Aigemeec Kieuws- en Advertentieblad Zeeuwsch- Via an dor No. 3810. Donderdag 31 Augustus 1899. 39e Jaargang. voor Binnenland. Voorwaardelijk Ontslagen. ABONNEMENT: advertentiEn r„,,„rting van advertentiSn v6or 3 uren op den dag der uitgave. .-..7... J.. - e. wm.....u -<« POLITIEK OVERZ1CHT. F EUILLETON TER NEUZEN, 30 Augustus 1899. Wie is't Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,-. Franco per postYoor 1 ..d f 1 10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,32$. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. 74 Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pnjs slecbts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsrnimte berekend. XllZtJIlU-iliy VdU |t T„ P, VAW DE SJiWOK te Ter Ie«.en 1 I T 4- U a! K.iii tr»A« nanav I '1 n i»l n Ir t De bladen bevatten weinig over den toestand tusscben Engeland en de Transvaal, maar uit Kaapstad komt een ernstig bericht. In antwoord op Chamberlain's laatste telegram, zoo luidt het, heeft de regeering der Z.-A. Republiek den Ln- gelschen agent doen weten, dat ze zich houdt aan haar laatste voorstel en geen verdere concession doen zal. Als dit bericht bevestigd wordt, schijnt het eind der onderhaudelingen en ook het eind der spanning niet ver meer te zijn. Wat Engeland zal doen, als Transvaal niet meer wil toegeven, is nog onzeker, maar het voortduren van den bestaanden toestand zou misschien nog meer schade doen dan een oorlog. De oorlogszuchtige artikelen van de ,/Kandpost worden door de regeering der Z.-A. Republiek sterk afgekeurd, zegt de Pretoria News." De redactie zou zelfs al een waarschuwing gekregen hebben. De „Volksstem" van Pretoria bespreekt het voorstel van een ,/gemengde commissie en zegt Mervan 1 i, u 1 Een ding is echter voor ons glasheJder, en dat is nooit zal het volk der Z.-A. Republiek toelaten, dat, in plaats van onzen Volksraad, Britsche des- kundigen zullen beslissen, wat hier te lande wet behoort te wezen. Wanneer de Transvalers met meer bekwaam geacht worden, om in hun eigen land hun eigen wetten vast te stellen, dan kan de heer Chamberlain maar liever ronduit vragen, dat we onzen Volksraad naar huis toe sturen en dat in de plek daarvan een of meer Engelsche heeren de wetgevende macht gaan uitoefenen. President Kruger heeft thans getoond, dat hij in goede trouw aan de uitlanders een aandeel wil geven in het bestuur onzer staathuishouding maar met zijn gezamenlijke onderzoekiugscommissie vraagt de heer Chamberlain veel meer, dan wij geven kunnen, en ook veel meer dan de uitlanders ooit hebben verlangd. Uit Rennes seint men van 29 Augustus. De verklaring van kolonel Cordier, onderdirecteur van het bureau van inlichtingen, dat hij zich in 1894 vergist heeft, maar dat hij nu van de on- schuld van Dreyfus overtuigd is, verwekt groote beweging. Hij 'verklaart verder, dat hij antisemiet is; maar hij zou toch geen valsche getuigems tegen een jood kunnen afleggen. Er ontstaat nu een heftige discussie met Lauth en met Roget. Daarop volgt een onbeteekenende verklaring van de Freycinet over het syndieaat. Cordier bespreekt het verdwijnen van stukken te Bourges en herinnert aan de arrestatie van Thomas, die wegens verraad is veroordeeld. Die verraderijen kunnen aan Dreyfus niet toegekend worden. Dat dacht Sandherr ook. Cordier merkt op dat het gegeven signalement in geen enkel opzicht overeenstemt met dat van Dreyfus, doch veleer met een ander officier, die niet meer veroordeeld of vervolgd kan worden. Hij betreurt den dood van Henry wiens verklaringen de rechters in staat zouden gesteld hebben, de fabri- catie van veel dingen te leeren kennen (sensatie). Daarna bespreekt hij een aantal aangelegenheden voorafgaande aan de arrestatie van Dreyfus hij toont aan dat er destijds slechts een verrader was en het stuk ,/ce canaille de D." dagteekend uit dien tijd. De verklaring van Roget te mijnen opzichte, zegt getuige, is volkomen onjuist. Het verdwijnen van stukken werd gemakkelijk doordat de generale staf er gebruik van maakte. Ook na het vertrek van Dreyfus verdwenen stuk ken. De inlichtingen omtrent Dreyfus waren aan- vankelijk slecht doch allengs vervielen alle be- schuldigingen. Dreyfus hield van grootspraak, 't geen hem thans wel zal berouwen. Het stuk ,/ce canaille de D.", vond Sandherr onder andere papieren en hij beschouwde het als een autiquiteit. Zijn overtuiging van Dreyfus schuld berustte op de eenstemmigheid van het oordeel der rechters. Hij begon te twijfelen toen de datum van het borderel op Mei werd gesteld en hij is thans vol komen overtuigd van Dreyfus onschuld. Hij geeft ten slotte inlichtingen omtrent Henry en Picquart. Henry was kwaad op Picquart, die hem verdrong. Ilierna hadden plaats confrontaties met Roget, Lauth, Fleur, Gribelin en Mercier, over tal van ondergeschikte zaken. De Freycinet had alleen gesproken over de enorine kosten der publiciteit. Hij kent geen feit, dat vreemd geld in de zaak Dreyfus is gevraagd. Hij geeft geen meening over de schuld van Dreyfus en drukt zijn vertrouwen uit in zijn voorgangers, die de zaak goed bekeken hebben. Hij hecht niet veel waarde aan de geheimen der defensie behalve aan die over de bewapemng. "Hij bezweert den krijgsraad het leger voor Frankrijk ongeschonden te bewaren met zijn tucht tot in de hoogste rangen. Hij vraagt vertrouwen in de aauvoerders, waarop dagelijks aanvallen worden gedaan. Daarna wordt de zitting gesloten. 12) Jenny zag hem een oogenblik ernstig aan, wachtend, of hij iets zou zeggen. Daar hij bleef zwijgen, stak ze hem de hand toe. Vaaiwel, zei ze. Ik veiwacht van u, als fatsoenlijk man, dat ge mij niet meer zult opwachten. Natuurlijk niet, als u daar op aandnngt, antwoordde hijmaar het zal mij hard vallen. Ik genoot zoo van uw gezellig discours. Toe, zeg niet, dat ik u nooit meer mag aansprekeu. Dat zeg ik wel, en ik meen het. Tenzij Tenzijwat? Tenzij u mij verlof geeft, aan mijn vader en moeder te vertellen, dat ik u herhaaldelijk heb ontmoet, en zij mij vergunneu, de kennismaking voort te zetten. Cecil aarzelde. Hier zei ze weer ronduit, hoe de toestand was, en hij was, om meer dan een reden, er niet op voorbereid, het eenige te doen, wat die toestand eischte. Jenny Verity ontmoeten whs een dingnaar haar vader te gaan en toe- stemming vragen, de kennismaking voort te zetten, was een tweede. Hij had een mannelijke, eerlijke genegenheid voor Jenny, maar hij had nooit gedacht over de logische gevolgen van deze hofmakerij, of hoe men 't noemen mocht. Indien hij meer gedacht had aan de gevolgen van wat hij deed, zou Cecil op dat oogenblik veel gelukkiger zijn geweest. Zekere dingen, welke hij gedaan had zonder na te denken kwamen reeds tot hun logische beslissing en ver- oorzaakten hem veel last. Naar wij vernemen moet te Vlissingen een onderzoek ingesteld zijn naar een omkooping, die naar men vermoedt, zou plaats gehad hebben bij de iongste verkiezing voor een lid van den raad te Arnemuiden. Eenige Dinsdag 22 Augustus van zee binnengekomen stemgerechtigde visschers zouden dien dag in eerstgeno^mde gemeente zijn opgewacht, onthaald op sigaren en bier en daarna gezamenlijk, voor rekening van anderen, naar men zegt twee raadsleden, per trein naar hunne woon- plaats zijn gegaan waar zij op een bepaalden candidaat hunne stem zouden hebben uitgebracht. In hoever, zoo dit vermoeden juist blijkt te zijn, hierbij van omkooping in den geest der wet sprake is, kunnen wij natuurlijk niet beoordeelen. Alleen merken wij op dat, zooals bekeud, om kooping bij verkiezingen strafbaar gesteld is bij art. 126 van het welboek van strafrecht, en zoowel hii die omkoopt als degene die zich laat omkoopen strafbaar is. (M- Dt.) In de Maandag te IJzendijke gehouden raadsvergadering verzocht de heer Hendrikse, na het lezen der notulen inlichting over de uitweiding in de geloofsbrieven. Hij achtte het stooteud dat daar gesproken werd van wettigen zoon. Wanneer een gekozen raadslid nu toevallig eens geen wettige zoon was, waarom dan zulks na jaren in eene officieele openbare vergadering nog eens aan de groote klok te hangen Hij vond dat niet meer van den tegeuwoordigen tijd. De voorzitter zeide dat het een door Gedeputeerde Staten vast- gesteld formulier was. Als een staaltje van de wijze, waarop Amerikaansche burgers handelen, wanneer hun het vooruitzicht wordt aangeboden hunne gemeente tot meerderen bloei te kunnen brengen, schrijft men ons Eenige Vlissingsche heeren richtten zich onlangs tot de besluren van drie voorsteden van Chicago met het verzoek om plaats en opgaaf van condition tot het bouwen eener fabriek, waaraan ongeveer 140 man werk zullen kunnen vinden. Al zeer spoedig kwamen daarop de volgende antwoorden in 1°. Aanbod om zes hectareu grond benevens den bouwsteen gratis beschikbaar te stellen. 2°. Aanbod om zes hectaren grond gratis af te staan en eene tegemoetkoming in de kosten te verleenen van 10,000 doll. 25,000. 3°. Verzoek om eenige dagen uitstel, daar men eene monstermeeting wilde beleggen, ten einde te verkrijgen, dat zooveel grond zou worden aan geboden als noodig werd geacht, benevens eene premie van 20,000 doll., zegge f 50,000. Mochten vele Nederlandsche gemeenten hieruit een lesje putten (VI. Ct.) Door de afdeeliug Ter Neuzen der schippers- vereeniging ,/Schuttevaer" is aan den gemeenteraad van Zaamslag het volgende adres aangeboden Geeft eerbiedig te kennen de afdeeling Ter Neuzen der schippersvereeniging ,/Schuttevaer" dat zij vroeger bij u reeds heeft aangedrongen op een billijker tarief van de gemeentehaven a costi doch dat daarin nog geen verandering is gebracht; dat zij andermaal de vrijheid neeint hierop de aandacht te vestigen en beleefd verzoekt een zoo- danig tarief toe te passen, dat 5 cent per ton voor laden en lossen worde betaald I dat zij tegelijkertijd de vrijheid neemt nog eens te wijzen op den minder goeden toestand waarin uwe haven verkeert en naar 't haar voorkomt ver- betering daarvan dringend noodig is. Hierop is d.d. 25 Aug. van Burg, en Weth. van Zaamslag het volgende antwoord ontvangen Naar aauleiding van uw verzoekschrift d.d. Augustus 1899 hebben wij de eer u mede te deelen dat de gemeenteraad heden daarop afwijzend heeft beschikt, wat het eerste gedeelte van uw verzoek aangaat op grond, dat vermindering van havengeld, in verband met de uitgaven der gemeente aan de haven, niet te billijken is en wat het tweede gedeelte aangaat op grond dat de haven naar 's raads meening in voldoenden staat verkeert en dat ook door u geen noodig zijnde verbeteringen worden genoemd. Hij wilde echter Jenny zoo niet verliezen zonder een poging aan te wendeu. lk heb er natuurlijk niets tegen, zei hij, dat ge de uwen spreekt over onze kennismaking. Als ik eens op een namiddag, als u thuis was, een visite kwam maken Dat had ik wel eens eerder kunnen doen, maar u heeft mij nog nooit gezegd, waar u woont. 't Is goed, dat u mij daaraan herinnert. Ik had dat wel mogen doen. Maar ik had natuurlijk geen idee, dat wij elkaar zoo dikwijls zouden ont moeten. Jenny nam een enveloppe uit haar zak en gaf die aan haar bewonderaar. Dit is mijn adres, zei zemaar als u vader wilt ontmoeten, zal u op Zoudag moeten komen. Hij heeft door de week zeker zijne werk- zaamheden in de City Jenny's vroolijk gezicht stond nu zeer ernstig en hare lippen trilden een weinig, toen zij ant woordde Neen, hij is niet in den handel. Hij is muzikaut. Hij speelt de banjo en ziugt bij wed- rennen en op feesten. Cecil maakte onwillekeurig een beweging van schrik hij was bijna even bleek als Jenny. Een oogenblik sprak geen van beiden. Toen zei Jenny, met neergeslagen oogen Nu weet u het. Doe zoo als ge wiltkom of kom nietmaar ik moet u verzoeken, mij niet aan te spreken, zoolang ge niet bij ons zijt geweest. Eer Cecii Halford geheel bekomen was van de verrassing, was zij verdwenen onder de menigte. Jenny Verity giug naar huis, sloot zich op in haar kamertje en bleef daar wel een uur, dat zij grootendeels doorbracht met weenen. Toen droogde zij hare oogen en ging naar beneden, waar zij haar moeder vertelde, dat ze hoofdpijn had. Haar vader knorde, dat zij te hard studeerde en zich ziek maakte. Dagen verliepen, en Cecil Halford gaf geen teeken van leven Jenny werd bleeker en bleeker, en de huisdokter verklaarde, dat hare zenuwen van streek waren ze had rust en verandering van lucht noodig; Tom Verity sprak er over met zijn vrouw en besloot eindelijk, een poosje met Jenny naar buiten te gaan. Wij weten uit zijn gesprek met Dennis Avory, waarom hij niet wilde gaan, waar men iedereen kon ontmoeten. En toen haar vader Lakeland voorstelde, kmkte zij goedkeurend zij wist, dat Cecil Halford s te- huis daar was zelf vestigde zij de keus op Pat- terdale. Terwijl haar vader in zijn eentje lange wandel- tochten ondernam, won Jenny inlichtingen in over I de Hermitage en de bewoners van dat buitenverblijf. Zij zag het huis, waar Cecil's familie woonde, en op een morgen, toen zij met haar vader er langs wandelde, zag zij een schoone jongedame in den tuin. De dame glimlachte vriendelijk tegen lorn Vetiy. Is dat juffrouw Alison? vroeg Jenny, die van haar vader de ontmoetiug met den kapitein en zijn nicht had gehoord. Ja, dat is de dame. Ik wou, dat je den kapitein eens kon zien. Wacht, ik zal even gaan vragen, hoe 't met hem is. Neen, vader, nu niet, zei Jennyik ben wat tnoe van de waudeling en verlang naar huis. Ik geloof, dat het toch beter is, als wij naar Louden terugkeeren. Als ik weer aan mijne bezig- heden ben, zal ik mij veel prettiger gevoelen. Tom gaf toe aan den wensch van zijn kind, en den volgenden dag waren zij weer te Londen. Jenny hervatte hare studie aan de Academie, en Cecil Halford vernam van de vriendinnetjes, die hem geregeld op de hoogte hielden, dat zij terug was en dien avond op het concert, werd gewacht. Daarom stond hij, 's avonds negen uur, aarzelend op den hoek van Hannover-street. Hij wilde zoo gaarne haar weer zien, met haar sprekeu. al was 't maar een oogenblik. Doch hij gevoelde, dat dit laf zou zijn, als hij niet voldeed aan haar verlangen en een bezoek bij haar vader bracht. Ik kan 't niet doen zei hij bij zich-zelven, na lang nadenken't is onmogelijk een liel- jeszanger Goede hemelwie zou gedacht hebben, dat zoo'n meisje een meisje van de Koninklijke Academie de dochter zou zijn van een man, die op de banjo speelt bij wedrennen Cecil wilde juist heengaau, toen een hand op zijn schouder werd gelegd hij keek om en zag een man, met deftig voorkomen, donker uiterlijk en tusschen de veertig en vijftig jaar. He, Westhropp, zei hij verrast, waar ga jij heen Niet verder dan naar het Criterion-restaurant. Ga meeik moet daar iemand ontmoeten dan gaan we samen naar mijn kamer en spelen een partijtje baccarat. Cecil Halford schudde het hoofd. Neen, dankje, zei hij, daar heb ik ge- noeg van. Gekheid Je moet met uitsclieideD, alsie verliestje moet uitscheiden, als je wint, kerel En ik zou je wel graag willen voorstellen aan den baas, dien ik ginds moet vinden. Misschien ken je hem al.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1