Algemeen Nieaws- en Advertentieblad voor Zeenwsch- Vlaanderen. nationals Militie* No. 3798. Donderdag 3 Augustus 1899. 39e Jaargang. OISCHULDIB Geldleening gemeente Zaamslag. Binnenland. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. Bij deze courant belioort een bijvoegsel. Oproeping van groot verlofgangers tor opkomst in werkelijken dienst. POLITIEK OVERZICHT. FifiUILLETON Naar het Fransch van JULES MARY. 58) XV. TEB IEIMSCHE COlIMlrT Voor ADVERTENTIEN: ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per post Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- bushouders. Vrlldagavond, Bltgexonderd op FeeVldaseo. bij den -H^-ver V. J. V*W DK 8AMDK «e Ter Aenxen. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Hit blad verschijnt jlaandag-. W«>eiiwd»K- De Burgemeester der gemeente TER NEL ZEN geeft kennis dat de milieien-verlofgangers, wonende in deze gemeente, van de lichting 1896, behoorende tot liet derde regement infanterie JACOB VAN DAMME, GILLES JOHANNES DE GROEN, JOHANNES FRANCISCUS DEMEIJER, JOOST DIRK SCHEELE, JAN PLADDET. GEERARD JAN LOOP DAVID BAREMAN, ANTHONIE JAN'tGILDE en HENDRIK RIEMENS zich op den lO Augustus 1SOO, des namiddags voor vier ure, bevinden moeten bij hun korps, voorzien van bun verlofpas en van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting door hen, bij vertrek met groot verlof mede genomen, teneinde in werkelijken dienst te worden gesteld, wordende hen onder het oog gebracht dat de verlofganger, die in gebreke blijft op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, bij zijne latere opkomst zooveel langer in dienst zal worden gehouden en dat, volgens art. 145 der militiewet, hij die niet aan de oproeping voldoet, als deserteur zal worden behandeld. Alvdrens naar hun korps te vertrekken zullen zij zich behooren aan te meldcn bij den ondergeteekende. Ter Neuzen, den 1 Augustus 1899. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. Zij, die alsnog wenschen deel te nemen aan de geldleening van 14200, verdeeld in 71 aan toonder en a pari uit te geven aandeelen van 200,-, tegen eene rente van ten hoogste 4 ten honderd in het jaar, worden uitgenoodigd hunne inschrijvingen ter Secretarie in te leveren voor (5 Augustus a. s. De inschrijvingsbiljetten moeten inhouden naam, beroep en woonplaats van den inschrijver, getal aandeelen waarvoor wordt ingeschreven en rente- bedrag mits niet hooger dan 4 ten honderd. Zaamslag, 28 Juli 1899. Burgemeester en Wethouders, J. BARENDREGT Az., Voorzitter. P. J. WORTMAN, Secretaris. De commissie uit de Belgische Kamer tot onder- ngzoek der verschillende kieswet-voorstellen heeft bet oorspronkelijk Regeerings-ontwerp met 8 stem men tegen 8 onthoudingen verworpen. Collivet zat nu achter de tralies, en Haudecoeur kon revisie van het vonnis verkrijgen, waarop eerherstel zou volgen. De chef van de recherche waarschuwde aanstonds na de arrestatie Jean Demarr, en Loiseau begaf zich naar Rolleboise. 't Was reeds laat. toen hij aanklopte bij Morellet, die met Haudecoeur in de kamer zat. Natuurlijk wekte dit ongewone late bezoek achterdocht. Pas op, Jacques zei de boer, terwijl hij voorzichtig de deur opende. Zoodra Haudecoeur bet gezicht van den agent herkende, maakte hij een zeer verklaarbare beweging om de vlucht te nemen doch Loiseau riep Wees maar niet bang, beste vriend ditmaal breng ik een goede tijding. En ik wed, dat je vrijwillig mee naar de gevangenis terug gaat Deze laatste woorden begreep hij niet, maar de oprechte toon van den agent stelde hem gerust, Hij luisterde vol verbazing naar bet verhaal, dat Loiseau deed omtrent de arrestatie van Collivet En naarmate het verhaal vorderde, nam de blijde ontroering van den onschuldig veroordeelde toe, tot hij overstelpt van aandoening snikte O, mijn God P Eindelijk eindelijk Houd je kalm, Haudecoeur, zei Loiseau - lioud al je bedaardheicl. Begrijp je nu, dat je Met gelijke meerderbeid evenwel verwierp zij daarop ook alle andere, op de kiesrechthervorming betrekking hebbende voorstellen, met inbegrip van dat tot invoering der evenredige vertegenwoordiging en tot invoering der algemeene volksstemming referendum). Men wijt dit negatief resultaat vooral aan de tegenwerking der socialisten, die, voor een nieuwe rieswet wordt voorgesteld, eerst dekiezers wenschen geraadpleegd te zien. Men verwacht nu in de Kamer eene verklaring der Regeering. Veel waarschijnlijker dan ontbin- dieg acht men het, dat zij een gewijzigd ontwerp tot invoering der evenredige vertegenwoordiging zal indienen. Volgens de laatste berichten zal geen van beide geschieden en het Ministerie zijn ontslag heeft genomen. In afwachting van het groote proces dat de volgende week voor den krijgsraad te Rennes begint, werd weer een der kleinere bijzaken afgewikkeld, die in zoo grooten getale uit de Dreyfus-zaak ontstaan zijn. Ten opzichte van Du Paty de Clam heeft namelijk het ingeleid onderzoek nu tot eene ordon- nance de non lieu (het vinden van geen termen tot rechtsvervolging) geleid, waarop 's mans invrijheidstelling is gevolgd. Le Figaro toont aan, dat hierdoor generaal Roget en overste Cuignet in eenen uiterst pijnlijken toestand worden gebracht. Waar zij namelijk tegen Du Paty niets hebben kunnen waar maken, wordt ook de waarde van bun getuigenis tegen Dreyfus zeer verminderd. Gelijk men weet, is Du Pety's stelsel van verdediging altoos geweest, dat hij het willoos werktuig was in de handen zijner superieuren Gonse en Boisdeffre, die hem door wijlen den falsaris Henry hunne geheimzinnige instructies tot redding van Esterhazy en van wat zij de //eer des legers" noemdeu deden toekomen. In dat zelfde nummer van Le Figaro komt een schrijven voor van wijlen kolonel Sandherr, geda- teerd 5 Januari 1895, waarin den directeur van een militair blad wordt afgeraden van bekentenissen van Dreyfus te spreken, want dat die niet gedaan zijn. Hiermede vervalt dus het sprookje, door Lebrun- Renault in de wereld gebracht en door De Cavaignac tot dogma verheven, voor goed. Voor het oogenblik zijn de kansen op oorlog tusschen Eugeland en den Transvaal verminderd. In Transvaal vooral heeft men veel hoop op een vreedzame oplossing van het geschil. Staatssecre- vrijwillig naar de gevangenis zult gaan Je proces moet herzien worden, opdat je onschuld aan het licht kome en bewezen is voor de heele wereld. In afwachting van die herziening moet je je gevangen geven. De wet wil het nu eenmaal zoo. O, meneer Loiseau, nu ga ik gaarne mee Zooveel te beter. In naam der wet arresteer ik u voegde de agent er lachend bij. Neem maar afscheid van papa Morellet. XVI. Haudecoeur meldde zich aan als gevangene en men behandelde hem met de meest mogelijke zacht- heid, daar zijn gevangenschap slechts een admiui- stratieve formaliteit was. Ongelukkig heeft de justitie wat lang tijd noodig voor hare verrichtingen en 'tdnurde twee maanden, eer de revisie-zaak voorkwam. Het proces nam niet veel tijd in beslag Collivet trachtte wel op zijn bekentenis terug te komen maar de bewijzen, vooral ook die van zijn pogingen om Haudecoeur te dooden, waren overweldigd. Gedurende de openbare zitting was hij als met zijne gedachten afwezig hij scheen ternauwernood de vragen van den president te hooren en gaf korte autwoorden. Slechts nu en dan werd het bleeke gelaat bewogen door een krampachtigen trek, als kwamen er woeste gedachten bij hem op, die hij moeite had, terug te dringen. Schijnbaar zonder aandoening hoorde hij de uitspraak van het vonnis //veroordeeld tot levens- langen dwaugarbeid''. En hij liet zich wegleiden door de gendarmen. De president richtie zich nu tot Haudecoeur Haudecoeur, gij zijt vrij t.aris Reitz, over den toestand ondervraagd, ver- klaarde eerst te willen afwachten het voorstel van Chamberlain, betreffende een Engelsch- Trans- vaalsche interventie-commissie. Enkelfe^Jhoog Transvaalsche ambtenaren hebben, en o. i. terecl'.t, bij voorbaat verklaard dat een scheidsgerecht door de Transvaalsche regeering niet kan worden geaccep- teerd, indien dat zou willen ingrijpen in de rechten van den Volksraad. Er is reeds vroeger beslist afgeslagen een verzoek van de Engelsche regeering om de kiesrechtvoorstellen, voor zij naar den Volksraad gingen, aan haar oordeel te onderwerpeu. Kruger, werd door enkelen verzekerd, zal nooit een Engelsch-Transvaalsch college willen laten jesluiteri over een zaak van orde, zuiver van de 3oeren alleen. Engeland heeft zich immers bij conventie te Londen verbonden niet in te grijpen de binnenlandsche aangelegenheden van de republiek. Zoodat het scheidsgerecht, dat Chamberlain wil, volstrekt nog niet beschouwd kan worden levens- vatbaarheid te hebben. De oorlogsgeruchten verminderen wel, maar er zijn mededeelingen te over die wijzen op een nog zeer onzekere toekomst. Engeland blijft oorlogs- materiaal naar Zuid-Afrika zendenvolgens een geloofwaardig bericht is dokter Jameson naar Rhodesia vertrokken om een legerkorps te vormen en zijn de geemployeerden van de Beers reeds tot krijgslieden georganiseerd. De Boeren van Bechouanaland en een groot aantal Kaapsche Afrikaners blijven sympathiebetuigiugen aan de Transvalers zenden. Een gewapend optreden van Engeland in Zuid-Afrika moet noodwendig tot een burgeroorlog leiden. Op Von Bismarck's sterfdag heeft Keizer Wil- helin een krans van laurier- en palmbladeren te Eriedrichsruhe doen bezorgen en een hartelijk telegram (uit Bergen, in Noorwegen) aan vorst Herbert gezonden. Deze heeft's Keizers huldeblijk toen op het graf zijns vaders nedergelegd. In de kapel van het Mausoleum werd een, door omstreeks 50 personen bezochte, eenvoudige, maar zeer treffende lijkdienst gehouden. De Duitsche Regeering heeft nu met de Rus- sische eene schikking gemaakt betreffende de als onbeheerd beschouwde Bereneilanden, waar onlangs de Duitsche vlag werd geheschen. Duitschland verbind zich, de eilanden niet te annexeeren, en Rusland belooft, zich niet te verzetten tegen het vestigen van Duitsche inrichtingen aldaar. De Brieven, in Mei tusschen onze Koningin en Paus Leo gewisseld en Zaterdag aan de Vredesconferentie door den secretaris-generaal Van Eys voorgelezen, luiden als volgt nAan Zijne Heiligheid den Paus. i Zeer Doorluchte Hooge Priester ,/Daar Uwe Heiligheid, wiens welsprekend woord zich altijd met zooveel autoriteit ten gunste van den vrede heeft verheven, onlangs in zijne allocutie van 11 April j.l. deze edelmoedige gevoelens weer speciaal heeft uitgedrukt met betrekking tot de relatien der volken onderling, heb ik 't mijn plicht geacht, hem mede te deelen, dat op het verzoek en het initiatief van Z. M. den Keizer aller Ruslanden, door mij tegen den 18" van de volgende maaud eene conferentie te 's Gravenhage is bijeengeroepen, welke geroepen zal worden de middelen na te sporen om te komen tot eene vermindering van de zwaar druk- kende militaire uitgaven in den tegenwoordigen tijd en om zoo mogelijk de oorlogen te voorkomen, of tenminste de gevolgen er van te verzachten. z/Ik ben overtuigd dat Uwe Heiligheid met sympathie het bijeenkomen van deze Conferentie zal begroeten en ik zal mij zeer gelukkig gevoelen wanneer hij, getuigenis gevende van deze hooge sympathie, zijn gewaardeerden moreelen steun zou willen verschaffen aan het groole werk, dat op grond der edelmoedige voornemens van den edel- denkenden Keizer aller Ruslanden, in mijn resi dence zal worden uitgevoerd. z/Ik maak volgaarne van deze gelegenheid gebruik, Zeer Doorluchte Hooge Priester, om Uwe Heiligheid opnieuw te betuigen de verzekering van mijne hooge achting en van mijne persoonlijke toewijding. z/Hausbaden, 7 Mei 1899." ,/Aan Hare Majesteit de Koningin der i/Nederlanden. Majesteit Wij kunnen niet anders dan aangenaam vinden den brief, waarbij Uwe Majesteit, mededeeling doende van de bijeenkomst in de hoofdstad van haar rijk van de Vredesconferentie, de vriendelijk- heid heeft, voor deze vergadering onzen zedelijken steun te vragen. z/Wij haasten ons, onze levendige sympathie uit te spreken, zoowel voor den doorluchten aanstichter der Conferentie en voor Uwe Majesteit, Uit de zaal ging een geestdriftig gejuich op, en de brave man had moeite, aan de algemeene ovatie te ontkomen. Honderd handen werden hem toe- gestokeu, en de zijnen hadden moeite hem te naderen. Hij begroette hen met tranen in de oogen. Ook Jean Demarr was tegenwoordig, en Gerard had, naast Louise gezeten, de debatten gevolgd. De vrijspraak van Haudecoeur was de bezegeling van hun geluk. Marguerite vertoefde in 'tzuiden, om herstel van krachten te zoeken doch men hield haar van uur tot uur op de hoogte, en toen men te zamen was in de woning van Demarr, werd besloten, dat alien zich naar haar toe zouden begeven. Zij was reeds zoo lang alleen geweest. Maar voor zijn vertrek had Jean Demarr nog een plicht te vervullen. Men wist, welk aandeel Marinette had gehad in de ontknooping van het drama. De ervaren advokaat zag in haar een ongelukkige, in wier hart een aangeboren rechtschapenheid was, die in de stormen van haar leven niet verloren was gegaandoor haar de hand te reiken en te toonen, dat niet alles om haar heen berekening of onver- schilligheid was, kon men de jonge vrouw misschien cpheffen en redden. Hij had haar schriftelijk om een onderhoud ge- vraagd, dat ze afwees met de betuiging, dat ze haar plicht had gedaan en dat haar vurigst verlangen was, het treurige verleden geheel te vergeten. De advokaat liet zich hierdoor niet afschrikken, maar begaf zich naar de rue lord Byron, 't Duurde een poosje, eer de meid, die hem was gaan aandienen, terug kwam met het verzoek, binnen te komen. Marinette had ongetwijfeld nog geaarzeld. voor want Jean Demarr groette eerbiedig de schoone, bleeke vrouw, wier gelaat de sporen droeg van haar ziele- lijden. Mevrouw, sprak hij, ik kom u niet be- danken, maar toch wil ik u de verzekering brengen, dat al het geluk, dat op het oogenblik onze harten vervult, uw werk isik wil u zeggen, dat wij aan u zullen denken als aan een vrouw, die niemand den moed zal hebben te beleedigendie wij lief— hebben, ondanks alles. Meneer Ik zegondanks alleswant uwe oogen zeggen mij, dat gij hebt geweend.niet alleen over het verlies van uw lieve, jonge vriendin, maar zeker ook over uzelven. Zij zweegdoch hare oogen werden vochtig, en zij beet zich op de lippen, om niet in tranen uit te barsten. Jean Demarr was ook diep bewogen. Mevrouw, zei hij, wat kunnen wij voor u doen Zacht antwoordde zij O, gij zijt goedik dank u voor al wat ge mij komt zeggen. Hij drong aan Gij antwoordt niet. Wat kunnen wij u doen Spreek tot mij als een vriend. Helaas u kunt niets voor mij doen; ik verlang niets. Niets Zij schudde het hoofd. Mag ik u een vraag doen vroeg hij 't is misschien onbescheiden, maar zie er niet anders in dan zuivere belangstelling. Wat is het Spreek.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1