II Algemeec Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaandere Gemeenteraad. No. 3783. Donderdag 29 Juni 1899. 39e Jaargang. Ter-visie-ligging opgaven van Candidaten. abonnement STEMMING Binnenland. bU'h0Ude"' Inzending van advertentiSn v6or 3 uren op den dag der uitgave POLITIEK OVERZICHT. FEU ILLBTON Naar het Franscli van JULES MARY. HEUZENSC Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,-. Franco per postYoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,32*. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdrrecteuren en Bneven- fOlltWT Ut ADYERTENTlEN: Yan 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pry8 slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. H!l iiiad verscliijnl - I. tif-i.jam De BURGEMEESTER der gemeente TER NEUZEN dat' de bi! hem ingeleverde opgaven van candidaten voor de op heden gehonden verkiezing, ter vervulling; van vier plaatsen in den Gemeenteraad, evenala het door hem opge- maakte proces-verhaal van sluiting der candidatenlyst, ter Gemeente-Secretarie voor een ieder ter inzage liggen dat afschriften dier stukken aangeplakt en tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn. Ter Nenzen, den 27 Juni 1899. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GELLL. ■L11^ den B||i(cver I-. J. WAW DE IABDE te Tei Seuzen Woensdag- en Vrijilagavond, ultgezoniaerdoii VOOR DEN De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN brengt ter openbare kennis, dat op Maandag, den 10 Juli aanstaandevan des morgens acht tot des namiddags vvjf uren, de stemming zal geschieden ter vervulling van vier plaatsen in den Gemeenteraad. De candidaten. in alphabetische volgorde zijn DAELMAN A. J., DEES D. J., HARTE J. C., YAN DER MOER L. J., PLATTEEUW R., YERLINDE J. F., YISSER A. Tevens wordt de aandacht gevestigd op artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende »Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende aan eene krachtens wetlelijk voorschrift uiigeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar". Ter Neuzen, den 27 Joni 1899. De Burgemeester voornoemd, J. A. P. GEILL. Zondag organiseerden liberale en socialistische propagandisten te Brussel in het park tusschen het Kamergebouw en het Koningspaleis, waar elken dag eene groote volksmenigte het concert van de stedelijke kapel bijwoont, eene betooging tegen de kieswetvoordracht en de regeering. Ten slotte zong de menigte de Marseillaise en daarna de Carmagnole. In de lanen werden vluchschriften en vliegende blaadjes tegen de voordracht verspreid. Verscheidene oproerige redevoeringen werden ge- houden. De politie en de gendarmerie ont.ruimden het park. De menigte verspreidde zich onder juichkreten op de revolutie. Ook in de provincie- steden wordt het volk tegen de regeering en de bestaande orde opgezet. In Luik hield Zondag de afgevaardigde Smeets op een kerktrap tusschen een roode socialistische en een blauwe liberale vaan een brandrede, die eindigde met de woorden Het gewapende volk moet de kieswetvoordracht ten val brengen. Voor de misdaad wordt vol- trokken zal men over onze lijken moeten schrijden. I Gelijk stemreclit of revolutie Leve de republiek De geestelijke en oud-afgevaardigde Daens bestreed de voordracht in eene rede van een uur in eene vergadering van christelijk-democraten, liberalen en socialisten. Kenmerkend voor de beweging iD het algemeen is dat de liberalen er overal aan deel nemen. Ook stellen de gematigde liberale bladen, evenals de socialistische de regeering bij voorbaat verautwoordelijk voor de gevolgen, die de aanneming van de voordracht zou kunnen hebben. Het Ministerie staat nog, maar 't is een dubbeltje op zijn kant. De kamerzitting heeft duidelijk doen zien, dat het kabinet zijn veiligheid het beste verzorgt door het Parlement te verdagen. t Zou iets ongewoons zijn om een Ministerie den eersten dag, dat het voor de volksvertegenwoordiging verscheen, te laten vallen, eu toch kreeg het slechts een meerderheid van 263 tegen 237 stem men. Maar de premier, Waldeck-Rousseau, viel dan ook uiet mee. Hij sprak dof en mat, zonder warmte, zoowel toen hij de ministerieele verklaring voorlas als bij de beantwoording der interpellanten. Er was een ongewone belangstelling in de Kamer en de stemming was zeer rumoerig. Voor Waldeck- Rousseau nog het woord nam, ontstond er tumult, De uiterste linkerzijde schreeuwde het Ministerie toe: „Leve de commune! Weg met den moorde- naar uitdrukkingen, tegen de Gallifet gericht, die ze met groote minachting aanhooide. De voorzitter, Deschanel, maande tot kalmte, maar de radicalen antwoordden //Wij eischen den beul op." Eindelijk begon Waldeck-Rousseau zijn ver klaring voor te lezen, waarbij hij herhaaldelijk in de rede werd gevallen. Nauwelijks was de lezing begonnen, of de heer Roche riep ,/En de belangeu van Eiffel dan .J" (De minister-president heeft indertijd den heer Eiffel verdedigd.) Daarna gaf de heer Zevaes het sein tot een formeel tumult. Deze wordt tot de orde geroepen, evenals de heer Pourgnol. Toejuichingen weerklonken, toen de minister- president verzekerde, dat hij de Grondwet zou weten te doen eerbiedigen en dat de justitie in volkomen vrijheid haar taak zou kunnen vervullen. Toen de heer Waldeck sprak over de goede werking der openbare diensten, roept iemand van het centrum //En de collectivistische wetten Algemeen gejuich werd daarentegen gehoord, toen de premier een beroep deed op de eensge- zindheid van alle republikeinen. Na de verklaring kwamen verschillende inter pellates aan de orde. De beraadslaging werd daarop gesloten. Wal deck-Rousseau verklaarde, zich te vereenigen met eene orde van den dag, luidend De Kamer, goedkeurende de verklaring van de regeering en de door haar genomen maatregelen, gaat, enz. De la Porte las nu uit naam van 200 leden der linkerzijde de verklaring voor, dat zij voor het ministerie zouden stemmen, hetwelk door bet denkbeeld der unie wordt geleid. De Kamer heeft ten slotte met 263 tegen 237 stemmen eene motie van orde goedgekeurd, welke was voorgesteld door Perillier en aanvaard door Waldeck-Rousseau, de verklaring en de tot dusver door het ministerie verriclite handelingen goed keurende. In de wandelgangen heerschte eene niet te beschrijven mate van opwinding. Uit Hamburg wordt bericht, dat uit goede bron verzekerd wordt, dat eene groote hoeveel- heid wapenen men spreekt van 600,000 geweren uit Duitschlaud en Oostenrijk naar Transvaal gezonden zouden zijn. gediend zullen zijn van aldus gemeste varkens' schuilt er een gevaar in voor de exportslachterijen, omdat, wat het vleesch betreft, de ongeschiktlieid voor gebruik eerst te constateeren valt na het koken of braden. Op een nader te bepalen datum zullen door de Staatsspoorwegen worden ingevoerd vacantie- kaarten, geldig op de lijnen der S.S. en Centraal- spoor, waarmede men door het geheele land kan reizen. De prijs voor le, 2° en 3e klasse bedraagt resp. 4, 3 en 2. De Noord-Hollandsche gemeentebesturen heb ben van den Commissaris der Koningin in die provincie namens den Minister van binnenlandsche zaken het verzoek ontvangen de aandacht der ingezetenen te vestigen op het bedenkelijke om varkens langeren of korteren tijd te voederen met visch- of vischafval, wat in Noord-Holland veel- vuldig moet geschieden. Die voedering, wanneer zij plaats heeft tot enkele weken vodr de slachting, maakt het vleesch voor consumptie ongeschikt. Het spek wordt olieachtig en geel, week, onaangenaam van reuk en vischig van smaak. Daargelaten dat de inlandsche afnemers niet TER NEUZEN, 28 Juni 1899. In de Maandag gehouden vergadering van anti-revolutionaire kiezers werden, naar we ver- namen, nevens het aftredend lid de heer D. J. Dees, tot candidaten voor de raadsverkiezing ge- kozen de heeren J. P. van Herp, A. J. iazelaar en P. van Wijck Pz., welke laatstgenoemde heeren voor de candidatuur hebben bedankt. In de Dinsdag gehouden vergadering van ingelanden van den Oud-Zevenaarpolder is her- benoemd tot gezworen de heer A. Scheele. In plaats van den heer J. van de Wege, die voor die betrekking had bedankt, werd benoemd de heer J. van Hoeve. Philippine, 27 Juni. Alhier zijn heden bij den heer N. Yoerman voor de laatste maal ver- gaderd de leden van het beheer van den dijk- raad van den calamiteusen polder Stad Philippine. Men weet, dat deze polder vrij is verklaard. Philippine. Toen Zondagnamiddag na de godsdienstocfening de heer F. Vermoet zijnpaard wilde inspaunen om naar Sas van Gent te rijden, bemerkte hij, dat uit zijn rijtuig de met leder be- kleede zitbank was ontvreemd. Nog voor zijn vertrek heeft hij bij de politie alhier daarvan aangifte gedaan. Hoewel de schade door den hoogen vloed van Zondag ongeveer duizend gulden beloopt zal toch aanstaande Donderdag de bedijkte polder van de zee worden afgesloten. De visschersvloot is grootendeels reeds verhuisd naar de tijdelijke haven. Sas van Gent. Deze week waren ter veemarkt aangevoerd 17 stieren, 9 ossen, 24 koeien, 52 vaaxzen en 1 kalf, samen 103 beesten, waarvan 15 stuks onverkocht blevende verkoop ging traag en lage prijzen werden besteed. Neen, meneer, antwoordde hij, alle moeite doende om zijn tegenwoordigheid van geest niet te verliezendat telegram is niet van mij. Maar 't verwondert mij nietwant men heeft mij gezegd, dat de Parijsche politie heel nauwkeurig op de hoogte is gehouden omtrent de wegen van dien man. door een onbekenden vriend. Dat is zoo. Nu, meneer, dat is juist de reden, waarom ik hier kom. Heeft men eenig vermoeden, van wien die inlichtingen komen Niet het minstedat mag ik u, den zoon van het slachtoffer, wel zeggen. Mag ik weten, hoe ze tot u kwamen P waar vandaan. en wanneer Zeker. De chef haalde, na eenig zoeken, een dossier voor den dag. Het eerste telegram komt uit Sydney 't meldt, dat Haudecoeur uit de strafkolonie ontsnapt en in Australia aangekomen is. Zie maar. Gerard las de depeche. De datum kwam overeen met den tijd, toen Colli vet te Sydney moet ge- weest zijn. Een tweede telegram, vervolgde de politieman, geeft ons kennis, dat Haudecoeur met de //Brittaunia" naar Southampton zou vertrekken. Gerard las weerhij was zeer bleek. De beschulding, door Haudecoeur gericht tegen hem en Collivet, werd gerechtvaardigd. Is dat alles vroeg hij, met zwakke stem. Neen maar wat ziet u bleek, meneer Gaat u toch zitten. Pardon Gerard leunde het hoofd in de handen hij had een oogenblik van duizeligheid. Toen herstelde hij zich en zei Neem mij niet kwalijk ik zal u zoo meteen alles zeggen, en dan zult u begrijpen, waarom ik ontroerd ben. De chef legde hem nu verder uit, hoe de politie van alles wat de gangen van Haudecoeur betrof, op de hoogte was gehouden. Gerard doorlas aandachtig de depeches en briefjes. De politieman keek hem nieuwsgierig aan, niet zonder achterdocht. Gerard vroeg, na een oogenblik te hebben nagedacht En heeft u in 't geheel geen vermoeden, wie de onbekende zender van deze kaarttelegrammen en brieven is De chef aarzelde even en antwoordde toen Om de waarheid te zeggen, wel. En wil u 't mij meedeelen O, op dat punt is u even goed ingelicht als ik. Hoe bedoelt u Wel, is u niet eenigen tijd geleden met uw jacht te Noumea geweest Heeft men u niet de Bourail gesien? Ja. Wij hebben daarover een en ander vernomen. Er wordt zelfs beweerd, dat gij en uw reisgenoot, zekere Collivet, pogingen hebt gedaan, met Haude- in aanraking te komen. Zekere opziener, .lacque- min, heeft ons inlichtingen verstrekt. Hij was in gezelschap van Collivet, toen men Haudecoeur op de hielen zat na diens vlucht. Daarna zijt gij en Collivet verdwenen. Jacque- min, ondervraagd door zijne superieuren, heeft bekend, dat het plan voor de ontvluchting door hem en Collivet samen opgemaakt, een strik was, gespaunen aan den lichtgeloovigen Haudecoeur. Uw reistnakker had het op't leven van den moorde- naar uws vaders gemunt. En daar hij natuurlijk op uwe orders handelde, is het nog al duidelijk, dat gij op de hoogte waart van zijn doen en laten. 't Is ook nog al begrijpelijk, dat gij Haudecoeur achtervolgt met een buitengewonen haat, daar gij u niet tevreden stelt met de straf, welke de wet heeft opgelegd aan den moordenaar. Gerard luisterde met gesloten oogen hij had j een gevoel, of hij in een afgrond stortte. 't Werd nu klaar, dat Collivet de hand in 't spel gehad had; maar het ,/hoe" en ,/waarom" was hem nog niet duidelijk. De politieman vervolgde, zijn hoorder steeds in 't oog houdend Ziedaar, meneer, waarom ik van oordeel ben, dat u even goed als wij den schrijver der anonieme brieven moet kennen. De man, die ons de telegram men en verdere inlichtingen zond, kan niemand anders zijn dan gij of Collivet. Gerard antwoordde werktuigelijk Zeker, dat kan niemand anders zijn dan ik. De chef stond op, daarmee te kennen gevend, dat het onderhoud was afgeloopen. Gerard be merkte het niet. Hij zei nog En als ge u eens vergiste, meneer De man haalde de schouders op. Wat kon het hem eigeulijk schelen, van wien de briefjes kwamen Een oogenblik kwam de lust bij Gerard op den man alles toe te vertrouwenmaar hij durfde niet. Allerlei tegenstrijdige gedachten woelden in zijn binnenste. Hij moet eerst nadenden, tot kalmte komen. Maar een ding kon hij niet voor zich houden. Meneer, sprak hij, eveneens opstaande mijn zedelijke overtuiging is, dat Haudecoeur het slachtoffer is geweest van een rechterlijke dwaling. Maar waarom is u dan zoo verbitterd tegen hem Uw geloof in zijn onschuld is geheel in strijd met al wat u doet om hem te benadeelen. Gerard voelde zich op dit oogenblik niet in staat, een debat aan te gaan. Hij vroeg Mag ik later eens bij u terug komen, meneer Tot uw dienst. Evenwel. Evenwel P Als 't over Haudecoeur is, dan moet ik u vooraf zeggen, dat mijne handen gebonden zijn. Hij is voor mij niets dan een ontsnapte veroordeelde. Mijn plicht is, hem te vatten, waar ik hem kan krijgen. En als ik u nu eens ik zeg niet een bewijs, maar toch een aanwijzing bracht, die u deed twijfelen aan de schuld van dien armen man Gaarne zou ik uw overtuiging deeleu, meneer, en u helpen, zooveel in mijn macht is. 't Zou mij veel grooter voldoening zijn, de onschuld van dien ongelukkige aan 't licht te brengen, dan heuv weer de boeien aan te doen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1899 | | pagina 1