A lg emeen Nienws- en Advertentieblad Zeenwsch-Vlaanderen. bThoibwit. voor No. 3559. Zaterdag 8 Januari 1898. Ontheffing van dienst. I) e W a t e r 1 e i d i n g. 38e Jaargang. HAINS BULOW. Binnenland. ABONNEMENT: Yoor Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32$. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzendmg van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. i. Zooals onze lezers weten, werd bij besluit van den Raad onzer gemeente van den 26 Augustus 1897 aan den beer A. G. Mulie te Harderwijk voorloopige concessie verleend voor den aanleg en exploitatie eeener waterleiding binnen de gemeente Ter Neuzen. Zijn wij goed ingelicht, dan kan het tijdstip, •waarop eene definitieve regeling dezer aangelegen- heid aan de orde zal komen, spoedig worden te- gemoet gezien. Wij achten het wenschelijk, dat eene onderneming van zoo ingrijpendeu aard, en van zdd nuttige strekking als juist de voorziening in eene groote, diepgevoelde behoefte, niet beschouwd worde als eene onverschillige zaak, veel minder worde voor- FEUILLETON. 8) De middaguren voor den avond bracht Hans vol onrust door. Dat meisje wilde hem maar niet uit het hoofd. Telkens moest bij aan haar denken. Toen eindelijk het pur van bezoek was aange- broken, klom hij vol onrust de trappen op en het berouwde hem dat hij het meisje op die manier eenigen dwang aandeed. Hoe zij dat zou opnemen Alles liep echter beter af dan hij gedacht had, Specia was zeer vrieudelijk en allerliefst voor zijne moeder. Na een korte poos verzocht Rast zijne dochter eens een stukje te zingen en weldra liief zij met hare voile, schoone stem een bekend lied aan. ,/U wildet Specia ook viool hooren spelen," zeide de oude man tot Hans, toen het lied ge- eindigd was. Kom Specia, haal uwe naamgenoot." Het meisje beet zich op de lippen, haar oogen begonnen te flikkeren. ,/Nu kind //Aan de viool ontbreken twee snaren." //Zoo nu, misschien wil mijnheer Hans je de zijne wel leenen en dat zou een heele eer voor je zijn, Specia." z/Neen, ik wil niet," riep het meisje, terwijl zij de kamer verliet. Hans, pijnlijk aangedaan, wist den vertoornden vader tot bedaren te brengen. //Ja," zeide deze eindelijk //ik kan er niets aan doen, wanneer ze niet wil Den volgenden morgen nam Hans weder zijn instrument en speelde. Aan alles wat in zijn :ziel oinging, gaf hi; uiting door de muziek en gedragen om als eene vreemdelinge aan de deur gezet te worden. Daarom meenen wij goed te doen, door het verspreiden van heldere denkbeelden en het uiteen- zetten van de groote voordeelen eener zoodanige inrichting, te trachten den blik eenigszins te ver- ruimen en er toe bij te dragen, dat deze gewichtige onderneming door onze medeburgers met ingenomen- heid zal worden begroet. Het is van algemeene bekendheid dat water- leidingen van zeer ouden datum zijn. Reeds in overoude tijden deed de behoefte aan goed .zuiver water zich zoozeer gevoelen, dat ten koste van millioenen schats en duizenden menschen- levens gearbeid werd aan het verleggen van stroom- beddingen, het afdammen van rivieren, meren, bronnen en plassen, en oudlieidkundigen doen ons verbaasd staan, over hunne ontdekkingen op dat gebied. In Egjpte, Israel, Phoenicia, Griekenland, Rome en tal van andere plaatsen, getuigen nog deover- blijfselen uit die grijze oudheid, dat de vroegere bewoners dier streken zich bewust waren van de voordeelen, die men uit eene waterleiding konde trekken, zoowel voor de samenleving als voor de besproeiing van landerijen en ter bereiking van staatkundige of andere doeleinden. Natuurlijk waren deze leidingen, hoewel op reusachtige schaal aangelegd, en getuigend van de groote werkkracht en energie van de volken der oudheid, gebrekkig, omdat het water werd aange- voerd in gemetselde of gegraven open kanalen, en dit alzoo was blootgesteld aan groote verontreiniging. Bovendien was men van meening, en hoe kon het anders bij de geringe vorderingen, die de natuurwetenschappen toen nog hadden gemaakt, dat helder water goed water was. Hoewel nu nog velen onzen medeburgers dit eeuwenoud begrip zijn toegedaan, is er bijna geen enkele meening minder juist gebleken. Aan de ijverige onderzoekingen van eminente mannen danken wij toch de wetenschap, dat het water in zuiveren toestand een gezond en onmis- baar element vormt, doch dat het, verontreinigd door den afval der menschelijke samenleving, een bron kan zijn van besmetting, de grootste vijand eener goede gezondheid, ook al is het kristallielder. Als vaststaande kan men aannemen, dat nog weinigen doordrongen zijn van den hoogen ernst, die den mannen der wetenschap bezielt, wanneer zij hunne waarschuwingen doen hooren. toen bij een poos gespeeld bad, gevoelde hij zich rustiger gestemd. Plotseling sclieen het hem alsof alles, wat zijn ziel had ter neer gedrukt, geweken was, maar de plagerijen van den kleinen amor zouden niet zwijgen. In den loop van den dag kwainen zij met verdubbelde hevigheid t.erug en ten slotte had Hans slechts 6ene gedacbtehij wilde Specia zien en spreken. Ditmaal was het toeval hem gunstig. Hij vond het meisje in den tuin, op dezelfde plaats waar hij haar het eerst had ontmoet, in diep nadenken verzonken. z/Het doet mij veel genoegen, u eindelijk weer eens te ontmoeten, juffrouw Specia," begou hij. z/Waar denkt u toch aan?" z/Dat ik, als gij heen zijt gegaan, mij weer vrij en tevreden zal gevoelen z/Het doet mij leed, dat gij nu niet gelukkig zijt." Zij antwoordde niet, maar zich plotseling driftig tot hem wendend, vroeg zij //Och toe, wanneer gaat u weg z/Boezem ik u zooveel afkeer in Deed ik iets, wat u daartoe aanleiding gaf? Arm kind, ge zijt ziek en niemand voelt juist beter met u mede dan ik." Specia haalde de schouders op. //Ik zeide u tpch, dat ik weenen moest, dat het mij pijn deed, wanneer u speelde en toch deed u het." z/Ja, ik deed het, ofschoon gij de snaren van mijn viool hadt stuk gesneden. Is uw verzoek niet al te dwaas en hebt u het recht mijn kamer binnen te dringen en zooiets te doen Als ik niet zooveel van u hield, had ik u bestraft." Weer haalde het meisje de schouders op en zeide ,/Roem, roem, iets kunnen en toch z/U zult dus rustiger wezen, wanneer ik ver- trokken zal zijn z/Ja," zeide het meisje en zag hem vast in de oogen, met een harde uitdrukking op het gelaat. Wij Nederlanders hechten ons zoo gaarne aan het oude, het traditioneel aartsvaderlijke, en men behoeft slechts geneeskundigen te raadsplegen om te weten, hoe zonderling men soms redeneert. Zeg om maar niet dokterdat het water uit mijn put niet deugtZoo luidt gewoonlijk het verhaal, als eeu dokter wijst op bedenkelijke ver- schijnselen in iemands pomp- of regenwater, dat door hem seheikundig onderzoeht werd. Mijn vader is over de 100 jaar geworden 't was een krasse man ho or, nooit ziek geweest, en altijd dronk hij uit dien put water. Ik ben nu al 80, altijd gezonden mijn zoon is al 58, ook een jerme kerelen allemaal dron- ken wij uit denzelfden put. Praat me dus niet van een waterleidingik zou me schamen voor mijne familie. Dat een pomp of regenbak evengoed oud en onbruikbaar kan worden als een paard, wil men maar niet begrijpen. Onbekend maakt onbemind, zegt een oud spreek- woord, en ons terugdenkende in de dagen onzer jeugd, moeten we eerlijk zeggen dat er veel waars in deze woorden ligt opgesloten. Wij herinneren ons dan het gebruik van de oudvaderlandsche vetkaars, met koperen blaker en snuiter, de glorie van iedere rechtgeaarde huis- moeder of keukenpriuses. Een storm van verontwaardiging ging op, toen men de wreedheid beging, spaarlarnpen uit te vinden, en onze gemoedelijke kaarsverlichting voor een nieuwigheid op den aehtergroud te dringen. Nauwelijks hadden de spaarlarnpen zich een plaats veroverd in den huiselijken kring, of de zoogenaamde moderateurlampen werden uitge- vonden. Intusschen drong het gaslicht meer op den voorgrond, weldra streden alle soorten van gas-, petroleum- eu andere lampen om den voorrang, en deden de vet- of waskaarsen voorgoed verhuizen, naar kelder, mangel- en provisiekamers. Iedere overgang inmiddels werd uiterst zorg- vuldig gewikt en gewogen, de bizonderheden der nieuwe uitvindingen werden van alle kanten bezien, na lang praten en denken ging men tot nieuwig- heden over enbetreurde het toen, zoo lang gewacht te hebben. Zonder iets te willen zeggen ten nadeele onzer oud-Nederlandsche gewoonten, mogen wij ons toch wel eens afvragen, of het goed is, over alles zdolang te denken als wij vaak doen, aan alles zoo halsstarrig te blijven vasthouden, wat ons z/Goed, dan zal ik gaan omdatomdat ik u lief he?)." Langzaam en diep bewogen sprak de jonge man deze woorden uit, waarna hij zich verwijderde. ,/Ga je weg, Hans? Wanneer zie ik je weer? Misschien nooit ,/Zeker, moeder," antwoordde hij verstrooid en in zichzelf gekeerd. Wie weet, misschien kom ik spoediger terug dan u denkt." Een paar dagen later was Hans vertrokken, om te voldoen aan de uitnoodigingen, om op ver- schillende concerten te spelen. De zomer was voorbij en de herfst met zijne stormen en regenbuien maakte reeds plaats voor den winter. In het huis der weduwe zag het er treurig uit. De oude vrouw was weer ziek, sedert haar eenige zoou, aan wien zij hing met geheel haar hart, haar weer had verlaten. Reeds was het kerstfeest heengegaan en de laatste dag van het jaar aangebroken, toen er iemand aan de deur van haar kamer klopte en het was Hans, die onverwacht weer terugkeerde, om nu voor langen tijd bij zijne moeder te blijven. ,/Daar ben ik weer Ik heb gehoord dat u ziek was en toen kon ik het in den vreemde niet langer uithouden. Ik moest naar huis en u zien." Intusschen had Specia, nadat Hans was heen gegaan, gedurende eenigen tijd de viool weder ter hand genomen en dikwijls had de oude vrouw vol aandacht zitten luisteren naar bet meesterlijk spel van het meisje, dat haar telkens aan haren Hans had herinnerd. Deze vroeg met veel be- langstelling naar alles, wat Specia betrof. z/Zij speelde den gansclien dag en zeer schoon Hans, tot opeens haar spel verstomde, antwoordde zijne moeder. Sedert lang heb ik haar niet meer hooren spelen of zingen." Haar zoon antwoordde niet. Den volgenden goed voorkomt, en of wij wel doen, nooit iets nieuws te willen beproeven, zonder voorafgaand bewijs, dat verandering tevens verbetering brengt. Vooral dringt deze vraag zich aan ons op, wan neer wij ervaren, dat de raadgevingen van de meest belangelooze mannen der wetenschap, met onverschilligheid worden aangehoord, tenminste grootendeels in den wind geslagen worden. Mogen wij met geruststelling wijzen op het verblijdend teeken, dat in ontwikkelde kringeu de aandacht meer en meer gevestigd wordt op de nuttige wenken van deskundigen, we mogen niet ontkennen, dat een breede stroom onzer mede burgers voor die lessen der ervaring stokdoof schijnt te zijn. Vooral voor hen, die in eene waterleiding een onding zien, een weeldeartikel dat men zich niet behoeft aan te schaffen voor en aleer de gezond- heidstoestand in deze gemeente bedenkelijke ver- houdingen begint aan te nemen, voor hen vooral hebben wij gemeend een enkel woord in het midden te moeten brengen, om de nieuwe onderneming meer bekend en dus meer bemind te maken dan anders het geval zoude zijn. (Wordt vervolgd.) In de Staats Ct. is thans afgekondigd de wet van 31 Dec. jl., volgens welke hoogere pen- sioenen en onderstandsgelden volgens vroegere wetten van krackt blijven, niet alleen 1°. voor de op 1 Juli 1892 bij het loodswezen in dienst zijnde schippers, loodsen, hulploodsen, loodskweekelingen, kwartiermeesters, roeiers en matrozen en hunne tegenwoordige en latere vrouwen maar ook 2°. voor de weduwen en kinderen van het per- soneel van den loodsdienst, dat voor of met ingang van 1 Juli 1892 gepensionneerd is. De gemeenteraad van Schoondijke had in de onlangs gewijzigde verordening op het lager onderwijs de bepaling opgenomen dat kinderen boven de 13 jaar, die gedurende de wintermaanden (NovemberMaart) meer dan 10 schooltijden in eene maand verzuimen, van de'school verwijderd kunnen worden. Op verzoek van Ged. Stateu van Zeeland is het woord kunnen weggenomen, zoodat zulke kinderen van de school verwijderd zullen worden. morgen nieuwjaarsmorgen, stond hij in zijne kamer en een zonderling gevoel beving hem. Hij nam zijne viool en begon een oud nieuwjaarlied te spelen. Heerlijke droeve toonen ontlokte hij aan zijn instrument. Langeu tijd speelde Hans en toen hij ophield, klonk dezelfde melodie hem tegen, schoon en vol. De tranen sprongen hem in de oogen. z/Specia, Specia, mijn Speciafluisterde hij, legde zijne viool ter zijde en luisterde vol aan dacht. Maar ook haar instrument zweeg plotseling en een oogenblik later hoorde hij iemand de trap af komen en zijne kamer naderen. Hij sprong op. Zij was 't. Zijn gevoel zeide het hem hij wilde haar tegemoet Snellen, maar reeds werd de deur geopend en stond Specia voor hem met de viool in de hand. Zij beefde over het geheele licliaam en strekte hare hauden uit. z/Gij, Specia gij hebt gespeeld riep Hans, buiteu zich zelf van geluk. Zij bukte zich, knielde bij hem neer en fluis terde deemoedig //Och, vergeef mij en hier bier is de viool, sluit ze weg. Toen gij weg waart, greep ik weer uaar mijn besten vriend, maar het gaf mij niets. Ik verlangde naar Haar stem trilde. Hans kief haar op en zag haar in de oogen. z/Specia" fluisterde hij. Toen viel zij hem zonder iets te zeggen om den hals en bare lippen drukten de zijne. Op den drempel der kamer stond de oude vrouw, haar oogen straalden weer helder. Het nieuwe jaar had haar alles gebracht, wat zij verlangde. E I N D E. vr— Hit bind verscliijnl riiaaanclttg*-, Woensdag- en Vrijdaj^avond, uitpezonderd op Feesldagen, bij den nitgever I*J. VAI DK te Ter leuzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gelet op art. 8 der hinderwet, doen te weten: dat vergnnning is verleend aan ALPHONSUS W AEIJEN- BERG alhier en zijne rechtverkrijgenden om op het perceel kadastraal seetie G no. 1350 (Sluiskil), eene grofsinederij te stichlen. Ter Neuzen, 4 Januari 1898. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. WISKERKE, Secretaris Burgemeester en Wethouders dezer gemeente herinneren bij deze dat aan de Geestelijken en Bedienaren van den Godsdienst bij de erkende kerkgenootschappen en aan de Studenten in de Godgeleerdkeid, die daartoe aan erkende inrichtingen van onderwijs worden opgeleid op hunne aanvrage telkens een jaar onthejjing van den werkelijken dienstbij de Nationale Militie wurdt verleenden dat de voormelde aanvrage om ontheffing van den werkelijken dienst door hem, die als dienstplichtige is aangewezen en tengevolge van zijn getrokken nommer bij de militie moet worden ingelijfd of die daarbij reeds ingelijfd is, jaarlijks tusschen den 20en Januari en den lea Pebruari met het bewijsstuk moet worden ingediend bij den Burgemeester der gemeente, binnen welke hij voor de militie is ingeschreven. Ter Neuzen, 4 Januari 1898. Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. WISKERKE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1898 | | pagina 1