A Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Via andere GELDLEEOTG- No. 3542. Dinsdag 30 November 1897. - I Binnenland. dsr gsmssnts IJZBNEIJKE* IENTEEAAB. EERSTE ZITT1HG VAN DEN MILIT1ERAAD. 2)IB 37e Jaargang. iBONNEHENT: w% Inzending van I POLITIEK OVERZICHT. FEUILLETQIS!. A. CONAN DOYLE. Een „kink in (len Label." Yoor Ntto °«bo4eert zick bij .11. Boethandel.™, Po.tdireoteur.n Bn«en- bushouders. Ui ADVEBTENTllN: Van 1 tot 4 reeels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie word! de pnjs sleclits tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit De Burgemeester der gemeente SBUf N dfin maakt bekend, dat Openbare Vergaaeriug Donderdag 3 Decem- 10 uren. Gemeenteraad is belegd tegen toer I»»S, voormiddags Ter Neuzen, 29 November 1897. De Burgemeester voornoemd, J A. VAN BOVEN. Aan beeren Makelaars en Commissionnairs in Effecten wordt V8 PCt- provisie toegekend. Inschrijvingen in te leveren ten gemeentehmze voor of op Maandag 13 December 1S.D, des voormiddags 10 uur. De Burgemeester, DE VOS. De Secretaris, F. J. M. BEV1N. behoorande to. de liebtieg "en het raad in Zeeland op D.nsrtag den »1_»ecemfter ISO?, des voormiddags te 9 uur te HULST in het gemeentehuis aldaar zitting zal houdeu, om aitspraak te doen omtrent de verschenen vrijwtlligers voor de militie, omtrent de lotelingen, die redenen van vrijstelling hebben mgediend of nocli wenschen in te dienen, omtrent de lotelinSen' dl® niet tot den dienst der militie kunnen worden toegelaten, en omtrent alle overige lotelingen dat voor den Militieraad moet verschijnen1°. de vnj williger voor de militie 2». de loteling, die vry,telling vei- langt wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of gemis van Ttfdta wegens ziekie of gebreken met in staat zijn om voor den Militieraad te verschijnen, daarvan door tusschen komst van den Burgemeester hunner woonplaats moeten kennisgeven aan den Militieraad, onder overleggmg van een verklaring van een geneeskundige vesiiqen uitdrukkelijk de aandacht van hen, die vrijstelling wegens broederdienst of wegens te zijn eemge wettige zoon verlangen, op hun belang om persoonhjk in bovengemelde zitting ran den Militieraad te hooren welke mtspraak omtrent lotelingen, die gebreken hebben of memren te hebben op hunne verplichtingvoor zooveel z.j da"toe in staat ziin en onverschitlig welk nummer zy hebben getrotctcen^ om voor den Militieraad I verschijnen, ten einde geneesknndig te worden onderzocht. Ter Neuzen, den 29 November 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN. De Secretaris, J. WISKERKE. groot 12000 rent. 37s PCt- verdeeld in 24 Aand. ieder a 500, gemerkt No. 1 12 ft en Jaarlijks worden 2 aandeelen uitgeloot. storting moet geschieden 1 Januari 181)8. De De president der Oostenrijksche kamer werd Vrijdag bij het binnentreden der Kamer ontvangen met gefluit, gescbreeuw, getrompet en met proppen papier. D afgevaardigde Wolf drong de vergaderzaal binnen, vanwaar de wachten hem verwijderden. Nadat de zitting weer eenigen tijd geschorst was geweest, hief de vice-president de zitting op, met de mededeeling, dat schnftehjk bekend zou worden gemaakt, wanneer de eerst- volgende zitting zou worden gehouden. Wolf sloeg met zijn stok de politieagenten, waarop hij naar een politiepost werd gebracht. Hij zal voor dit feit voor de correctioneele recht- bank terecbt staan. Hij moet getracht hebben, met een valscben baard de vergaderzaal binnen te dringen. Drie en veertig personen, die gearresteerd zijn, zullen aan de justitie worden overgeleverd. Op het oogenblik dat Wolf gearresteerd werd, vielen verseheiden afgevaardigden de politie aan. De burgemeester verklaarde, dat graat Badem zich niet meer verantwoordelijk stelde voor het handhaven der orde in de hoofdstad. De politie moest Wolf met geweld plaats doen nemen in een rijtuig, dat door politie te paard werd geescorteerd. De politie moest herbaalde malen charges maken op de volksverzamelingen voor de universiteit, waar met flesschen en stoelen uit de vensters werd geworpen. Te Gratz hebben 22 arrestatien plaats gehad een werkman is daar gewond. Blijkens een bericht van de Pol. Korr. uit Belgrado zijn ongeveer 5000 Albaneezen in de districten Ipek en Djakova in volkomen oproer tegen de overheid. Naar gemeld wordt moet er tusschen hen en de uit Saloniki en Monastir naar Heskub gezonden troepen een geveoht hebben plaats gebad, dat voor beide partijen groote ver- liezen heeft opgeleverd. Het plechtige saluut voor de Oostennjksch- Hongaarsche vlag heeft verleden Woensdag plaats eehad naar de met den Mutessanf afgesproken eeremonien. De hoofden van bet civiel en militair bestuur kwamen in gala-uniform bijeen voor he gebouw van het consulaat, waarvoor 80 man onder bevel van een majoor opgesteld waren. kort voor den middag begaven alle personen, die zich in het consulaat vereenigd hadden, zich vooj: het gebouw en waren er getuigen van, dat de Oosten- riiksch-Hongaarsche vlag langzaam werd omhoog geheschen. De compagnie bewees daarbij de voor- geschreven eerbewijzen en onder plechtige stilte salueerden alle aanwezigen. Na de plecbtigheid verschenen afgezanten van de Oostenrijksch-Hongaarsche kolome op het con sulaat en verzochten den dank der burgers van Oostenrijk-Hongarije aan de kroon over te brengen voor den hun verleenden krachtigen steun. De Mohammedanen bielden zich rustig. Over het Cubaansche oorlogstooneel wordt aan de Koln. Ztg. uit Madrid geschreven, dat de laatste berichten weder eens tijding bevatten over Maximo Gomez. De ,/Oude Chinees' heeft zip woord waar gemaakt en zich ten westen van de Troclia van Jucaro gehandhaafd, ofschoon Weyler in eene van zijne vermaarde depeches verzekerd had, dat hij hem zou noodzaken naar het Oosten te vluchten. Zulke goede schuilhoeken had Gomez gevonden, dat eerst tlians na lang vruchteloos zoeken de troepen van kolonel Gonzalez op hem zijn gestuit en hem een verlies van negen dooden hebben toegebracht. Naar aan de Heraldo wordt bericht, heeft Gomez opnieuw het parool uitgegeven, den suikeroogst onder alle omstandigheden te verhinderen en, indien dat noodig mocht zijn, alles in brand te steken. Sedert eenige dagen zijn ook inderdaad in de provincien Havana en Matanzas de branden begonnen, o. a. in het Ingenio Portugalate, dicbt bij de hoofdstad. Zooals indertijd Martinez Campos, is thans Blanco er op bedacht, den suikeroogst binnen te brengen en te redden, niet alleen om de plattelandsbevolking bezig te houden en haar van den opstand af te leiden, maar ook om den economischen toestand van het ongelukkige eiland te verbeteren. Maar juist daarom tracht Gomez dit plan te verijdelen, want men is nu tocb sedert het begin van den oorlog voor de derde maal bij het droge jaargetijde, dus bij het hoofdpunt van zijn programma aangekomen. Naar men verneemt is de onteigening der gronden, benoodigd voor de haven aan het Zijpe, in verband met den stoomtramweg Brouwershaven— Steenbergen geslaagd. De havenoppervlakte zal heel wat grooter worden, dan waarop men in het eerst had gerekend. De verbindiDg van Dniveland met den Anna Jacobapolder zal niet geschieden gelijk vermeld werd, met stoombooten, waarop de treinen zonder overlading worden overgevoerd. De stoombooten zullen de passagiers en de lading overnemen, die dan door de treinen aan de overzijde verder worden vervoerd. Daar de belooningen, ter bevordering van den ijver bij het schijfschieten, na de invoenng van het nieuwe geweer, niet meer in haar geheel kunnen worden bestreden uit de opbrengst van het verkochte lood der verschoten kogels en van de verbruikte hulzen, zal voortaan van rijkswege aan de verschillende korpsen een bedrag worden verstrekt voor bet uitreiken der prijzen bij het schijfschieten. Naar men verneemt, heeft de heer Boom te Delden, die onlangs op de vergadering der Over- ijselsche Landbouwmaatschappij verklaarde, dat hij in 3 dagen tijds mond- en klauwzeer kon ge- nezen, zich met eene dergelijke verklaring tot den Minister van Binnenlandsche zaken gewend. Thans deelt B. mede dat Z. Exc. hem heeft bericht, dat hij onder toezicht van een rijksveearts de genezmg van een koe, die aangetast is door mond- en klauw zeer, mag beproeven. Van onzen consul-generaal te Pretoria, den heer F. J. Domela Nieuwenhuis, bevat het con- sulair verslag over 1896 en de eerste vier maanden van 1897 de volgende bijzonderheden omtrent de landverbuizing De stroom van landverbuizers naar de Zuid- Afrikaansche Bepubliek vloeide nog ruimer dan in het voorafgaand jaar. Ook uit Nederland kwam een groot aantal personen, waaronder vele hand- werkslieden, hun geluk bier te lande beproeven. Over het algemeen vonden die Nederlanders spoedig werk, doch tengevolge van verschillende omstan digheden, zijn de tegenwoordige tijden voor som- migen dier emigranten minder gunstig. Deze Republiek is een land, waar de toestanden snel wisselensoms bestaat plotseling groote be- hoefte aan werkkrachten en vinden allerlei menschen bijna dadelijk na aankomst plaatsing, dan weer DOOB 16) Hij gaf hun elk een shilling, en weg vlogen zij de trappen af en een oogenblik later zag ik ze de straat uit hollen. Indien de boot boven water is, zullen zij haar vinden," zei Holmes, terwijl hij van tafel opstond en zijn pijp opstak ,/zij kunnen overal heenkomen, alles zien, en alles hooren. Ik verwacht nog voor heden avond te vernemen dat zij haar hebben opgespoord. Wlj kunnen inmiddels niets doen dan daarop wachten. Wij kunnen het afgebroken spoor niet volgen voordat wij of de Aurora, of Smith gevonden hebben." „Toby zal dit restje wel lusten. Gaat gij slapen Holmes?" ,/Neen. Ik ben niet vermoeid. Ik heb een zeldzaani gestel. Ik gevoel mij zoolang ik werken kan nimmer moe, terwijl ledigheid mij afmat. Ik ga rooken en over deze vreemdsoortige zaak na- denken, waarin mijn schoone client ons gewikkeld heeft. Wanneer iemand ooit een makkel.ijke taak had, dan is deze er zeker een. Mannen met houten beenen zijn niet zoo alledaagsch, maar daarentegen moet de andere man volstrekt zeldzaam zijn." „Tocb weer die andere man ,/Ik verlang u omtrent hem niet in bet onzekere te laten. Maar gij hebt gewis ook uw eigeu oordeel gevormd. Welnu, denk dan eens aan den data. Buitengewoon kleine afdruk van de voetzool, teenen die nimmer door schoenen werden bijeengehouden, naakte voeten, een knots met steeuen haudvat, groote vlugheid, kleine vergiftigde dorens. Wat maakt gij uit dit alles?" ;/Een wilde!" riep ik,/welliclit een dier Indianen die tot de bondgenooten van Jonathan Small behoorde." -i „Dat is bijna onmogelijk," zeide hij //toen ik voor het eerst teekens van vreemde wapens zag, was ik ook genegen zoo te deuken maar de merk- waardige vorm der voetsporen, noopte mij van meening te veranderen. Sommigen der bewoners van het Indisch Schiereiland zijn wel klein van gestalte, maar niet een hunner zou zulk een voet- spoor hebben achtergelaten. De Hiudoes hebben lange en dunne voeten. De sandaal-dragende Mohammedaan heeft den grooten teen wel van de anderen gescheiden, omdat de riem er veelal tusschen door gebonden wordt. Deze kleine dorens zijn van geen ander dan van Spaanscb riet. W elnu, waar kunnen wij dan onzen wilde vinden „Zuid Amerika," antwoordde ik. Hij nam een dik boek uit het rek. „Dit is het eerste deel van het woordenboek dat pas wordt uitgegeven. Het mag als de laatste autoriteit beschouwd worden. Wat hebben we hier? ,/Andaman-eilanden, gelegen op 340 mijlen ten Noorden van Sumatra, in de Golf van Bengalen. Hum Hum Wat beteekent dit alles .J Zacht klimaat, koraalriffen, Port Blair, barakken voor bannelingen, Rutland-eiland, katoenboomeu. Ha, hier hebben wij hetDe inboorlingen der Andaman- eilanden rnogen wellicht bogen op het voorreclit van het kleinste menschenras ter wereld te zijn, lioewel sommige anthropologen de Boschnegers van Afrika, de Digger Indianen van Amerika en de Terra del Fuegians boven hen stellen. Hun ge- middelde lengte is vier voet, hoewel er vele vpl- wasseuen onder hen gevonden worden die zelfs veel kleiner zijn. Het is een woest, valsch nog en onhaudelbaar ras, doch wanneer zij eeumaal hunne vriendschap geschonken hebben, zeer gehecht en vertrouwbaar." Let daar op, Watson. En luister nog verder //Zij zijn afschuwelijk leelijk hebben groote, misvormde hooftlen, kleine, woes te oogen en verwrongen gelaatstrekken. Maar hunne voeten en handen zijn daarentegen opmerkelijk klein. Zij zijn zdo woest en onhaudelbaar, dat alle pogingen van de Britsche ambtenaren om ben eenigszins aan het gezag te onderwerpen, mislukt zijn. Zij zijn altijd een verschrikking geweest voor schipbreukelingen, daar zij de overlevenden met hunne knotsen met steenen knoppen de liersenen inslaan, of hen met hunne vergiftigde pijlen dooden. Dusdanig? moorden worden steeds gevolgd door een feestmaal, want zij zijn mensclieneters. Een fraai, beminnelijk volkje, Watson Indien deze knaap zijn eigen zin had kunnen volgen, dan had onze zaak een nog ellendiger wending ge- nomen. En toch stel ik mij voor, dat Jonathan Small er heel iets voor zoude willen geven, zoo hij zijne liulp niet hadde ingeroepen." ffMaar hoe kwam hij aan zulk een zeldzaam metgezel P" ,/0, dat is meer dan ik kan zeggen. Maar sedert wij tot de wetenschap zijn gekomen dat Small van de Andamans gekomen was, is het met zoo wonderbaarlijk dat deze inboorling hem ge volgd is. Maar gij lijkt geheel uitgeput, Watson. Komaan, leg u liier op de sofa, en zie eens of ik u in slaap kan krijgen." Hij nam zijn viool, en terwijl ik mij uitstrekte begon bij een zachte, droomerige, melodieuse aria te spelen, ongetwijfeld door hem zelve gei'mpro- viseerd. Ik heb nog een vage herinnering van zijn doorschijnende handen, zijn ernstig gelaat, en het op en nedergaan van zijn strijkstok. Toen was het alsof ik vreedzaam op een zee van zachte, harmonische tonen werd voortgeschommeld, totdat ik mij in het land der droomeu bevond, terwijl het lieftallig gelaat van Mary Morstan op mij nederzag. IX. Eerst laat in den namiddag ontwaakte ik gesterkt en opgefrischt. Sherlock Holmes zat nog juist zooals ik hem gelaten had, behalve dat hij thans in een boek verdiept was. Toen ik mij oprichtte, keek hij naar mij op, en merkte ik dat zijn gelaat droef en onrustig stond. z/Gij hebt diep geslapen, zei hij wik vreesde dat ons gesprek u wakker zqu maken." z/Ik heb niets gehoord," antwoordde ik //hebt gij wat naders vernomen ,/Ongelukkig niet. Ik beken dat ik verwonderd en teleurgesteld ben. Ik verwaclitte omstreeks dezen tijd iets bepaalds. WTiggins is juist hier geweest om rapport te brengen. Hij zegt dat er geen spoor van de stoomboot te vinden is. Dat is een schok voor mij, want elk uur is van het hoogst belang." ,/Kan ik iets doen? Ik ben nu weder geheel

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 1