Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderan. No. 3642. Dinsdag 26 Juli 1898. De oorlog tusschen AMERIKA en SPANJE. m 10010 op ii 3iiDi. 38e Jaargang;. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTlfiN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. Wordt er over den vrede onderhandeld of niet Den eenen dag komen er van uiterst goed inge- lichte correspondenten berichten, die spreken van onderbandelingen, beel in 'tgeheim. Den volgenden dag komen de secretarissen van de gezantschappen, zoowel van de Vereenigde Staten als van Spanje, met den meest mogelijken nadruk verklaren, dat er van vredesonderhandelingen geen sprake is. En als men dan juist geneigd is aan zoo'n bericht geloof te gaan hechten, verschijnt er weer een telegram uit Madrid, waarin de minister van openbare werken Gamazo een naam, die al meer in verband met den vrede is genoemd verzekert, dat er binnenkort een voor het leger eervolle vrede zal gesloten worden. Dan zijn we heelemaal de kluts kwijt en zouden haast waarde gaan hechten aan maarschalk Blanco's depeches, die den bevelhebber van Manzanillo lieeft opgedragen, de vesting //tot het uiterste" te verdedigen. We zullen zien of het uiterste te Manzanillo wat minder snel bereikt is dan te Santiago. Het eerste bombardement heeft drie Spaansche soldaten het leven gekostdrie officieren en twaalf soldaten werden gewond. Blanco heeft zich trouwens niet alleen ten opzichte van Manzanillo tegen den vrede te weer gesteld. Hij heeft van uit Havana een proclamatie uitgevaardigd, waarin hij zegt, dat de bezetting van Santiago door de Amerikanen geen strategische beteekenis heeft en dus niet van eenigen invloed is op de aanstaande Spaansche campagne, die over het lot van Spanje zal beslissen. Het Spaansche leger is ongeschonden, begeerend zich met de Amerikanen in den strijd te meten. Blanco spreekt de hoop uit, dat het leger in dat geval zal over- winnen, ondanks al de gevaren en beletsels. Zijn tegenstander Calixto Garcia werkt ook met proclamaties. Deze heeft de Cubaansche vluchte- lingen gemachtigd, den veldarbeid te hervatten en de hoeven weer te betrekken, waarbij hij voor zijn bescherming instond. Hij zal zich voorts tegen FFUXLLETOINI Vrij bewerkt door A MO. 27) - z/Den 10den Januari keerde ik uit Philadelphia, in Amerika, terug. Mijn overtocht verdiende ik door mijn arbeid. Toen ik Rotterdam bereikte, had ik nog slechts eenige guldens. Voorwerpen van waarde, die ik zou kunnen verkoopen, bezat •ik niet. //Al wat ik bezat buiten mijne kleeren en het beetje geld, bestond uit een pistool, dat een der lieden aan boord mij had gegeven. Het was een pistool van eigen vinding. Hij had er nog meer bij zich en zeide, dat hij wenschte, dat ze algemeen bekend zouden worden. Waarom hij het mij gaf, weet de Hemelgenoeg, hij gaf het mij en deed er nog enkele patronen bij. z/Na korten tijd had ik al mijn geld uitgegeven op een gulden en enkele centen na. Wei trachtte ik werk te vinden, maar nergens.slaagde ik. Toen herinnerde ik mij, dat ik eens een vriend had, die Dabij Bussum woonde. Ik wilde hem op- zoeken en zijn barmhartigheid inroepen. Ik had nog juist geld genoeg om mijn reis daarheen te betalen. Op de plaats mijner bestemming aange- komen, ontdekte ik evenwel, dat die vriend een paar jaar geleden de streek metterwoon had ver- laten. z/Daar stond ik zonder geld op zak. Met wan- hoop in het hart keerde ik op mijn schreden terug. z/Het eerste, wat ik deed, was naar een lommerd- Holguin en Manzanillo wenden en daar de Span- jaarden bestrijdentwee plaatsen die echter te ver van elkaar liggen om in een strijd te omvatten, Volgens berichten van Schafter is Garcia het land ingetrokken na hem een zeer onbeschoften brief te hebben geschreven, waarin hij hem den dienst opzegt en verklaart, zijn ontslag te nemen. Dat de Amerikanen hem en zijn troepen geen levensmiddelen meer wilde geven, ontkent Shatter echter. Bij het gevecht te Manzanillo van den 18den heeft de A merikaansche vloot, volgens officieel bericht, drie Spaansche koopvaardijschepen, waar- onder de //Purissima Concepcion" en vijf kanon- neerbooten vernield, de Amerikanen leden geen verlies; men geloofde dat bij de Spanjaarden 100 dooden waren. Evenveel last als de troepen der Vereenigde Staten op Cuba hebben van de opstandelingen, evenveel moeite en onaangenaamheden geven de opstandelingen op de Filippijnen. Zij twisten voortdurend orider elkaar, en Aguinaldo, die een zoogenaamd kabinet heeft gevormd, kan niet over- weg met de andere hoofden der oproerlingen. 't Is de oude geschiedenis. Zij zijn jaloersch op elkaar en willen alien graag nommer een zijn. De oneenigheden worden natuurlijk aangestookt door de belanghebbenden, hier door de geestelijkheid. Aguinaldo schijnt overigens geen juisten blik te hebben op den waren toestand. Hij weigert zich te onderwerpen aan het gezag der Amerikanen en wenscht een Filippijnsche republiek te stichten. Dit blijkt uit het hijschen van de vlag der opstan delingen en uit de onafhankelijkheidsverklaring, die hij heeft uitgevaardigd. De opstandelingen vorderen onder dit alles niet hard; den 15 bijvoordeeld zijn zij bij Malata teruggeslagenhun batterijen zijn nu gericht op Tondo en Santamera en Malata. De Amerikanen hebben tusschen Manilla en Cavite 1500 man aan wal gezet, terwijl de Boston" en de /,Callas" daarheen zijn gezonden om desnoods te helpen. Zij zouden veel liever met de Span jaarden alleen te doen hebben en zich vrij maken van de opstandelingen, maar zijn nog niet zoo gelukkig geweest als de Amerikanen op Cuba. Uit Amerika is niet veel nieuws. Er zouden vier Spanjaarden ontvlucht zijn uit het fort Mac- pherson in Atlanta (Georgie), waar zij gevangen zaten. Verder vertelt men, dat het Cervera zoo goed in Amerika bevalt, dat hij met zijn zoon in Boston wil blijven wonen. houder te gaandaar trachtte ik het pistool te verkoopen. De man wou er echter geen geld voor geven hij had genoeg van dergelijke voor werpen, zei hij. z/Ik ging weg en liep naar het station. Misschien kon ik hier wel een paar stuivers verdienen. z/Mijn wanhoop nam toeik kwam bijna om van gebrek. z/Omstreeks acht uur kwam de trein uit Utrecht aan. Een lang, gezet heer kwam het perron af. Ik vroeg hem, of hij ook eenige bagage had te dragen voor mij. k Heb geen bagage," sprak hij norsch. z/Ik vroeg hem, of hij mij uit medelijden een dubbeltje wilde geven om brood te koopen. z/Hij snauwde mij af met een vloek Toen sloop de haat mijn hart binnen. z/Hij stond onder een lantaren, haalde een groot gouden horloge voor den dag en keek, hoe laat het was. Aan een vooibijganger vroeg hij den naasten weg naar Bussum. De man wees hem dien met de hand aan. Hij ging nu dezen weg op en ik sloop hem behoedzaam na. In Bussum gekomen, volgde hij eenigen tijd den hoofdweg en sloeg toen een landweg in. Daar ik zag, dat hij van plan was dezen weg te blijven volgen, wijl hij vrij snel voortliep, nam ik een zijwegje, dat een groot stuk afsneed, en kwam hem aldus voor. z/Ik zal nu voortaan van mijn vrijheid beroofd zijn. Maar ik spreek de waarheid, als ik zeg, dat, hoe slecht ik ook in mijn leven moge geweest zijn, ik toch nimmer een misdaad bedreef als mij op dat oogenblik door het brein schoot. Die man had kostbaar'neden en goede kleediug, ik had niets en leed koude, hij had overvloed en ik leed gebrek. Koningin Wilhelmina zal bij de vlootparade in September geroeid worden in de fraaie boot, die Rotterdamsche burgers in 1849 aan Koning Willem III aanboden. Die koninklijke sloep is van Am sterdam naar's rijks werf te Hellevoet overgebracht, om daar op de helling goed nagezien te worden, waarna de zitplaatsen onder het baldakijn aan den achtersteven in orde worden gemaakt met kussens van blauwe zijde en tapijten met wapens. De sloep moet geroeid worden door 20 man. Zij is rijk met beeldhouwwerk versierd. Onder aan den achtersteven, op Chineesche wijze uitge- bouwd, zijn twee godinnen, de IJaam voorstellende, en op den voorsteven, prachtig gebeeldhouwd, zit Neptunus, de beheerscher der zee, met zijne zee- paarden en tritons. De sloep komt onder bevel van een luitenant ter zee le kl., om de Koningin op den dag der vlootrevue naar het vlaggeschip te brengen en verder naar de schepen, die H. M. zal aan- wijzen. Het R. N. wenscht een album samen te stellen met photografien van den feestdag 31 Augustus te Rotterdam en dit H. M. de Koningin als herinnering aan te bieden. Daartoe wordt een concours gehouden tusschen photografen en zullen prijzen worden uitgeloofd. Naar men verneemt zal de Nederlandsche Regeering op het internationaal congres tot be- strijding der tuberculose taParijs vertegenwoordigd worden door Dr. W. P. Ruijsch, adviseur aan het ministerie van binnenlandsche zaken. De Pruisische regeering heeft last gegeven om niet door hunne ouders vergezelde Nederlandsche kinderen beneden 16 jaar, werkzaam in Pruisische steenbakkerijen, zonder uitzondering door de Pruisische politie, na kennisgeving aan de betrokken Nederlandsche autoriteiten, over de grenzen te laten zetten en aan de Nederlandsche politie over te geven. Men schrijft aan de N. R. Ct. In de laatste 3 a 4 jaren doet zich het ver- schijnsel voor dat er kreeften in de Ooster-Schelde gevangen worden, in toenemende mate. Yooral dezen zomer worden er veel gevangen en van allerlei leeftijd en grootten. Circa 2 maanden geleden ving iemand een vervaarlijk grooteniemand met kreeften goed bekend, betuigde nog nimmer Ik liep zeer ver den weg op, zorgende, dat ik hem steeds een flink eind vo6r bleef. Eindelijk zette ik mij in de bitterste stemming op een hoop steenen neer, half verkleumd van koude. Ik wilde hem opwachten en hem dooden, om hem te be- rooven. Ik was gedwongen hem te dooden, want hij was veel sterker dan ik. Mijn pistool was geladen. Hij kwam. Ik zag de donkere gestalte zich duidelijk afteekenen tegen den duisteren omtrek. z/Toen hij mij genaderd was, stond ik op, en God moge het mij vergeven ik haalde den trekker over en schoot hem door het hart. Hij viel als een baksteen neer en ik wist, dat ik een moordenaar was. //O, als ik had gekund, zou ik de daad ongedaan gemaakt hebben. Ik aarzelde geruimen lijd, voor ik naar het lijk durfde gaan om de aingen te stelen om welke ik de misdaad had bedreven. Na lange weifeling overwon ik mijn vrees en ging den prijs halen waarvoor ik tenzij God mij genadig is mijne ziel had verkocht. Ik nam echter geen penning. Juist toen ik cp het punt stond, te beginneu, hoorde ik het geluid van een naderenden voetstap. Ik zag op en bemerkte een vrouw of een geest, die op mij afkwam. Door den schrik liet ik het pistool vallen. Ik voelde zeker, dat zij mij zag. De even tusschen de ja- gende wolken te voorschijn komende maan verlichtte een oogenblik bare trekken. Zij was bleek als een doek, hare lippen trilden, heur haar fladderde wild. Zij ging recht op den doode af, bleef toen staan en wrong de handen. Hoi staarden die wijd opengespalkte oogen. z/Doodelijk bevreesd vluchtte ik over de velden weg. Ik durfde niet stilstaanik dacht, dat het spook mij volgde. zoo'n grooten gezien te hebben. De vorige week ving men er o. m. van 10 it 12 c. M. lengte. Verleden jaar een zeer kleinen van c. M., en ook drijvende eieren heeft men toen gezien. Enkele dagen geleden had iemand een broed- of moerkreeft, geheel geladen, van onder met donkergroene eitjes, ter grootte van jacht-hagel- korrel, z. g. patrijzenhagel. Deze is te Ierseke in een oesterput opgeborgen, in de hoop dat het broed daarin tot verdere ontwikkeling komen zal. Een paar jaar geleden schreef iemand //Als de ansjovisch weggaat, wie weet, kreeft komt er dan in de Ooster-Schelde." Dat werd toen door velen nogal voorbarig ge- vondenvan dezen zijn er al velen geheel omge- keerd en zijn nu zelfs veel belang gaan stellen in de blijkbare toeneming van deze dieren. Nu er dan ook een groote broedkreeft gevonden is, valt er aan voortplanten, met machtverheffing dan ook niet meer te twijfelenelke broedkreeft wordt gerekend pi. m. 20,000 eieren af te leggen, die, werden ze niet gedeeltelijk door zeevogels in de drijfperiode weggeroofd, bijna alle in leven zouden blijven. De gevolgtrekking ligt wel voor de hand dat de verschijning van deze kreeften een ding van belang kan worden voor de zoo zwaar beproefde Ooster-Scheldenaren, nu ansjovis in de laatste jaren op zich wachten liet en de oestercultuur, voor- namelijk de handel in oesters, den ondernemers op zulke enorm zware offers is te staan ge komen. Een aangename verassing was het voor een tnilicien-verlofganger van de lichting 1895 te Haarlem, die voor de herhalingsoefeningen tegen de maand September was opgeroepen, dezer dagen zijn paspoort te ontvangen, omdat hij door de inlijving van een achtergeblevene zijner lichting boven het contingent diende. Die verassing heeft echter voor zijn op volgenden broeder minder aangename gevolgen, omdat deze zijn recht op vrijstelling van den militiedienst door dit ontslag ziet verloren gaan. Volgens art. 50 der militiewet, toch, wordt de vrijstelling wegens broederdienst slechts verleend, wanneer de broeder, na drie jaar bij de militie te hebben gediend, tengevolge van eene uitspraak van den militieraad of van Gedeputeerde Staten uit den dienst is ontslagen. Het laatste was hier het geval doch belanghebbende had 22 dagen korter gediend dan 3 jaar. z/lk liep, tot de sneeuw begon te vallen. In dien sneeuwstorm zou ik omgekomen zijn, hadde ik niet een half vervallen hut gevonden. Ik kroop er in en lag daar den geheelen nacht en een deel van den volgenden dag. Ik was het ellendigste wezen ter wereld. De honger dreef mij eindelijk uit mijn schuilplaats. z/Ik waadde door de sneeuw en bereikte een huis, waar de menschen mij redden van den hougerdood. z/Niets kon mij weer naar de plaats krijgen, waar ik de misdaad bedreven had. z/Sinds was mijn leven een leven vol angst. z/Zelfs nu, ofschoon ik weet, dat ik levenslang een gevangene zijn zal, gevoel ik mij minder ongelukkig dan vroeger. Moge God mij de mis daad vergeven z/Ik bekende mijne schuld voor de rechtbank, omdat ik, rondziende in de zaal, de vrouw had bemerkt die ik dien nacht een geest waande. Zij stond gereed mij bij de rechters aan te klagen. Ik wist, dat zij mij dien nacht had gezien, en wilde daarom liever zelf alles bekennen. z/Ziehier mijn volledige bekentenis. Ieder woord is de waarheid, dat zweer ik, zoo zeker als ik op genade hoop. Frans Stapelman." Met een andere hand was er onder geschreven z/P. S. Ik verkreeg deze bekentenis van den gevangene. Het zal alles zijn, wat ge verlangt. De man scheen vol berouw maar ik wil u niet kwellen met zijne uitingen van wroeging en zelfverwijt. z/Ik blijf, waarde heer uw dienstwillige Hendrik Kooper." SEIZE Uit hlad verseliijnt Woensdag- en VriJd»tf»vond, nitgezonderd op Feestilagen, bij den uilgever I-. J. VAMT »K SiSPE «e Ver leuten, De Burgemeester der gemeente TEE NEUZEN maakt bekend, dat Openbare Ver gaderin g van den Gemeenteraad is belegd tegen Uouderdag, 88 J til I 1838, voormiddags 10 uren. Ter Neuzen, 25 Juli 1898. De Burgemeester voomoemd, J. A. VAN BOVEN.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1