BIJVOEGSEL Ter Heuzsnschs Courant Zaterdag 11 Juni 1898. No. 3623 Gemengde berichten. Te Yenendaal is Woensdagmiddag de 18jarige W. D. bij het zwemmen verdronken. Te Helder is Dinsdag de zeemilicien van Hr. Ms. Neptunus, A. D. bij het baden in het Noord-Hollandsche kanaal verdronken. Zijn lijk werd later opgehaald. Nauwelijks was Dinsdagavond de uitvoering der muziekschool van de Mb tot bevordering der Toonkunst in het gebouw voor K. en W. te Utrecht begonnen of twee heeren werden een sterke brandlucht gewaar. Een hunner meende, dat het voortkwam uit het smeulen van hout en niet, zooals vele dames en heeren volhielden, dat het smeulen van kleeren de oorzaak was. Ter ver- kenning uitgegaan, kwam men tot de ontdekking, dat aan de zijde van de kunstgalerij brand was ontstaan, doordat een der luiken met de gaslustre in aanraking was gekomen. Verleden week werd even buiten Bergen- op-Zoom een kind door een hondekar overreden. Daar dit kind kort daarna overleden is, bestaat het vermoeden dat de oorzaak daarvan in dat overrijden gezocht moet worden. Daarom is op last der politie het lijkje opgegraven om genees- kundig te worden onderzocht. Reeds eenigen tijd had de koster der Her- vormde kerk te Katwijk aan Zee vermoeden, dat uit de offerbussen in de kerk gestolen werd. Deze week mocht hij er in slagen een jeugdigen deugniet te betrappen, hoewel niet op heeterdaad. In verhoor genomen, viel de bengel spoedig door de mand en noemde hij nog drie kornuiten, die hem nu en dan in zijn operation bijstonden. Tegen het viertal werd proces-verbaal opgemaakt. De inhoud der bussen is bestemd voor de Her- vo.rmde school in genoemde gemeente. Een violist had een engagement gesloten in een vreemde stad en kamers gehuurd in een straat, waar al de huizen onder &in gevel waren gebouwd en volmaakt op elkaar geleken. Op zekeren avond huiswaarts keerende bleek hem, dat hij het kaartje, waarop hij het nummer had geschreven, kwijt was en hij wanhoopte het huis te vinden, tot hem eensklaps iets inviel. Hij verbeeldde zich, dat hij den klank zou kunnen herkennen van de bel van de deur en hij liep de straat door, overal even aanbellende. Toen hij den rechten toon meende te hooren bleef hij staan en 't was zoo. Daar woonde hij. Maandagavond zijn in het station Allach bij Munchen twee goederentreinen op elkaar inge- reden. Een remmer verloor het leven en twee andere treinbeambten kregen kwetsurenook wer den er vele wagens tot splinters geslagen. Te Milspe bij Hagen heeft een politieagent, die het te kwaad had gekregen met vijf dronken Poolsche metselaars, een van zijn aanvallers dood- geschoten. Men meldt uit Vorden Onze gemeente heeft Dinsdagnamiddag ernstig gevaar geloopen, den harer merkwaardigheden te verliezen. De bliksem sloeg in e'dn der opstaande wieken van den stender-korenmolen, aan de oost zijde 't dorp, welke o. a. door Bilder's afbeeldingen een groote bekendheid verworven heeft. Van de wiek vlogen de spaanders af. Daarop sloeg de bliksem naar binnen, groefde de zware molenas en sloeg ook van deze stukken af, maakte aan den N. O. kant twee gaten, sprong op den ketting, waarmee de zakken worden opgehaald, over en sloeg een vrij groot, doch ondiep gat in den grond. Ongeveer tien minuten gaans verder sloeg de bliktem door den schoorsteen eener daglooners woning, zonder evenwel schade van belang aan te richten. De moordenaar Peugnez, van wiens afschuwe- lijk misdrijf, te Charenton in Erankrijk begaan, wij W.oensdag verhaalden, is gearresteerd. De twee dagen na den moord bracht hij met zijn minnares door, die hem eindelijk op zijn aansporen verliet en, gevangen genomen, de politie op het spoor bracht. Toen hij haar aan haar woning wilde komen bezoeken, vond hij daar politie- agenten. Er volgde een wilde jacht, waarbij Peugnez een revolver op de agenten afschoot, zonder een hunner te raken, en eindelijk zichzel:' een schot in den mond gaf. Maar de kogel blee:' in het gehemelte zitten en kon er, nadat de moordenaar geboeid naar de gevangenis was ge- bracht, gemakkelijk uitgehaald worden. Bijna geheel onder dezelfde omstandigheden is Maandag de moordenaar van een oude dame, die in de rue Saint-Denis te Parijs om het leven ge- bracht werd, gearresteerd. Schdeider aldus was zijn naam bevond zich in een theater te Muhlhausen, waar de Duitsche politie die zijn sig- nalement bezat, hem herkende. Na afloop der voorstelling wilden de agenten hem vatten, maar Schneider ging op den loop, schoot vijfmaal zijn revolver af zonder iemand te kwetsen en schoot zichzelf den zesden kogel in het hoofd. Ook lier zonder ernstig resultaat. De overeenkomst is te treffender, waar het signalement van beide moordenaars een groote gelijkenis vertoond en beiden denzelfden naam Berthier hebben opge- geven in de hotels, waar zij sedere hun misdaden vertoefden. Gemeenteraad van Ter Neuzen. ZEETIJDINGEN. Yan 8 tot en met 9 Juni. a Van 8 tot en met 9 Juni werden angs de Oostsluizen alliier 21 binnenvaartuigen op- en 17 afgescliutdoor de Westsl. 1 op- en 2 afgesckut. 8,05 8,12 8,15 8,20 8,81 8,36 8,50 9,28 9,34 8,46 7,30 8,21 A 8,40 4.45 5,36 6,05 6,42 7.46 7,50 7,55 8,57 9,43 10,08 4,15 4,40 5,23 6,25 6,33 9,05 VAN DE VAN Vergadering van Donderdag 9 Juni 1898. Voorzitter de heer J. A. van Boven. Aanwezig alle leden met uitzondering van den heer Van IJsselsteijn, die wegens uitstedigheid afwezig is. Een vacature. Na opening der vergadering worden gelczen de notulen der voorgaande, die worden goedgekeurd. De heer Van der Moer vraagt of de vuilnisman nog geen bel heeft. De Voorzitter antwoordt, dat aan den bouwmeester is opge- dragen het aankoopen van een doelmatige bel, onder goed- keuring van het Dag. Best. De heer Van der Moer wist niet, dat daarvoor zooveel omslag noodig was en vraagt of hij een bel aan de gemeente wil cadeau doen. De heer Van der Hooft merkt op, dat de bel misschien nog zal gegoten moeten worden. De heer Van der Moer verklaart de vraag meer te hebben gedaan om te weten hoe 't er mee stond, daar het ook moge- lijk zou zijn, dat de vuilnisman er iets tegen had, om de bel te gebruiken. Een paar leden zouden een ratel beter vinden dan een bel, omdat de ingezetenen nu geen onderscheid zullen hooren tusschen den vuilnisman en den omroeper. De heer Visser Men zou dan ook tot de ingezetenen wel het verzoek moeten richten om hunne bakken voor de komst van den vuilnisman niet buiten te zetten. De heer Van der Moer: Die mogen volgens de verordening ook niet op straat worden gezet, ofsehoon er veel een paar uren op straat staan. De Voorzitter vindt dat ook verkeerd, ook met het oog op de honden. Als hij zoo eens met zijn hond gaat wandelen, loopt die in alle bakken te snuffelen en te krabben. De heer Van der Moer acht dit minderde honden moet men dan maar aan een touw vasthouden. Spreker heeft naar de zaak ge'informeerd, omdat hem van de uitvoering nog niets gebleken is en hij hoopt, dat deze dan toch binnen een paar maanden wel zal beslist zijn. Alsnu komt in behandeling 1. Besluit Gedeputeerde Staten aangaande het raadsbealuit omtrent de verkiezing van een lid van den Raad. De Voorzitter deelt mede het bericht van Ged. Staten dat zij ambtshalve uitspraak zouden doen, en .daarna het besluit tot vernietiging van het raadsbesluit, waarbij de heer P. A. van de Velde als raadslid is toegelaten. (In ons vorig num mer medegedeeld De heer Van der Moer stelt de vraag of Gedep. Staten, wanneer zij wisten, dat op grond van het eene briefje, dat te veel was, elke herstemming vernietigd zou worden, niet eerder hadden kunnen tusschenbeide komen. Want wanneer zij dit wisten, dan hebben ze, met deze door te laten gaan, ofsehoon verzekerd van vernietiging, de kiezers en ook de leden van een Raad, die zich met de stemming moeten bezig- houden, voor den gek gehouden. Of moest die herstemming toch pleats hebben Na de eerste stemming kon de Raad niets doen. En had het stemburau anders kunnen handelen De heer Wieland meent, dat dit anders had moeten doen. De heer Van der Moer: Wat had het dan anders moeten doen? Het moest een herstemming uitschrijvenen de kiezers zijn daardoor voor den gek gehouden evenals de raadsleden, die een heelen dag moeten zitten. De heer Wieland En men moet ook de kosten in aan- merking nemen. De heer Van der Moer merkt op dat Ged. Staten er alles van wisten en toch de stemming lieten doorgaan, dit zou mis schien een motief zijn kunnen om hooger beroep aan te vragen. De heer Van den Hoek gelooft, dat het nu eigenlijk maar zaak is om uit te maken wat de Raad zal doen. De heer Visser vindt het vreemd, dat Ged. Staten hun besluit niet gronden op eenig wctsartikelhij zou de uitspraak in verband met de wet gebracht willen zien. De heer Van den Hoek stelt voor hooger beroep aan te teekenen, waarmede de heeren Grenu en Visser verklaren in te stemmen. Andere leden zijn het daarmede niet eer.s terwijl de heer Moes opmerkt, dat het argument tot toelating, door den Raad gebruikt, wel een beetje zwak washij heeft daarom ook voorwaardelijk voorgestemd. De heer Visser wijst er op dat de heer De Feijter, voor zitter van het stembureau te Sluiskil, bij het onderzoek van den geloofsbrief door de commissie, toch verklaard heeft dat er twee briefjes op elkaar zaten, waarvan het onderste bianco was, waaruit blijkt dat het te veel gevonden stembiljet bianco in de bus gekomen is. De heer Van der Moer stemt toe, dat alle leden weten dat het zoo is, maar dat is toch niet wettig te bewijzen. De heer Van den HoekDe heer Dees zegt toch ook dat ze in elkaar zaten ik stel daarom voor in hooger beroep te komen. De heer Moes kan er zich niet mee vereenigen. De heer Wieland kan ook wel vertellen dat hij niet buiten de meening van Ged. Staten gaat. De heer Van der Moer kan ook niet stemmen vddr hooger beroep, daar hij geen motief daarvoor kan aanvoeren. Eenige discussie wordt gevoerd over de handeling van het hoofdstembureau, waarbij wordt opgemerkt dat dit niet anders handelen kon dan de herstemming uitschrijven, zooals gedaan is, en voorts wordt betreurd, dat de voorzitter van het bureau, de heer Van IJsselsteijn, die naar Middelburg om advies ging, niet tegenwoordig is, daar hij dan mededeelingen zou kunnen doen over het daar aan hem gegeven advies. De heer Visser zou het van den Raad inconsequent vinden, indien geen hooger beroep werd aangeteekend, daar eerst met algemeene slemmen tot toelating is besloten. En hetgeen Ged. Staten nu melden is toch geen nieuws, dat wist de Raad ook. De heer Van der Moer ziet daarin nog geen inconsequence daar de Raad ook bij het eerste besluit zich onpartijdig wilde houden, het aan de lui buiten den Raad overlatende, bezwaren in te brengen. Op dat standpunt kan de Raad zich weer stellen. De belanghebbende zal toch wel in hooger beroep komen. De heer Van den Hoek is van meening, dat de Raad nu consequent behoort te zijn, of dat zij anders de eerste maal niet tot toelating had mogen besluiten. De heer Van der Moer herhaalt, liever aan anderen over te laten om in hooger beroep te komen. Het voorstel-Van den Hoek om bij de Regeering in hooger beroep te komen op de beslissing van Ged. Staten, wordt daarna verworpen met 8 tegen 3 stemmenvoor de heeren Van den Hoek, Ilarte en Visser tegen de heeren Grenu, Dees, De Feijter, Moes, Wieland, Van der Hooft, De Koeijer en Van der Moer. 2. Beschikken op den post voor onvoorziene uitgaven der gemeentebegrooting voor 1897. Besloten wordt tot deze afschrijving voor een som van f 43,86, wegens reis- en verblijfkosten der door den Raad afgevaardigde commissie om bij de Regeering de belangen der gemeente te bepleiten. 3. Idem op de begrooting voor 1898. Wordt eveneens z. h. s. tot afschrijving besloten voor een bedrag van 63,wegens reis- en verblijfkosten voor de commissie belast met het onderzoek in iake de concessie-aan vraag voor electrisch licht. 4. Ingekomen stukken. n. Dankbetuiging van mej. A. de Pauw, voor de ver- hooging van hare jaarwedde als verloskundige te Sluiskil. b. Het rapport der Commissie van Fabricage, aangaande ten gebrnike afstaan van grond aan school.C voor het plaatsen van karren. De commissie geeft als hare meening te kennen, dat er tegen inwilliging van het verzoek geene bezwaren bestaan, mits worden in acht genomen de volgende voorwaarden dat voor het gebruik van den grond een recht wordt be- taald dat de huur iederen dag opzegbaar isen dat ten koste van de gebruikers een rasterwerk wordt ge- plaatst en onderhouden. De kosten van het te plaatsen rasterwerk worden geraamd op 33. De heer Wieland meent, dat het onbillijk is om iederen dag de huur te kunnen opzeggen en zou het beter achten dat dit 3 maanden vooraf moest geschieden. De heer Van den Hoek betoogt, dat dadelijke ontruiming wel nooit zal gevorderd worden, maar als het noodig is moet het toch kunnen. De heer Van der Moer is ook tegen het stellen van een langen termijn, daar het toch een gunst is, die men verleent. De heer Van den Hoek stelt voor een huurprijs van 10 voor het heele terrein te vorderen. Andere leden vinden 't beter per kar te laten betalen en de heer Wieland meent, dat een gulden per kar en per jaar voldoende is en de voerlieden er ook geen bezwaar tegen kunnen hebben. Ten slotte wordt besloten, dat het terrein van gemeentewege zal worden afgerasterd en tegen vooruitbetaling van 1,50 per jaar en per kar vergunning voor het plaatsen van karren zal worden gegeven, behoudens het recht van het gemeente- bestuur, om het terrein ten alien tijde te doen ontruimen. Een adres van P. J. Scheele, J. J. de Jager, A. Wie land, J. A. de Jonge, J. van der Sloot, A. Timmerman en C. L. van der Bent, van den volgenden inhoud A an den Raad der gemeente Ter Neuzen. Tot onze niet geringe verbazing werd in het laatst der vorige week aan den heer Van Bergen vergunning verleend, om zijne van de kermis te Axel komende hippodrome ge- durende enkele dagen op het marktplein te plaatsen. Sedert Maandag j.l wordt in die tent van 7 tot pi. m. 11 uur gelegenheid gegeven om, onder begeleiding van muziek, in eene manege paard te rijden. Otschoon wij willen aannemen, dat dit voor liefhebbers eene zeer aangename uitspanning is, meenen wij, als bewoners van het marktplein. toch tegen het verleenen der bedoelde ver gunning bezwaar te mogen inbrengen. In de week, dat er kermis gehouden wordt, ondervinden we zooveel last en ongerief van kramen en spellen, carousels enz., hooren wij reeds zooveel en zoo velerlei muziek dat men ons buiten dien tijd van eene dergelijke tent, als er nu staat, waarlijk wel moest verschoonen. Gaat men op den nu ingeslagen weg voort, dan zal het weldra schijnen, of er niet den maar tweemaal 'sjaars kermis wordt gehouden. Bovendien is het, naar onze bescheiden meening op geene enkele afdoende wijze te motiveeren, dat behalve met kermis, aan welke inrichting dan ook, vergunning tot plaatsing verleend wordt. Immers in de kermisweek toch heeft een ieder die het begeert gelegenheid te over om allerlei vermaak naar wille- keur te genieten, waarom het o. i. onnoodig is, op gewone dagen soortgelijke vergunningen te verleenen. In verband met het vorenstaande hebben wij de eer, uw geacht college beleefd te verzoeken, om te willen bepalen, dat voortaan aan geene doorlrekkende spellen of inrichtingen vergunning mag worden verleend, om op het marktplein voorstellingen te geven of gelegenheid tot vermakelijkheden te openen." De Voorzitter deelt mede, dat de vergunning tot opslaan door het Dag. Best, is verleend. De heer De FeijterOp welke gronden Ik zou het ook hoogst onaangenaam vinden om voor een anders plezier een dag of acht met zoo'n ding voor je deur te zitten. De heer Moes is er ook niet voor dat zoo iets wordt toe gelaten en dan is het nu nog juist voor den dominie zijn deur gezet. De heer Van den Hoek: Dat is toch volkomen gelijk, een dominee is maar evengoed als ieder ander burger. De heer Moes is het daarmee niet eens, men weet vooruit, dat zoo iemand tegen die inrichtingen gekant is. Hij betreurt, dat het is geschied. De heer Visser weet niet welk bezwaar men er eigenlijk tegen kan hebben, dat die inrichting hier staat, want men heeft hier toch waarlijk zooveel vermaken niet. De heer Van der Moer heeft er geen bezwaar tegen dat dergelijke inrichtingen worden toegelaten, maar maakt bezwaar tegen de plaatsmen moest ze ergens plaatsen waar niemand er last van heeft. De heer Visser wijst er op dat de onderteekenaar De Jager er toch ver genoeg af woont en er geen last van heeft. De heer De KoeijerDie heeft natuurlijk geteekend om de anderen te steunen. Ik heb er in het geheel geen last van, maar ik steun het ook. De heer De Feijter vindt het een groot schandaal om zoo'n inrichting voor iemand zijn deur te plaatsen. De heer Wieland: Het verzoek is alleen om 'tdaar niet meer te zetten en daar ben ik het volkomen mee eens. De heer Van der Moerj Kan de Raad er wat aan doen De Voorzitter Ja, want voor het opslaan moet beschikt worden over terrein van de gemeente. Het was de gewoonte, dat het aan den burgemeester werd overgelaten. Maar de Raad kan in die regeling verandering brengen. De heer GrenuBehoort dd beslissing niet aan u, mijn- heer de Voorzitter. De VoorzitterJa, voor wat het maken van muziek be- treft. Ik meen echter dat er geen bezwaar tegen bestaan kan, de man maakt geen kabaal. De heer MoesDat zou er ook nog bij moeten komen De Voorzitter zegt, dat Burg, en Weth. er in hetvervolg meer op kunnen letten. De heer Wieland vindt dit goed Dit is ook de bedoelmg van adressanten ze treden niet gebiedend op, maar verzoeken slechts. En uit de woorden van den Voorzitter spreekt reeds eenige schuldbekentenis. De Voorzitter komt hiertegen op en zegt volstrekt geen schuld te bekennen. Wanneer men echter bezwaar tegen die vergunningen heeft, moet de meerderheid van den Raad maar uitspraak doen. De heer Van den Hoek heeft er niets op tegen, laat de menschen zegt hij maar plezier maken. Opgemerkt wordt dat men de zaak best aan het Dag. Best, kan overlaten. De heer De Feijter Ja, maar gebeurt het dan niet meer Want als geen besluit genomen wordt, dan kan men een 14 dagen, nadat deze afgebroken is, weer een andere tent laten opslaan. De heer Harte ziet in deze uitdrukking een bewijs van wantrouwen tegen het Dag. Best. De heer De Feijter stelt voor aan zulke inrichtingen op andere tijden dan kermis geen vergunning tot opslaan te geven De heer Van der Moer kan met dat voorstel niet meegaan, want hij heeft niets tegen de inrichting zelf, als het maar ergens geplaatst wordt, waar niemand er last van heefthij acht ongewenscht, plaatsing zoo dicht bij de huizen. De heeren Visser en Van den Hoek meenen, dat plaatsing, zonder dat er iemand last van heeft, moeilijk gaan zalwant op andere plaatsen wonen ook weer menschen. Eerstgenoemde verklaart te zullen tegensteinmen, terwijl de heer Van den Hoek beweert, dat die overlast een gezocht motief is, maar men er uit principe niet mee instemt. Schaf dan zegt hij de kermis ook maar liever af. De heer De KoeijerDaarvan is nu geen sprake. De heer Moes spreekt tegen, dat het aangevoerde bezwaar een gezocht motief zou zijn, waartegen de heer Van den Hoek aanvoert, dat dit bleek uit de woorden van den heer Moes, toen deze er zooeven nadruk op legde, dat de tent nogal juist voor den dominee gezet was. Het voorstel van den heer De Feijter, thans zoodanig gewijzigd, dat de Raad den wensch uitspreekt, dat voortaan buiten de kermis aan dergelijke inrichtingen geen gemeente- grond meer wordt afgestaan, wordt aangenomen met 7 tegen 4 stemmen. Voor s'emden de heeren Dees, De Feijter, Moes, Wieland, Van der Hooft, De Koeijer en Van der Moertegen de heeren Grenu, Van den Hoek, Harte en Visser. De VoorzitterNu weet ik genoeg. <1. Een verzoek van C. II. Engels om ontheffing voor een gedeelte van zijn aanslag in den hoofdelijken omslag, wegens vertrek uit deze gemeente. Hiermede zal op de gewone wijze overeenkomstig de ver ordening worden gehandeld. e. Eenige Provinciale- en Staatsbladen, worden voor de leden ter visie gelegd. Omvraag. a. De heer Van der Moer wijst op de weder op de Markt opgeslagen tent, ook wel estrade genoemd. Dat aller afschuwelijkst leelijk ding ontsiert de Markt smerig. En vreemdelingen moeten wel een vreemden indruk er van krijgen. Men moet er als inwoner bepaald beschaamd over zijn, als vreemdelingen op de Markt komen, zooals onlanga, toen al de marechaussees hier geweest zijn. Is er vergun ning voor het plaatsen gegeven De VoorzitterHet is zoo maar gezet. De heer Wan der Moer acht dat zeer ongepast. Men moest dan last geven om het weg te nemen, het gaat toch zoo maar niet, om daar zoo'n leelijk ding te zetten. Spreker zou wel iets van wege de gemeente willen doen, om er een nette muzieklent te zetten. De heer Van den Hoek zegt dat dit jaar voor de eerste maal vergunning is verleend om de tent op te slaan. Dit is hem door den inspecteur verzekerd. Toen men met 't op slaan begon, informeerde deze of er vergunning was verleend en toen dit niet 'tgeval bleek, gaf hij order 't werk te staken; men is er toen niet mee voortgegaan voor vergunning was verleend. De heer Harte meent, dat de Burgemeester die vergunning naar goedvinden kan verleenen. De Voorzitter is het daarmede niet eens, zeggende, dat men dan weer dezelfde kwestie krijgt als met het hippodrome. Ook de heer Van der Moer betoogt, dat het eveneens be schikken over gemeentegrond is en dat toch wel niemand zeggen zal, dat 't ding daar thuis hoort. De heer Visser kan wel instemmen met het denkbeeld van den heer Van der Moer en meent dat dit overweging verdient. De heer Van der Moer zou geen bezwaar hebben om, wanneer eene commissie uit de bevolking zich de zaak wilde aantrekken om gelden bijeen te krijgen, ook van wege de gemeenle wat te geven, daar een nette tent de Markt zou versieren, die nu ontsierd wordt. De heer Wieland zou dan de bepaling willen gemaakt zien, dat er niet op Zondag gebruik van gemaakt zou mogen worden. De heer Van den HoekEn dat alle gezelschappen er gebruik van zouden mogen maken. De heer Van der Moer beveelt zijn denkbeeld ter over weging aan. Opgemerkt wordt dat er misschien naar aanleiding dezer disensaie wel een commissie uit de inwoners zal worden gevormd, waartegen wordt aangevoerd, dat het beter was met de uitvoering van het plan nog eens een jaar te wachten, daar voor 't kroningsfeest dit jaar reeds zooveel moet worden geofferd. It. De heer Van der Moer heeft kort geleden eene oefening der brandspuit bijgewoond, bij welke gelegenheid men beproefde water te krijgen uit een brandpnt ergens achter zijn woning. De put zat echter vol zand en modder, zoodat men niet goed kon werken. Dit zou ook slecht kunnen werken bij brand, als de slangen en spuiten daardoor eens defect geraakten. Door de leden der Commissie van Fabricage wordt hierop betoogd, dat daarin geen verbetering te brengen is, zoolang de brandputten op de riolen liggen, daar 't schoonmaken der putten niet helpt en het zand en de modder in de riolen zit. De heer Van der Moer merkt, op, dat als de water- leiding er kwam, een gewenschte verbetering dienaangaande zou tot stand komen. Op zijne vraag hoe 't daarmee staat kunnen geen inlichtingen worden gegeven. De heer Van den Hoek zegt, dat er ook op afdoende wijze in zou kunnen voorzien worden door het leggen eener leiding, waar men kanaalwatcr voor kon gebruiken. Het aanleggen der leidingen zou echter nogal wat kosten. De Raad acht het 't best, eerst nog maar eens af te wachten of er iets aangaande de waterleiding zal bekend worden. c. De heer Van den Hock zou het wenschelijk achten, dat de Raad reeds nu een besluit nam, dat de kermis opde gewone wijze zal gehouden worden, en dat Burg, en Weth. van nu af een inschrijving voor staanplaatsen openden, om zoodoende te beproesen meer geld te maken dan het vorig jaar. Wordt het besluit reeds thans genomen, dan zal men later niet kunnen zeggen dat de tijd te kort is geweest. De Voorzitter wijst er op dat ook het Dag. Best, er naar streeft om meer geld te maken. Hij wijst op Middel burg, waar betrekkelijk ook maar 'n kleinigheid geboden is. De heer Van den Hoek stelt daar tegenover Goes, waar nog al flink is geboden. Het zit hem nog altijd in de maag dat hier maar f 40 ontvangen is van een inrichting, die zoo veel verdient. Men zou ook wat meer moeten adverteeren. De Voorzitter verklaart, dat het Dag. Best, reeds over deze zaak handelt. Indien men anders wenscht, moet men een voorstel formuleeren. De heer Van den Hoek stelt alsnu voor de kermis op de gewone wijze te doen plaats hebben en aan te bieden plaats op de Markt voor een stoommolen en twee caroussels. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. Daarna sluit de Voorzitter de vergadering. 3 3 Q VLAG. NAAM. M3. Van en naar. Lading. Voor Ter Xeuien 8 Eng. 8.s. Astrologer 2580 Leith stukg. 9 idem Hailing 2199 Londen idem Van Ter leuien 8 Duits. bark Gimle 1024 Pitea ballast Fra. s.s. La Roehelle 3341 Bilbao ledig Eng. s.s. Ann Webster 2241 Londen stukg. Voor (went 8 Eng. s.s. Fulmar 3009 Manchester stukg. idem Dartmore 4554 Riga hout idem Titanic 4551 Wilmington katoen 9 Duits. s.s. Maia 3405 Helzingfors hout Eng. s.s. Sea Gull 2100 Londen stukg. Deens. s.s. Alice 2740 Riga hout Duits. s.s. Elfie 3343 Helsingfors idem Eng. s.s. Revenna 3518 Antwerpen idem idem Bivouac 3244 Vlissingen ledig Van <«ent 8 Noor. sch. Roskva 418 Frederikshald ballast Zweed. s.s. Aegir 1240 Rotterdam ledig Eng. s.s. Spindrift 2003 Londen stukg. idem Egret 3492 Antwerpen stukg. Deens. s.s. Hermia 2960 Burntisland ledig Eng. s.s. Ouse 2158 Goole stukg. idem Lochleven 2409 Burntisland ledig 9 Eng barge Justice 261 Ipswich phosph. Zweed. s.s. Ornen 3431 Bonne9 ledig Eng. s.s. Fulmar 3007 Antwerpen stukg.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1