Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Via ander en.
Paarden- en Veemarkt
Kermis of Jaarmarkt
No. 3630.
Dinsdag 28 Juni 1898.
38e Jaargang.
SEMEEHTESAAD.
De oorlog tusschen AMERIKA en SPANJE.
DS KWBD OP BE HEIBE.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postVoor
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,32*.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
ZAAMSLAG maken bekend
1°. dat de gewone jaarlijksche
alhier zal worden gehouden op Dinsdag den 5 Juni
1898, aanvangende des voormiddags ten 9 en
eindigende des namiddags te 3 ure.
Van wege de gemeente worden uitgeloofd elf
premien naar welke geene mededinging wordt
toegelaten aan de eigenaren van het grootste getal
paarden en vee, die daarvoor in bet vorige jaar
zijn bekroond, alsmede voor paarden en vee wegens
welke alhier reed vroeger eene premie is toegekend
en voor paarden en vee, na 11 uur aangebracht.
Geen liedjeszangers, orgeldraaiers en dergelijken
worden tijdens de markt toegelaten.
2°. dat de
in deze gemeente zal plaats hebben op Dinsdag
den 5 Juli 1898 tot en met Donderdag den
7 dier maand en dat geen nadagen zullen
worden toegestaan.
Zaamslag, 24 Juni 1898.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. BARENDREGT Az., Voorzitter.
P. J. WORTMAN, Secretaris.
De Amerikanen hebben nu hun troepen aan
land gezet ten Oosten van Santiago, terwijl zij
door het bombardement van la Socapa de aandacht
der Spanjaarden ten Westen van die stad bezig
hielden. Het vermoeden ligt voor de hand, dat
de gelande troepen in botsing zijn gekomen met
FEmX.LETO.NT~
Vrij bewerkt door
A MO.
15)
Den volgenden morgen zouden wij tot de afreis
gereed zijn. Ik bad den Hemel, dat het niet te
laat mocht zijn. Ik wist, dat het lijk met het
bleeke gelaat thans bloot moest liggen. Ik greep
haastig eeu der morgenbladen en liep de kolommen
door. Opeens werd mijn aandacht door een para-
graaf in beslag genomen. De witte hoop had
zijn geheim geopenbaard. Als met vuur geschreven
stonden voor mijn oog de volgende woorden
„Verschrikkelijke ontdekking nabij Bussum.
„De smeltende sneeuw heeft een ontzettende
misdaad aan het licht gebracht. Een arbeider,
die gisteren den weg passeerde, ontdekte het lijk
van een heer. Zijn dood is door een pistoolschot
veroorzaakt. Men vermoedt, dat het misdrijf is
gepleegd in den nacht van den vreeselijken sneeuw-
storm en dat het lijk zoo lang onder de opgewaaide
sneeuw langs den weg heeft bedolveu gelegen.
De dood moet plotseling zijn ingetreden. Wijl in
de nabijheid geen wapen gewonden is, moet de
gedachte aan zelfmoord worden buitengesloten.
Brieven en papieren, op het lijk gevonden, duiden
aan, dat het zekere Theodoor Tellings is. De
vrienden van den ongelukkige zijn terstond met
het geval in kennis gesteld.
„De justilie vertrok heden naar de plaats der
misdaad om een onderzoek in te stellen."
de Spanjaarden, en hoewel de telegrammen van
admiraal Sampson er geen melding van maken, I
vindt men toch allerlei berichten over gevechten
in de Amerikaansche bladen. Zoo maakte de
/Evening Journal" gewag van een hevig gevecht
tusschen Cubanen en Spanjaarden in de bergen
achter Baiquiri, ten Noordwesten van Santiago.
De beslissende slag tusschen de Amerikanen en
de Spanjaarden wordt eerst over eenige dagen
verwacht. Het Amerikaansche leger heeft den
rand bereikt van de hoogvlakte, die, de haven
van Santiago omringt en te Jiragua de sterrenvlag
geplant. De troepen kwamen uitgeput van ver-
moeienis, na een geforceerden marsch, onder vree-
selijke hitte aan. Zij hadden den eersten dag
ook erg te lijden door gebrek aan levensmiddelen,
want de transportschepen met de rest der troepen
en met de levensmiddelen lagen wel voor Jiragua,
maar konden waarschijnlijk door de branding
niet ontschepen. Een later bericht meldt
echter, dat muilezels en provisie aan wal zijn
gezetdoch nu komt een ander onheil de Ameri
kanen plagen, nl. de gele koorts. Madridsche
telegrammen melden, dat deze ziekte al onder de
ontscheepte mannen woedt.
Hoe staat het nu met Santiago P Te Madrid
is men vol goeden moed wat dit eene punt betreft.
Er zijn troepen en levensmiddelen genoeg, zegt men;
generaal Lunares beschikt over 12 bataljons en
verscheidene batterijen geschut en de omgeving
wordt bezet door sterke afdeelingen troepen. De
stad zal niet alleen verdedigd worden maar de
stellingen der Amerikanen zullen zelfs worden
aangevallen. Een Spaansche parlementair is den
Amerikaanschen bevelhebber komsn mededeelen,
dat ook luitenant Hobson en de bemanning
der ^Merrimac" zich te Santiago bevinden en
zeer wel zijn.
Wat er met Manilla gebeurd is, is niet duidelijk.
Het telegram, dat de mariniers der vreemde
schepen de stad bezet zouden hebben, is tegen-
gesproken, al zou men deze oplossing ook verre
verkiezen boven een inneming door de opstangelin-
gen, en al werd het bericht ook bevestigd door het
Spaansche consulaat te Brussel. Maar heet toch,
dat er een schikkking is getroffen, waarbij niet
alleen Duitschland, maar ook de andere mogend-
hedendheden mariniers aan land zullen mogen
zetten als dit noodig geacht wordt, om de consu-
laten te beschermen. Dit zou ook na het bombar
dement ^an Alexandria gebeurd zijn. Natuurlijk
dat ook dit bericht weer wordt ontkend en vooral
de Duitschers geven zich moeite te betoogen, dat
Ik zat gedurende eenige minuten als versteend.
0, dat wij gisteren of ten minste heden vertrokken
waren Wat kon er voor den volgenden dag niet
nog gebeuren Eerst wilde ik naar mijne moeder
gaan en haar smeeken ons vertrek te verhaasten
maar bij eenig nadenken zag ik in, dat dit onver-
standig zou zijn. Ik zou haar en Anna slechts
verontrusten, want ik kon geen enkele reden
opgeven die mijn haast billijkte.
Het was mijn eigen verlangen, dat mijn bescher-
melinge het niet lezen mochtIk scheurde daar-
om de courant in stukken en verbrandde ze.
Elke voetstap op de trappen deed mij opschrik-
ken. Stond er iemand buiten voor ons venster
stil, dan ging mij een rilling door de leden. En
te midden mijner ellende was ik nog genoodzaakt
een opgeruimd gelaat te toonen en met mijne
moeder en Anna over de genoegens onzer voorge-
nomen reis te praten
Het genoegen zou werkelijk voor mij niet denk-
beeldig zijn, zoo wij slechts in veiligheid het einde
bereikten.
Eindelijk brak de morgen aan. Een noodlottige
boodschapper was er niet gekomen. Haastig wierp
ik nog een blik in de uieuwsbladen, die evenwel
omtrent het treurspel geen nadere inlichting bevat-
ten. Even over tienen zaten wij in den trein
naar Utrecht. Wij waren op weg naar de veilig
heid.
Vodr wij op reis gingen, was ik nog naar mijn
bankier geweest. Ik wilde een groote som gelds
meenemen. Papieren van eenigen aard konden
worden nagespoord, blinkende goudstukken niet.
Ik verwisselde alzoo mijne aanwijzing op de bank
tegen specie, en vroeg onderwijl, of er ook een
fluweel, waarop aan de voorzijde in een zilver
schild de opdracht prijkt//Aan hare Majesteit
Koningin Wilhelmina. Huldeblijk van Jang die
Partoean Cesar Sharif Hasjim Abdul Djalil
Sjaifoedin, sulthan van Siak Sri Indrapoera 25
Juni 1898".
Het is geleverd door de heeren Van Kempen
te 's Gravenhage, en in hunne fabriek te Voor-
schoten ontworpen en uitgevoerd.
De Minister van Oorlog heeft aan een in-
woner van Haarlem die hem een adres zond
betreffende de plaatsing van zijn zoon bij het
reservekader, te kennen gegeven dat zijn zoon
zich tot het aangaan van bedoelte verbintenis zal
kunnen wenden tot den garnizoens-commandant,
doch dat, nu die verbintenis wordt aangegaan
nadat adressants zoon reeds voor de militie is
ingeschreven, deze daaraan geen aanspraak op
vrijstelling van de militie zal kunnen ontleenen,
alsmede dat zoodra mocht blijken, dat meer-
genoemde zoon bij de militie moet worden inge-
lijfd, deze zich met een verzoekschrift tot H. M.
zou knnnen wenden, om in zijn verbintenis bij
het reservekader en de daaraan verbonden voor-
deelen gehandhaafd te blijven.
Duitschland er niet aan denkt, iets van zijn onpartij-
digheid op te geven.
De Spaansche senaat en de Cortes zijn nu geluk-
kig verdaagd. Voorloopig blijven we dus gespaard
voor schetterende redevoeringen, waarin men zoekt
naar een schuldige voor den toestand, waarin het
volk nu verkeert. Men komt nu tot het inzicht,
dat Spanje's koloniale politiek geen onverdeelden
bijval verdient, en men zou er nu wel gaarne
iemand voor verautwoordelijk stellen, om daardoor
het gevoel van eigen schuld een beedje kwijt te
raken. Gelukkig kan men den dooden Canovas
heel wat ten laste leggen.
Het Cadix-eskader heet oostwaarts te gaan en
uit Washington dreigt men met beschieting der
havens in Spanje, zoodra Camara Suez gepasseerd
is. De beste en vlugste schepen van Sampson
zouden daartoe naar de Middellandsche zee stoomen.
Het is alleen een beetje onwaarschijnlijk, dat men
dit vooruit met zooveel ophef zou aankondigen.
De Amerikaansche regeering heeft voor 10 milli-
oen gulden 7 transportschepen aangekocht. Het
vreemdste bericht is echter, dat de Amerikaansche
Senaat een motie heeft aangenomen, waarbij presi
dent Mc. Kinley gemachtigd wordt, de regeeringen
van Engeland, Frankrijk, Duitschland, Oostenrijk-
Hongarije, Rusland, Belgie, Zwitserland, Mexico
en Venezuela uit te noodigen, door het zenden
van deputation infanterie, cavalerie en artillerie
deel te nemen aan een groot militair feest, dat
het Roode Kruis te New-York in December denkt
te geven.
Een zonderling genoegen om na een oorlog een
militair feest voor het Roode Kruis te geven.
De jacht op waterwild in deze provincie zal
geopend worden op Zaterdag den 9 Juli a. s.
De Sultan van Siak is Zaterdag door de
Koningin-Regentes op het paleis te Soestdijk in
audientie ontvangen. Hij bood der Koningin bij
die gelegenheid een huldeblijk aan, dat om zijn
eigenaardigbeid een nadere vermelding verdient.
Het bestaat uit een fraaien olifantstand, die
omslingerd en gevuld met Indische bloemen en
vruchten, zich als een indrukwekkende hoorn van
overvloed uit een rotsachtigen grond verheft en
aan zijn voet is omgeven van Indische herten.
Rotsgrond en versieringen zijnsmaakvol gegroepeerd
en kunstig in zwaar zilver gemodelleerd en ge-
dreven, op levendige wijze met vermeil afgezet.
Een en ander rust op een voetstuk van goudgeel
brief voor mij was gekomen. De kassier liet er
naar vragen en werkelijk werd er een te gelijk
met mijn zak goudgeld onder de koperen afrastering
doorgeschoven. Ik bemerkte terstond, dat het
adres door een vrouwenhaud geschreven was. Ik
stak het schrijven in mijn zak om het bij gelegen
heid te lezen.
Zooals ik reeds zei, waren wij op weg naar
Utrecht. Het weer was juist niet erg aanlokkelijk
Voor een reisdaarom stopte ik mijn beide reis-
genooten er zeer zorgvuldig in. Mijne moeder,
ervaren reizigster als zij was had zich thans geheel
met den tocht verzoend. Zij vermoedde zeker
weinig, hoe kort de rust was, die ik haar gunnen
zou, voor wij de plaats onzer bestemming bereikt
hadden.
Lachend protestserde zij tegen de wreedheid, om
een oude vrouw, als zij was, weer Nederland uit
te jagen, nu zij er pas was teruggekeerd.
De toon in hare tegenwerping en hare houding
zeiden mij echter duidelijk, dat zij zich om mijnen-
twil nog wel grootere opofferingen zou willen
getroosten.
Zoodra wij Amsterdam achter ons hadden,
meende ik, dat Anna's geest opklaarde, evenals dc
mijne. Zij glimlachte om mijn zwakke pogingen
tot schertsen. Niemand, die ons gezien had, zou
ook maar in de verste verte vermoed hebben,
dat van dit gezelschap van drie menschen er twee
waren, die vluchten voor den arm van het ge-
recht. Zeker wekte ons voorkomen geen argwaan.
ffMaar waar gaan we nu eigenlijk heen vroeg
mijne moeder. //We gaan naar het buitenland,
zegt ge. Maar ik weet niet, waar wij onze reis
eindigen."
TER NEUZEN, 27 Juni 1898.
Wij lezen in ,/Le XX" Siecle"
//Van af 1 Juli worden alle transporten van
goederen, van welken aard ook, verzonden van
of geadresseerd aan een station van de lijn
MechelenTer Neuzen en afwijkende van den
kortsten weg, waarop het tarief is vastgesteld,
door middel van eene herinschrijving, hetzij in
Mechelen, hetzij aan een ander station van de
lijn MechelenTer Neuzen, getroffen ten voor-
deele van de administratie van den Belgischen
Staats-spoorweg, met een aanslag van 10 francs
per 1000 kilos."
Wij kunnen moeielijk gelooven, dat de Minister
van Belgische spoorwegen zulk een arbitaire maat-
regel zal nemeD, die aan de expediteurs het recht
ontneemt, hunne goederen, langs den weg te ver-
zenden, dien zij verkiezen.
Wij achten het niet noodig, het nadeel, dat
uit een dergelijken maatregel voor de haven van
Ter Neuzen zal voortvloeien, te bespreken. Mocht
z/Eerst gaan we naar Belgiekunnen we daar
de gezoudheid niet vinden, dan maar ergens een
andere streek opgezocht.
,/Dan zult gij jongelui, alleen moeten gaan. Ik
ga niet verder dan Belgie.
Te Utrecht gekomen, stapten wij even uit.
We moesten wachten op den aansluitenden trein
naar het zuiden.
Ik verzocht mijn reisgenooten, naar de wacht-
kamer te gaan, wijl ik me even moest verwijderen.
Zoodra ik alleen was, haalde ik den brief uit
mijn binnenzak te voorschijn. Ik had hem al
eerder willen lezen, doch was op dat plan terug-
gekomen toen ik het postmerk Bussum zag.
Ik opende den brief. Hij behelsde het volgende
z/Ik weet of raad alles. Ik weet nu, waarom
mijuheer Tellings dien nacht mijn huis niet be-
reikte. Ik begrijp thans de oorzaak harer vreemde
opgewondenheid en ook waarom zij mijn huis
verliet nog vdor gij haar kwaamt halen. Ik
weet, hoe hij den dood, dien hij verdiende, ontving.
z/Zij is moediger dan ik. Zij heeft gedaan wat
ik jaren geleden zwoer te zullen doen. Ik was
dwaas genoeg de wraak op te geven voor den
onderstaud dien hij mij aanbood. Ik zouk diep
genoeg om zijn werktuig te worden. Ja, zij is
moediger geweest dan ik. Maar haar grieven
waren ook grooter dan de mijne. Ik had het
mij zelve te wijten, dat mijn toestand zoo verne-
derend was, dat hij mij kon wegwerpen als een
ouden handschoen. Nimmer huwde hij mij.
z/Indien zij uw zuster is, vrees niets voor haar.
Zeg haar, dat mijne lippen tot den dood gesloten
zijn. Zeg haar dit tot loon voor hare moedige
daad. (Wordt vervolgd.)
I
TER lElIZEISCRE COIIRASIT.
WoeDidag- en Vrijdagavomt, ultgexonderd
Dit blad verschijnt aiaandag
De Burgemeester der gemeente TEK NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Ver gadenn g van den
Gemeenteraad is belegd tegen Domlerdug, nni
189S, des voormiddags tien ure.
Ter Nenzen, 27 Juni 1898.
De Burgemeester voomoemd,
J. A. VAN BOVEN.
op Eeestdageu, by don uitgever 1*. J» t DE 8AH DE te Te* Aemen.