T Algemeen Nieaws- en Advertentieblad voor Zeenwsch- Via an dor en. No. 3812. Dinsdag 5 September 1899 39e Jaargang. Proces-Dreyfus. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,-. Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,824. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. Reunes, 2 September. De zitting begint half zeven. Aan den ingang van de zaal is het zeer kalm, tengevolge van den regen. Onder de eerste getaigen, die binnenkomen, merkte men opgeneraal Delloye en de majoors Hartmann en Ducros. Cavaignac is te Rennes teruggekomen. Hij heeft een groot dossier bij zich en men gelooft, dat hij weer offensief zal optreden. Majoor Hartmann voltooide zijn verklaring en weidt uit over paragraaf drie van het borderel, waarin gesproken wordt over de wijzigingen in de formatie der artillerie. Getuige gaat na, welke officier in 1894 in staat was om een nota over die formatie op te maken en hij korat tot de conclusie, dat alleen de officieren van het eerste bureau en van de derde directie inlichtingen konden geven over die formatie, welke blijkbaar is geweest van vdor 4 Juli 1894. Op dien datum was die organisatie niet alleen bekend bij den generalen staf, maar ook bij verscheidene ondergeschikte agenten. Omtrent het leveren van het schiethandboekje zegt Hartmann, dat de schrijver van het borderel dit boekje niet dan met moeite moet hebben kunnen krijgen, en hij gelooft dan ook, dat men te doen heeft met een niet artillerist onder de officieren. Een officier, die in 1894 een „reglette de corres- pondance" zou hebben geleend, waarvan het ge- bruik niet te begrijpen is zonder hulp van het schiethandboekje, zou zeker, ook tegelijk een ont- werp-schiethandboekje hebben geleend. Getuige vraagt een geheime zitting om te kunnen spreken over de granaatkartetsen. Die geheime zitting wordt bepaald op den aanvang van de zitting van Maandag. Eenige vragen worden den getuige gesteld door leden van den krijgsraad. Een daarvan heeft betrekking op de nota over de formatie der artillerie en brengt generaal Delloye naar voren, die uit eigen beweging, onpartijdigheidshalve, verklaart, dat er een drukfout of een fout van den copiist moet geweest zijn. Dit maakte de vraag van den rechter, gelijk deze opmerkt, overbodig. Majoor Hartmann brengt zijn zeer goed in elkaar zittende verklaring, die een zakelijke rede- bevat, ten einde. Deze luidt geheel in denzelfden geest als gister het begin. Hartmann houdt goed vol tegenover de talrijke vragen, die de rechters hem stellen. Daarna heeft een zeer belangrijke aangrijpende confrontatie plaats, geleid beurt om beurt door Deinange, Labori en Hartman, tusschen dezen laatste en generaal Delloye, den laatsten kampioen voor de beroemde technische discussie van het borderel Delloye eindigt met het verklaring dat hij alleen expert is om te bewijzen, dat de vol- strekte onmogelijkheden, die de verdediging aan- voert, niet bestaan, en dat hij zich niet verklaart over de schuld van Dreyfus, dat hij erkent, dat hij daarvoor niet het minste bewijs heeft zelfs niet uit de tweede hand. Mercier, die weer de rol van den regeerings- commissaris op zich neemt, laat opnieuw eenige details vaststellen. Houet, lid van het Instituut, herhaalt zijn reeds in Mei, dat zij aan de manoeuvres niet zouden deelnemen. Onmogelijk kon dus een stagiaire het borderel geschreven hebben. BoisdefFre, Delloye, Mercier en Roget trachten, den getuige in de war te brengen. Delloye verklaart, een persoonlijk onderzoek ingesteld te hebben te Bourges, aangaande hetgeen Dreyfus had kunnen verraden omtrent den granaat Robin. Labori vraagt aan getuige, wat een verrader speciaal de steller van het borderel wel zou kunnen onthullen, waarop Delloye aangedaan uitroept,/Dring daarop niet aan Het borderel levert bewijs genoeg, dat de verrader een meester in zijn vak is, die het belang kent van de stukken, welke hij levert. Die inlichtingen hebben waarde als officieele documenten en zijn goud waard. en Bij den gemeenteraad te Middelburg is inge- komen een adres van het comite voor eene tram- verbinding Middelburg—Domburg, waarin verzocht wordt de pogingen van het comitd te willen i i stpunen door eene laarliiksche subsidie te verleenen loozen afstand van gemeentegrond toe te zeggen Zola over den stijl van het borderel, dat niet ge schreven is in het zuivere Fransch van Dreyfus, maar in het met vreemde bestanddeelen vermengde Fransch van Esterhazy. Mr. Labori verzoekt den voorzitter om Hart mann uit te noodigen, den krijgsraad inlichtingen te verschaffen, waardoor deze kan vaststellen of Esterhazy zich te Chalons bouwstoffen kon ver- schaifen voor aanteekeningen over bedekkings- troepen en over Madagaskar. De getuige acht dit waarschijnlijk. Roget en Mercier komen in tegenspraak met Hartmann over het verraden van geheimen omtrent de samenstelling der granaten, wat Hartmann duidelijk maakt. Labori ondervraagt Gonse over de machinaties van 1896 tegen Picquart. Roget komt Gonse, die verwarde antwoorden geeft, te hulp. Maandag 4 Sept. zal een confrontatie van Gonse met Picquart plaats hebben. Lamotte, in 1894 stagiaire bij den generalen staf, hield Dreyfus voor schuldig doch door het lezen van de enquete, door het Hof van cassatie gehoudeu, kwam z. i. Dreyfus onschuld aan het licht o. a. door den nieuwen datum, aan het borderel gegeven. De stagiaires konden z. i. het schiethandboekje niet kennen voor Julizij wisten voor zooveel de onderneming die noodig heeft voor hare baan of stations en halte-emplacementen. Opgemerkt wordt dat onder de door de Staatscourant vermelde benoemingen van ridder de orde van Oranje-Nassau voorkomt die van den heer Hanema, als voorzitter der Kamer van Koophaudel te Harlingen. Met 31 Aug. van het vorige jaar is die heer al benoemd tot ridder in die orde, in zijne kwaliteit als wethouder van Harlingen, waarbij nog komt dat hij dezer dagen als voorzitter der Kamer van Koophandel ontslag heeft genomen. TER NEUZEN, 4 September 1899. Ds. R. W. de Jong, predikant bij de Geref. gemeente alhier, heeft voor het beroep naar die gemeente te Broek op Langendijk bedankt. Tot agent van politie alhier is benoemd K. Hamelink, veldarbeider alhier. Bij Kon. besluit is aan mej. H. J. S. Schoon- akker, wed. P. H. du Pree, sluismeester bij het kanaal van Ter Neuzen, een pensioen toegekend van f 265. Het is eene oude gewoonte dat we onzen lezers mededeelen wat de kermis brengen zal. Dat tijdstip is er weer. We moeten echter bij voorbaat verklaren, dat het menu nog zeer sober is. Zooals reeds vroeger uit een raadsverslag bleek komt op de Markt de stoomcarrousel van Schenoff. Yerder komt Janvier met zijn carrousel. Peeters met zijn doolhof en de schouwburg der familie Bakker. Waarvan op 't oogenblik verder bericht van hun komst is gedaan zijn galanterie, koek- en oliebollenkramen. 't Is dus nog niet veel. Omtrent de vermakelijk- heden in vaste lokalen alhier is ons nog niets met zekerheid bekend, doch naar we vernemen zullen die gelegenheden weer uitgebreid zijn. Naar we vernamen komt op de Markt geen carrousel, waarvoor als motief geldt, dat geen carrouselhouder bleek voor een plaats aldaar iets boven het plaatsgeld over te hebben. Ofschoon voor dat motief wel iets te zeggen valt, vinden we het toch jammer dat een zoo groote aantrekkelijkheid der jeugd als de draaimolen van het centrum der kermis geweerd wordt. Men heeft steeds moeite om inrichtingen van vermaak naar hier te krijgen, omdat onze stad niet in de gewone route ligt en de meesten er een verre reis voor moeten doen. De kermis wordt toch niet gehouden ten genoege der ondernemers van vermakelijkheden, maar wel voor het plezier der ingezetenen. Waarom, wijl er zoo weinig liefhebberij blijkt te bestaan, hen die nog naar hier komen te bemoeilijken Als men 't onderste uit de kan wil hebben loopt men zooals bekend is ook gevaar 't deksel op den neus te krijgen. Zalerdagnamiddag was de knecht Abra- hamse, van den molenaar Van Wijck bezig met het losmaken der zeilen. Reeds was hij aan het vierde zeil bezig, en daartoe een eindweegs in de wiek geklommen, toen deze begonnen te draaien (hij had de molen niet vastgezet) en A., om niet het ge vaar te loopen mee in de rondte te gaan zich liet vallen of er af sprong. Hij kwam op de galerij terecht en daar men hem niet zag overeind komen vreesden zij, die het ongeval bemerkt hadden, 't ergste. Bij hem komende bleek hij zich hevig bezeerd te hebben en uit den neus te bloeden hij was evenwel bij zijne voile kennis. Terstond werd geneeskundige hulp ingeroepen en geconstateerd dat niets gebroken was. Een paar uren na 't ongeval werd de man huiswaarts vervoerd. FfCTJILLETOlSl Voorwaardelijk Ontslagen. 14) Lord Charlton, de nieuwaangekomene, knikte en wenkte Halford, hem te volgen naar het club- lokaal. Dat is oude Burney Burroughs, expliceerde hijeen eerste-klasse bokser in zijn tijd maar hij werd te dik en kon niet meer vechten. Toen hebben we hem hier als portier genomen. Hij ziet er anders uit of hij kort geleden nog gevochten heeft. Dat litteeken op zijn tronie O, dat heeft hij niet met vechten gekregen. Dat heeft een van onze leden gedaan de kleine Tommy Tompson een aardige kerel, maar vree- selijk idioot, als hij opgewondeu wordt. Hij had een aardig spelletje bedachthij gooide met charn- pangneflesschen naar een hoed op de punt van een parapluiedie arme Burney kwam ongelukkig in den weg en ving een der flesschen net op zijn gezicht. Natuurlijk had Tommy erg het land, maar hij heeft zich goed gehouden. Kom, laten we eerst wat gaan drinken mijn keel is zoo droog als zand. Ze waren een lange kamer binnengetreden. Aan 't eind was een buffet, waarbij eenige heeren stonden, meest jongelui, in avondkleeding. Doch er waren enkele ouderen, blijkbaar van ander allooi. Lord Charlton zag terstond, dat zijn vriend, met wien hij een paar avonden geleden kennis had gemaakt aan de speeltafel bij Westhropp, nieuw was in dezen kring van Londensche be- roemdheden. Hij wees hem daarom de voornaam- sten aan. Er werd niet bizonder gelet op rang en stand, om in aanmerking te komen voor het lidmaatschap der club, die den schoonen naam droeg van „het Hoi". Bookmakers, sportagenten, die geld ver- zamelden voor prijzen bij bokspartijen, enkele kotne- dianten zwervende journalisten en geldschieters waren onder de habitues, en de „gouden jeugd" vond het een heele eer van hun gezelschap te genieteu en een glas champagne voor hen te betalen. De ,,sportafdeeling" harerzijds bewees veel eer aan de //gouden jeugd", met wie zaken vielen te doen. Een paar leden protesteerden tegen de aanwe- van, zigheid van geldschieters maar hunne motieven waren zeer egoi'stisch zij hadden hun krediet bij die heeren uitgeput en bevonden zich nu tegenover hen in een zeer gedwongen positie. Lord Charlton scheen in dezen kring zeer populair. Bijna elk had een woordje voor hem, en meer dan een informeerde, wanneer hij naar Amerika ging. O, heel gauw, antwoordde zijne lordsehap. Ik wacht op een kameraad om mee te gaan. Jack Darvell zegt, dat hij een geschikten kerel weet. Ik had verleden week met hem moeten kennismaken maar Darvell moest uit de stad en het diner werd afgekommandeerd. Ik zal hem nu waarschijnlijk morgen-avond zien. Wat ben je van plan te doen met den ouden Gaygold, Charlie vroeg een jongmensch. Zal je eerst met hem afrekenen Neen ik heb dien ouden schelm mijn levens- verzekeringspolis gegeven, en hij heeft mij voor zijn doen heel netjes behandeldhij heeft mij geintroduceerd bij een anderen schelm, die mij nog een paar duizend pond heeft geleend op een accept. Jij moet toch gemakkelijk genoeg geld kunnen krijgen, Charlie, meende een ander jeugdig lid. Ik begrijp niet, hoe je er zoo om verlegen bent met jou vooruitzichten Ja mijne vooruitzichten Daar weet ik alles beste kerelmaar mijn ouweheer is taai die gaat Methuzalem achterna. Dat weten de schoeljes wel en daarom laten zij mij bloeden. Maar over een paar jaar ben ik er door. Ik word solide en zal zuinig gaan leven. Ik ben eigenlijk al begonnen, zooals je weetik heb mijne paarden verkocht, mijne kamers opgezegd en ik woon nu bij de oudelui, tot ik op reis ga. Aan moeders pappot, he, Charlie zei zijn vriend. Cecil Halford, die moe was en het land had, want hij was aan 't spelen geweest en had weer veel meer verloren, dan hem voegde, had op 't punt hestaan, lord Charlie vaarwel te zeggen, toen hij den naam van Gaygold opviug. Dat maakte hem nieuwsgierig. Zoodra lord Charlton zich van het buffet ver- wijderde en op een sofa in een der hoeken ging zitt en, kwam Halford bij hem en begon Ik hoorde u daar Gaygold den geldschieter noemen. Hoe vindt u hem in zaken ,J Och, net zoo'n groote dief als de rest, maar voor mij nog al gemakkelijk. Heb je met hem iets te doen Ja. Niet veel, natuurlijkwant ik ben niet rijk maar ik heb iets van hem geleend en hij maakt 't mij nu erg lastig. Wat doet hij Schrijft hij Hij heeft nog niets gedaan de termijn is pas vervallen maar hij praat over een crimineel proces en zulken onzin. Lord Charlton keek zijn nieuwen vriend aan met een onderzoekenden blik. Hm dat is leelijkzei hij. Maar hoe kan hij dat doen Zeker praten over ,/valsche wissels" en zoo Dat is de gewone manier om niewelingen bang te maken. Ja, antwoorde Cecil, met een lichte beving der lippen 't is gemeene laster, natuurlijk, maar hij Eensklaps hield hij op en zei Doch ik mag u niet lastigvallen met mijne particuliere zaken. Neen, oude jongen, en als je een wenk wil aannemen van iemand, die 't klappen van de zweep kent, spreek dan niet over zulke dicgeu in een club, onder menschen, die je niet kent. Cecil kreeg een kleur. Hij merkte, dat ziin dwaze bekentenis wantrou wen had gewekt, en hij antwoordde, eenigszins uit de hoogte Ik ben u wel verplicht voor dien wenk. Ik vergat, dat ik u nog maar twee keer ontmoet heb, aan de speeltafel, bij een ander aan huis. Maar u heeft mij geintroduceerd in uw club, en daarom mag ik u wel wat nader over mijn per- soon inlichten. Hij haalde een kaartje uit zijn portefeuille. Hit is mijn naam en adres, als ik thuis ben, zei hij. Mijn vader is oud-militair, en onze familie behoort thuis in Westmore land. (Wordt vervolgd.) Uit blttd verschijni .t1 Woensdag- en bij den ,«tgeve,r P. J. VAW MIPE «e Te. IVe«en. Bargemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN Gelet op artikel SOS der gemeeDtewet; Brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen, dat de Begrooting van de plaatselijke inkomsten en uitgaven dezer ge meente, voor het jaar 1900 op beden aan den Raad is aangeboden, en, voor een tijdvak van veertien dagen, voor een ieder ter lez'ing is nedergelegd op de secretarie der gemeente, alwaar tegen betaling der kosten, afschriften van dezelve kunnen worden verkregen. Ter Neuzen, den 31 Augustus 1899. J. A. P. GEILL, Burgemeester. J. WISKERKE. Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1