A lgemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeawsch-Vlaandere
No. 3904.
Dinsdag 10 April 1900.
40f
Jaargang.
Zon~ sn Fssstdagsn*
Engeland en de Z.-A. Republiek.
Lokken van werklieden naar
Duitschland.
Geheimzinnige Buren.
ABONNEMENT:
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
FKUlLL^roN
m dl}e, uSiaandenTT binnen Ter Neuzen 1»—Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1 32*
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
SCHE COMMIT
9%
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
p,a*"ing
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
en uit^ezon.l.rd FeeM.i^enVT.iJ.len -U«ever»». J. m „n^„tl(, Th> v
De Burgemeester van TER NEUZBN gezien de circulaires
van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie
van den 24 Mei 1890 en 26 November 1891, waaruit blijkt
dat het herhaaldelijk is voorgekomen dat Nederlandsche
werklieden, doorde berichten in de nienwsbladen of door daartoe
nitgezonden agenten, soms met verstrekking van reisgelil voor
de heenreis, naar Duitschland ten behoeve van industrieele
ondernemingen worden gelokt, terwijl bij hun aankomst ter
plaatse blijkt, dat zij daar Diet gebruikt kunnen worden.
maakt de ingezetenen opmerkzaam dat het geraden is,
alvorens op zulke berichtn en voornpiegelingen der agenten
at te gaan, of zelf bf door tnsschenkomst van den Burgemeester
hnnner woonplaats zich te wenden tot den Nederlandschen
Consul in de streek, waar die ondernemingen zich bevinden,
om mlichtingen omtrent de vooruitzichten in het bekomen
van werk, de loonen en de huurprijzen der woningen aldaar.
Gedaan te Ter Nenzen, den 3 April 1900.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
u.vDUxfrn^Mter en Wcthouders van de Gemeente
IeK ribUZbN,
gelet op het besluit van Heeren Gedepnleerde Staten van
den 15 Juli 1844, no. 1, (Provineiaal blad no. 87), houdende
mededeelmg van 's Konings verlangen. dat de Ingezetenen
aan de bepalingen der wet van den 1"'«" Maart 1815,
(Staatsblad no. 21betrekkelijk de vieriog van Zon- en Feestdagen,
jaarlijks zullen worden herinnerd brengen mitsdien den inhoud
van voormelde wet ter kennis van de Ingezetenen dezer
Gemeente, luidende als volgt
Artikel 1,
Dat op Zondagen en op zoodanige Godsdienstige Feest
dagen als door de Kerkgenootschappen van de Christelijke
Godsdienst dezer Landen algemcen erkend en gevierd worden,
niei alleen geene beroepsbezigheden zullen mogen verricht
worden welke de Godsdienst zoude kunnen storcn, maar dat
in het algemeen geene openbare arbeid zal mogen plaats
hebben, dan ingeval van noodzakelijkheid, als wanneer de
Plaatselijke Kegeering daartoe schriftelijke toestemming zal
geven."
Artikel 2.
Dat op deze dagen, met uitzondering van geringe eetwaren,
geene koopwaren hoegenaamd op markten, atralen of openbare
jjaatscn zullen mngen worden uitgestald of verkocht, en dat
Kooplieden en Winkeliers hunne waren niet zullen mogen
uitstallen noch met opene deuren verkoopen."
Artikel 3.
■Dat, gedurende den tijd voor de openbare Godsdienst-
oefening besteind, de deuren der Herbergen en andere plaatsen,
alwaar drank verkocht wordt, voor zoo verre dezelve binnen
den besloten kring der gebouwen liggende zijn, zullen gesloten
zijn, en dat ook, gedurende dienzelfden tijd, geenerhande
spelen, hetzij kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats
hebben."
Artikel 4.
Dat geene openbare vermakelijkheden, zoo als Schouw-
burgen, publieke Danspartijen, Concerten en Ilarddraverijeu,
op o Zondagen en algemeene Feestdagen zullen gedoogd
wor en zullende het aan de Plaatselijke Besturen worden
v|*Uge aten hieromtrent eene uitzondering toe te staan, mits
met dan na het volkomen eindigen van alle Godsdienst-
oefemngen."
Artikel 5.
"P'1' Plaatselijke Policie zorg zal dragen ten einde alle
nmderiijke bewegingen en gerucht in de nabijheid der ge
bouwen, tot de openbare Eeredienst bestemd, en in het
a gemeen alles wat dezelve zoude kunnen hinderlijk zijn, voor
te komen of te doen ophouden."
Artikel 6.
Dat de overtreding tegen de bepaling van dit besluit
naar gelang van persoon en omstandigheden, zullen gestraft
worden met eene boete van niet hooger dan vijf en twintig
gulden of met eene gevangenis van niet langer dan drie dagen,
voor de overtreders die buiten staat mochten zijn deze boete
te betalen.
Artikel
•?.t bU eene tweede overtreding de boete of straf zal
verdubbeld worden, en wijders alle de te koop gelegde of
uitgestalde goederen verbeurd verklaard, en de Herbergen
o andere publieke plaatsen, voor een inaand gesloten."
.En dat door deze algemeene verordeningen alle daarmede
met oyereenkomstige Provinciale of Plaatselijke Reglementen
en inrichtingen zullen worden gehouden voor vervallen."
Burgemeester en Wethouders de aandacht der Ingezetenen
op voorschreven bepalingen vestigonde, noodigen dezelve
tevens tut, om door eene stipte inachlneming derzelve. tot
he nuttige en wijze bedoelingen van Zijne Majesteit mede
te werken.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zoude
kunnen voorwenden zal deze worden afgekondigd en aangeplakt,
waar zulks binnen deze Gemeente gebruikelijk is.
Gedaan te Ter Neuzen, den 3 April 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
Naar het Engelsch.
De Boeren hebben weer een groot succes behaald,
al staat er helaas ook eenig succes van lord
Methuen tegenover. Bloemfontein wordt meer en
meer door de Boeren genaderd. Volgens Laffan's
correspondent waren er binnen 30 KM. om de stad
wel 20,000 Boeren, die nog voortdurend ver-
sterking kregen, zelfs zijn er Boerenpatrouilles
op 16 KM. ten westen van de stad gezien. En
het schijnt wel of de Vrijstaters in plaats van
ontmoedigd met dubbele kracht en moed strijden
om bun hoofdstad weer te krijgen. ,/Er zijn",
zei de berichtgever van de /Standard" 4 April,'
z/allerlei teekenen, dat de vijand ons tracht te'
omringen, en onze verbindingslijn naar het zuiden
wil afsnijden. De afdeeling, die in zuidwestelijke
rich ting van de hoofstad rukte, heeft het, naar
men algemeen gelooft, op den spoorweg gemunt.
De Boeren houden Thabanchu nog bezet en zij
beheerschen ook nog de waterwerken van Bloem
fontein. Een aantal Engelsclie uitgewekenen uit
het district Tabanchu zijn bij de Kroonspruit
aangekomen. Zij vertellen, dat de Vrijstaatsche
Boeren hun hofsteden onder het bestier van hun
vrouwen hebben gelaten en tegen ons vechten.
J vertrouwen op de buitengewone lankmoedig-
lieid van de Engelsclie overheidspersonen, voor
de bescherming van hun eigendom. De spoorweg
naar het noorden is tot Karree-Siding in ons bezit".
De teekenen die de //Standard" man zag, zijn
bewaarheid. Vroeger melden we reeds van troepjes
Boeren bij Paardeberg, die den weg van Kimberley
bedreigden. Uit Springfontein waren ook al on-
gunstige berichten gekomen en nu is een trein
van Jagersfontein-Road naar Springfontein en zijn
de voorposten der Engelschen aldaar 8 KM. van
het kamp beschoten door de Boeren. Het station
Jagersfontein-Road ligt ongeveer 100 KM. ten
zuiden van Bloemfontein en de Boeren bevonden
zich westelijk van de spoorliju. Dat de spoorlijn
vernield zal zijn, is dus wel waarschijnlijk en de
verbindingslijn van Bloemfontein met Kaapstad is
dus niet veilig meer of vereischt althans een
groote troepenmacht ter bescherming.
Is dit reeds een bewijs dat het ook in het
zuiden van den Vrijstaat nog alles behalve veilig
is voor de Engelschen, het kranige stukje, dat
de Boeren bij Reddersburg hebben uitgehaald, zal
lord Roberts wel tot de overtuiging brengen, dat
hij zijn wandeling naar Pretoria vooreerst maar
moest uitstellen. Reddersburg ligt 15 a 20 KM.
ten oosteu van het staiton Bethanie en dit ligt
50 KM. zuidelijk van Bloemfontein. Daar nu
heeft een groote Boerenmacht met 4 of 5 kanonnen
vvoensdag-ochtend drie compagnieen infantcrie en
twee compagnieen bereden infauterie omsingeld en
gevangen genomen. Hoeveel manschappen dit zijn,
is moeilijk te zeggen, daar een compagnie op
oorlogssterkte niet altijd even sterk is een
gedeelte van een compagnie blijft ook compagnie
heeten. Op een 300 a 400 man kan men het
aantal gevangenen gerust schatten.
Zoodra Roberts Dinsdag hoorde dat de Engel
schen omsingeld waren, gaf hij Gatacre te Spring
fontein last, om naar Reddersburg te gaan, maar
deze kwarn eerst VYoensdag ochtend en kon zelfs
niets meer te weten komen van wat er gebeurd
was. Nu ligt Springfontein zeker een 25 a 30
KM. verder van Bethanie dan Bloemfontein en
daarom is het zeer vreemd, dat lord Roberts niet
zelf voor een ontzettingsleger zorgde. Wel zond
hij de Cameron Hooglanders, maar of deze het
gevechtsterrein bereikt hebben wordt niet eens
2)
Ik begaf mij dadelijk naar boven om te zien
waar ik die kostbaarhedeu kon bergen, misschien
waren zij wel valsch want het was niet waar
schijnlijk dat die familie veel diamanten en zilver
zou bezitteu tenzij Als het eens gestolen
goed was? Zou zij trachten die voorwerpen in
mijn huis te verbergen Voor welke geheimzinnige
bezigheden was haar man zoo vaak afwezig
"Waarom was hij zoo stil en somber als hij thuis
was
Eensklaps maakte de argwaau zich van mij
meesterwas het de ^ironie van het noodlot",
waarvan men zoo dikwijls spreekt, die deze vrouw
noopte juist mij haar vertrouwen te schenkeu
In mij, wier beroep het was dergelijke geheimen
te ontdekken, als zij wilde verbergen
Ik aarzelde niet langer, wierp de onverschil-
ligheid af, waarin ik mij tegenover rnijn bezoekster
gehuld had en nam mij voor haar vriendelijker
te ontvangen en haar goed in bewaring te liemen.
Mijn slaapkamer bood een uitstekende bergplaats
aan. Naast het raam was een smalle muurkast,
die bijna niet te zien was achter het gordijn.
Daar konden de kostbaarheden goed bewaard
worden, totdat ik den eigenaar ontdekt had.
Miju slaapkamer was een zeer stil vertrek boven
in liuis, met het uitzicht op een smal laantje
cn een hoogen tuiumuur, die tot het uitgestrekte
terrein van een oud huis sedert in handen
van speculanten overgegaan behoorde. Vlak
bij rnijn raam waren over rnijn dak de telegraafdraden
van het postkantoor gespannen en ik wenschte
dikwijls in staat te zijn de tijdingen te lezen, die
zoo dicht over mij heen giugen, strak gespannen
Jangs de dakgoten onzer villa's en bereikbaar door
de luiken in onze daken als wij ze durfden
aanraken. Ik bleef een poos voor het raam staan
kijken en zag juffrouw Ellis met den klerk in het
laantje wandelenwat zij samen spraken
ging mij niet aan en dus sloot ik het venster,
mij voornemende in het vervolg mijne half-vaste'
buren goed in het oog te houden.
Nadat rnijn avondeten weggenomen was, kwam
mevrouw Ellis terug, doch nu iets bedaarder dan
's middags.
//Hier zijn zij, zei zij, zoodra Ellen de deur
dicht gedaan had.
»lk heb ze onder rnijn mantel gedrageu, zoodat
niemand ze gezien heeft. Daar zijn ze. Wij
zullen de lijst nazien
Onder het spreken had miju eigenaardige buur-
vrouw een japausche doos op tafel gezet en haalde
nu uit een grooten zak in haar rok onder heel
veel zwoegen en zuchten een dik pak te voorschijn
i/O Daar is het 1" riep zij met een zucht
van verlichting uit en veegde haar gezicht af.
//Daar is het zilver. In de doos zijn dejuweelen.
Kijk maar eens of het wel in orde is."
//Ik hoop dat het in orde is, mevrouw Ellis,"
zeide ik op ernstigen toon, ,1s dat waarlijk u'w
eigendom
z/W aar ziet ge mij voor aan riep zij verbaasd
en veroutwaardigd uit. ,/Denkt ge dat ik het
aMMHaL
gestolen heb Wel, wel, wat zijt ge een brutaalje,
om te durven zeggen dat een eerlijke vrouw een
dievegge is. Als ge dat denkt, gaat alles direct
weer mee. el heb ik ooit van rnijn leven
Maar het komt er niet op aan ik zal het wel
ergens verstoppen. Wat zijt gij zelf, juffrouw
De oprechtheid harer verontwaardiging was
duidelijk door rnijn beroep had ik een goeden blik
op karakters gekregen en ik was nu overtuigd
dat de vrouw eerlijk en vertrouwbaar was.
//Het spijt mij dat ik u beleedigd heb," zei
ik, ,/gij moet het mij niet kwalijk nemen, maar
ik wilde uw goed liever niet bewaren en het kwam
mij zonderling voor, dat ge u in deze tot een
vreemdeling richtet. Laat ze nu echter hier,
mevrouw Ellis; als gij het verlangt, zal ik ze
goed bewaren, totdat gij terug komt."
//Dank u," zeide zij en legde het zilver weer
op de tafel, nadat zij eerlijk getracht had het
weer in haar zak te duwen, 'tgeeu haar echter
niet gelukte.
z/Maar doe het niet als gij liever niet wilt,"
voegde zij er bij.
z/lk zal het houden. Laat ons de lijst nazien,"
zei ik onderworpen.
Er waren twee dozijn lepels en vorken, een
botermesje en vier kleine vergulde lepeltjes in
het pak, alles afzonderlijk in vloeipapier gepakt
de zilveren lepels en vorken in halve dozijnen
bij elkaar. In de Japansche doos waren eenige
zeer kostbare ringen, een paar buitenlandsche
decoraties, een paar diamanten sterren, een gouden
horloge met ketting, met initialen en oorringen,
een halsketen, twee armbanden, knoopen en kleine
voorwerpen, alles van waarde.
gemeld, zoodat het vermoedelijk een verkennings
troepje was, meer niet.
Dit versterkt het denkbeeld, dat Roberts er
naar aan toe is met zijn paarden. Laffan's bureau
had reeds gemeld, dat zij erg lijden onder het
harde werk van den laatsten tijd. Zij zijn inder-
laast mt het zuiden aangevoerd, en werden
dadelijk na hun aankomst naar het oosten gezonden.
ele zijn onbruikbaar. Een compagnie karabiniers
heeft slechts vijf hitten, die dienst kunnen doen.
U!t gebrek aan paarden geeft den Boeren
natuuriijk een groot voordeel en vooral nu zij
zoo stoutmoedig optreden, zal hun dit meer en
111 ®r dhjken. De militaire medewerker van de
u estm. Gaz." raadt aan, om spoedig eene groote
loeveelheid njwielen naar Bloemfontein te zenden.
Voor een deel zou dat misschien helpen, maar
in een terrein als van den Vrijstaat zal de waarde
van het rywie] in den oorlog wel meer theoretisch
dan praktisch blijken.
Tegenover deze overwinning der Boeren staat,
ook een succes van lord Methuen, dat wel veel
gennger omvang is, maar dat vooral tebetreuren
is, omdat de bekende Fransche kommandant van
het vreemden-legioen de Villebois Mareuil, daarbij
gesneuveld is. Lord Methuen, die waarlijk wel
eens lets mocht doen om zijn naam als veldheer
wat op te heffen, heeft Donderdag ochtend een
Boerenmacht van 70 man bij Boshof omsingeld
en gevangen genomen. Daarbij sneuvelden 7
Boeren en genoemde Frauschman, 8 werden er
gekwetst en 54 gevangen genomen. Boshof ligt
ln rVen rijstaat, ten noordoosten van Kimberly.
Hieronder nog eenige telegram men.
r>3'^"^00r^) (zonder dagteekening). De Royal
Irish Rifles trekken van Rouxville op Beestekraal
terug. Men meldt dat commando's Boeren zoo-
wel ten oosten als ten westen van Rouxville
voortrukken.
Hier wordt een burgerwacht gevormd.
Men bericht dat een aantal Boeren aan de
Oranjerivier, 26 K.M. westelijk van hier, zijn
gezien. J
Maseroe, 6 April. Er heerst een ongewone
ongerustheid onder de Basoeso's, die beducht
zijn dat de Boeren de grens van Basoeto-land
zullen overschrijden teneinde de Engelsche flank
om te trekken.
Men meldt deserties onder verschillende voor-
wendselen onder de Basoeto-werklieden, die waren
aangeworven om als baanwerkers te Bloemfontein
dienst te doen.
Kaapstad, 7 April. Er is reden om te gelooven
//Dit is eene groote verantwoordelijkheid," zei
ik, ,/Is daar ook iets van uw echtgenoot bij
//Ja, de ridderorden zijn van hem en het hor
loge. De sterren zijn van mij en zullen later van
Jemina, mijne dochter, weet gij? zijn. Waar
zult gij het verbergen P"
//Op miju slaapkamer. Ik zal ze wegsluiten
en gij krijgt den sleutel."
//Dat is goed. Ik zal u helpen alles naar boven
te dragen. Niet dat ik wil zien waar gij het
bergt. Ik heb vertrouwen op uw gezichtdat
is eerlijk, maar slim ook. Kom nu."
M ij sloten samen de kostbaarheden weg, gingen
weer naar beneden en ik gaf haar den sleutel.
//Hier, mevrouw Ellis, hier hebt gij den sleutel,"
zei ik, //maar ik zeg u ronduit, dat ik geen ver
antwoordelijkheid op mij neem ik zal rnijn best
doen om uw goed te bewaren; maar als het huis
bestolen wordt
,/Gekheid Wie zal u bestelen Gij ziet er
niet rijk genoeg uit voor een dief en dan hebt
gij uw houd. Niemand zal u bestelen of het
moest dat meisje beneden zijn."
/Mevrouw Ellisriep ik verontwaardigd uit
//Liii die weet niet dat hier iets verborgt u is/*
ging zij kalm voort. ,/Neen, ik ben niet bang,
anders zou ik mijn goed niet hier gebracht hebben.
Zeer verplicht, juffrouw. Goeden nacht. Nog-
maals wel bedankt."
Zij liep zoo hard zij kon naar het volgende
hek en wuifde met haar hand, eer zij de deur
inging.
Ik keerde naar mijn zitkamer terug en hervatte
de^ lectuur, die door haar afgebroken was. Op
mijn gewonen tijd ging ik naar bed en bekeek