Algemeen
Nienws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
No. 3532.
Zaterdag 6 November 1897.
37e Jaargang.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Bij (leze courant behoort oen bijvoegsel.
POLITIEK OVERZICHT.
FEUILLETON
A. CONAN DOYLE.
6) --
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
TER NEUZEN, 5 November 1897.
NEUZEISCHE OOBRAST
Per drie maanden bianen Ter Neuzen 1,—. Franco per postVoor
Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32
zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
Nederland f 1,10.
Men abonneert
bushouders.
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
De Kamer zou eergister de discussie over het
ontwerp-wet betreffende de vakvereenigingen voort-
zetten. Maar door ongesteldlieid van den Minister
van justitie is er niets van gekomen. Overeen-
komstig den wenscb der regeering is de behandeling
uitgesteld.
De geneesheeren hebben den Minister acht dagen
rust voorgeschreven.
Wanneer de Kamer den tweed en Woensdag
in November bet wetsontwerp weer in behandeling
neemt, wordt tevens de nieuwe zitting geopend
en moeten eerst de bureaux worden samengesteld.
Wellicht gaan ook nog eenige interpalleties vooraf.
In de goede verwachtingen omtrent een spoedige
herstelling van de rust op Cuba wordt generaal
Blanco misschien gesterkt door de ongunstige
berichten omtrent den gezondheidstoestand der
opstandelingen.
In de provincie Pinar del Rico toch, bevinden
zich een duizendtal insurgenten, wier bewapening
met Remmington geweren alleszins voldoende is
doch die zwaar door ziekte geteisterd worden.
Generaal Blanco is overigens van meening dat
Spauje na een nieuw onderzoek ernstig de nieuwe
politiek zal toepassenhij ontkent echter, dat hij
het plan van generaal Weyler lieeft afgekeurd.
De kwestie over Cuba met de Vereenigde
Staten wordt voorloopig op papier behandeld.
De nota waarmede de Spaansche regeering die
van den Amerikaanschen gezant beantwoord heeft,
bestaat uit drie deelen, en is niet minder dan 28
foliobladzijden groot. In het eerste gedeelte wordt
het betoog van de Amerikaansche regeering punt
voor punt vervolgd. Het tweede gedeelte handelt
over de vrijbuitersexpeditien uit de Vereenigde
Staten. De Spaansche regeering bespreekt uitvoe-
rig de verschillende gevallen en uit de hoop, dat
de toestand in dit opzicht zal verbeteren en de
Vereenigde Staten zullen trachten, nieuwe schen-
ding van het volkenrecht te voorkomen.
Op het aanbod der regeering te Washington,
om tusschenbeide te komen tot herstel van de
orde op Cuba, geeft de Spaansche regeering geen
rechtstreeks antwoord, maar zij zegt te verwachten
dat de Amerikaansche regeering op loyale en
correcte wijze Spauje's pogingen om den opstand
te dempen zal ondersteunen, vooral nu C uba
zelfsregeering krijgt in vrijzinnigen geest. Dit
laatste punt wordt dan nog uitgewerkt.
Intusschen komt uit New-York het bericht dat
DOOR
//die mij
is mijne
De ver-
//Ik heb slechts een zaak," zeide hij,
in dit uiterst oogenblik bezwaart. Dat
behandeling van Morstan's arme weeze.
wenschte gelddorst die mijn gemoed gedurende
mijn gansche leven beheerscht heeft, onthield
haar den schat, waarvan minstens de helft haar
toebehoorde. En toch heb ik er voor mij zelven
geen gebruik van gemaakt zoo verblind en onzinnig
is de gierigheid. Het enkel bewustzijn van het
bezit was mij zoo dierbaar, dat ik er niet toe
kon beslniten dit met een ander te deelen. Ziet
dezen krans met paarlen bezet, naast de kinine-
flesch. Zelfs daarvan kon ik niet scheiden, hoewel
ik hem had achtergehouden om hem aan haar te
zenden. Gij, mij zoons, zult haar een eerlijk
deel geven van den Agra-schat. Doch, zend haar
Diets, zelfs niet dezen krans, alvorens ik
zal gestorven zijn. Er zijn wel menschen even
ziek geweest als ik thans, die toch weder her
stel d zijn.
Ik zal u zeggen op welke wijze Morstan
overleden is, vervolgde hij Hij had reeds
gedurende vele jaren aan een hartkwaal geleden,
doch dit zorgvuldig geheim gehouden. Ik alleen
•wist het. Toen wij te zamen in Indie waren
kwamen wij door een merkwaardigen samenloop
van omstandigheden in het bezit van een onmete-
Vrildagavond. »ilW uitgeve, J. UK ■AMOK te Te, Meu.en.
een
vele
aantal hooggeplaatste Cubanen, waaronder"
vroegere voorstanders eener autonomie, een
maniefcst hebben uitgevaardigd daarin verklaren
zij dat Cuba alleen geheele onaf hankelijkheid kan
aanvaarden.
Het November-nummer van de Nuova Antologia
bevat een merkwaardigen brief van markies Capelli
over de houding van graaf Robilant tegenover het
Drievoudig Verbond en de pogingen om tot een
overeenkomst met Engeland te komen.
Daarin wordt verzekerd, dat graaf Robilant reeds
in 1879 aansluiting bij Oostenrijk en Duitschland
zocht, omdat naar zijn meening het isolement van
Italie gevaarlijk begon te worden.
Toen echter had Bismarck daar geen ooren naar.
Bij een verblijf te Weenen bezocht de Duitsche
kanselier alle gezanten die daar gevestigd waren,
behalve die van Italie. In een gesprek met An-
drassy over de irredentistische betoogingen in Italie
zeide Bismarck, dat Oostenrijk gerust aan Italie
den oorlog kon verklaren vwant de regeering te
Rome behoort niet tot onze vrienden." Een soort-
gelijk antwoord gaf Bismarck den nuntius, die
hem over de mogelijkheid van het herstel der
wereldlijke inacht van den Paus sprak.
Doch de voortdurende bemoeiingen van Robilant
brachten Bismarck er toe, een andere zienswijze
aan te nemen. De Italiaansche regeering betoogde
zoo vaak en zoo goed de noodzakelijkheid van het
verbond, dat zij de Duitsche regeering van het
nut overtuigde. En bovendien zag men toen te
Berlijn in, dat een overeenkomst met Engeland
voor Italie, en daardoor voor de Triple Alliantie,
van groot voordeel zou zijn. Toen begon Bismarck
de staatkunde van graaf Robilant krachtig te
steunen, en aan zijn bemoeiingen is het te danken,
dat daarover onderhandelingen met Engeland
werden aangeknoopt, die uitliepen op de vast-
stelling van een conventie, waarin het behoud van
het status quo der beide mogendhedeu in de
Middellandsche Zee werd verzekerd.
Graaf Cappelli besluit met het betoog, dat het
voor Italie dringend noodzakelijk is, het gesloten
bondgenootschap te onderhouden, omdat hierdoor
alleen de vrede in Europa kan worden verzekerd.
De Minister
overwogen, dat
binnenlandsche zaken
wegens de uitbreiding
heeft
van het
mond- en klauwzeer bij deherkauwende dieren en de
varkens in een gedeelte van de provincie Zeeland
geen voldoend nut meer is te verwachten van de
lijken schat. Ik bracht dien naar Engeland en
op den avond van Morstan's aankomst kwam
hij terstond hierheen om zijn aandeel op te
eischen. Hij kwam van het station en werd
binnen gelaten door mijn trouwen Lai Chowdar,
die nu dood is. Morstan en ik kregen verschil
omtrent de verdeeling van den schat en wij kregen
liooge woorden. Morstan was in een opwellenden
toorn uit zijn stoel overeind gesprongen, toen hij
plotseling zijn hand op zijn zijde druktezijn
gelaat werd donkerrood en hij viel achterover met
zijn hoofd tegen de kist waarin de schat geborgen
was. Toen ik mij over hem heen bong zag ik
tot mijne ontzetting dat hij dood was.
Langen tijd zat ik half verbijsterd te bedenken
wat ik zou aanvangen. Het spreekt van zelve
dat mijn eerste gedachte was om hulp te roepen
maar ik kon niet anders verwachten dan dat men
mij zoude beschuldigen hem vermoord te hebben.
De aan zijn dood voorafgegaane twist, en de
wonde aan zijn hoofd, zouden ten ergste tegen
mij getuigen. Daarbij kwam, dat een gerechtelijk
onderzoek noodzakelijk eenige feiten omtrent den
schat moest aan het licht brengen, dien ik ten
koste van alles geheim wilde houden. Hij had
mij gezegd dat geen sterveling wist waarheen hij
zich begeven had. Het kwam mij dus onwaar-
schijnlijk voor dat iemand dit dan ook ooit ge-
waar zoude worden. Terwijl ik nog over de zaak
zat te peinzen zag ik, toen ik mijn hoofd ophief
mijn bediende Lai Chowdar op den drempel der
kamer staan. Hij sloop naar binnen en grendelde
de deur.
z/Vrees niets Sahib," fluisterde hij //geen
levend wezen behoeft te weten dat gij hem gedood
handhaving van sommige maatregelen, welke
krachtens het Kon. besluit van 10 Juli 1896
(Stbl. n°. 104), bij het heerschen of bij het dreigen
van die ziekte toegepast moeten worden en goed-
gevonden ingaande 4 Nov. 1897, met betrekking
tot het mond- en klauwzeer bij de herkauwende
dieren en de varkens in de gemeenten van de
provincie Zeeland, gelegen op de eilanden Schouwen,
Duiveland, St. Philipsland, Tholen, Walcheren en
Noord-Beveland, buiten toepassing te stellen de
volgende maatregelen
1°. merking van vee (artikel 2, sub 2°., van
genoemd Koninklijk besluit);
2°. afsluiting van hoeven enz. en vervoer uit
en naar afgesloten kringen (artikel 2 sub 4°., en
artikel 39)
3°. ontsmetting (artikel 2, sub 5°., en artikel 37)
4°. vervoer van vee naar besmette plaatsen
(artikel 2, sub 6°., en artikel 38)
5°. afzondering (artikel 34.)
In een uitvoerig rapport heeft de commissie
uit de Kamer, belast met een nieuw onderzoek in
zake de verkiezing te Sneek, met intrekking van
hare eerste conclusie thans aan de Kamer geadviseerd
tot toelating van den heer Van Gilse.
De uitkomst van het aantal der door ieder der
heeren Van Gilse en Heemskerk verkregen geldige
stemmen kan echter veel afhangen van het oordeel
der Kamer over twijfelachtige biljetten. "Worden
echter geen andere biljetten van onwaarde verklaard
dan die bedoeld in het eerste rapport der commissie
dan nog moet de commissie hare eerste conclusie
intrekken, daar uit een nader adres uit IJlst blijkt
dat de meer besproken kiezer aldaar, terecht van
deelneming aan de stemming is geweerd, waardoor
ook voor die kiezer geen stem bij die van den
heer Heemskerk moet worden gerekend. Daar het
stemmen-aantal der candidaten dan gelijk wordt,
zou de heer Van Gilse als oudste in jaren ge-
kozen zijn.
De gepensioneerde luitenant-generaal Vetter
van het Oost-Indisch leger, laatstelijk leger-
commandant in Indie is gisteren, vergezeld van
zijn echtgenoote, in de residentie aangekomen.
Aan het station werd hij verwelkomd door eenige
dames en heeren der fndische kolonie en enkele
gepensioneerdehoofdofficieren, en verder de luitenant-
generaal Jhr. Verspyck en den luitenant-kolonel
Buijs van het regement grenadiers en jagers.
De kantonrechter te Leiden heeft uitspraak
gedaan in deD eisch van de gemeente-commissie van
het Ned. Herv. kerkgenootschap tegen een aantal
hebt. Laat ons hem verbergen, en wie zal hem
vinden Ik hoorde het reeds Sahib," vervolgde
hij //dat gij twist met hem hadt en evenzeer
hoorde ik den slag. Maar mijne lippen zijn ge-
zegeld. Allen slapen. Laat ons hem tezamen
weg brengen." Dat was voldoende om mij een
besluit te doen nemen. Indien mijn eigen bediende
niet aan mijn onschuld kon gelooven, hoe kon ik
dan hopen aan de uitspraak eener jury te ont-
komen Lai Chowdar en ik, wij begroeven dien
nacht het lijk en binnen weinige dagen waren de
Londensche bladen vol van de geheimziunige ver-
dwijning van Kapitein Morstan. Naar mijne be-
kentenis kunt gij oordeelen dat men mij nauwelijks
omtrent dit geval kan hard vallen. Mijn fout
ligt in het feit dat wij niet slechts het lijk ver-
borgen, maar tevens den schat en dat ik evenzeer
Morstan's aandeel als het mijne heb achtergehouden,
Daarom wil ik thans beiden uitkeeren. Brengt
uwe ooren dicht bij mijn mond. De schat is
verborgen in
z/Op dit oogenblik kwam er een verschrikke-
lijke verandering op zijn gelaathij staarde woest
voor zich uit, zijne tanden klapperden en hij
gilde met een stem die ik nimmer vergeten zal
z/Houdt hem buiten Om 's Hemelswil houdt
hem buiten Wij keken beiden naar het raam
achter ons waarop zijn blik gevestigd was. Daar
staarde ons een gelaat aan van uit de duisternis.
Wij konden den neus tegen het glas gedrukt
zien. Het was een gebaard harig gelaat, met
woeste, wreede oogen, en een misdadig uiterlijk.
Mijn broeder en ik snelden naar het venster,
maar de man was verdwenen.
Toen wij tot onzen vader, terugkeerden, was
nalatige betalers in den kerkelijken hoofdelijken
omslag dier gemeente. Het vonnis strekte tot
veroordeeling der gedaagden tot betaling van den
aanslag met de renten sedert den datum der
dagvaarding en in de kosten van het geding.
Door den heer J. H. J. Quarles van Ufford
zijn opgeroepen alle kiesvereenigingen en personen,
staande op den grondslag der anti-revolutionaire
beginselen, neergelegd in het program van 1878,
die wenschen mede te werken tot eene organisatie
als zelfstandige polifieke partij onder een eigen
naam en met een eigen program, tot een vergadering
te Utrecht op 15 Nov. a. s.
Zooals uit het raadsverslag, opgenomen in het
bijvoegsel, blijkt, is tot gemeente-secretaris alhier
benoemd de heer J. Wiskerke, griffier ter secretarie
alhier, met 9 van de 12 stemmen. De heer Klaar
verkreeg 2 en de heer W. S. J. Dieleman, secretaris
te Hoek, 1 stem.
Op de door Burg, en Weth. opgemaakte lijst
van aanbeveling kwamen voor de heeren C. F.
Klaar, adjunct-commies ter secretarie te Dordrecht,
en J. Fraij, gediplomeerd ambtenaar ter secretarie
te Helder.
(Reeds gisteren per bulletin aan onze abonnee's
te dezer stede medegedeeld.)
Kort nadat gister de zitting voor strafzaken
van het kantongerecht te Hulst was aangevangen,
zag de kantonrechter zich genoodzaakt deze op
te heffen, wegens de vreemde handelingen van
den ambtenaar van het O. M., de heer Mr. Boot,
die getuigen en beklaagden op zonderlinge wijze
toesprak.
Heden morgen was het alhier zitting van het
kantongerecht, waarbij de heer Mr. Booteveneens
als ambtenaar van het O. M. moest fungeeren.
Hetzelfde van Hulst herhaalde zich hier zoodat
eveneens de zitting werd opgeheven.
De getuigen en beklaagden, die op hun dag
vaarding waren verschenen, zijn aangezegd dat
hunne zaken op nader te bepalen dag zullen
behandeld worden.
Blijkens het afdeelingsverslag der Tweede
Kamer over het hoofdstuk waterstaat werd opnieuw
de aandacht gevestigd op den slechten toestand,
waarin de haven te Philippine tengevolge van de
voortdurende aanslibbing van den Braakman is
gekomen.
zijn hoofd op de borst gezonken en stond zijn
pols stil.
Wij doorzochten den ganschen nacht den tuin,
doch vonden geen ander teeken van den indringer,
dan een voetstap in het bloembed onder het
raam. Spoedig echter kregen wij een ander en
meer treffend bewijs, dat er geheime machten
om ons heen aan het werk waren. Des morgens
werd het venster van onzen vader opengevonden,
zijne kasten en kisten doorzocht, en op zijn borst
was een stuk papier bevestigd, met de woorden
z/Het teeken der vier." Nimmer werden wij
gewaar wat deze volzin beteekende, noch wie de
geheime bezoeker geweest was. Zoover wij kunnen
oordeelen, was er niets gestolen geworden, hoewel
alles doorzocht was. Mijn broeder en ik brachten
dit vreemdsoortig geval natuurlijk in verband met
den angst die mijn vader gedurende zijn leven
vervolgd had, maar het is nog steeds een geheim
voor ons."
Hier zweeg de kleine man om zijn hookah weder
aan te steken en bleef toen een poos in diep ge-
peins verzonken doorrooken. Wij hadden alien
met de grootste belangstelling naar zijn zeldzaam
verhaal geluisterd. Bij het kort verhaal van haars
vader's dood was Mis Morstan doodsbleek ge
worden, en vreesde ik een oogenblik dat zij in
zwijm zoude vallen. Zij herstelde echter, toen ik
haar een glas water te drinken gaf.
Sherlock Holmes leunde achterover in zijn stoel,
met afgetrokken voorkomen en half gesloten oog-
leden. Toen ik mijn oog op hem vestigde, dacht
ik onwillekeurig eraan, hoe hij nog dienzelfden
dag geklaagd had over de eentoonigheid des levens.
Hier tenminste was een vraagstuk waartoe hij a