A Igemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch- Vlaanderea
No. 3858.
Donderdag 21 December 1899.
Engeland en de Z.-A. Republiek.
39e Jaar^ang.
abonnement
Voorwaardelijk Ontslagen.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der nitgave.
F FTJILLETON
Gesnapt.
TER NEUZEN, 20 December 1899.
NSCHE COlHAVr
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,82*.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatamimte berekend.
pit I,lull vemchijnt rtlaamliig-. W<»enmt»g- en Vrijd»8»*«nd»
■Itge-oaderd op Fee-tdaycn, bij den Hne.et F. J. VAW Ter lea.ea.
De vervanging van generaal Buller door lord
Roberts is wel een bewijs, hoe diep de nederlaag
in Londen is ingeslagen. De man, die juist be-
gon met eenige ondervinding van de Boei-en op
te doen,krijgt iemand boven zich, die de Afganen
met suedes heeft bestreden, maar die 't mogelijk
tegen de Zuid-Afrikaansche Republieken zal af-
leggcii. Frederick Sleigh, lord Roberts, is 67
jaar. \oor zijn 20"" jaar had hij reeds dienst
genomen in Indiehij onderscheidde zich in
1857 bij de belegering van Delhi, nam als gene-
raal-kwartiermeester onder Napier deel aan den
veldtocht tegen negus Theodorus van Abessinie
(1867 en ^68), en kreeg in 1878 zijn brevet als
gfineraal-majoor, nadat hij de legerafdeeling had
aangevoerd, die aan de Afgaansche greus door het
Kurum-dal was opgerukt.
Toen in 1879 de oorlog in Afganistan opnieuw
uitbrak, werd hij met het opperbevel belast en den
September 1880 bracht hij den Afganen een
beslissende nederlaag toe.
In 1881, na Majoeba, werd lord Roberts met
het opperbevel in Natal belastbij zijn aankomst
was de vrede echter reeds gesloten. In 1885
verkreeg hij het opperbevel in Indie, in 1886
onderdrukte hij een opstand in Birma, om in
1892 zijn ambt neer te leggen en als lord Roberts
of Kandahar zitting te nernen in het Hoogerhnis.
In 1895 werd hij opperbevelhebber van de troepen
in Ierland.
De eenige zoon van den nieuwbenoemden opper
bevelhebber werd Vrijdag in den slag bij de
Toegela zwaar in het onderlijf gewond en is,
hoewel sir William Mac Cormac, een der kunstigste
■chirurgen, den kogel verwijderde, overleden.
Luitenant Roberts behoorde tot de King's Royal
Rifles en vertrok eenige weken geleden naar het
oorlogsterrein. Hij was 28 jaar oud en adjudant
van zijn vader. In 1894—1895 deed hij dienst
in de Waziristan expeditie en later maakte hij
deel uit van de Chitral expeditie.
Lord Kitchener wordt chef van den staf van
lord Roberts. Deze week zou hij reeds te Kairo
aankomen om zoo spoedig mogelijk naar de Kaap
te gaan.
Lord Kitchener is de man, die in den vreese-
lijken, roeinloozen slag bij Omdoerman de Der-
wischen overwon en dezen bij tienduizeuden
neerschoot hij is de man, die het graf van den
58)
Stil, Marion, blijf kalm. Ik wil doen wat
ik kan doch op 't oogenblik hebben wij niets dan
John's verklaring. De menschen zulleu vragen
naar bewijzen.
Ja, jamaar welke bewijzen kan hij ons
verschafl'en
Hij zegt, genoeg van Stephen te hebben
vernomen, om het ontdekken van den waren schul-
dige te kunnen bewerken.
O, als dat kon gebeuren
Hij zwoer mij, dat het kan, en ik zal mijn
best doen om hem te helpen. Er is hoop, Marion,
een weinig maar je moet je verwachtingen niet
te hoog spannen.
Hij weet toch, dat Stephen onschuldig was
riep Marion hij hoorde het van diens eigen
lippen hij o, broeder, ik moet John zien
dadelijk Hij hoorde de laatste woorden van mijn
ecbtgenoothij moet ze voor mij herhalen. Ik
moet hem zien
Neen, Marion, dat kan niet.
Het moet Ik zal hem smeeken, ik za
hem dwingen, recht te doen aan Stephens's nage-
dachtenis. Hij deed hem onrecht bij zijn leven
hij mag hem geeu onrecht meer doen na zijn dood
Zeg mij, waar is hij
Neen, neen
Als je mij er niet wilt brengen, ga ik zel:'
naar de politiedie zal hem wel weten te vinden
De kapitein gevoelde, dat hij niet kon wei
geren.
Mahdi schond en het lijk in den Nijl deed werpen,
en als hem in Zuid-Afrika ten deel valt, wat
velen hem toewenschen, zal hij er niet al te best
afkomen.
Te Londen is men nog al ingenomen met de
benoeming van den populairen Bob en hij zal
de nederlagen die misschien voor zijn komst nog
geleden worden, wel uitwisschen. Een tweede
reden tot verheuging en geruststelling is de uit-
zending van voortdurend meer troepen. Er
heerschs bepaald geestdrift nu de militie, de
Yeomanry en de vrijwilligers worden opgeroepen.
en duizenden vrijwilligers bieden zich aan. Het
militie-bataljon van de Gordon Hooglanders te
Edinburg, heeft zich in zijn geheel beschikbaar
gesteld om dienst te doen en het militie-bataljon
van de Royal West Kent-regiment te Chatham,
gaat deze week naar Malta. Een gedeelte van
het garnizoen van Gibraltar zal den 24 naar
Zuid-Afrika gaan. En dan heeft Engeland zijn
kolonien nog. Het is voomemens, 2000 man
uit Egypte te laten komen. Men gelooft, dat
dezen daar vervangen zulleu worden door een
deel van de zevende-divise. Er is ook sprake
van, een contingent inlanders uit te zenden.
Niet waar, 't geldt toch maar „barbaarsche
Boeren" en die zijn geeu haar beter dan Derwischen
of Afridis.
Verder heeft de regeering het aanbod van nieuwe
Canadeesche hulptroepen aangenomen en zeilen
voor 1 Januari van Melbourne nog 1000 bereden
manschappen Australische hulptroepen uit.
Terwijl eenerzijds alle mogelijke middelen worden
in 'I werk gesteld, om den oorlog krachtig door
te zetten, verluidt van den anderen kant, dat er
naar vrede verlangd wordt.
Volgens een telegram van de „Ind." uit Londen,
loopt daar het gerucht, dat president Kriiger
stappen heeft gedaan, om een einde te maken aan
de vijandelijkheden en vrede te sluiten. De Kaap-
sche regeering zou hem daarin steunen. Wat van
dit gerucht waar is, zal misschien zoo spoedig
blijken. De Boeren zijn een vredelievend volk
en zij zullen geen dag langer vechten, dan voor
hun onafhankelijkheid noodig is, maar betwijfeld
mag worden, of zij nu reeds hun onafhankelijkheid
bevochten hebben.
Te Kaapkolonie wordt de toestand hoe langer
hoe bedenkelijker voor de Engelschen, vooral nu
de Engelsche burgers daar gewapend zullen worden.
In de geheele streek tusschen Queenstown en den
Goed, Marion, sprak hij, morgen zal je
Alison zien.
's Morgens na het bezoek van sergeant Verity
stood Stephen laat op. Hij had van den ge-
heelen nacht maar een kort poosje geslapen.
Nu bij zich zelven bekend gemaakt en alles aan
een detective geopenbaard had, begreep hij, wat
hij waagde met die bekentenis.
Hij sloot de oogen en zag zich reeds gevan
gen genomen en voor den rechter gebracht. Hij
hoorde het ijveren van den ambtenaar van het
openbaar ministerie, en het bewijs van zijn schuld
scheen onweerlegbaar.
Hij rees overeind en trachtte de sombere ge-
dachten van zich af te schudden, maar het wilde
hem niet gelukken. Hij gevoelde, dat hij zich
had overgegeven en vroeger of later op de bank
dcr beschuldigden zou terecht komen. Wat kon
hij eigenlijk bewijzen?
't Was ongeveer elf uur, toen Clement Hansell
verscheen in de bibliotheek, waar zijn secretaris
hem een stapel brieveu gaf. 't Was de gewone
correspondentie, die een rijk man ontvangt. On
geduldig schoof hij ze op zijde.
Avory zag, dat hij in geen opgewekte stem
ming was, en stelde voor, een wanfleling te gaan
doen.
Neen, Avory, zei Hansell, ik ga niet
uitik gevoel mij onwel. Laat mij van-morgen
liever alleen en kom in den namiddag terug.
De jonge man ging, en Stephen verviel in som
ber gepeins. Hij was zeer zenuwachtiggeen
geluid ontging hem, en zoo dikwijls er gebelc.
werd, schrikte hij op. Langzaam kropen de uren
Oranje-Vrijstaat heerscht nu opstand. De berichten
over de nederlagen der Engelschen dringen slechts
angzaam door tot Kaapstad, want zoo laug mogelijk
tracht men die geheim te houden. Van de neder-
g van lord Methuen bemerkte men echter te
Kaapstad genoeg, toen daar een 600tal gekwetsten
in de hospitalen aankwamen.
Oorlogsnieuws is er niet veel. De nederlaag
van Buller heeft vooral daardoor te Londen zooveel
beweging in het departement van oorlog veroorzaakt,
omdat hij twee dagen te voren vol vertrouwen
seinde, dat hij de Boeren tusschen twee vuren had
en geloofde, ze te kunnen verpletteren. Het heeft
eenige onrust verwekt, dat uit Ladysmith geen
uitval is gedaan, tijdens den slag aan de Toegela.
Zou het garnizoen te uitgeput wezen voor krachtig
optreden De militaire medewerker van de
„Westm. Gaz." meent, dat het garnizoen order
zal gekregen hebben, stil te blijven tot de om-
trekkende beweging van Buller geslaagd was en
toen dit niet geschiedde, zal men te Ladysmith
binnen zijn gebleven.
De Boeren zijn er in geslaagd, Winstan Churchill,
den ontsnapten correspondent van de Morning
Post", weer te pakken.
Ook van de westgrens is geen zeker nieuws.
Geruchten, dat Kimberley gevallen zou zijn, worden
op de beurs verspreid, evenals dat generaal Buller
zijn kanonnen zou heroverd hebben. Bevestiging
daarvan te bevoegder plaatse bleef uit.
Volgens den correspondent van de „Times" te
Modderrivier, hebben de Boeren een derde lager,
acht kilometer teu westen van het centrum van
hun stelling. Hij raamt het geheele leger van
de Boeren daar op 20,000. Intusschen melden
verschillende oorlogscorrespondenteu een achler-
waartsche beweging van de Boeren bij Modderrivier,
blijkbaar om Methuen's verbindingslijn af te snijden.
De Boeren hebben ook den spoorweg, drie kilometer
benoorden Methuen's kamp, laten springen.
Aan de Temps" wordt gemeld, dat men te
Londen den toestand van Methuen zeer hachelijk
vindt. Men beweert, dat lord Roberts dadelijk
aan de generaals (vermoedelijk Methuen, French
en Gatacre), geseind zou hebben, dat zij zich
achter de Aar en in het oosten moesten samen-
trekken en zijn komst en versterkingen afwachten.
Vermoedelijk echter zal de generaal wel niet zoo
spoedig een zoo gewichtigen maatregel nemen.
Te Mafeking wordt het nu toch „uiterst onaan-
genaam", omdat de Boeren het marktplein bestrijken.
voort. Hij kon niet lezen, niet werken, zijn lunch
liet hij onaangeroerd. Hij kon enkel deuken, en
dat denken maakte hem gek.
Tegen drie uur ongeveer verraste hem de slaap,
en hij dommelde even indoch spoedig schrikte
hij wakker door het binnenkomen van een knecht.
Deze kwam zeggen, dat kapitein Halford er was.
Stephen stond haastig op. 't Was een verlich
ting voor hem, dat er iemand verscheen, met wien
hij kon spreken over de zaak, die hem door
't hoofd spookte.
De deur werd geopend en Halford trad binnen.
Doch hij werd vergezeld door een dame, in zwaren
rouw en gesluierd.
Eer Stephen een woord had kunnen uiten, kwam
de dame op hem toe.
John Alison, begon zijtoen sloeg zij de
oogen op naar het gelaat van den man, die als
verbijsterd voor haar stond. Zij slaakte een kreet,
wankelde en viel in zijne uitgespreide armen.
Stephen snikte zijStephen, mijn man
Dennis Avory, die binnengekomen was, meenende
dat zijn principaal alleen was, hoorde den kreet
en de woorden. Hij en de kapitein staarden el-
kaar aan in stomme verbazing.
Marion lag bezwijmd in de armen van haar
echtgeuoot.
HOOFDSTUK XLVIII.
De hertog achtte het apartement, dat hij ge-
huurd had voor zijne „zaken," volmaakt veilig.
De bewoners van het slop letten er niet veel op,
wat hunne buren uitvoerden en ze hadden alien
een gemeeuscbappelijkeu vijand de politie.
't Waren wel niet alien misdadigers, maar de-
genen, die zelf niet meededen, beschouwden toch
Men was er overtuigd, dat Methuen Kimberley
lad genomen en maakte zich al gereed, hem te
verwelkomen. En nu moet men nog wachten,
misschien nog heel lang.
Hoek. Als een zeldzame bijzonderheid van
krasse leeftijd kan dienen dat de 79jarige slager
Joh. de Zeeuw bij den landbouwer J. Dieleman
een varken heeft geslacht van 599 pond.
Axel. Ondanks het dooiweder en de vele
sneeuw, waarmede het ijs was bedekt, besloot de
Vereeniging „de IJsclub" alhier het door haar
op Maandag jl. bepaalde ijsfeest te laten doorgaan.
Het ijs bezat ook nog draagkracht genoeg voor
de groote menigte, welke saamgestroomd was, om
toeschouwer te zijn van de uitgeschreven wed-
strijden, waaraan door een 50tal personen werd
deelgenomen.
Flinke prijzen bestaande uit steenkolen, dekens
en kleedingstukken waren uitgeloofd en niemand
behoefde met leege handen huiswaarts te keeren.
Als naar gewoonte werd het feest door het
fanfaren-gezelschap /Concordia" opgeluisterd.
Koewacht. Het onderzoek omtrent den moord
alhier gepleegd wordt door de Nederlandsche justitie
ijverig voortgezet.
Verschillende personen van hier en de omliggende
gemeenten zijn reeds naar Middelburg geweest om
voor den rechter van instructie te verschijnen en
nog worden er telkens opgeroepen.
Het onderzoek heeft tot in de kleinste bijzon-
derheden plaats. Terwijl sommigen slechts hunne
verklaringen, te Gent gedaan, moeten bevestigen,
worden aan andere verschillende vragen gesteld
om te weten, wat de verdachte heeft gezegd en
gedaan op den dag, waarop de vreeselijke gebeur-
tenis heeft plaats gehad en op de dagen tusschen
13 April en 16 Mei, den dag zijner gevangen-
neming. Verleden week moet, naar wij vernemen.
een zekere B. uit Stekene met wien de verdachte
langen tijd vertrouwelijken omgang gehad heeft,
nog al eene verzwareude verklaring hebben af-
gelegd.
Sas van Gent. Deze week waren ter vee-
markt aangevoerd 20 stieren, 6 ossen, 21 koeien
en 27 vaarzen, totaal 74 beesten, die alien vlug
werden verkocht aan goede prijzen.
diefstal en braak als een middel van bestaau, zoo
goed als elk ander beroep. Het gaf zelfs een
zekere onderscheiding onder deze laagste lagen der
maatschappij, als men kon meepraten over Harer
Majesteits gevangenissen.
De gewone straatagent kwam het slop nooit
binnen, al werd er bij de dagelijks voorkomende
gevechten nog zoo luid door vrouwenstemmen
z/moord 1" gegild en om //politie geschreeuwd.
De agenten wisten wel, dat de minste tusscben-
komst dadelijk de twistende partijen vereenigen
zou om gezamenlijk op te treden tegen den man
van het gezag. En hoe vond men in het duister,
dat al het doen en laten dezer lieden omringde,
ooit den waren dader
De hertog achtte het niet noodig, op dit terrein
de minste voorzorgen te nemen. Eenmaal in zijn
kamer, spraken hij en Joe volkomen vrij over
hetgeen ze voorhadden, en bekommerden zich geen
oogenblik om de buren. In deze huizen kon men
iemand vermoorden, zonder dat een der bewoners
er aan dacht, zich met de zaak 1e bemoeien.
Op 't oogenblik deed de hertog zijn best, Joe
Huggett op zijn gemak te brengenhij schilderde
hem het karweitje, waarvoor ze samengekomen
waren in de helderste kleuren af en stelde
het voor als een gezellig uitstapje, een soort
tijdkorting.
Joe was echter zeer wantrouwig en nog steeds
vervuld van wrok ten Ben Gooch, die met de
vruchten van hun laatsten arbeid was gaan strijken.
De hertog, druk bezig, hem te overtuigen, hield
plotseling op, uitte een vreeselijken vloek en greep
een kort breekijzer, dat bij hem lag.
Wat is dat? brulde hij.
Een geweldige duw werd van buiten gegeven
tegen de kamerdeur, die open vloogen twee