn
met overwonnen. De regeering werkt hard door.
Wij hebben geen plezier, deor de Engelschen
te worden gepakt. Overigens is rnijn tegenwoordig-
heid te Pretoria thans overbodig, terwijl mijn
vrouw en gezin daar nu zeer veilig zijn. Ik heb
mij dit spoorrijtuig laten maken omdat ik mij
geboden.
Na afloop daarvan optocht naar de mondiug
van het kanaal, begeleid en opgeluisterd door de
muziek, alwaar het stoomjacht der visscherij en
het zeiljacht van het domein de genoodigden
zullen opnemen, om gezamenlijk, met de beladen
visschersvloot, den feestelijken intocht mede te
maken.
Na aankomst en bezichtiging der uitgevoerde
werken, omstreeks 2 uur, diner in het daartoe
feestelijk en ruim ingericht schoollokaal.
Het fanfarengezelschap //Apollo" van Ter Neuzen,
daartoe uitgenoodigd, zal de plechtigheid met
muziek opluisteren.
Omtrent de zitting van Vrijdag en Zaterdag
ontleenen we aan de N. R. Ct.
Nadat de zitting geopend was, werden aan den
bekl. getoond de verschillende ter terechtzitting
aanwezige kleederen van de verslagene, het bekende
kuipje, dat Misseghers aan Elegeert zou verkocht
hebben, kortom al de verschillende door de justitie
in beslag genomen voorwerpen, die misschien eenig
licht in deze zaak zouden kunnen geven. Op de
vraag van den president of hij de kuip als dezelfde
herkende, die hij verkocht heeft en of hij de
kleederen niet herkende, die de verslagene droeg
toen zij met den bekl. naar St. Nicolaas is geweest,
antwoordde de bekl. dat hij zich dat niet kon
herinneren. Hij had daarover niet nagedacht.
Hierua werden voorgelezen de brieveu die bekl.
aan Prudentia, de verslagene, geschreven zou hebben.
Bekl. ontkende wederom die stukken geschreven
te hebben.
Uit de verschillende getuigenverklaringen, zeide
de president, blijkt, dat jij getracht hebt met kracht
en met kwaadheid zelfs om haar te dwingen met
jou op te trekken. In dat schrijven heeft bekl.
gezegd dat het nu uit moest wezen, dat zij moest
weten wat zij deed.
Bekl. zeide dat zij samen afgesproken hadden
om naar het buitenland te gaan.
De president vroeg of bekl. haar dien avond
niet een slag had gegeveu, toen zij niet met hem
mee wilde gaan.
Bekl. zeide weer dat het onwaar was.
De president vroeg bekl. waarom hij zich den
volgenden dag had schuil gehouden, waarop bekl.
antwoordde dat dit niet het geval was geweest
dat hij op zijn land had gewerkt.
Vervolgens wees de president hem op de toe
vallige omstandigheid dat hij den volgenden dag
juist naar Brussel en Antwerpen was gegaan naar
zijn familie, die hij in geen tien jaar gezien had
Je bent daar alleen naar toe geweest om niet
gezien te worden zeide de president, en om niet
gevraagd te worden waar jij met baargebleveu waart
Bekl. kon hierop geen antwoord geven.
Hierna wilde de voorzitter overgaan tot het ver
hooren der verdere getuigen. De verdediger vroeg
toen of het O. M. de getuigen h decharge Bernard
Bruvrad en Desire Manses alsnog door de bevoegde
macht wilde doen dwingen ter zitting te verschijuen
om getuigenis af te leggen.
Het O. M. meende dat het niet verplicht was
aan dat verzoek te voldoen maar wel was het
daartoe genegen.
De rechtbank begaf zich daarna geruimen tijd in
de raadkamer en besliste daarna dat aan het ver
zoek van den verdediger zal voldaan worden. Het
O. M. vorderde dat de bedoelde getuigen zullen
worden veroordeeld tot betaling der daarvoor te
maken kosten, waartoe de rechtbank besliste.
Flora Bakker, wonende te Ter Neuzen, werd
hierop als getuige gehoord. Zij verklaarde dat de
verslagene en de bekl. eenmaal bij haar geweest
zijn, en dat bekl. daarna nog eens bij haar is ge
weest, nadat zij had hooren zeggen, dat vrouw
laeck vermist werd. Toen deze getuige hem op-
merkte, dat hij zoo mager was geworden, antwoordde
bekl. dat hij verdriet had omdat vrouw Haek ver-
dwenen was, terwijl hij toen teveus zeide dat hij
met de koorts op het lijf naar haar liep te zoeken
en vroeg tevens als zij haar eens zag hem dat te
aten weten. Zij heeft nooit gehoord dat Misseghers
eenige verhouding had met de verslagene.
De volgende getuige, Sara de Jongete Ter Neuzen,
verklaarde dat beklaagde wel eens bij haar kwam
en geweest was om naar de verslagene te vragen
en toen een adres gegeven heeft. Zij heeft het
adres dat hij haar gaf door bekl. zien schrijven.
Bekl. kon op een vraag van den voorzitter niet
zeggen dat hij het vertoonde adres geschreven had,
wel dat hij een adres daar had achtergelaten.
Op een vraag van het O. M. of het adres, dat
lij achtergelaten had lang of kort na het vinden
van het lijk was achtergelaten, kon getuige geen
antwoord geven.
Eulalia Gijsel, herbergierster te Ter NeuzeD,
rekeude dat zij wist dat een betrekking be-
stond tusschen de verslagene en bekl. Bekl. was
bij haar geweest voordat het lijk gevonden was
doch zij wist niet dat Prudentia weg was. Bekl.
had toen aan getuige gevraagd of zij niet wist waar
Prudentia was, en als zij het te weten kon komen,
het hem te laten weten. Hij was toen zeer gewoon
en niet opgewonden, noch neerslachtig.
Hortensia Gijsel, mede wonende te Ter Neuzen
heeft Prudentia Vervaet oppervlakkig gekend. Zij
had gehoord dat de vrouw vermoord en in stukken
gesneden was. Misseghers was bij haar geweest
en had verteld dat de verslagene haar woning ver
laten had, en ook deze vrouw een adres gegeveu
en haar verzocht, als zij iets van haar hoorde het
hem te laten weten. Getuige heeft evenwe! geen
notitie hiervan genomen, ook deze getuige heeft
het gesprek tusschen de verslagene en den beklaagde
om samen weg te gaan gehoord en toen heeft vrouw
Haeck gezegd dat zij dit niet kon doen omdat zij
haar huisgezin te lief had.
Bekl. ontkende weer dat dit gesprek gevoerd
zou zijn en herhaalde weer dat hij niet met haar
weg wilde gaan en dat zeide hij op vrij heftigen
toon. Hij gelooft hetgeen hij met de verslagene
van plan was aan niemand gezegd te hebben, dan
misschien alleen aan iemand die hij vertrouwde.
Getuige kan zich niet herinneren wanneer dit
gesprek gevoerd was, doch het was in den winter.
Gustaaf de Schepper te Rotterdam woonde destijds
te Koewacht en heeft bekl. gekend doch geen
omgang met hem gehad. Hij heeft echter kort
voordat het geval gebeurd is, een gesprek met
beklaagde gehad, hetwelk liep over het huwelijk.
Hij heeft den bekl. later outmoet op 29 April
bij de Boschkreek, toen getuige uit Hulst kwam.
Getuige ging toen met den bekl. een eind mee
en heeft toen over Prudentia gesproken. Bekl.
heeft tegen dezen getuige gezegd, dat zij niet
terugkwam, welke woorden hij opgevat heeft in de
beteekenis dat zij weg was en weg zou blijven.
Deze getuige wist ook zeer goed welke verhouding
er tusschen dezen bekl. en de verslagene heeft
bestaan.
De bekl. weersprak opnieuw de verklaring van
dezen getuige en zeide hem den 29sten April niet
te hebben outmoet.
De president merkte op dat de rechtbank geen
waarde hecht aan de verklaringen van den bekl.,
die dood eenvoudig alle verklaringen onwaar noernt.
Hierop werd gehoord August de Meulenaere,
wonende te Moerbeke. Deze verklaarde dat de
bekl. hem wel eens bezocht, evenals de verslagene
Prudentia Vervaet. Bekl. is o. a. bij hem geweest
den 2 Mei, 's avonds half tien en heeft bij hem
een glas bier gedronken, toen met dezen getuige
een gesprek over Prudentia gevoerd, zeggende
dat men haar niet meer zou zien. Opnieuw sprak
bekl. deze getuigenverklaring tegen.
De president vroeg aan den bekl. of hij ook
iemand wist die den moord zou kunnen bedreven
hebben.
Bekl. antwoordde dat hij gansch onschuldig was,
en de verslagene niet meer gezien had nadat hij
haar op de reeds meermalen genoemde plaats
verlaten heeft.
De volgende getuige die gehoord werd was
Victor van de Leene, voerman te Antwerpen.
Hij verklaarde dat Misseghers bij hem eenigen
tijd als stalknecht heeft gediend, kort nadat de
moord moet hebben plaats gehad. Hij was nog
al eens verstrooid en schrikte nog al eens dikwijls
op. In een gesprek dat deze getuige eens met
bekl. gehad heeft, zeide de laatste, op de opmerking
van den getuige, dat hij zoo gelukkig met zijn
vrouw leefde, dat hij ook een vrouw heeft gehad
en dat niemand daarmee meer zou gaan. Sirile
van Reeken te Moerbeke wonende is den 5 April
met bekl. in de tent van Haeck geweest op de
jaarmarkt te Koewacht en heeft toen een gesprek
gehad met vrouw Haeck de verslagene. Vrouw
Haeck begon bij dat gesprek te schreien en ver-
telde dat zij zooveel verdriet had, omdat Gust
de beklaagde haar altijd bedreigde. Deze
getuige had meermalen gemerkt, dat de verhouding
tusschen de verslagene en bekl. niet van de beste
was. Getuige verklaarde dat hij ook eens be-
dreigd was geworden door Misseghers.
Volgende getuige Constant Slabbaart kwam wel
eens bij vrouw Haeck en was daar ook nog ge-