A Igemeen Mienws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh-Vlaanderen. w. No. 3551. Dinsdag 21 December 1897. 37e Jaargang. ©a &SSJ1-.S3S33&'!? verpachten Binnenland. ABONNEMENT: Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. 1. liet graegewas van de burgerlijke be- graafplaats 2. in vereeniging met het bestuur van den ZAAMSLAGPOLDER de grasetting van de zijbermen van den TER NEUZENSCREN- en den REEZENHOEKSCHEN WEG. POLITIEK OVERZICHT. FFUILI^FTQJSI A. CONAN DOYLE. NElZEl Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Yoor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTllN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. 0it blad verschijnt Maandag-. WoeonJag- en V rijilagavond, ttjtg,e^onder^ij>p^ees<^gj^JiUjlen_«i«Beve^^ Burgemeester en Wethouders van AXEL maken bekend, dat op verzoek van kooplieden en land- bouwers, met intrekking der vorige advertentie, wegens het invallen van den lsten Kerstdag en den Nieuwjaarsdag op Zaterdag, de WEEK- MARKT alhier zal worden gehouden, op Vrijdag 24 December en op Yrijdag 31 December e. k. Axel, den 20 December 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. J. OGGEL, Burgemeester. J. A. VAN VESSEM, Secretaris. Burgemee'ster en Wethouders van ZAAMSLAG zullen op Yrijdag 24 December 1897, voormiddag half 10 uur, in het gemeentehuis, in het openbaar, voor den tijd van 3 jaar en ingaande 1 Januari 1898, De voorwaarden liggen ter lezing ter gemeente- secretarie. Zaamslag, 10 December 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. BARENDREGT Az., Voorzitter. P. J. WOltTMAN, Secretaris. Uit Parijs komt bericht van een aantal inhech- tenisnemingen, niet evenwel, gelijk men wellicht verwachten zou, in de zaak Dreyfus-Esterhazy, maar met betrekking tot haar voorgangster, de Panama-aangelegenheid, waarin men, naar aan- leiding van het rapport Rouanet, nu ten langen laste toch eenige afrekening schijut te willen houden. Op last van den dienst der openbare veiligheid zijn gearresteerd de afgevaardigde Maret, benevens de oud-afgevaardigden Saint Martin, Planteau, Laisant, Gaillard en Boyer, alien wegens omkoop- DOOR 25) „Gij kunt u licht voorstellen hoe ongelukkig ik mij gevoelde als een gebrekkig en nutteloos schepsel op nog geen twintigjarigen leeftijd. Maar mijn ongeluk nam spoedig een gunstigen keer. Een man met name Abel White, die zich als indigo-planter gevestigd had, verlangde een op- zichter over den arbeid zijner kolies. Hij was toevallig een vriend van onzen kolonel, die mij sedert het ongeval zijne belangstelling betoond had. Kortom mijn kolonel 'oeval mij ten zeerste voor de betrekking aan, en daar het werk veelal te paard moest geschieden, was mijn houten been geen bezwaar, omdat ik mij goed in het zade! kon houden. Mijn werkzaamheid bestond in het rondrijden der plantage, om te zien of de slaven wel aan het werk bleven. Het loon was goed, ik had een goed verblijf en alles tezaarn genomen was ik tevreden met het vooruitzicht om mijn gansche leven op deze indigo-plantage door te brengen. Mr. Abel White was een vriendelijk man, en dikwijls kwam hij in mijn kleine hut een pijp met mij rooken, want in de Oost of West zijn de blanken reel eigener met elkander dan dit in Europa het geval zoude zijn. z,Maar mijn geluk was nooit van langen duur. Plotseling en zonder de minste waarschuwing brak de groote opstand uit. De eene maand was baarheid in de beruchten geschiedenis. Zij zullen voor het Hof van Assises verschijnen. In de zaak Esterhazy heeft majoor Ravary nog geen rapport gedaan aan generaal Saussier, schoon hij er nagenoeg gereed mede moet wezen. //Dit rapport", dus verluidt in de bladen, //is, naar het schijnt, voor Esterhazy niet gunstig, zonder daarom Dreyfus nog onschuldig te verklaren. Even wel zou zekere samenhang van feiten wellicht eene herziening van het proces Dreyfus mogelijk kunnen maken." Geeft generaal Sassier hierop een ordre de mise en jugement, dan komt de zaak hoogstwaarschijnlijk half Januari voor den krijgsraad. De Fransche Kamer van afgevaardigden heeft de supplementoire credieten voor openbare werken bewilligd en voorts besloten, dat de arbeidsduur voor spoorweg-beambten bij de afdeeling tractie de 10 uur niet mag overschrijden, waarna dan evenlange rusttijd moet volgen. Bij de Kamer is door den Minister van koop- handel een ontwerp ingediend, strekkende tot oprichting van een Lands-departement tot bevor- dering van den buitenlandscheu handel. Dit departement zal de rechten erlangen van eene instelling voor algemeen nut, en bestuurd worden door eenen raad van administratie, welke door den Minister van koophandel gepresideerd, onder zijne leden zal tellen den voorzitter en een aantal leden der Parijsche Kamer van Koophandel, benevens een aantal voorname ambteuaren, aan te wijzen door den Minister. Een dagelijksch bestuur zal de loopende zaken leiden. De inkomsten van het departement, waaruit de kosten zullen moeten bestreden worden, bestaan in een jaarlijksche Staatstoelage van 70,000 francs, benevens uit subsidien van verschillende lichamen en vereeni- gingen, terwijl ook schenkingen van particulieren in dank zullen worden aangenomen. Doel der stichting van dit departement is, aan den koophandel het lang gewenschte vertrouwbare informatie-bureau te verschaffen. Vrijdagmiddag om 5 uur is de „Deutschland," met prins Heinrich aan boord, in gezelschap van de ,/Gefion" nu voor goed van Briinsbuttelkoog in zee gegaan om de reis naar China te aanvaarden. Om drie uur waren de schepen daar aangekomen, opgewacht door prinses Heinrich, die daar met haren zoon Waldemar aan haren echtgenoot nog een laatsten groet kwam brengen. In de Britsche pers heeft men moeite, juister misschiendoet men geen moeite om zijn ernst te bewaren over de drukte, welke in Duitschlar.d Indie uiterlijk zoo stil en vreedzaam als Surry of Kent; en de volgende braken er twee maal honderd- duizend zwarte duivels los en geleek het geheele land aan hel. Gij weet daar zeker alles van, heerengewis zelfs meer dan ik, omdat ik geen liefhebber van lezen ben. Ik weet slechts wat ik met mijn eigen oogen gezien heb. Onze plzn- tage lag op een plaats Muttra genaamd, dicht bij de Noord-westelijke provincien. Nacht op nacht was het gansche uitspansel verlicht door de bran- dende bungalows, en dag op dag trokken er kleine gezelschappen Europeauen door onze plaats met hunne vrouwen en kinderen op weg naar Agra, waar onze troepen in garnizoen lagen. Mr. Abel White was een onverzettelijk man. Hij had zich in het hoofd gezet dat de zaak overdreven werd, en dat het oproer even snel zou eindigen als het begonnen was. Zoo zat hij rustig onder zijne veranda, zijn whisky drinkende en cheroots rookende terwijl rondom hem het land in lichtelaaie stond. He spreekt van zelve dat wij bij hem blevenik en Dawson, die met zijn vrouw als boekhouder en huishoudster fungeerde. Welnu, op zekeren dag barstte de bom los. Ik was naar een afge- legen plantage geweest, en reed des avonds lang- zaam naar huis, toen mijn oog op een ineengedoken gedaante op den bodem van een steilen afgrond viel. Ik reed naderbij om te zien wat het was, en de schrik sloeg mij om het hart toen ik zag dat het het in stukken gesueden lichaam van Dawson's vrouw was, reeds half verscheurd door jakhalzeu en iulaudsche honden. Een weinig verderop lag Dawson zelf dood op den weg met een ongeladen revolver in zijn hand en vier Sepoys doodgeschoteu tegenover van dit uitgaan van een simpel paar schepen wordt gemaakt, als gold het een kruistocht naar het land der ongeloovigen. en op niet onvermake- lijke wijze drijft The Times een weinig den spot met de zwaarwichtige toespraken, door Keizer Wilhelm en zijn broeder Heinrich bij het vertrek van laatstgeuoemde gewisseld. Is het niet vraagt het blad of een Filips van Spanje uitgeleide doet aan eene Armada, eene onverwitinelijke vloot, in plaats van dat een Duitsche Prins uitgaat op een doodgewonen tocht, de gemakkelijke reis nemend door het Suezkanaal naar China, om daar dingen te doen, die al honderdmaal zonder veel ophef door Britsche officieren zijn gedaan En hetCyty- blad weet haast niet wie ongeluikiger gesproken heeft, de Keizer, met zijn gewichtigheid over niets, of Prins Heinrich, „wiens antwoord, van schier Byzantynsche zelfvernederiug getuigend, eenig mag heeten in de jaarboeken van den nieuweren tijd." De Grieksche Kamer heeft aan het vredesverdrag met Turkije ook bij tweede en derde lezing hare goedkeuring geschonken, het derhalve ratifieerende en is daarna voor onbepaalden tijd uiteengegaan. De parlementaire commissie, benoemd om een ouderzoek in te steilen naar den werkkring der Ethnike Hetairia, het geheim genootschap, weet men, aan welks woelingen voor een goed deel het uitbreken van den jonsten oorlog is te wijten geweest, heeft aan de Regeering gerapporteerd, dat de bedrijven van dit genootschap voor een deel onder de strafwet vallen, weshalve de com missie den Minister van Justitie uitnoodigd daar- naar een onderzoek te doen instellen. Op vergeten en vergeven schijnt men daar voorshands dus nog in het geheel geen plan te hebben. Trouwens dit onderzoek, naar de ge- heime voorbereiding en het ontstaan van den rampspoedigen oorlog, kan voor Griekenland wel licht leerrijk en heilzaam zijn. De Minister van Marine heeft zijn ontslag aan de Koningin-Regentes aangevraagd. In de Zaterdag gehouden zitting der Tweede Kamer verklaarde de Minister van Oorlog even groot voorstander te zijn van de vrede als de heeren Van der Zwaag en Van Kol. Hij heeft sympathie voor arbitrage en vredebonden, maar meent dat het een schoone droom is den oorlog af te schaffen. Alle adviezen liier zullen ook niet den oorlog kunnen doen verdwijnen. Zijne taak zal nu zijn een goed veldleger te scheppen, waar- hem. Ik hield mijn paard in, niet wetende welke richting ik zoude nemenmaar op dat oogen- blik zag ik dikken, kronkelenden rook opstijgen uit de bungalow van Abel White en terstond daarop de vlammen uit het dak slaan. Toen begreep ik dat ik mijn meester niet meer te hulp kon komen, en alleen nog mijn eigen leven in gevaar kon brengen. Vanaf de plaats waar ik stond kon ik honderden van de zwarte duivels zien dansen en hooren huilen rondom het brandende huis. Eenigen wezen naar mij en onmiddellijk floten er een paar kogels langs mijn hoofd. Ik snelde dus voort door de paddivelden en bevond mij laat in den nacht in veilligheid te Agra. Doch spoedig bleek het dat de veilligheid ook daar veel te wenschen overliet. Het geheele land geleek op een bijenzwerm. Daar de Engelschen zich in kleine troepen konden bijeenvoegen, be- hielden zij juist zooveel grond als hunne geweren reikten. Overal elders waren zij hulpelooze vluchtelingen. Het was een gevecht van millioenen tegen honderdenen het wreedste van de zaak was dat deze mannen die wij bevochten met voetvolk, ruiterij en kanonnen, onze eigen opge- richte troepen waren, die wij onderwezen en afgericht hadden, en die thans onze eigen wapens gebruikten en onze eigen kogels op ons afschoten. Te Agra lagen het 3° regiment Bengaalsche Fu siliers, een afdeeling Sikhs, twee eskadrons ruiterij en een batterij artillerie. Er had zich een corps vrijwilligers, uit schrijvers en kooplieden bestaaude, gev'ormd, en daarbij voegde ook ik mij, met mijn houten been. In het begin van Juli trokken wij uit om de oproerlingen te Shahgunge te ontmoeten en sloegen hen voor eenigen tijd terug, doch ons door wij als neutrale staat in oorlogstijd in 9 van de 10 gevallen niet in een buitenlandschen oorlog zullen gemengd worden. In dat tiende geval, als een conflict toch ontstaat, zal een goed veldleger toch baten en moeten wij tijd winnen in de stelling Amsterdam, welke hij langzaam wil afwerken, tenzij dit kan geschieden in 6 jaar, doch met verdeeling van de uitgaven over een langer termijn. Verder zal de Minister de vruchten plukken als ze rijp zijn op wetgevend en politiek gebied. Hij verdedigt den verkorten oefeningstijd als niet nadeelig voor de oefening en de discipline, eu passende in het stelsel van bezuiniging zoo noodig, daar hervorming van het veldleger beteekent ver- meerdering, welke niet te krijgeu is zonder bezui niging op andere posten. Verdere mededeelingen omtrent plannen kan de Minister niet geven. Het materieel ligt holderde- bolder op zijn bureaude kijker zou armen en beenen kunnen breken. De bezuinigingen door den heer Bahlmann aan- gegeven zullen overwogen kunnen worden, deels ook bij de in te dienen wetten. Vele punten belooft de Minister te overwegen. De drankverkoop in de kazernes vermindert zeer; een verbod zou ongewenscht zijn. Dat in de kazernes vuile taal gesproken wordt, is over dreven. Als men van de straat komt, Da gehoord te hebben de taal van opgeschoten jongens, dan denkt men, in de kazerne komende, in de kerk te zijn (gelach). Geschriften, welke tot verslapping van de discipline zullen leiden, zal de Minister blijven weren. Bij de replieken bleef de heer Staalman den drankverkoop afkeuren en achtte gelijkstelling van kazerne eu kerk allervreemdst. De heer Van der Zwaag protesteerde tegen het weren van „De Klok" in de kazernes. De heer Van Bylandt achtte drankverkoop in de cantines onmogelijk, waar de Regeering wering van drankmisbruik gaat subsidieeren. De Minister blijft zijn standpunt verdedigen. Hij zal //De Klok" niet weren, tenzij dit blad artikelen bevat, welke de discipline kunnen schaden. Hij wil het Nederlandsche volk in de richting van Zwitserland sturen, door opwekking van de zucht voor militaire oefeningen bij de jeugd. Het algemeen debat is gesloten. De Staats-courant no. 297 bevat een Kon. besluit van 11 Dec., waarbij bepaald wordt, dat in het jaar 1898 in de provincies Friesland, Overijssel, Zeeland en Limburg eene keuring zal plaats hebben van voor den krijgsdienst geschikte paarden. kruit raakte op en wij waren genoodzaakt op de stad terug te trekken. //Van alle zijden vernamen wij het ergste, wat niet te verwonderen is, want als gij op de kaart ziet zult gij zien, dat wij ons in het hart van het oproer bevonden. Lucknow ligt meer dan honderd mijlen verder Oostwaarts en Cawnpore evenver naar het Zuiden. In elke richting heerschte niets dan marteling, moord en brandstichting. z/Agra is een groote stad, vol met dweepzieke en gevaarlijke duivelbanners van allerlei soort. Ons handvol volk ging bijna verloren in de nauwe, kronkelende straten. Daarom trok onze aanvoerder de rivier over en koos zijn stelling in het oude fort van Agra. Ik weet niet of een uwer ooit omtrent dit oude fort gehoord of gelezen heeft. Het is het grootste dat ik ooit gezien heb. Ik denk dat de ruirnte vele morgen land beslaat. Er is een nieuwer gedeelte, dat meer dan genoegzame ruimteaanbood voor ons gansche garnizoen, vrouwen, kinderen, provisie en allerlei bijbehoorende zaken. Maar dit gedeelte beteekent niets in vergelijking met den omvang van het oude, dat door niemand bezocht wordt en dat overgelaten is aan de schor- pioenen en slangen. Het is vol groote verlaten zalen, kronkelende gangen, en lange corridors, zoodat men er makkelijk in verdwalen kan. Om deze reden ging er dan ook zelden iemand alleen been, hoewel van tijd tot tijd een gezelschap met brandende toorslen op onderzoek uitging. z/De rivier stroomt langs het oude fort en be- schermt het, maar op zijde en aan de achterkant bevinden zich een menigte deuren, en deze moesten zoowel in het oude als nieuwere gedeelte dat door

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 1