Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
Zeenwsch-Ylaanderen.
voor
No. 3652.
Donderdag 18 Augustus 1898.
38e Jaargang.
De mde tusschen AMERIKA en SPANJE.
GOUD!
Birineniand.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—Franco per postVoor
Nederland 1,10. "Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushonders.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave
adveetentiE n
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
De bladen houden zich nu, in en buiten
Amerika, bezig met de vraag, wie de afgezanten
zullen zijn voor de definitieve vredesconferentie te
Parijs. Van Amerikaansche zijde zal de staats-
secretaris voor buitenlandsche zaken, de beer Day,
wel de hoofdpersoon zijn. Ook wordt rechter
White genoemd en nog eenige andere bekende
juristen en specialiteiten in de buitenlandsche
politiek.
Voorts geven de bladen beschouwingen, die van
Spaansche zijde natuurlijk niet zonder bitterheid
blijven. Een republikeinsch blad gaf het protocol
in een rouwrand, met een korte opgave omtrent
de uitgestrektheid van het grondgebied, dat men
verloor. 't Is natuurlijk voor de oppositie-pers
een machtig wapen tegen 't ministerie-Sagasta
maar overigens mocht een oprecht republikein blij
zijn, dat Cuba aan 't Spaansche wanbebeer is
ontrukt, en ook de Eilippijnen kans hebben, van
de drukkende heerschappij te worden ontslagen.
De Amerikaansche bladen zijn in hun schik en
de republikeinsche. pers vooral looft Mc. Kinley
om het sluiten van zoo'n voordeeligen vrede. Er
is een groote strooming, die de inlijving der
Eilippijnen bij de Vereenigde Staten wil, in elk
geval de eilanden aan Spanje ontnemen.
Een hoofdartikel van de ,/Newyork Times"
betoogt, dat de oorlog het Bryanisme gedood
heeft, door de aandacht van het Amerikaansche
volk af te leiden van de binnenlandsche kwestien.
Het blad meent, dat het imperialisme (de uit-
breiding van gebied) voor de Vereenigde Staten
niet zonder gevaar, maar het Bryanisme (de werk-
lieden- en bi-metallistenpartij) toch veel gevaar-
lijker is. Deze beschouwingen van de „Newyork
Times" worden door den correspondent van haar
Londensche naamgenoote eenigszins optimistisch
gepordeeld, maar ook naar zijn gevoelen is het
Bryanisme voorhands dood en begraven, is het
populisme in het imperialisme opgegaan en heeft
het bi-metailisme in Amerika vooreerst afgedaan.
Iedereen voorspelt thans een sterke vermeerdering
van de welvaart en een geweldig opbloeien van
den handel in het najaar.
Of die ffwelvaart" inderdaad aan heel de natie
ten goede komt dat is juist de vraag, welke
FEUILLETON
Een roman nit Klondyke.
Naar het Engelsch
VAN
HEAD ON HILL.
s)
Dat litteeken zat hem geducht in den weg,
sinds hij de mooie oude buitenplaats had gekocht
en wilde optreden onder de land-aristocratie.
Andere dingen liadden er toe bijgedragen om hem
onpopulair te maken, bijvoorbeeld het veranderen
van den naam der plaats in Malahide-Abbey en
het krasse optreden tegen pachtersmaar het
litteeken maakte hem ,/onmogelijk", zooals een
der hooge autoriteiten van het gezelschap had
gezegd. Er liepen geruchten, dat een groote
Londensche woekeraar, die zich uit de zaken terug-
getrokken had niemand wist, waarheenjuist
zulk een merkteeken droeg, als /souvenir" van
een geruineerd slachtoffer, die zichzelven had
gedood, nadat hij zijn uitzuiger dus had toege-
takeld. De identiteit van Eupert Malahide met
den geldleener uit St. James-street was nooit
bepaald vastgesteld maar het gerucht hield hard-
nekkig stand. Niemand, behalve zijn naaste buren
en nog niet eens alien wilde te doen heb
ben met den kooper van de Abbey.
Dien avond bijvoorbeeld was de pracht van
het diner in groote tegenstelling met de gasten.
Meneer Asquith en Beryl, met Dick Osborne en
een zekeren kapitein Armstrong en ecbtgenoote,
een 'paar dat overal ging, waar een goed diner
te halen was, maakten het geheele gezelschap
uit, waarvoor vijf bedienden in de weer waren en
een kolosaal maal was aangericht.
sinds jaren gestcld is en aan populisme en Bryanisme
den oorsprong gaf.
George Kennan, de bekende journalist, die
indertijd Siberie beschreef, is op het oorlogsterreiu
van Cuba geweest en geeft in een New-Yorksch
blad een beschrijving over den slag bij Santiago,
wel geschikt, om den oorlog in al zijne ver-
schrikkelijkheid te schetsen.
Het zoogenaamde Amerikaansche hospitaal be-
vond zich drie mijlen ten oosten van de stad in
een klein dal. De hospitaaldienst was geheel
onvoldoende. Den eersten dag van den slag
waren er maar vijf dokters, den tweeden tien, die
aanvankelijk slechts twintig verplegers tot huune
beschikking hadden, zoodat zij een en twintig
uren achtereen moesten werken zonder rust. Den
tweeden dag alleen waren driehonderd operaties
noodig. Ondanks alle moeite en zorg van de
artsen lagen meer dan honderd ernstig en gevaarlijk
gewonden uren lang op den naakten grond, zonder
voedsel, overdag aan brandende hitte, den nacht
aan dauw en killen nevel blootgesteld. Alle
materieel voor verpleging was in zeer onvoldoende
mate voorhanden. De voedingsmiddelen bepaalden
zich tot eenige blikken vleeschextract en geconden-
seerde melk, die een majoor in zijn bagage had
meegenomen. De gewonde Amerikaansche soldaten
moesten in wagens een weg van een uur lang
naar het veldhospitaal afleggen, meerendeels be-
roofd van bovenkleeding, die bij een oppervlakkig
onderzoek naar hunne wonden op 't slagveld zelf
was achtergebleven. Voor de operatietafel zag
men op den vochtigen grood honderden gewonden
in 't hooge gras liggen, wachtende tot hun beurt
kwammen had niet eens water om hun dorst
te lesschen. Het gezicht der van pijn krimpende
ongelukkigen was hartverscheurend.
Toen 't nacht werd, had men bij de operaties
geen ander licht dan een paar kaarsen, die nu
en dan uitgeblazen werden, om de Spaansche
scherpschutters geen mikpunt te geven. Na
't ondergaan eener operatie werden de gewonden
weer uit de overvulde tent gebracht en in't vochtige
gras neergelegd. Van matrassen of kussens zelfs
van dekens was geen sprake.
Geen enkele der gasten zou gekomen zijn, als
bij een goede reden had kuunen vinden, ergens
anders te zijn. Asquith was zenuwachtig en neinig
op zijn gemakBeryl zag er bekoorlijk uit, maar
was onnatuurlijk koel en deftig, en Dick was zoo
stil en terughoudend, dat Malahide nu en dan
een zijdelingschen blik op hem wierp, die zon-
derling afstak bij zijn stereotiep glimlachtje.
Niettegenstaande de gedwongen vroolijkheid van
den gastheer en 't onnoozele gesnap van mevrouw
Armstrong, kwijnde het gesprek tegen 't eind van
't diner en alien waren blij, toen de beide dames
opstondeu en de eetzaal verlieten.
Na haar vertrek, toen de wijn een paar keer
rondgegaan was, schoof Malahide zijn stoel achteruit
en stond op.
Ik heb een zaakje te bespreken met meneer
Asquith, zei hij. Gij beiden zult ons wel een
oogenblik excuseeren Armstrong, vergeet niet.
nog eens in te schenken. Osborne schijnt wal
uit zijn humeur van avond, en die oude port is
juist iets voor hem. Nu, meneer Asquith, gaat u
even mee naar mijne kamer
Asquith stond op, als iemand die elken weerstanc
nutteloos achtte, wierp een treurigen blik op Dick
en volgde Malahide daar hoorde men buiten
iets als 't vallen van een zwaar lichaam, gevolgi
door een angstig gekerm. De eetzaal was ge-
lijkvloers. Dick en kapitein Armstrong spiongen
op, terwijl Malahida met een uitroep van onaan-
gename verrassing naar een der glazendeuren
liep en die opende. Het licht, dat naar buiten
stroomde, bescheen een man, die blijkbaar gevallen
was op het grindpad, dat het huis omringde.
Toen ze hem bereikten, richtte hij zich met
moeite overeind.
Hemel, dat is Ned Shrimpton riep Dick
en snelde toe om hem te ondersteunen. Ik
heb gehoord, dat je terug was, Ned. Ben je
erg ziek
De Haagsche correspondent der N. Gr. Ct.
zegt uit vertrouwbare bron vernomen te hebben,
dat van de meer dan 2000 voor een onderscheiding
voorgedragen personen, plus minus 600 voor een
decoratie in aanmerking komen, zoodat het getal
teleurgestelden zeker vrij wat grooter zal zijn dan
dat van de gelukkigen.
Verreweg de meeste orden zullen op 30 Aug.
worden toegekend en gepubliceerd in de Staats-
courant van 31 Aug.,den dag dertroonsbeklimming,
maar de besluiten daartoe zullen nog van H. M. de
Koningin-Regentes uitgaan en de onderscheidingen
derhalve het karakter dragen van een huldeblijk
der Vorstin, die zoo trouwen steun heeft gevonden
bij de uitvoering van Haar gewichtige en op dien
31Bten Aug. volbrachte taak. Waarschijnlijk zullen
na of op 1 Sept. nog eenige decoratien worden
verleend door de jonge Koningin als contra-
beleefdheid aan hen, die Haar komst tot den
troon tot een luisterrijk feest hebben gemaakt,
maar daaromtrent is nog niets beslist.
Omtrent de dienstuitvoering op de post-
kantoren gedurende de inhuldigingsfeesteu is
bepaald, dat op den hoofddag der feestviering ter
plaatse als hij op een werkdag valt, het hoofdkantoor
en c. q. de bijkantoren geopend zullen zijn tot
niet langer dan 11 uur 's m. en zal in den
namiddag, voor 7 uur 's av. nog gedurende 2 uur
kantoor worden gehouden.
Alleen in de morgenuren zullen postwissels,
kwitantien, pakketten en spaarbankzaken worden
behandeld.
Bestelling van postpakketten vindt niet meer
dan tweemaal plaats.
Het aantal brievenbestellingen zal op bedoelden
dag worden verminderd tot 3 in plaatsen waar op
werkdagen 5 h 6 bestellingen plaats vinden en tot 2
daar waar minder dan 5 malen wordt besteld. De
buslichtingen hebben plaats als op gewone dagen.
De diensturen op de telegraafkantoren alsmede
op de vereenigde bijkantoren worden onveranderd
gehandhaafd.
De Zeereerw. he6r J. M. J. Baede, sedert
het vorige jaar pastoor te Goes en deken van het
dekenaat Middelburg (vroeger pastoor te Zierikzee),
Och, meneer Dick, er schiet niet veel meer
voor mij over, zuchtte de ex-jachtopziener, bij-
gende naar adem. Ik zal niet lang meer leven.
Maar ik had u iets te zeggen en aan u ook,
meneer, voegde hij er bij, met een boozen blik
op Malahide. Ik had gehoord, waar u was,
en ik sleepte mij hier heen want veel tijd heb
ik niet meer te verliezen. Ik dacht twee vogels
te treffen, een blanke en een zwarte, ha, ha
Ziet u
Die man is zeker gek, fluisterde Malahide.
Hij behandelde mij zeer brutaal, maar ik draag
hem geen haat toe. Laat hem binnenals de
dienstboden ons hier vinden, komt er nog een
scene.
Hij wenkte de andere heeren, naar binnen te
gaan, en wachtte tot Dick Shrimpton in de kamer
was geholpen, waarna hij snel de glazen deur
sloot en het gordijn liet vallen. Toen' ging hij
bij de tafel en schonk een glas wijn in.
Daar man, drink eersthet zal je goed
doen. Ik wil vergeten, wat vroeger gebeurd is,
als jij 't ook doet.
Doch toen hij den stoel naderde, waarin Dick
Ned Shrimpton had gezet, wenkte de zieke man,
dat hij terug moest gaan.
Ik zou geen brok eten of geen dronk onder
dit vervloekte dak willen hebben, voor geen vijftig-
duizend sovereigns, zei hij met zwakke stem.
Neen, voor geen vijftigduizend Wat beteekent
zoo'n kleinigheid voor mij Weet je, waarom ik
hier gekomen ben, Rupert Malahide Zie mij
eerst eens aan den zoon van twee menscben, die
je tot bedelaars hebt gemaaktEn luister nu
voor elk millioen, dat gij bezit, kan ik er drie
neerleggen, en ik weet waar ik meer kan
krijgen.
Drink liever wat wijn en houd je bedaard
zei Malahide, wieus instinct hem dreef, voorzichtig
te zijn, waar sprake was van zooveel rijkdom, lioe'
rerdacht Maandag onder vele blijken van belang-
stelling zoowel van parochianen als niet-geloofs-
genooten zijn 25jarig jubile als priester. De heer
Baede was eertijds ook op vele plaatsen in Holland,
o. a. te Rotterdam, werkzaam als assistent of
rapelaan in welke laatste plaats hij o. a. zich
eenigen naam gemaakt heeft bij de Zondagavond-
conferentien over het Oude Testament in de St.
iaurentiuskerk.
De gebroeders Spijker te Amsterdam hadden
Zondag al hunne werklieden en alien die buiten
af aan de vervaardiging en versieriug der gouden
xoets hebben medegewerkt, uitgenoodigd om deze,
nu voltooid, in passende omgeving, in het Paleis
voor Yolksvlijt te bezichtigen.
De getrouwde werklieden kwamen met hunne
vrouwen, de ongetrouwde meestal met hunne
ouders.
Het was interessant te zien de verrukking en de
trots, waarmede alien de koets voltooid zagen, de
roets waaraan ieder hunner had medegewerkt. De
werklieden wezen hunne vrouwen wat zij er aan
gewerkt hadden. Hetzelfde deden de jongeren
lunne ouders.
De vrouwen verhoovaardigden zich op hunne
mannen, de ouders op hunne kinderen, dat zij zoo
iets moois hadden lielpen vervaardigen. De geheele
zaal was met werklieden en hunne vrouwen gevuld.
Zoo groot is het aantal, dat aan de koets gewerkt
heeft.
Maandag was de toeloop om de koets te be
zichtigen reeds groot. De zaal, waar de koets op
eene verhevenheid staat, is met veel smaak door
de firma Sinkel versierd.
Het bestuur van het Eriesch Rundvee-
stamboek heeft aan de leden de vraag gedaan, of
zij bereid zijn hun geheel beslag vee te laten
inspuiten met'tuberculine, op voorwaarde dat dit
kosteloos geschiedt en de runderen, die niet reagee-
ren, worden gemerkt met het tijdstip van het
onderzoek.
Daarop hebben 166 leden 6566 koeien ter
inspuiting beschikbaar gesteld. Op dit oogenblik
is een veearts uit Belgie in de omstreken van
Leeuwarden bezig om vee op tuberculose te onder-
zoeken, dat naar Australia wordt gezonden. Eer-
gisteren zijn 40 runderen naar Rusland gegaan,
die ook eerst op tuberculose zijn onderzocht.
wel hij geneigd was, Ned's woorden te beschouwen
als bet ijlen van een koortsig brein.
Je denkt dat ik gek benmaar ik zal 't
bewijzen met feiten en cijfers vervolgde Shrimpton
heesch. Jij, Rupert Malahide, zult de feiten
hooren, een beter mensch de cijfers.
Ik was in Britsch Columbia, vervolgde
Shrimpton, en trok van daar naar het Noord-
Westen, waar ze spraken over de goudvelden bij
de Yukonrivier. De Yukon is meer dan twee-
duizend mijlen langdus ik geef mijn geheirn.
niet prijs, als ik jou dat vertel. Ik werkte alleen
en ging alle blanken uit den wegdat was ge-
makkelijk, want er waren maar een paar dozijn
in de heele streek.
Nu, ik vond gouden zooveel dat ik't alleen,
en ziek als ik was, niet kon meedragen. Dat
was verleden zomer. Ik wachtte, tot er geen be-
geerige oogen in de buurt warentoen verborg
ik mijn schat ergens, waar niemand dien kon
vinden, tot ik terug zou komen of iemand zenden,
dien ik kan vertrouwen jij niet, Malahide,
meen dat maar niet
Een schorre lach bracht hem voor een paar
minuten in vreeselijke benauwdheidtoen ging
hij voort. Alle omstanders luisterden nu met de
grootste aandacht. Men voelde, dat hij aiet fan-
taseerde. maar waarheid sprak.
Ik wachtte een beetje te lang om mijn
/cachet" te maken en kreeg een ongeluk, dat mij
in gevaar bracht, daar in die woestijn te sterveu.
Maar nog juist bijtijds werd ik gevonden door
een blanke en twee Indianen, die handelden als
menschen en mij naar de bewoonde streken brachten.
Ik wist echter, dat ik opgeschreven was, en nooit
meer een tocbt naar de Yukon-velden zou kunnen
maken om mijn goud te halen. Daarom haastt.e
ik mij, naar ons oude Engeland terug te keereu,
om den eenigen man van wien ik houd het voordeel
van mijn vondst te gunnen. Ik zou al zes maanden
8,05
8,12
8,15
8,20
8,31
8,88
8,50
9,28
9,84
6,46
7,30
8,21
A 8,40
4.45
5,36
6,05
6,42
7.46
7,50
7,55
8,57
9,43
10,08
4,15
4,40
5,23
6,25
6,33
9,25
9,02
8,45
9,02
5,52
7,13
8,12
8,48
9,04
9,17
9,19
10,05
6,03
7,02
7,48
8,10
8,18
8,23
8,35
8,43
6,85
8,54
9,3 5
IEVZENSCHE COIHAVT.
Waensitas- en Vrijaugavona, ..U^on.terd FeeS«d»Sen, bij dea ttHgeve, 1*. J. VAM HE «e Te, Kenzen,