Algemeeo
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch- Via an der e
kadastsr.
No. 3786.
Donderdag 6 Juli 1899.
39e Jaargang.
Verlofganger der Nationale Militie.
Binnenland.
ABONNEMENT:
bU'h°°der!' Intending van advertentiSn v6or 3 uren op den dag der uitgave
Oproeping voor na-inspectie
de Meijer Johannes Franciscus,
POLITIEK OVERZICHT.
FJBXJILLETON
27
24
36
34
57299
56928
67906
56501
71198
89511
399343
Naar het Franscli vau JULES MARY.
Help, help
mm
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,-. Franco per postVoor
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,821.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
f0liR4\T
Ui
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
y hi. ,1,-n Ti» te Ter Weazen.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend
dat de Landmeter van het Kadaster voor den velddienst
den 5dsn dezer en volgende dagen in deze gemeente de ge-
W0ne jaarlijksche veranderingen voor den dienst van het
kadaster komt opnemen.
Ter Neuzen, 4 Juli 1890.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. P. GEILL.
VAN EEN
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN,
Gelezen de brief van den beer Militie-Commissans in Zeeland,
van den 3">n Juli 1899,
Roepen bij deze op den verlofganger der Nationale Militie
loteling der lichting 1896, lotingsnummer 12, van het 3e
regiment infanterie, behoorende tot deze gemeente, om op
Zaterdag, den 22»tsn Juli aanstaandedes voormiddags ten 10
nre, op de Koopmansbeurs te Midde/burg voor genoemden
Militie-Commissaris te verschijnen, voorzien van al de door
hem van het corps medegebrachte kleeding en equipement-
stukken, zijn zakboekje en verlofpas, tot het maken van na-
inspectie; zullende hij bij met verscbijning de nadeelige ge-
volgen aan zich zelt te wijten hebben.
Ter Neuzen, 5 Juli 1899.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. P. GEILL, Burgemeester.
J. WISKERKE, Secretaris.
Omtrent de kieswet-kwestie in Belgie meldde
de »Ind." dat de groepen der linkerzijde van de
Kamer bijeengekomen waren en een motie hebben
aangenomen ten gunste van het intrekken van
het kieswetontwerp, indien er geen volksstemming
over uitgeschreven wordt.
Het bestuur van den Werkliedenbond in het
Volksbuis hield een bijeenkomst met de socialistische
afgevaardigden en gedelegeerden uit de provincieu,
om over den toestaud te beraadslagen.
De leden van de rechterzijde van de Kamer
hebben Dinsdagocbtend in een bijeenkomst besloten,
met algemeene stemmen hun goedkeuring te hechten
aan het voorstel van de regeering om alle wets-
ontwerpen die op het kiesrecht betrekking hebben,
zoowel oude als nieuwe, te laten onderzoeken door
een commissie van een en twintig leden, bestaande
uit vertegenwoordigers van alle partijen.
De leden van de linkerzij hebben zich met dat
voorstel vereenigd met eenig voorbehoud, dat
voornamelijk betreft den tijd die aan de commissie
wordt gelaten om te beraadslagen.
Tegen het begin der zitting waren gisteren
uitgebreide militaire voorzorgsmaatregelen genomen
Men had echter geen rustbewaarders noodig. Er
had geen stoornis plaats en wat het voornaamste
is de crisis is geeindigd.
Bij het begin van de kamervergadering las de
voorzitter vau het kabinet een verklaring van de
regeering voor, waarbij deze de kamerleden uit-
noodigt hun voorstellen betreffende het kiesrecht
in te dienen, die dan door een commissie zullen
worden onderzocht.
Theodor, lid van de rechterzij, diende een wets-
ontwerp in, waarbij de evenredige vertegenwoor-
diging wordt uilgebreid tot alle kiesdistricten des
lands.
Vandervelde, lid van de linkerzij, sloot zich
aan bij het voorstel van de regeering, dat gelijk
staat met de intrekking van het regeeringsontwerp.
De socialisten zijn bereid zitting te nemen in de
commissie.
Woeste, aauvoerder van de rechterzij, juichte de
verdaging toe en diende een wetsontwerp in, waarbij
het stelsel wordt ingevoerd dat elk district een
afgevaardigde kiest.
Alle voorstellen zullen worden onderzocht door
een commissie van vijftien leden, waarvan tien
benoemd door de rechter- en vijf door de linkerzij
Er worden langzamerhand meer personen
bij Dreyfus, thans te Rennes, toegelaten, en zoo
wordt het een en ander bekend over zijn lichamelijk
en geestelijk welzijn. De laatste bericnten zijn
van Mr. Demange en van Mr. Labori, die
hun client hebben opgezocht en een onderhoud
met hem hebben gebad. De ontmoeting van Dreyfus
en zijn advokaat was zeer hartelijk zij ombelsden
elkaar en konden eerst geen woord spreken. Daarop
werd Labori voorgesteld, dien Dreyfus begroette
met de woorden//Ik ken u enkel van naam,
inaar ik heb u leeren hoogachten en dank u van
ganscher harte voor den steun, aan mevrouw
Dreyfus verleend."
Labori was verbaasd over het uiterlijk van Dreyfus.
Hij lieeft eigeulijk niet geleden door het klimaat.
Het lichaam gaf geen blijk van geestelijk lijden
Hij is, zei Mr. Demange, bijna zooals in 1894
Dreyfus was wel eenigszins op de hoogte van
zijn zaak, maar onvolledighij had alleen kennis
kunnen nemen van het hem toegezonden verslag
der behandeling voor de strafkamer, waarbij de
enquete is aangenomen. Hij kende dus het rap
port van Bard, het requisitoir van Manau en het
pleidooi van Mornard.
Taai heeft bij de marteling van vier jaren af-
zondering op het Duivelseiland doorstaan.
Hij wordt nu wat opgewekter ook, maar hij
sukkelt met zijn maag door de groote hoeveelheden
kinine, die hij ingenomen heeft. In 't begin had
hij moeite om zich uit te drukkeuhij was 't
spreken ontwend. Eerst begreep hij niet, welke
rol Henry en Picquart in zijn zaak gespeeld hadden.
De mededeeling dat du Paty de Clam in hechtems
was genomen, beantwoordde bij met de woorden
vdat begrijp ik".
Yolgens de „Siecle" mocht er op de ,/btax
niet tegen Dreyfus gesproken worden.
Te Rennes begint men ook een beetje tot kalmte
te komen en de belangstelling, die zich de eerste
dagen bij de bevolking voor de Dreyfus-zaak uitte,
is reeds verminderd. Men schoolt niet meer samen
in den omtrek van de gevangenis, en men laat
het huis van mevrouw Godard nu met rust.
De vorst van Monaco heeft mevrouw Dreyfus
en den kapitein uitgenoodigd om bij hem op het
kasteel Marchais, een 20 K.M. van Laon, te komen
logeeren, als de zaak is afgedaan. Men zegt dat
de krijgsraad haar 31 Juli zal behandelen.
In de Kamer is het een oogenblik erg rumoerig
geweest, toen Charles Perry verlangde, dat een
vroeger door hem ingediende motie aan de orde
gesteld zou worden. De linkerzijde riep ,/Dat
is een verrassing en er ontstond een hevig verzet
en rumoer zoodat Deschanel den voorzittersstoel
verliet en de vergadering geschorst werd.
Na de heropening kwam de Kamer tot een
regeling van de ontstane moeilijkheid en zette
daarna de behandeling voort van de aan de orde
zijnde onderwerpen.
Zij nam o. a. het ontwerp tot vaststelling der
vier directe belastingen aan.
Op verschillende plaatsen in Spanje wordt
voortdurend gevochlen tusschen het hongerlijdende
voik en de politie. De vechtpartijen te Badalona,
een plaatsje bij Barcelona, werden niet aan politiek
toegeschreven. De kwestie zou daar ontstaan zijn
doordat een nieuwe gemeenteraad met geweld
bezit wilde nemen van het raadhuis, 't geen de
gendarmen trachtten te beletten. Er zijn vier
menschen bij gedood en 17 gewond.
Ernstiger nog zijn de ongeregeldheden te Va
lencia.
Yrijdag hadden de troepen bevel ontvangen,
alle belangrijke punten te bezetten. Het volk
hield de tramwagens tegen door de rails te ver-
sperren, en de gendarmes, die den weg weer be-
rijdbaar wilden maken, tegen te houden. Einde-
lijk gingen de troepen tot den aauval over, en
er werd geschoten. Versclieiden personen be-
kwam kwetsuren, maar hun aantal is nog niet
op te geven. Een Mauser-kogel drong door de
deur van een winkel heen en doodde een bediende,
die achter die deur stond.
Het Centrum verneemt van welingelichte zijde,
dat het wetsontwerp op den leerplicht spoedig
na de opening der Tweede Kamer a.s., in be
handeling komen zal.
Door het hoofdbestuur der Schippersver-
eeniging //Schuttevaer" is naar aanleiding van
een adres ten antwoord ontvangen van de Societe
Anonyme du Canal et des Installations Maritimes
te Brussel, dat de vaartuigen, die het kauaal
van Groot-Willebroeck bevaren, wanneer zij van
de sleepbooten geen gebruik maken, alleen dan
vrij zullen zijn van het betalen van sluisgeld,
wanneer zij slechts doorvaren tot een maximum
afstand van 500 M. van beide uiteinden van het
kanaal. Tevens is het den schipper veroorloofd,
zonder hulp van een sleepboot tot Groot-Wille-
broeck te varen.
Aan het ,/Hbl." wordt uit Atjeh gemeld, dat
luitenant Van de Wall aan de hand is gewond.
De vijand trad meer agressief op en er wordt
veel van de troepen gevergd.
TER NEUZEN, 5 Juli 1899.
Naar verluidt worden door Burg, en Weth.
aanbevolen voor de benoeming van onderwijzeres
aan school A alhier, de dames A. B. J. Wissel,
J. A. I. Dieleman, De Vrieze en S. Dees.
Gedurende het loopende jaar zijn aan den
spoorweg alhier de volgende zeeschepen aangekomen
om aldaar te lossen of te laden.
Maand.
Getal. I Geladen met
Januari
Februari
Maart
April.
Mei
Juni
31
38
19 s., 3
1 m.
190
1 p.k., 3 1.
s., 3 ij., 1 m.,
1 1., 1 k.
9 ij., 4 pa.,
2 m., 3 1.
ij., 3 k.,
1 pa., 1 1.
7 ij., 5 k.,
2 pa., 1 1.
17 s., 8 h., 5 ij., 2 pa.,
2 k., 1 m., 1 c., 2 1.
16
2 h.,
16 s.,
2 h.,
16 s.,
2 h.,
14 s.,
5 h.,
K.m. inhoud
bruto.
45)
De strijd duurde lang de gendarme deed zijn
best, hem den haudboei om den pols van zijn
tegenstander te krijgendoch deze wist dit behendig
te ontkomen.
Kort en scherp, hijgende naar adem, wisselden
de mannen enkele woorden.
Je bent Haudecoeur, he P Ontken 't maar
niet.
Ja, ik ben Haudecoeur ik ben onschuldig
en je kunt mij eerder dooden dan dat ik mij
opnieuw laat pakken
Dat zullen we zien
Met een bovenmenschelijke poging kreeg de
vluchteling eindelijk zijn tegenstander onder en
zette hem de kuie op de borst.
Ik zal je geen kwaad doeu, zei hij haastig
je doet je plicht, anders niet. Beloof mij
te laten ontsnappen mij niet meer te vervol-
gen
Neen, neen, dat beloof ik niet
Ik zweer u, dat ik een arme drommel ben
Ze hebben mij onschuldig veroordeeld.
Dat zeggen ze allemaal.
Dus je wilt niet P
In plaats van te antwoorden, richtte de gendarme,
dien Haudecoeur even vrij had gelaten, zich op
en schreeuwde op schrillen toon, zoodat het ver
klonk door den klaren nacht
O, zoo Dan is't goed, zei Haudecoeur,
Nu moet ik u tenminste voor een paar minuten
onscbadelijk maken. Neem mij niet kwalijk 't is
niet mijn schuld.
En hij bracht den weerstrevenden man een
vuistslag toe, die hem verdoofde.
Hiervan maakte Haudecoeur gebruik om aan
den haal te gaan. Maar nauwelijks had hij een
paar honderd meters geloopen, of hij hoorde weer
achter zich draven. Hij zag om en ontdekte, dat
het twee mannen waren. De eerste gendarme
was ontwaakt uit zijn verdooving, en de andere
was op zijn hulpgeroep gekomen.
Steeds volgde Haudecoeur het pad langs den
tuinmuur.
Eensklaps stond hij vooi een klein poortje,
dat niet gesloten was. Zonder zich te bedenken,
duwde hij het hek open en snelde het park in.
Doch de list hielp niet veel. Op hun beurt
bij het poortje gekomen, vervolgde de een zijn weg
langs den muur, en de ander ging het park in
de honden lieten het wild niet los.
Het park, behoorende bij't kasteel Expilly, was
niet grootde vluchteling was weldra in den
tuin. Daar zag de ongelukkige Marguerite hem
verschijnen.
Toen Haudecoeur op den grond was gaan liggen,
had hij gehoord, dat de voetstappeu van zijn
vervolgers naderden. Er schoot hem nog slechts een
ding over een schuilplaats te zoeken in het kasteel.
III.
Eerst was hij neergehurkt achter de buitendeur,
in de vestibule; doch toen hij een vrouw zag
naderen, was bij gevlucbt in de salon, waar Mar
guerite bem ontdekte, zoodra t licht uit de andere
kamer naar binnen drong.
Marguerite zag den vreemden man uieuwsgierig
aan, zonder vrees. Hij durfde den blik niet tot
haar opslaan, maar smeekte
O, mevrouw, wees niet bang Ik ben geen
dief of moordenaar. Ik vluchtte. twee gendarmen
zijn mij op 't spoor. Ik vond de deur van het
park open; 'twas mijn eenig redmiddel. Heb
medelijden ik zal u geen kwaad doen. O,
verraad mij niet aan de politie, mevrouw
Zacht herhaalde zij
Verraad mij niet
Nu waagde hij het, de oogen op te slaan
en 't was of ziju geheele lichaam werd bewogen
door een zwaren schok hij staarde haar aan en
kon een kreet van ontsteltenis niet bedwingen.
Mevrouw de Beaupreault
Nu achtte hij zich zeker verloren nu scheen
het, of de Hemel zelf zich tegen hem gekeerd had.
Mevrouw de Beaupreault! Die zou hem aan
't gerecht overlevcren
Hij had zelfs geen kracht meer om te vluchten
die laatste slag had hem vernietigd. Hij wankelde
en moest zich laten neervallen in een stoel. Hij
barstte uit in wanhopig snikken, als een kind.
Marguerite luisterde zij scheen uitermate ver-
rastdie snikken wekten in haar kranke brein de
herinnering aan lang vergeten dingen. Ook dat
In deze kolom beteekenen de letters s. stukgoederen,
ij ijzer, pa. pijpaarde, h. hout,m.minerie, k. kolen, pk.pitchkolen,
c. coces, 1. ledig.
woord, die naam de Beaupreault, door den man
uitgestoten met een mengeling van vrees en haat,
had haar getroffen.
Een paar minuten bleef zij in peinzende houding
staan voor den weenenden man toen, gehoorzamend
aan een plotselinge ingeving, boog zij zich over
hem en nam de harde, vereelte handen van den
vluchteling tusschen hare zachte vingers.
Zij trok die handen terug van het gelaat en
dwong hem zoo, haar aan te zien. Op haar beurt
staarde zij hem aan, ling en aandacbtig, en er
kwamen allerlei berinneringen bij haar op, eerst
nog verward, als in een nevel.
Haudecoeur verwonderde zich er over, dat zij
niet om hulp riep, geen kreet uitteen toen hij
den wonderlijken blik zag, kwam een flauw ver-
moeden van de waarheid bij hem op.
Zij bleef intusschen hem aankijken, tot eindelijk
een nieuw licht straalde in hare oogen. Ze deinsde
terug, wankelend, bang. Haar geheugen keerde
terug. 't Eerste blijk van bewustheid, dat ze gaf,
was het uitroepen van zijn naam
Haudecoeur Haudecoeur
De verstandsverbijstering week langzaam lieel
het verleden zou opnieuw voor haar geest komen,
met al haar wroeging en angst.
Toen hij zag, dat ze hem herkende, liet Haude
coeur zich opnieuw op de knieen vallen.
Ja, mevrouw, ik ben Haudecoeur, de banne-
ling; de man, dien men beschuldigd, uw man
te hebben gedood, en dien men heeft laten boeten
voor het misdrijf, dat een ander beging. Wees
niet bang voor mij. Heb medelijden