Nieuws- en Advertentieblad Zeeuwsch- Vlaanderen. De oorlog tusschen AMERIKA en SPANJE. y 0F abonnement Binnenland. li - Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1Franco per postVoor Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32$. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven- Intending van advertenti6n v6or 3 uren op den dag der uitgave. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pnjs slecbts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Wat Spanje zicb voorstelt van het reserve-es- kader is niet recht duidelijk. Zal het naar de Eilippijnen gaan om Dewey's eskader in de baai van Manilla aan te vallen, of zal het Cervera gaan redden uit de ,/flesch", zooals de Amerikanen den ingang van Santiago de Cuba noemen Maar voor beide expedities is het al veel te laat. V andaag of morgen valt Manilla in handen van de opstan- delingen en de inbezitneming van Santiago zal ook geen drie weken meer duren, en die tijd zal waarschijnlijk wel verstrijken eer het reserve- eskader Cuba bereikt heeft. Want het ligt nog altijd te Cadix, wel met stoomop, maar het moet nog ge'inspecteerd worden door den minister van marine. Vindt die de schepen in orde en in staat om schitterende overwinningen te behalen, dan zal het smaldeel onmiddellijk uitvaren. Waar- heen? Het blijft een geheimde orders zullen eerst in voile zee geopend worden. Er zijn echter ook correspondenten, die beweren dat het reserve-eskader met opzet wordt thuis gehouden. Niets zou beletten oumiddelijk in zee te stekenmaar de admiraal, de officieren en de manschappen zijn de kluts kwijt en het is een scliandelijke toestand, schrijfl men. Bij schiet- oefeningen schoten de Spanjaarden minstens 500 meters naast het doel te land. Hoe zullen ze dan dobberen en varende schenen raken Omtrent het beleg van Santiago en de beschieting van de baai bij Guantanamo zijn geen nadere bij- zonderheden bekend geworden. De buitenbaai van laatstgenoemden inham is door de Amerikanen in bezit genomen en wordt door de „Marblehead bewaakt. Ook schijnen de troepen van Tampa nog niet vertrokken te zijn, althans in de wateren van Florida wacht nog altijd een vloot van 16 schepen, die de transportschepen naar Cuba zal begeleihen. De telegrammen uit Tampa zijn overi- gens, met het oog op de censuur, niet zeer ver- trouwbaar. Gelijk al meer met berichten is geschied, wordt nu weer tegengesproken, dat de Canadeesche re- geering Dubosc en Carranza uit het land zou hebben gezet; dit is nog slechts in overweging. Ook schijnt het afkappen van de kabels van Cuba nog niet gelukt te zijn. Te Madrid zijn ten minste nog directe telegrafische mededeelingen van Havana ontvangen. In Amerika wil men niet alleen het telegrafische verkeer der Spanjaarden tegengaan, maar de Amerikaansche post maakt zich ook meester van FEUILLETON. vele brieven voor Spanje bestemd, ook van die, waarin geldswaarden zitten en die geadresseerd waren aan vreemdelingen in Spanje. Men is daar- over te Madrid natuurlijk zeer verontwaardigd en men dreigt met represaille-maatregelen. W aarom de kaapvaart niet ingesteld, zou men vragen Spanje heeft daartoe het formeele recht en de houding der Vereenigde Staten schijnt zulk een maatregel alleszins te billijken. Maar Spanje is op, het blijkt uit alles. De regeering zoekt haar troost bij de kamer, in plaats van flink te handelen, zonder zich om de hoofden der partijen te be- kommeren. En er wordt over gediscussieerd of de gouverneur der Filippijnen met of zonder in- structies over vrede heeft kunnen onderhandelen. Alsof dit nu van belang is. Te Washington is men ontstemd over de be- moeiiugen van Duitschland met de toekomst der Filippijnen. De gewisselde stukben tusschen de Duitsche en de Amerikaansche ambassades moeten zelfs een minder vriendschappelijk cachet dragen dan vroeger. Tot groote bezorgdheid geeft aanleiding de staat van zaken in Spanje in verband met het ongunstige nieuws uit Manilla en de onrustbarende mede deelingen uit Santiago. Nu heeft Sagasta de overgave van Manilla wel onwaarschijnlijk geheeten, doch hoe generaal Augusti de onvermijdelijke catastrophe moet ontgaan, schijnt toch ook Spanje's premier niet helder te zijn de verzorging der ingeslotenen baart hem echter wel zorg In de Kamer antwoordde de Minister van kolonien desgevraagd, dat er geenerlei instructie aan den gouverneur der Philippijnen is gezonden, waarin hem bevolen wordt zich met Aguinaldo o met Dewey te verstaan. De Minister voegde er, nader gevraagd, aan toe, dat de vrede op de Philippijnen niet op bevel van de regeering were gesloten, maar dat generaal Primo Riveira indertije. voorstellen deed en de regeering antwoordde ,/Sluit vrede op uw eigen verantwoording Over de vredeskansen komt men maar niet tot zwijgen. Nu weer heet t dat- op het verzoek van Spanje's regeering aan de groote mogendheden, om tusschenbeide te komen, in gunstigen zin is geantwoord door drie mogendheden en dat Duitsch- lands gezant Von Radowitz met den Spaanschen Minister van buitenlandsche zaken Almodovar een conferentie heeft gehad, welk doeu volgens den een in verband staat met de den Spanjaarden op Manilla, door Duitsche oorlogsschepen te verleenen hulp bij eventueele geweldpleging der inboorlingen en volgens den ander betrekkmg heeft op een door keizer Wilhelm saam te roepen congres over de Philippijnsshe quaestie Meermalen worden naar krankzinnigengestichten overgebracht personen, bij wie zich, tengevolge van het misbruik van sterken drank, meer of minder duidelijke verschijnselen van krankzinnig- heid openbaren. Velen dezer personen herstellen daar spoedig tengevolge van de onthouding en de geneeskun- dige behandeling van hunne krankzinnigheid, en mogen dan niet langer in de krankzinnigenge stichten verblijven. Toch zijn zij nog niet bestand tegen de ver- leiding en eenmaal weer in vrijheid gesteld, ver- vallen zij spoedig weer in hunne oude kwaal, tot groot nadeel van henzelven en hunne familien. In verband hiermede heeft thans de Minister van Binnenlandsche zaken in overleg met het bestuur der vereeniging voor herstel van drauk- zuchtigen bepaald dat dergelijke personen, na her stel in de gestichten, op Hooghullen opgenomen kunnen worden, maar alleen in die gevallen, waar de gestichtsgeneesheer, die hen behaudelde, hunne voortgezette behandeling onder geneeskundige leiding in een sanatorium voor herstel van drank- zuchtigen noodzakelijk acht voor hun geheel her stel en de geneesheer-directeur van Hooghullen het geval voor verpleging op Hooghullen ge- schikt acht. De kosten der verpleging zullen, wat de be- hoeftigen betreft, voor de helft gedragen worden door de vereeniging en voor de helft door het rijk. Het verblijf zal hoogstens drie maanden duren. In Het Paleis van Justitie schrijft prof. mr. D. Simons, naar aanleiding van de beschikking van den officier van justitie bij de rechtbank te Leeuwarden in de zaak-Hoogerhuis Het is niet te verwachten, dat met deze beschikking de kwestie der gebroeders Hoogerhuis zal zijn opgelost. Reeds wordt een interpellate van de zijde van mr. Troelstra aangekondigd. Doch welke de overtuiging moge zijn die ieder zich uit de thans medegedeelde beschouwingen moge vestigen, er bestaat voor iedereen grond den Minister van justitie dank te zeggen voor de in dezen gevolgde gedragslijn. Hij heeft, nu de justitie in deze veelbesproken zaak den haar aangewezen weg weigert te volgen, Vrij bewerkt door A MO. 8) Wat was er gebeurd Ik wilde op mijne schreden terugkeeren en zien. Ik moest het weten. Anna, slechts een zwakke vrouw, vluchtende door den kouden, donkeren nacht Als de verschrikkelijke vrees, die zich aan my opdrong, tot rust was gebracht, kon ik haar weer volgen. Ik moest tot elken prijs weten, wat er gebeurd was. Mijne lantaren op het midden en de beide zijden van den weg latende schijnen, ging ik voort. Ik ging de plaats, waar ik meende Anna te hebben ontmoet, een eindweegs voorbij. Plotspling bleef ik met een kreet van ontzetting stilstaan. Midden op den weg, vlak voor mijne voeten, lag, verlicht door het schijnsel mijner lantaren, e'en witte massa. Toen mijn oog hierop viel, wist ik maar al te goed de beteekenis van Anna's wilden uitroep //Het loon der zonde Ik wist, voor ik bij hem neerknielde en na zijn jas te hebben ontknoopt hem de hand op de borst legde, dat hij dood was. Ik behoefde de lantaren niet naar zijn gelaat te keeren, om te weten, wie die man was. Met zijn leven had Theodoor Tellings zijne zonde geboet. Het vereischte weinig moeite de oorzaak van zijn dood op te geveneen kogel was hem recht door het hart gegaan. Naar het scheen, was het schot op korten afstand gelost. Hij moest gevallen zijn zonder een enkelen kreet te slaken. De spottende glimlach lag nog op zijn gelaat. Het eene oogenblik stond hij vol leven, haar bespottende die hem vertrouwd had en door hem bedrogen was, en het volgende oogenblik, nog voor hij den zin dien hij uite'n wilde, kon vol- tooien, lag hij levenloos aan hare voeten, en begonneu de sneeuwvlokken zijne lijkwade te weven. Snel en plotseling had de dood hem aangegrepen, zonder hem een oogenblik van berouw te laten. Hij had dus geboetO, zoete wraak Maar waarom moest die wraak van mijne smettelooze Anna komen Anna eene moordenaarsterDat was te vreeselijkdat moest een droom zijn! Mijne wraakplannen verlieten mijzij maakten plaats voor diep medelijden met den man, die in de kracht des levens gevallen was. Bij zijn leven kon ik verlangen naar het oogenblik dat wij tegen- over elkander zouden staan en elkauder koelbloe- dig zouden vermoorden, nu hij dood was haatte ik hem niet meer. De dood is een heilig iets. Tellings gevallen door Anna's hand het kon en zou niet waar zijn. En toch Ik herin- nerde mij den hartstocht, die klonk in hare woorden ,/Willem, haatte je ooit iemand Toen mii te binnen schoot, hoe ik het pistool, dat zij had laten vallen, had weggeworpen, uitte ik een kreet van angstdat was het wapen geweest waarmede zij de verschrikkelijke daad had gepleegd. Door Anna gedood Gedood, niet in een plot- selinge uitbarsting van oubedwingbaren hartstocht, maar volgens een vast beraamd plan. gewild, dat zij in het openbaar en zoo uitvoerig mogelijk rekenschap zou geven van hare motieven, opdat de openbare meening in staat zou worden gesteld haar oordeel te vellen met kennis van zaken en niet op eenzijdige uit den aard der zaak onvolledige toelichting. Zoo vaak werkt de justitie in het duister en weigert zij den sluier op te lichten die haar arbeid bedekt. Onze Minister van justitie heeft getoond te begrijpen, dat bij de vraag of drie personen onschuldig veroordeeld zijn, ieder staatsburger belang heeft en dat tegenover openbare bestrijding openbare verdediging plicht is. De wijze waarop hier is gehandeld toont dat de Minister het besluit van den officier met zijne verantwoordelijkheid dekt, dat het besluit van den officier ook het zijne is. En waarom hij dit besluit nam heeft hij in het openbaar doen verklaren. Men kan zijne motieven voldoende of onvoldoende juist of onjuist oordeelen, men behoort de wijze waarop door den Minister is gehandeld te waardeeren. De memorie van den Leeuwarder officier is een merkwaardig stuk. Zooals ik reeds zeide, de strijd is daarmee zeer waarschijnlijk niet beslecht. Ik voor mij wensch af te wachten hetgeen thans van de andere zijde zal worden aangevoerd om mijnerzijde rekenschap te geven van den indruk dien de beschouwingen van den officier van justitie te Leeuwarden bij mij hebben gemaakt. I In ,/de Sociaaldemokraat" schrijft mr. Troelstra over de beschikking in de zaak Hoogerhuis ,/De verschijning van het stuk van den officier van justitie te Leeuwarden beteekent een enormen vooruitgang in deze zaak. Van dit oogenblik af weten wij, wat de ergste beschuldigers der Hoogerhuisen te hunnen nadeele kunnen aanvoeren we hebben nu houvast. Een ding staat thans officieel vastde achtergebleven lantaren is die van Tjeerd Stienstra. Daarmede is de kern van het bewijs- materiaal ter ontlasting der Hoogerhuisen buiten debat gesteld. De tijd, het geheele stuk te behandelen, ontbreekt mij thans. Eerstdaags zal ik aantoonen, dat het stuk alle juridische en moreele waarde mist een mislukte pogjng is, om het publiek zand in de oogen te strooien zoodat het verscheidene leugens bevat, waaronder zeer onnoozele door de kritiek van een deskundige als spinrag uiteengeblazen kan worden." Volgens eene mededeeling in Recht voor Allen heeft zich te 's Gravenhage onder den naam van ,/Comite der gerechtigheid" een comite gevormd van 5 leden uit de verschillende vak- en andere Zij moest gewapend zijn uitgegaan om hem le ontmoetenzij had hem vlak door het hart ge- schoten en hem toen zien vallen. De vreeselijke daad, die zij bedreven had, moest haar toen, in al haar omvang, bewust geworden zijn. Geen wonder, dat zij als krankzinnig_die plaats ontvluchtte Arm, ongelukkig schepsel Half krankzinnig van angst richtte ik mij uit mijn knielende houding op en stond een poos als versteend bij het lijk. Eerst thans besefte ik, hoe innig ik de vrouw, die dat gedaan had, lief- had. Mijne liefde verhief zich verre boven smart en vrees. Ik moest haar, die ik liefhad, tot elken prijs redden uit de handen van het gerecht. Het was de eerbied, verschuldigd aan een doode, die mij aanzette het lijk op te nemen en aan den kant van den weg te leggen. Ik kon den ellendige niet midden op den weg laten liggen, tot struikel- blok voor den eersten den besten voorbijganger. Natuurlijk zou hij morgen gevonden worden. De ontzettende tijding zon door het geheele land gaan. Mijne Anna zou morgen o, Hemel, nooit, nooit Eerbiedig legde ik het stoffelijk overschot van Theodoor Tellings bezijden den eenzamen weg. Ik trachtte zijne glazige oogen te sluiten en bedekte zijn gelaat met een zakdoek. Ik keerde terug met een hart vol angst en vrees, om de arme, ongelukkige vrouw te zoeken. Waar zou ik haar vinden Angstig snelde ik voort. Ik was geheel alleen op den weg. Wie zou nu ook buiten zijn Ik ging recht op mijn huis af, in de hoop, dat Anna daarheen ge- vlucht was. Zoo snel mogelijk zou ik er heen loopeu. Was zij daar niet, dan moest ik haar, met de hulp die ik krijgen kon, overal zoeken. Eindelijk was ik er, binnen een oogenblik zou ik het ergste vernemen. Ik opende het deurtje van mijne lantaren en liet de stralen vallen op het pad, dat naar de deur voerde. Ik was ver- heugd, toen ik daar op de sneeuw, nog niet door de vallende sneeuwvlokken uitgewischt, de sporen van een kleinen voet gewaar werd. Anna was, zooals ik gehoopt had, recht op mijne woning afgegaan. Mijn bediende opende mij de deur. Nu ik wist, dat Anna binnen was, sloeg ik een I natuurlijken toon aan. ,/Is mijn zuster gekomen vroeg ik. ,/Ja, mijnheer, een kwartier geleden ongeveer." „Wij hebben elkander op den weg gemist. Wat een nachtzei ik, mijn besneeuwden hoed af- werpende. ,/Waar is zij nu //Zij is in de zitkamer, mijnheer." Toen zijn stem latende dalen, vervolgde Johan //Toen zij vernam, dat gij niet thuis waart, scheen zij slecht gehumeurd. Ik verwacht, dat we het haar moeilijk naar den zin zullen kunnen maken." Zijne woorden verbaasden mij zeer. Ik dwong mij zelf echter om lachend een opmerking te maken. Ik draaide de kruk van deur om en trad de kamer die Anna zich tot verblijfplaats gekozen had, binnen. Een rilling voer mij door de leden. De herinnering aan wat er zooeven gebeurd was kwam mij weer levendig voor den geest. Anna zat tegenover het vuur. Haar hoed was afge- worpeuheur donker haar hing wanordelijk door- een, het was nat geworden door de gesmolten sneeuw. Zij scheen niet te hebben opgemerktx rrrI .ud w MT A 1 F -.--I m, bij den »U«eve, P. J. VAS OB IASDE te Ter Menxen vpnthllnt Woei*d»g- en Vr.jaaSavou,l, «.tgexomle

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1