A 1 g em e 6 d Nienws- en Advertentiebl&d yoor Zeeawsch-Vlaandere VKKSLAG No. 3828. Donderdag 12 October 1899. PR0VINC1ALE STATEN van ZEELAND. Engeland en de Z.-A. Republiek. 39e daargaog. Voorwaardelijk Ontslagen. Binnenlanci ABONNEMENT: Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. tier handelingen van FSUILLETOJM \EIZE\SCHE Id I HUT Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Yoor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Yan 1 tot 4 regels f 0,40. Yoor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijis slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. ■Sit lilad verscliijnt viaandaif. UiiciimIn|j- en Vrijdagavond, nUgezonderd op Feestdagea, bij den altgever P. J. \"AW BK IAS0E te Ter Kenaen. Voor het geval de Provinciale Staten in de aanstaande Najaars-Vergadering besluiten mochten, het maken van een Verslag hunner Vergaderingen uit te besteden, wordt aan gegadigden de gelegen- heid gegeven reeds thans daarnaar te dingen. Ter Provinciale Griffie zijn verkrijgbaar a. de voorwaarden voor het leveren en drukken van het Verslag l>. de voorwaarden voor het dl'ukken van het Verslag. Aanbiedingen voor een tijdvak van vijf jaren worden voor 21 October ingewacht. Middelburg, 7 October 1899. Gedeputeerde Staten van Zeeland, P. J. SIEGERS, W4 Voorzitter. W. POLMAN KRUSEMAN, Griffier. Transvaal wordt door Engeland aan de praat gehouden. De troepenzending uit Engeland en Indie gaat gestadig door en ondertusschen wisselt Milner met Steyn telegrammen en blijft men te Pretoria wachten. Van het ultimatum van Tranf- vaalsche zijde is helaas niets gebleken. De Botjrspi aan de grens zouden graag hun slag slaan en Ban de gunstige gelegenheid gebruik maken voor on- geland zijn 70,000 man aan de grenzen heeft. Maar Kruger weigert beslist, aanvallend op te treden. Te Pretoria wordt deze houding lang niet algemeen goed gevonden. Er is wel een ver- klaring voor de aarzeling der Boeren, namelijk deze, dat Oranje-Vrijstaat zou gezegd hebben, dal de burgers van den Yrijstaat niet kunneu mee- doen aan een aauvalsoorlogzij willen alleen tot Transvaal's verdediging meehelpen. Joubert, die met kracht optreedt tegen den aandrang van de jonge Boeren om de grenzen over te trekken, verliest eenigszins het vertrouwen. Yelen zouden hem gaarne zien vervangen door Viljoen. Aan de grenzen blijft de toestand dan ook zoo goed als onveranderd. Joubert zou weer naar Zandspruit teruggekeerd zijn. Aan de Basoeto- grens, bij Albertina, zijn 8000 Yrijstaters gelegerd. 30) ™- De knecht had de boodschap gedaanmaar de man had gevraagd, of hij den graaf zelven niet even kon spreken. De graaf was uit zijn humeur; hij was altijd nit zijn humeur, als de zaken niet gingen, zoo- als hij 't liefst wilde. Hij had niets geen lust, gestoord te worden, door wien ook, en nu kwam een wildvreemde, die zich niet liet afwijzen. Toen de bedieude de aarzeling van zijn meester zag, vervolgde hij En de man zegt, dat hij een heel belang- rijke boodschap heeft. Vraag dan, hoe hij heet en wat hij doet, en en wat hij bij zich heeft. De knecht deed, zooals hem bevolen was, en de graaf dacht het zijne er van. Zeker een streek van een schuldeischer, zei hij bij zich-zelven, of een brutale bedrieger. Die Charlton heeft zulke rare zaken aan de hand De knecht kwam terug met de boodschap, dat de man, die zoo dringend toegang verzocht, een pandjeshuishouder was hij moest volstrekt iemand van de familie zien, in verband met een voor- werp, dat men dien morgen bij hem beleend had. De graaf, een beetje nieuwsgierig geworden en zieude, dat hij moeilijk er af kon komen, zuchtte Laat hem dan maar binnen De bezoeker trad de kamer binnen onder het stamelen van excuses. Hij heette Green en hield €en pandjeshuis. Vroeg in den morgen had zijn Daarentegen heeft de Kaapsche regeering hare ambtenareu en vrijwilligers, die grensdienst wilden verrichteu, teruggeroepen, omdat zij oordeelt dat dit de onzijdigheid zou schenden. De verhalen, dat de van Johannesburg komende Engelscheu zoo zouden mishandeld zijn, worden door den correspondent van de //Daily Chr." te Kaapstad leugens genoemd. Noch bij de Trans- vaalsche, noch bij de Vrijstaatsche regeering zijn tot dusver klachten dienaangaande icgekomen. Een zuster van den correspondent, die met drie kleine kinderen naar Kaapstad heeft gereisd, ver- klaarde, evenals andere alleen reizende vrouwen, dat de Boeren haar hoffelijk bejegenden. Maar de uitlandsche dames zijn soms wel eens wat veeleischend. De Express" vertelt er het volgende staaltje van. Een van de dames, die in het begin van het jaar zoo met de Engelsche vlag lieten zwaaien en wier echtgenooten onder de //leiders" (vluchteude leiders nl.) der uitlanders behooren, wilde Maandagmiddag een geheelen wagen in deu eerste-klasse-trein naar Kaapstad voor eigen ge bruik huren, tegen elken prijs. De Z. A. S. M. autoriteiten weigerden echter, daar niet alleen rijke dames, maar ook anderen weg wilden en er dus plaats moest zijn. Die dame was mevrouw Eckstein Dat de verhalen van Engelschen kant niet volkoinen vertrouwen verdienen, blijkt boveudien uit het volgende bericht van de Zuid-Afrikaansche Volksstem". De Londensche //Graphic" publiceerde een af- beelding van het kerkhof der Britsehe soldaten bij Bronkhorstpruit, er bijvoegende, dat de Boeren na den Jameson-inval verscheiden grafsteenen vernielden Met dergelijke vuile leugens, zweepen de jingos het Britsehe publiek tegen de Afrikaanders op. Wanneer zal de //Graphic" een prent geveu van de marteling van Slachtersnek, van de wapen- febriek, die Livingstone voor kaffer-doeleinden dreef, of van de onmenschelijke wonden welke door dum-dum-kogels worden gemaakt! Aan stichtelijke toespraken ontbreekt het anders aan de Engelsche zijde niet. De hertog van Devonshire is weer opgetreden, nu te Sheffield. Hij vreesde, dat er geen ander teeken van hoop meer was dan dit, dat de Boeren de handelingen van aanval niet hebben verhaast. Hun vooraf- gaande voorbereidingen hebben Engeland in staat gesteld, af te wachten. Hoewel de regeering niet meent, dat ze het recht heeft, hare voorbereidingen te verminderen, zal er geen onherroepelijke stap wiu.,,: bediende een gouden horloge met ketting aange- nomeu van een welgekleed heer, metgunstig uiterlijk. Toen hij zelf in den winkel kwam, ongeveer tegen tien uur, liet de bediende hem het horloge zien als iets bizonders. Het had nl., blijkens in- scriptie, behoord aan een man, die jaren geleden was opgehangen wegens het vermoorden van een vrouw, onder zeer sensatiewekkende omstandig- heden. Graaf van Powick werd ongeduldig. Mijn waarde heer, zei hij, wat heb ik te maken met verpande horloges en moordenaars Je vergist je bepaald. Neen, mylord, in 't geheel niet. Als u't veroorlooft, zal ik u nader uitleggen, waarom ik hier kom. Toen ik dat horloge zag, zei ik tegen mijn bediende //Wat zei de man, die het kwam brengen P Vroeg je hem niet, hoe hij aan't hor loge kwam, toen je de inscriptie las Ja," zei mijn bediende, ./ik vroeg hem er naar, en hij vertelde, dat hij 't een poos geleden gekocht had als curio- siteit, en er nu graag voorschot op had, daar hij wat krap in zijn geld zat." Nu, riep de graaf, dan heeft hij 't gekocht Neen, mylord. Heel bij toeval was ik op de hoogte met de geschiedenis van het horloge, omdat een mijner vrienden die ook in 't vak is, het kocht op de verkooping der goederen van den moordenaar. Hij vertelde mij pas een paar maan den geleden, dat hij 't verkocht had aan eenjong edelman, die van zulk soort rariteiten hield. Ik zie nog niet in, zei de graaf weer, waarom u mij komt vervelen met die geschiedenis van een moordenaarshorloge. Wie was die jonge edelman gedaan worden, alvorens de Transvaal voile ge legenheid zal hebben gehad, de vorderingen der Engelsche regeering te overwegen. Gegeven dat het noodig is, de beveiliging van de Engelsche onderdanen en belangen in Afrika te verzekeren, heeft de stand van zaken geen ernstiger aanzien gekregen en bestaat nog het vertrouwen, dat nadere overdenking zal kunfien leiden tot een vreedzame oplossing. Een soortgelijke, vredelievende geest spreekt uit den brief, waarin de aartsbisschop te Kaapstad het schrijven van den ex-moderator der Hollandsche gereformeerde kerk en het vredesmanifest der Kaapsche Hollanders beantwoordt. Ook hij ver- dedigt het optreden van een gemengde commissie. Zoo worden over en weer gesprek ken over vrede gehouden en Transvaal blijft luisteren en wacht. misschien tot het te laat is. Dat de toestand thans hoogst ernstig is blijkt uit het ultimatum der Transvaal- sclie Xfcegeerinqr- Men seint n. 1. uit Londen d. d. 10 Oct. Minister Chamberlain heeft heden een telegram van sir Alfred Milner ontvangen, waarin de ont- vangst wordt bericht van een depeche van den Britschen agent te Pretoria. De heer Conyngham Green deelt in deze depeche mede dat hij van staatssecretaris Reitz een nota heeft ontvangen een ultimatum van president Kruger. Aan de daarin gestelde eischen gaat vooraf een breedvoerige uiteenzetting, waarin de Z.-A. Repu bliek opnieuw verwijst naar de conventie van 1884 en verklaart, dat alleen de schendmg der reehten bij deze conventie aan de Uitlanders toegekend aan Engeland het recht zou hebben gegeven diplo- matieken vertoogen omtrent zijn tusschenkomst ten behoeve van de Uitlanders tot de Trausvaalsche regeering te richten. Verder wordt gewezen op de jongste onder- handelingen en herinnerd dat de Britsehe regeering onlangs een spoedige oplossing aaubeval en op antwoord binnen 48 uren aandrong, hoewel dezen eisch later werd gewijzigd. Daarop werden de onderhandelingen afgebrokeu en kreeg de Republiek te verstaan dat een voorstel omtrent een beslissende regeling binnenkort zou worden gedaan. Tot dusver is echter geen voorstel ontvangen. Dan wijst de regeering der Republiek op de militaire toebereidselen van Engeland en zegt z/Harer Majesteits regeering onwettige inmenging in de binnenlandsche aangelegenheden der Repu bliek heeft een ondragelijken toestand in het leven Uw zoon lord Charlton. Als ik het niet gedacht had zei de oude heer, schouderophalend. En wat is uw idee Dat het horloge mijn zoon ontstolen is Dat kan wel, 't zij op straat of in't gedrang op de renbaan. Dat dacht ik ook dadelijk. En daarom be- sloot ik, hier heen te gaan, om mij te vergewissen, of zijne lordschap 't horloge ook van de hand had gedaan, eer ik de politie waarschuwde. Zeer goedMaar lord Charlton is niet thuis, en ik kan u geen verdere inlichtingen geven. Neem mij dan niet kwalijk, dat ik u stoorde, mylord. Ik ben eerst naar het oude adres van lord Charlton gegaan, dat ik in 't adresboek ge vonden had maar ze vertelden mij, dat hij was verhuisd en nu hier woonde. Wacht een oogenblik, zei de graaf, een beetje toeschietelijker geworden. Misschien kan ik u nadere inlichtingen bezorgen zijn kamerdieuaar zal er mogelijk iets van weten. Er werd gebeld om den kamerdienaar, en deze herkende aanstonds het horloge, dat aan lord Charl ton had behoord. Wanneer heb je het 't laatst gezien vroeg de graaf. Gister-avond, mylord. Ik gaf het aan zijne lordschap, toen die zich kleedde om uit te gaan. Weet je het zeker Zeer zeker. Ik nam het zelf van de tafel en stak het in zijn vestzak. Heeft zijne lordschap u van-morgen ook ver- teld, dat hij 't horloge verloren had vroeg de pandjeshuisman. Ik heb zijne lordschap vandaag nog niet gezien hij is sedert gister avond met thuis geweest. geroepen, waaraan de regeeri ng der Zuid-A frikaansche Republiek verplicht is zoo spoedig mogelijk een eind te maken." Hierop volgen de eischen der Transvaalsche Regeering, te weten 1°. dat alle geschilpunten aan de eene en de andere zijde zullen worden opgelost door vriend- schappelijke arbitrage of op eenige andere vriend- schappelijke wijze als tusschen Engeland en de Z.A. Republiek zal worden overeengekomen. 2°. Dat de Britsehe troepen aan de grens der Republiek onmiddelijk zullen worden terugge- trokken. 3°. dat alle troepenversterkingen die sedert 1 Juni 1899 in Zuid-Afrika zijn aangekomen vandaar teruggetrokken zullen worden binnen een redelijken tijd, vast te stellen door Engeland en de Republiek en onder waarborg van de zijde van de Republiek dat op geen enkel deel van de Britsehe bezittingen een aanval zal worden ondernomen gedurende de nieuwe onderhande lingen. Indien deze voorwaarde mocht wordou aangenomen, is de Regeering der Republiek bereid de gewapende Burgers van de grenzen terug te trekken. 4°. dat de Britsehe troepen die op zee onderweg zijn, op geen punt in Zuid-Afrika aan land zullen worden gezet. De regeering der Z.-A. Republiek eischt met nadruk een bevestigend antwoord op deze vier punten en verzoekt der Britsehe regeering dringend haar antwoord niet later dan vijf uur Woensdag- avond a. s. te zenden. De regeering der Zuid-Afrikaansche Republiek wil daaraan nog toevoegen dat het onverhoopt niet ontvangen van een bevredigend antwoord binnen den gestelden termijn haar tot haar groote spijt zou noodzaken om de actie der Britsehe Regeering te beschouwen als een vor- melijke oorlogsverklaring, dat zij zich niet aan- sprakelijk acht voor de gevolgen en dat, ingeval nieuwe troepenbewegingen naar de Transvaalsche grenzen plaats hebben binnen den gestelden termijn de Regeering der Republiek genoodzaakt zal zijn dergelijke bewegingen eveneens te beschouwen als een vormelijke oorlogsverklaring. Aan de N. R. Ct. wordt het volgende uit Potsdam geseind In tegenwoordigheid van den Keizer, de Keizerin, de Koninginnen Wilhelmina en Emma en den De man zag den graaf nieuwsgierig en ver- legen aan. Ik wil u niet beangst maken, mylord, zei hij, maar dan moet lord Charlton gister-avond bepaald bestolen zijn.en. als u hem sedert niet heeft gezien. De graaf begou te begrijpen, wat de man eigenlijk bedoelde. U meent, dat. dat mijn zoon iets is over- komen vroeg hij, als iemand, die zich met geweld tegen een onaangename gedachte wil verzetten. Ja, mylord, 't is in elk geval verdacht, dat dit horloge van morgen door een vreemde in pand is gegeven, terwijl men uw zoon sinds gister niet heeft gezien. 't Is wel vreemd, zoo mengde nu de kamer dienaar zich in 't gesprek, omdat zijn lordschap van plan was, thuis te komen. Hij nam geen valies of zoo iets mee en gelastte mij, hem van- morgen bij tijds te wekken. De graaf stond op. 't Is zeker vreemd maar ik kan niet ge- looven, dat er iets ernstigs is gebeurd. Maar we kunnen eens gaan onderzoeken. Waar heeft zijne lordschap geclineerd vroeg hij den knecht. Bij meueer Darvell, iemand, dien hij kent van de renbaan. Ik kan wel eens gaan vragen, hoe laat hij vandaar vertrokken is. De graaf wendde zich tot den pandjeshuishouder. Ik ben u zeer verplicht. Ik zal dadelijk laten informeeren. Als u een goeden raad van mi] wilt aan- nemen, mylord, geef de zaak dan dadelijk in handen van de politie. Dit lachte den graaf niet toe. Hij vond het

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1