BIJVOEGSEL
Ter Heuzsnschs Courant
Zaterdag 11 Juni 1898. No. 3623
Gemengde berichten.
Te Yenendaal is Woensdagmiddag de 18jarige
W. D. bij het zwemmen verdronken.
Te Helder is Dinsdag de zeemilicien van
Hr. Ms. Neptunus, A. D. bij het baden in het
Noord-Hollandsche kanaal verdronken. Zijn lijk
werd later opgehaald.
Nauwelijks was Dinsdagavond de uitvoering
der muziekschool van de Mb tot bevordering der
Toonkunst in het gebouw voor K. en W. te
Utrecht begonnen of twee heeren werden een sterke
brandlucht gewaar. Een hunner meende, dat het
voortkwam uit het smeulen van hout en niet,
zooals vele dames en heeren volhielden, dat het
smeulen van kleeren de oorzaak was. Ter ver-
kenning uitgegaan, kwam men tot de ontdekking,
dat aan de zijde van de kunstgalerij brand was
ontstaan, doordat een der luiken met de gaslustre
in aanraking was gekomen.
Verleden week werd even buiten Bergen-
op-Zoom een kind door een hondekar overreden.
Daar dit kind kort daarna overleden is, bestaat
het vermoeden dat de oorzaak daarvan in dat
overrijden gezocht moet worden. Daarom is op
last der politie het lijkje opgegraven om genees-
kundig te worden onderzocht.
Reeds eenigen tijd had de koster der Her-
vormde kerk te Katwijk aan Zee vermoeden, dat
uit de offerbussen in de kerk gestolen werd.
Deze week mocht hij er in slagen een jeugdigen
deugniet te betrappen, hoewel niet op heeterdaad.
In verhoor genomen, viel de bengel spoedig
door de mand en noemde hij nog drie kornuiten,
die hem nu en dan in zijn operation bijstonden.
Tegen het viertal werd proces-verbaal opgemaakt.
De inhoud der bussen is bestemd voor de Her-
vo.rmde school in genoemde gemeente.
Een violist had een engagement gesloten in
een vreemde stad en kamers gehuurd in een straat,
waar al de huizen onder &in gevel waren gebouwd
en volmaakt op elkaar geleken. Op zekeren avond
huiswaarts keerende bleek hem, dat hij het kaartje,
waarop hij het nummer had geschreven, kwijt was
en hij wanhoopte het huis te vinden, tot hem
eensklaps iets inviel. Hij verbeeldde zich, dat hij
den klank zou kunnen herkennen van de bel van
de deur en hij liep de straat door, overal even
aanbellende. Toen hij den rechten toon meende
te hooren bleef hij staan en 't was zoo. Daar
woonde hij.
Maandagavond zijn in het station Allach
bij Munchen twee goederentreinen op elkaar inge-
reden. Een remmer verloor het leven en twee
andere treinbeambten kregen kwetsurenook wer
den er vele wagens tot splinters geslagen.
Te Milspe bij Hagen heeft een politieagent,
die het te kwaad had gekregen met vijf dronken
Poolsche metselaars, een van zijn aanvallers dood-
geschoten.
Men meldt uit Vorden
Onze gemeente heeft Dinsdagnamiddag ernstig
gevaar geloopen, den harer merkwaardigheden te
verliezen. De bliksem sloeg in e'dn der opstaande
wieken van den stender-korenmolen, aan de oost
zijde 't dorp, welke o. a. door Bilder's afbeeldingen
een groote bekendheid verworven heeft. Van de
wiek vlogen de spaanders af. Daarop sloeg de
bliksem naar binnen, groefde de zware molenas en
sloeg ook van deze stukken af, maakte aan den
N. O. kant twee gaten, sprong op den ketting,
waarmee de zakken worden opgehaald, over en
sloeg een vrij groot, doch ondiep gat in den grond.
Ongeveer tien minuten gaans verder sloeg de
bliktem door den schoorsteen eener daglooners
woning, zonder evenwel schade van belang aan
te richten.
De moordenaar Peugnez, van wiens afschuwe-
lijk misdrijf, te Charenton in Erankrijk begaan,
wij W.oensdag verhaalden, is gearresteerd. De
twee dagen na den moord bracht hij met zijn
minnares door, die hem eindelijk op zijn aansporen
verliet en, gevangen genomen, de politie op het
spoor bracht. Toen hij haar aan haar woning
wilde komen bezoeken, vond hij daar politie-
agenten. Er volgde een wilde jacht, waarbij
Peugnez een revolver op de agenten afschoot,
zonder een hunner te raken, en eindelijk zichzel:'
een schot in den mond gaf. Maar de kogel blee:'
in het gehemelte zitten en kon er, nadat de
moordenaar geboeid naar de gevangenis was ge-
bracht, gemakkelijk uitgehaald worden.
Bijna geheel onder dezelfde omstandigheden is
Maandag de moordenaar van een oude dame, die
in de rue Saint-Denis te Parijs om het leven ge-
bracht werd, gearresteerd. Schdeider aldus
was zijn naam bevond zich in een theater te
Muhlhausen, waar de Duitsche politie die zijn sig-
nalement bezat, hem herkende. Na afloop der
voorstelling wilden de agenten hem vatten, maar
Schneider ging op den loop, schoot vijfmaal zijn
revolver af zonder iemand te kwetsen en schoot
zichzelf den zesden kogel in het hoofd. Ook
lier zonder ernstig resultaat. De overeenkomst
is te treffender, waar het signalement van beide
moordenaars een groote gelijkenis vertoond en beiden
denzelfden naam Berthier hebben opge-
geven in de hotels, waar zij sedere hun misdaden
vertoefden.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
ZEETIJDINGEN.
Yan 8 tot en met 9 Juni.
a
Van 8 tot en met 9 Juni werden
angs de
Oostsluizen alliier 21 binnenvaartuigen op- en 17
afgescliutdoor de Westsl. 1 op- en 2 afgesckut.
8,05
8,12
8,15
8,20
8,81
8,36
8,50
9,28
9,34
8,46
7,30
8,21
A 8,40
4.45
5,36
6,05
6,42
7.46
7,50
7,55
8,57
9,43
10,08
4,15
4,40
5,23
6,25
6,33
9,05
VAN DE
VAN
Vergadering van Donderdag 9 Juni 1898.
Voorzitter de heer J. A. van Boven.
Aanwezig alle leden met uitzondering van den heer Van
IJsselsteijn, die wegens uitstedigheid afwezig is.
Een vacature.
Na opening der vergadering worden gelczen de notulen
der voorgaande, die worden goedgekeurd.
De heer Van der Moer vraagt of de vuilnisman nog geen
bel heeft.
De Voorzitter antwoordt, dat aan den bouwmeester is opge-
dragen het aankoopen van een doelmatige bel, onder goed-
keuring van het Dag. Best.
De heer Van der Moer wist niet, dat daarvoor zooveel
omslag noodig was en vraagt of hij een bel aan de gemeente
wil cadeau doen.
De heer Van der Hooft merkt op, dat de bel misschien
nog zal gegoten moeten worden.
De heer Van der Moer verklaart de vraag meer te hebben
gedaan om te weten hoe 't er mee stond, daar het ook moge-
lijk zou zijn, dat de vuilnisman er iets tegen had, om de bel
te gebruiken.
Een paar leden zouden een ratel beter vinden dan een
bel, omdat de ingezetenen nu geen onderscheid zullen hooren
tusschen den vuilnisman en den omroeper.
De heer Visser Men zou dan ook tot de ingezetenen wel
het verzoek moeten richten om hunne bakken voor de komst
van den vuilnisman niet buiten te zetten.
De heer Van der Moer: Die mogen volgens de verordening
ook niet op straat worden gezet, ofsehoon er veel een paar
uren op straat staan.
De Voorzitter vindt dat ook verkeerd, ook met het oog
op de honden. Als hij zoo eens met zijn hond gaat wandelen,
loopt die in alle bakken te snuffelen en te krabben.
De heer Van der Moer acht dit minderde honden moet
men dan maar aan een touw vasthouden. Spreker heeft naar
de zaak ge'informeerd, omdat hem van de uitvoering nog
niets gebleken is en hij hoopt, dat deze dan toch binnen een
paar maanden wel zal beslist zijn.
Alsnu komt in behandeling
1. Besluit Gedeputeerde Staten aangaande het raadsbealuit
omtrent de verkiezing van een lid van den Raad.
De Voorzitter deelt mede het bericht van Ged. Staten dat
zij ambtshalve uitspraak zouden doen, en .daarna het besluit
tot vernietiging van het raadsbesluit, waarbij de heer P. A.
van de Velde als raadslid is toegelaten. (In ons vorig num
mer medegedeeld
De heer Van der Moer stelt de vraag of Gedep. Staten,
wanneer zij wisten, dat op grond van het eene briefje, dat te
veel was, elke herstemming vernietigd zou worden, niet
eerder hadden kunnen tusschenbeide komen. Want wanneer
zij dit wisten, dan hebben ze, met deze door te laten gaan,
ofsehoon verzekerd van vernietiging, de kiezers en ook de
leden van een Raad, die zich met de stemming moeten bezig-
houden, voor den gek gehouden. Of moest die herstemming
toch pleats hebben Na de eerste stemming kon de Raad
niets doen. En had het stemburau anders kunnen handelen
De heer Wieland meent, dat dit anders had moeten doen.
De heer Van der Moer: Wat had het dan anders moeten
doen? Het moest een herstemming uitschrijvenen de
kiezers zijn daardoor voor den gek gehouden evenals de
raadsleden, die een heelen dag moeten zitten.
De heer Wieland En men moet ook de kosten in aan-
merking nemen.
De heer Van der Moer merkt op dat Ged. Staten er alles
van wisten en toch de stemming lieten doorgaan, dit zou mis
schien een motief zijn kunnen om hooger beroep aan te
vragen.
De heer Van den Hoek gelooft, dat het nu eigenlijk maar
zaak is om uit te maken wat de Raad zal doen.
De heer Visser vindt het vreemd, dat Ged. Staten hun
besluit niet gronden op eenig wctsartikelhij zou de uitspraak
in verband met de wet gebracht willen zien.
De heer Van den Hoek stelt voor hooger beroep aan
te teekenen, waarmede de heeren Grenu en Visser verklaren
in te stemmen.
Andere leden zijn het daarmede niet eer.s terwijl de heer
Moes opmerkt, dat het argument tot toelating, door den Raad
gebruikt, wel een beetje zwak washij heeft daarom ook
voorwaardelijk voorgestemd.
De heer Visser wijst er op dat de heer De Feijter, voor
zitter van het stembureau te Sluiskil, bij het onderzoek van
den geloofsbrief door de commissie, toch verklaard heeft
dat er twee briefjes op elkaar zaten, waarvan het onderste
bianco was, waaruit blijkt dat het te veel gevonden stembiljet
bianco in de bus gekomen is.
De heer Van der Moer stemt toe, dat alle leden weten
dat het zoo is, maar dat is toch niet wettig te bewijzen.
De heer Van den HoekDe heer Dees zegt toch ook
dat ze in elkaar zaten ik stel daarom voor in hooger beroep
te komen.
De heer Moes kan er zich niet mee vereenigen.
De heer Wieland kan ook wel vertellen dat hij niet buiten
de meening van Ged. Staten gaat.
De heer Van der Moer kan ook niet stemmen vddr hooger
beroep, daar hij geen motief daarvoor kan aanvoeren.
Eenige discussie wordt gevoerd over de handeling van het
hoofdstembureau, waarbij wordt opgemerkt dat dit niet anders
handelen kon dan de herstemming uitschrijven, zooals gedaan
is, en voorts wordt betreurd, dat de voorzitter van het bureau,
de heer Van IJsselsteijn, die naar Middelburg om advies
ging, niet tegenwoordig is, daar hij dan mededeelingen zou
kunnen doen over het daar aan hem gegeven advies.
De heer Visser zou het van den Raad inconsequent vinden,
indien geen hooger beroep werd aangeteekend, daar eerst met
algemeene slemmen tot toelating is besloten. En hetgeen
Ged. Staten nu melden is toch geen nieuws, dat wist de
Raad ook.
De heer Van der Moer ziet daarin nog geen inconsequence
daar de Raad ook bij het eerste besluit zich onpartijdig wilde
houden, het aan de lui buiten den Raad overlatende, bezwaren
in te brengen. Op dat standpunt kan de Raad zich weer
stellen. De belanghebbende zal toch wel in hooger beroep
komen.
De heer Van den Hoek is van meening, dat de Raad nu
consequent behoort te zijn, of dat zij anders de eerste maal
niet tot toelating had mogen besluiten.
De heer Van der Moer herhaalt, liever aan anderen over
te laten om in hooger beroep te komen.
Het voorstel-Van den Hoek om bij de Regeering in hooger
beroep te komen op de beslissing van Ged. Staten, wordt
daarna verworpen met 8 tegen 3 stemmenvoor de heeren
Van den Hoek, Ilarte en Visser tegen de heeren Grenu,
Dees, De Feijter, Moes, Wieland, Van der Hooft, De Koeijer
en Van der Moer.
2. Beschikken op den post voor onvoorziene uitgaven der
gemeentebegrooting voor 1897.
Besloten wordt tot deze afschrijving voor een som van
f 43,86, wegens reis- en verblijfkosten der door den Raad
afgevaardigde commissie om bij de Regeering de belangen
der gemeente te bepleiten.
3. Idem op de begrooting voor 1898.
Wordt eveneens z. h. s. tot afschrijving besloten voor een
bedrag van 63,wegens reis- en verblijfkosten voor de
commissie belast met het onderzoek in iake de concessie-aan
vraag voor electrisch licht.
4. Ingekomen stukken.
n. Dankbetuiging van mej. A. de Pauw, voor de ver-
hooging van hare jaarwedde als verloskundige te Sluiskil.
b. Het rapport der Commissie van Fabricage, aangaande
ten gebrnike afstaan van grond aan school.C voor het plaatsen
van karren.
De commissie geeft als hare meening te kennen, dat er
tegen inwilliging van het verzoek geene bezwaren bestaan,
mits worden in acht genomen de volgende voorwaarden
dat voor het gebruik van den grond een recht wordt be-
taald
dat de huur iederen dag opzegbaar isen
dat ten koste van de gebruikers een rasterwerk wordt ge-
plaatst en onderhouden. De kosten van het te plaatsen
rasterwerk worden geraamd op 33.
De heer Wieland meent, dat het onbillijk is om iederen
dag de huur te kunnen opzeggen en zou het beter achten
dat dit 3 maanden vooraf moest geschieden.
De heer Van den Hoek betoogt, dat dadelijke ontruiming
wel nooit zal gevorderd worden, maar als het noodig is moet
het toch kunnen.
De heer Van der Moer is ook tegen het stellen van een
langen termijn, daar het toch een gunst is, die men verleent.
De heer Van den Hoek stelt voor een huurprijs van 10
voor het heele terrein te vorderen.
Andere leden vinden 't beter per kar te laten betalen en
de heer Wieland meent, dat een gulden per kar en per jaar
voldoende is en de voerlieden er ook geen bezwaar tegen
kunnen hebben.
Ten slotte wordt besloten, dat het terrein van gemeentewege
zal worden afgerasterd en tegen vooruitbetaling van 1,50
per jaar en per kar vergunning voor het plaatsen van karren
zal worden gegeven, behoudens het recht van het gemeente-
bestuur, om het terrein ten alien tijde te doen ontruimen.
Een adres van P. J. Scheele, J. J. de Jager, A. Wie
land, J. A. de Jonge, J. van der Sloot, A. Timmerman en
C. L. van der Bent, van den volgenden inhoud
A an den Raad der gemeente Ter Neuzen.
Tot onze niet geringe verbazing werd in het laatst der
vorige week aan den heer Van Bergen vergunning verleend,
om zijne van de kermis te Axel komende hippodrome ge-
durende enkele dagen op het marktplein te plaatsen.
Sedert Maandag j.l wordt in die tent van 7 tot pi. m. 11
uur gelegenheid gegeven om, onder begeleiding van muziek,
in eene manege paard te rijden.
Otschoon wij willen aannemen, dat dit voor liefhebbers eene
zeer aangename uitspanning is, meenen wij, als bewoners van
het marktplein. toch tegen het verleenen der bedoelde ver
gunning bezwaar te mogen inbrengen.
In de week, dat er kermis gehouden wordt, ondervinden
we zooveel last en ongerief van kramen en spellen, carousels
enz., hooren wij reeds zooveel en zoo velerlei muziek dat
men ons buiten dien tijd van eene dergelijke tent, als er nu
staat, waarlijk wel moest verschoonen.
Gaat men op den nu ingeslagen weg voort, dan zal het
weldra schijnen, of er niet den maar tweemaal 'sjaars
kermis wordt gehouden.
Bovendien is het, naar onze bescheiden meening op geene
enkele afdoende wijze te motiveeren, dat behalve met kermis, aan
welke inrichting dan ook, vergunning tot plaatsing verleend
wordt.
Immers in de kermisweek toch heeft een ieder die het
begeert gelegenheid te over om allerlei vermaak naar wille-
keur te genieten, waarom het o. i. onnoodig is, op gewone
dagen soortgelijke vergunningen te verleenen.
In verband met het vorenstaande hebben wij de eer, uw
geacht college beleefd te verzoeken, om te willen bepalen, dat
voortaan aan geene doorlrekkende spellen of inrichtingen
vergunning mag worden verleend, om op het marktplein
voorstellingen te geven of gelegenheid tot vermakelijkheden
te openen."
De Voorzitter deelt mede, dat de vergunning tot opslaan
door het Dag. Best, is verleend.
De heer De FeijterOp welke gronden Ik zou het
ook hoogst onaangenaam vinden om voor een anders plezier
een dag of acht met zoo'n ding voor je deur te zitten.
De heer Moes is er ook niet voor dat zoo iets wordt toe
gelaten en dan is het nu nog juist voor den dominie zijn
deur gezet.
De heer Van den Hoek: Dat is toch volkomen gelijk,
een dominee is maar evengoed als ieder ander burger.
De heer Moes is het daarmee niet eens, men weet vooruit,
dat zoo iemand tegen die inrichtingen gekant is. Hij betreurt,
dat het is geschied.
De heer Visser weet niet welk bezwaar men er eigenlijk
tegen kan hebben, dat die inrichting hier staat, want men
heeft hier toch waarlijk zooveel vermaken niet.
De heer Van der Moer heeft er geen bezwaar tegen dat
dergelijke inrichtingen worden toegelaten, maar maakt bezwaar
tegen de plaatsmen moest ze ergens plaatsen waar niemand
er last van heeft.
De heer Visser wijst er op dat de onderteekenaar De Jager
er toch ver genoeg af woont en er geen last van heeft.
De heer De KoeijerDie heeft natuurlijk geteekend om
de anderen te steunen. Ik heb er in het geheel geen last
van, maar ik steun het ook.
De heer De Feijter vindt het een groot schandaal om
zoo'n inrichting voor iemand zijn deur te plaatsen.
De heer Wieland: Het verzoek is alleen om 'tdaar niet
meer te zetten en daar ben ik het volkomen mee eens.
De heer Van der Moerj Kan de Raad er wat aan doen
De Voorzitter Ja, want voor het opslaan moet beschikt
worden over terrein van de gemeente. Het was de gewoonte,
dat het aan den burgemeester werd overgelaten. Maar de
Raad kan in die regeling verandering brengen.
De heer GrenuBehoort dd beslissing niet aan u, mijn-
heer de Voorzitter.
De VoorzitterJa, voor wat het maken van muziek be-
treft. Ik meen echter dat er geen bezwaar tegen bestaan
kan, de man maakt geen kabaal.
De heer MoesDat zou er ook nog bij moeten komen
De Voorzitter zegt, dat Burg, en Weth. er in hetvervolg
meer op kunnen letten.
De heer Wieland vindt dit goed Dit is ook de bedoelmg
van adressanten ze treden niet gebiedend op, maar verzoeken
slechts. En uit de woorden van den Voorzitter spreekt reeds
eenige schuldbekentenis.
De Voorzitter komt hiertegen op en zegt volstrekt geen
schuld te bekennen. Wanneer men echter bezwaar tegen
die vergunningen heeft, moet de meerderheid van den Raad
maar uitspraak doen.
De heer Van den Hoek heeft er niets op tegen, laat de
menschen zegt hij maar plezier maken.
Opgemerkt wordt dat men de zaak best aan het Dag. Best,
kan overlaten.
De heer De Feijter Ja, maar gebeurt het dan niet meer
Want als geen besluit genomen wordt, dan kan men een 14
dagen, nadat deze afgebroken is, weer een andere tent laten
opslaan.
De heer Harte ziet in deze uitdrukking een bewijs van
wantrouwen tegen het Dag. Best.
De heer De Feijter stelt voor aan zulke inrichtingen op
andere tijden dan kermis geen vergunning tot opslaan te geven
De heer Van der Moer kan met dat voorstel niet meegaan,
want hij heeft niets tegen de inrichting zelf, als het maar
ergens geplaatst wordt, waar niemand er last van heefthij
acht ongewenscht, plaatsing zoo dicht bij de huizen.
De heeren Visser en Van den Hoek meenen, dat plaatsing,
zonder dat er iemand last van heeft, moeilijk gaan zalwant
op andere plaatsen wonen ook weer menschen. Eerstgenoemde
verklaart te zullen tegensteinmen, terwijl de heer Van den
Hoek beweert, dat die overlast een gezocht motief is, maar
men er uit principe niet mee instemt. Schaf dan zegt
hij de kermis ook maar liever af.
De heer De KoeijerDaarvan is nu geen sprake.
De heer Moes spreekt tegen, dat het aangevoerde bezwaar
een gezocht motief zou zijn, waartegen de heer Van den
Hoek aanvoert, dat dit bleek uit de woorden van den heer
Moes, toen deze er zooeven nadruk op legde, dat de tent
nogal juist voor den dominee gezet was.
Het voorstel van den heer De Feijter, thans zoodanig
gewijzigd, dat de Raad den wensch uitspreekt, dat voortaan
buiten de kermis aan dergelijke inrichtingen geen gemeente-
grond meer wordt afgestaan, wordt aangenomen met 7 tegen 4
stemmen. Voor s'emden de heeren Dees, De Feijter, Moes,
Wieland, Van der Hooft, De Koeijer en Van der Moertegen
de heeren Grenu, Van den Hoek, Harte en Visser.
De VoorzitterNu weet ik genoeg.
<1. Een verzoek van C. II. Engels om ontheffing voor een
gedeelte van zijn aanslag in den hoofdelijken omslag, wegens
vertrek uit deze gemeente.
Hiermede zal op de gewone wijze overeenkomstig de ver
ordening worden gehandeld.
e. Eenige Provinciale- en Staatsbladen, worden voor de
leden ter visie gelegd.
Omvraag.
a. De heer Van der Moer wijst op de weder op de
Markt opgeslagen tent, ook wel estrade genoemd. Dat aller
afschuwelijkst leelijk ding ontsiert de Markt smerig. En
vreemdelingen moeten wel een vreemden indruk er van
krijgen. Men moet er als inwoner bepaald beschaamd over
zijn, als vreemdelingen op de Markt komen, zooals onlanga,
toen al de marechaussees hier geweest zijn. Is er vergun
ning voor het plaatsen gegeven
De VoorzitterHet is zoo maar gezet.
De heer Wan der Moer acht dat zeer ongepast. Men moest
dan last geven om het weg te nemen, het gaat toch zoo maar
niet, om daar zoo'n leelijk ding te zetten. Spreker zou wel
iets van wege de gemeente willen doen, om er een nette
muzieklent te zetten.
De heer Van den Hoek zegt dat dit jaar voor de eerste
maal vergunning is verleend om de tent op te slaan. Dit
is hem door den inspecteur verzekerd. Toen men met 't op
slaan begon, informeerde deze of er vergunning was verleend
en toen dit niet 'tgeval bleek, gaf hij order 't werk te staken;
men is er toen niet mee voortgegaan voor vergunning was
verleend.
De heer Harte meent, dat de Burgemeester die vergunning
naar goedvinden kan verleenen.
De Voorzitter is het daarmede niet eens, zeggende, dat
men dan weer dezelfde kwestie krijgt als met het hippodrome.
Ook de heer Van der Moer betoogt, dat het eveneens be
schikken over gemeentegrond is en dat toch wel niemand
zeggen zal, dat 't ding daar thuis hoort.
De heer Visser kan wel instemmen met het denkbeeld
van den heer Van der Moer en meent dat dit overweging
verdient.
De heer Van der Moer zou geen bezwaar hebben om,
wanneer eene commissie uit de bevolking zich de zaak wilde
aantrekken om gelden bijeen te krijgen, ook van wege de
gemeenle wat te geven, daar een nette tent de Markt zou
versieren, die nu ontsierd wordt.
De heer Wieland zou dan de bepaling willen gemaakt
zien, dat er niet op Zondag gebruik van gemaakt zou mogen
worden.
De heer Van den HoekEn dat alle gezelschappen er
gebruik van zouden mogen maken.
De heer Van der Moer beveelt zijn denkbeeld ter over
weging aan.
Opgemerkt wordt dat er misschien naar aanleiding dezer
disensaie wel een commissie uit de inwoners zal worden
gevormd, waartegen wordt aangevoerd, dat het beter was
met de uitvoering van het plan nog eens een jaar te wachten,
daar voor 't kroningsfeest dit jaar reeds zooveel moet worden
geofferd.
It. De heer Van der Moer heeft kort geleden eene oefening
der brandspuit bijgewoond, bij welke gelegenheid men beproefde
water te krijgen uit een brandpnt ergens achter zijn woning.
De put zat echter vol zand en modder, zoodat men niet goed
kon werken. Dit zou ook slecht kunnen werken bij brand,
als de slangen en spuiten daardoor eens defect geraakten.
Door de leden der Commissie van Fabricage wordt hierop
betoogd, dat daarin geen verbetering te brengen is, zoolang
de brandputten op de riolen liggen, daar 't schoonmaken der
putten niet helpt en het zand en de modder in de riolen zit.
De heer Van der Moer merkt, op, dat als de water-
leiding er kwam, een gewenschte verbetering dienaangaande
zou tot stand komen.
Op zijne vraag hoe 't daarmee staat kunnen geen inlichtingen
worden gegeven.
De heer Van den Hoek zegt, dat er ook op afdoende wijze
in zou kunnen voorzien worden door het leggen eener leiding,
waar men kanaalwatcr voor kon gebruiken. Het aanleggen
der leidingen zou echter nogal wat kosten.
De Raad acht het 't best, eerst nog maar eens af te wachten
of er iets aangaande de waterleiding zal bekend worden.
c. De heer Van den Hock zou het wenschelijk achten,
dat de Raad reeds nu een besluit nam, dat de kermis opde
gewone wijze zal gehouden worden, en dat Burg, en Weth.
van nu af een inschrijving voor staanplaatsen openden, om
zoodoende te beproesen meer geld te maken dan het vorig
jaar. Wordt het besluit reeds thans genomen, dan zal men
later niet kunnen zeggen dat de tijd te kort is geweest.
De Voorzitter wijst er op dat ook het Dag. Best, er
naar streeft om meer geld te maken. Hij wijst op Middel
burg, waar betrekkelijk ook maar 'n kleinigheid geboden is.
De heer Van den Hoek stelt daar tegenover Goes, waar
nog al flink is geboden. Het zit hem nog altijd in de maag
dat hier maar f 40 ontvangen is van een inrichting, die zoo
veel verdient. Men zou ook wat meer moeten adverteeren.
De Voorzitter verklaart, dat het Dag. Best, reeds over deze
zaak handelt. Indien men anders wenscht, moet men een
voorstel formuleeren.
De heer Van den Hoek stelt alsnu voor de kermis op de
gewone wijze te doen plaats hebben en aan te bieden plaats
op de Markt voor een stoommolen en twee caroussels.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Daarna sluit de Voorzitter de vergadering.
3
3
Q
VLAG.
NAAM.
M3.
Van en naar.
Lading.
Voor Ter Xeuien
8
Eng. 8.s.
Astrologer
2580
Leith
stukg.
9
idem
Hailing
2199
Londen
idem
Van Ter leuien
8
Duits. bark
Gimle
1024
Pitea
ballast
Fra. s.s.
La Roehelle
3341
Bilbao
ledig
Eng. s.s.
Ann Webster
2241
Londen
stukg.
Voor (went
8
Eng. s.s.
Fulmar
3009
Manchester
stukg.
idem
Dartmore
4554
Riga
hout
idem
Titanic
4551
Wilmington
katoen
9
Duits. s.s.
Maia
3405
Helzingfors
hout
Eng. s.s.
Sea Gull
2100
Londen
stukg.
Deens. s.s.
Alice
2740
Riga
hout
Duits. s.s.
Elfie
3343
Helsingfors
idem
Eng. s.s.
Revenna
3518
Antwerpen
idem
idem
Bivouac
3244
Vlissingen
ledig
Van <«ent
8
Noor. sch.
Roskva
418
Frederikshald
ballast
Zweed. s.s.
Aegir
1240
Rotterdam
ledig
Eng. s.s.
Spindrift
2003
Londen
stukg.
idem
Egret
3492
Antwerpen
stukg.
Deens. s.s.
Hermia
2960
Burntisland
ledig
Eng. s.s.
Ouse
2158
Goole
stukg.
idem
Lochleven
2409
Burntisland
ledig
9
Eng barge
Justice
261
Ipswich
phosph.
Zweed. s.s.
Ornen
3431
Bonne9
ledig
Eng. s.s.
Fulmar
3007
Antwerpen
stukg.