A1 gemeen Mieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. No. 3490. Zaterdag 31 Juli 1897. 37e Jaargang. PFBLICATIE. Binnenland. ABONNEMEHT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor Nederland f 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika f 1,32J. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADYERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Yoor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecbts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. POLITIEK OVERZICHT. Be Belgische kamer verwierp een aantal amen- dementen op het wetsontwerp tot hervorming van de burgerwacht, behalve een van Hoyois, dat strekte om vreemdelingen, die gedureude een jaar wonen in een Belgische gemeente waar een bur gerwacht is (gemeenten boven 10,000 zielen) ook bij die schutterij in te lijven. Het gewichtigste amendement, dat werd ver- worpen, was van den christ.-demokraat Carton de Wiart. In Belgie worden uit de schutterij de onver- mogenden zorgvuldig geweerd en volgens het itieuwe ontwerp zal dat zoo blijven, want het bevat deze bepaling Van den dienst zijn vrijgesteld degenen, die niet de middelen hebben om een uniform aan te schaffen, zoolang hun toestand van onvermogen duurt." Carton stelde nu voor, de onvermogenden die het begeeren, in de gelegenheid te stellen, ook in de burgerwacht te dienen, door de gemeenten te verplichten, de kosten van hun uitrusting te dragen. Maar de conservatieve rechterzijde wilde daar- van niets weten. //De burgerwacht zei Woeste behoort samengesteld te zijn uit menschen, die belang hebben bij de handhaving van de orde. De werkende stand heeft daar odk belang bijmaar hij is toegankelijker voor zekere inblazingen. Voorts is het amendement tegen de Grondwet, aangezien de verplichte aanschaffing van de uniform een belasting is en volgens de Grondwet in be- lastingzaken niemand mag worden voorgetrokken. De rapporteur bestreed het amendement, omdat het de gemeenten te veel op kosten/zou jagen. De geheele conservatieve rechterzij stemde tegen het amendement. Het zal Donderdag geworden zijn, zonder onder- FEUILLETON ROMAN naar het Engelsch van A. CONAN DOYLE. z/Het is eene helsche duisternis," zeide hij, rondloopende. zrWij zullen zoo aanstonds licht hebben," gaf ik ten antwoord, een lucifer afstrijkende en een kaars opstekende die ik bij mij had. ,/En nu, Henoch Drebber," ging ik voort, mij tot hem keerende en het licht bij rnijn eigen gelaat houdende: z/Wie ben ik!" z/Hij staarde mij een oogenblik met verglaasden, donkeren blik aan, en daarop zag ik eene uit- drukking van afgrijzen op zijn gelaat komen, en zijne trekken geheel verwringen, wat mij bewees dat hij mij herkend had. Hij deinsde aschgrauw terug, en ik bemerkte hoe het zweet hem op het voorhoofd stond en zijne tanden begonnen te klap- peren. Bij dit schouwspel leunde ik met den rug tegen den muur aan, en lachte ik hardop. Ik had steeds geweten dat de vergelding zoet zou zijn maar nooit had ik verwacht, dat mijne ziel van zulk eene voldoening vervuld zou raken. ,/IIond die gij zijtsprak ik, ,/ik heb u van Salt Lake City tot St. Petersburg achtervolgd, en gij zijt mij steeds ontkomen. Maar ten laatste zijn uwe zwerftochten ten einde, want een van ons beiden zal de zon niet meer op zien gaan." teekening der Turksch-Grieksche vredesprelimi- nairen. Naar uit de Turksche hoofdstad wordt medegedeeld, ontmoet dat gedeelte van het vredes- verdrag, 't welk op de oorlogsschatting betrekking heeft, onverwachte zwarigheden, omdat Duitschland daarin eene bepaliDg wenscht te zien opgenomen, waarbij Griekenland's financien onder zeker toezicht worden gesteld, eene vernedering welke Rusland bezwaar maakt aan Griekenland op te leggen. De Duitsche gezant te Konstantinopel, de heer Von Saurma-Jeltsch, seinde aan zijn Regeering om instruction. Waar Turkije dus niet voor oponthoud zorgt, doen het de veeleischenden onder de mogendheden. Men zou zeggen anders, dat, al wachtende op de beslissingen der Porte, er voor de gezanten der mogendheden ruimschoots tijd was geweest alles tot in de puntjes af te spreken. Nu gaat allicht weer een kostbare week te loor. De ellende onder de Grieken, die uit het Noorden naar Athene, Chalkis, enz., gevlucht zijn, wordt met den dag grooter. Te Chalkis alleen bevinden zich 800 uitgewekenen, waarvan de meesten ten laste van de weldadigheid komen. Er waait een wind van verzet tegen het Engelsche gezag in Indie. Eenige weken geleden hadden wij melding te maken van een plotselingen aanval op Britsche troepen in de Tochi-vallei, waar het nog niet geheel rustig is. Een brigade 4000 man sterk, is bezig de oproerige inboorlingen te tuchtigen maar ondervindt nog altijd eenigen, zij het ook zwakken tegenstand. Nu is iets noordelijker in de streek van Chitral, ook weer aan de Afghaansche grens, een aanval gedaan op het kamp van Malakand in de vallei van de rivier de Swat. Men was eenigszins op den aanval voorbereid, want den vorigen dag waren reeds verderop in het dal ongeregeldheden gebeurd en had een priester een troep om zich heen ver- 'zameld. Men verwachtte den aanval ecliter niet voor drie uur 's morgens en toen de aanval te tien uur 's avonds begon, was men eenigszins verrast. De verliezen, behalve die van de officieren, waren van niet veel beteekenis. Spoedig bleek dat het geheele dal in opstand was*Het garnizoen van Chakdara, een post op den weg naar Chitral is nu versterkt en regimenten komen van verschillende garnizoeuen om de troepen in de Swat-vallei te helpen. Zoowel den vorigen aanval als nu dezen schrijft men toe aan een dier uitbarstingen van fanatisme, die in Indie meer voorkomen. Nogal merkwaardig is het, dat deze uitbreekt juist nu in Engelsch- 1a Terwijl ik sprak, deiusde hij steeds verder achter- uit, en ik las op zijn gelaat, dat hij mij krank- zinnig geloofde. Ik was dat ook op dat oogenblik. De aderen aan mijne slapeu klopten als harner- slagen, en ik geloof dat ik eene beroerte zou hebben gekregen, iadien ik niet plotseling door eene neusbloeding ware overvallen, wat mij eenige verlichting schonk. z/Wat denkt gij thans van Lucy Eerrier riep ik uit, terwijl ik de deur afsloot en hem met den sleutel in het gelaat sloeg. ,/De straf is lang uitgebleven, maar ten laatste zult gij boete doen." Ik zag zijne roode lippen, onder het luisteren naar mij, beven. Hij zou niets liever gedaan hebben dan genade af te smeeken, maar begreep wel dat dit vruchteloos was. //Wilt gij mij vermoorden stotterde hij. z/Er is geen sprake van moord," antwoordde ik //Wie spreekt er van een dollen hond te ver moorden Hebt gij ontferming gekend voor mijne arme beveling, toen gij haar van haar ongelukkigen vader hebt weggesleept en haar medevoerdet naar een gevloekten en schandelijken harem z/Ik was het niet, die haar vader doodde riep hij uit. z/Maar gij, en gij alleen, hebt haar schuldeloos hart gebrokenschreeuwde ik, hem een der doosjes voorhoudende: //Laat de goede God tusschen ons oordeelen. Kies er een uit en slik haar door. Een daarvan bevat den dood, de ander het leven. Ik zal nemen wat gij overlaat. Wij zullen zien of er rechtvaardigheid op aarde is, of dat wij slechts door het toeval worden beheerscht." z/Hij trachtte mij te ontwijken, en gilde en smeekte om barmhartigheid, maar ik trok mijn Indie zelf groole ontevredenheid heerscht over de maatregelen die de Engelschen genomen hebben tegen de pest en waarbij blijkbaar in het belang der hygiene volstrekt geen rekening is gehouden met de godsdienstige en moreele overtuiging der bevolking. Gisteren kwam het bericht over de gevangen neming van eenige aanzienlijke inlanders, die oproerige geschriften zouden hebben verspreid Er is blijkbaar een baccil van ontevredenheid in Engelsch-Indie aan het voortwoekeren. Nu en dan kwam men in de latere jaren in 't publiek met gezegden, die onze jonge Koningin zou hebben geuit, meerendeels of verzonnen of uitdrukkingen zooals men die van ieder kind wel eens kan hooren. Ditmaal echter vermeldt 't »Hbl." er een, die en authenthiek is, en uit den mond van een meisje van 17 jaar merkwaardig. De heer Rudolf Stang, hoogleeraar aan's Rijks Acadamie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam, heeft een ets onder handen, naar een teekening, door hem van de Koningin gemaakt, waarvoor H. M. herhaaldelijk voor hem heeft geposeerd. De verslaggever van het //Hbl.", die den heer Stang daarover ondervroeg, zeide z/Ik hoop, dat u mij de opmerking zult vergeven, maar verveelde dat poseeren de Koningin niet verschrikkelijk Hoe dikwijls heeft zij niet reeds al? model gediend voor schilders, fotografen enz. Prof. Stang lachte even. Ja, diezelfde opmerking werd, terwijl ik zat te werken, door den heer De Ranitz tot de Koningin gericht. Maar H. M. lachte er om. //Kom", zei ze, //ik ben langzamerhand aan't poseeren gewend Ligt er niet iets weemoedigs in die uiting van een meisje van dien leeftijd, dat nu reeds gevoelt, hoe hare vorstelijke taak haar dwingt tot //poseeren" Wat de ets betreft, daaraan is Prof. Stang reeds eenige maanden bezig. Wanneer ze gereed is, heeft H. M. hem toegestaan, nog eenige malen naar 't Loo of naar Den Haag te komen, om de laatste hand aan zijn werk te leggen. Voor de inhuldigingsfeesten moet alles gereed zijn. De heeren Buffa Zoon hebben hem opgedragen de ets te vervaardigen. De afmetingen zijn 66 bij 47. De eerste afdrukken met de kroon als ,/remarque" zullen 100, de ,/e'preuves d'artiste" op Japansch papier 60 en de verdere afdrukken met de letters 25 kosten. Voor de feesten mes en hield het op zijne borst, totdat hij mij gehoorzaamde. Daarop slikte ik de anderen pil in, en wij stonden elkander eene minuut lang sprakeloos aan te staren, in afwachting van den dood van een van ons beiden. Nooit zal ik de uitdrukking vergeten, die op ziin gelaat kwam, toen de eerste aanval van pijn hem zeide, dat hij het vergif ingenomen had Ik lachte toen ik dat zag, en hield hem Lucy's trouwring onder de oogen. Het was slechts een oogenblik lang, want de uitwerking van het middel is snel. Zijne trekken werden door een hevige smart verwrongen hij strekte de handen voor zich uit, wankelde en zonk toen, met een schorren kreet, op den grond neder. Ik keerde hem om met mijn voet, en bracht de hand aan zijn hart. Het klopte niet meer. Hij was dood z/Het bloed was uit mijn neus gestroomd, maar ik had er geen acht op geslagen. Ik weet niet wat mij op den inval bracht daarmede op den muur te schrijven. Misschien was het wel het verlangen de politie op een dwaalspoor te leiden, want mijn hart was zonder zorg en opgeruimd. Ik herinnerde mij een Duitscher, dien men te New-York gevonden had met het woord //Rache" boven zijn hoofd geschreven, en destijds beweerde men, in de dagbladen, dat dit het werk der ge- heime genootschappen moest zijn geweest. Ik vermoedde dat hetgeen de New-Yorkers had bezig- gehouden ook de Londensche politie te binnen zou vallen, en doopte den vinger in mijn eigen bloed, om het woord op eene geschikte plaats tegen den muur aan te schrijven. Daarna liep ik naar mijn cab terug eu zag dat er nog steeds niemand te ontdekken viel en dat de nacht even komt de ets in den handel. De uitgever stelt zich voor dat het een kunstwerk wordt, zoowel voor Nederland als voor het buitenland. Het zal het eenige portret onzer Koningin zijn, hetwelk met de feesten wordt uitgegeven, dat direct naar de natuur is vervaardigd. Op de teekening, waarnaar Prof. Stang zijn ets maakt, staat de Koningin met den linkerarin rustende op een marmeren zuil. Tn breede plooien golft de koningsmantel met de gouden leeuwen van hare schouders. In het kapsel schittert een diadeem. Het wit satijnen kleed is rijk bewerkt met bloemen en versierd met edele steenen. Op 18 en 19 Augustus wordt te Zaandam feest gevierd, ter herdenkiug van het verblijf van Czaar Peter de Groote aldaar in 1697. Uit de garnizoenen Middelburg, Vlissingen en Bergen op Zoom zullen verschillende detache- menten worden uitgezonden om de legerplaats bij Rijen in gereedheid te brengen voor de troepen, die aldaar van 26 Augustus tot 5 September a.s. zullen kampeeren. Als commandant van het gedeelte dat 7 Augus tus uit Middelburg vertrekt, zal optreden de tweede luitenant J. L. van Schoonhoven. In de Woensdag gehouden vergadering van den gemeenteraad te Vlissingen, bracht de heer Tutein Nolthenius, hulde aan den afgetreden Commissaris der Koningin. Aan het einde der vergadering nam hij in eene uitvoerige rede afscheid van den gemeenteraad, wegens zijne benoeming tot burgemeester te Apeldoorn met ingang van 1 Augustus. Zijne woorden werden met applaus begroet en beantwoord door den oudsten wethouder, den heer Th. van Uije Pieterse. Door de afdeeling der Nationale Christen geheel onthouders vereenigingte Middelburg worden gedurende de kermis aldaar samenkomsten gehou den, waartoe iedereen mits hij zich behoorlijk wil gedragen wordt uitgenoodigd. Bij de eerste bijeenkomst, op Woensdag, was het verkooplokaal op het Koorkerkhof stampvol. De bezoekers werden goed ontvangen, kregen gratis vloeibare en vaste ververschingen, de mannen nog iets anders, terwijl lichtbeelden werden vertoond, liederen gezongen enz. De afdeeling had een beslist succes, waar zij zich ten doel stelt ongeregeldheden en dronken- schap tegen te gaan. Men maakte geen propaganda voor de onthouding door woorden, maar wilde liever daden laten spreken, wat wellicht ook een grooter succes oplevert. stormachtig was gebleven. Ik was reeds een eindweegs voortgereden, toen ik de hand in den zak stak, waar ik gewoon was Lucy's ring te be- waren, eu voelde dat hij weg was. Die ontdekking verpletterde mij, want het was het eenige aaudenken, dat ik van haar bezat. In de meening, dat ik hem had laten vallen, toen ik mij over Drebber's lijk heenbukte, keerde ik terug, en mijn rijtuig in eene zijstraat latende staan, liep ik moedig op het huis toe, bereid zijnde tot alles, om het dier- baar kleinood te herwinnen. Toen ik daar aan- kwam, liep ik recht tegen een politieagent aan, die juist de woning verliet en kon ik mijne ver- moedens niet anders afwenden, dan door mij te houden alsof ik smoordronken was. z/Ziedaar hoe Henoch Drebber om het leven kwam. Mij bleef thans niets anders meer te doen dan met Stangerson af te rekenen, en aldus John Ferrier's schuld af te doen. Ik wist dat hij zich in Holliday's-famile-hotel ophield, en bleef den ganschen dag in de nabijheid staan, maar hij ver- toonde zich niet. Waarschijnlijk was zijn achter- docht opgewekt door Drebber's wegblijven. Stangerson was altijd een geslepen man geweest hij was voorldurend op zijne hoede. Maar zoo hij rneende zich van mij te kunnen ontslaan, door binnenshuis te blijven, dan vergiste hij zich deerlijk. Ik had spoedig het venster zijner slaap- kamer uitgevonden, en vroegtijdig in den morgen, maakte ik gebruik van een paar ladders, die in de laan achter het gebouw lagen, en wist aldus in den grauwen dageraad zijn vertrek binnen te dringen. //Ik maakte hem wakker en zeide hem dat het uur geslagen was, waarop hij rekenschap had af t$ TER SIEHZEHISCHE COHAIT Dit blatl verscliijnt IVni'iinl»u- »-o Vrijilagnvoml, uitjezunilerd op Feestdagen, bij den nitgever I*. J. VAR DE IAHDE te Ter Keuzen. Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN, gelet op artikel 219 der gemeentewet brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen, dat de rekening van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente, over het jaar 1896 aan den Raad is overgelegd, en die rekening van den 30 Juli tot den 14 Augustus 1897 op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter inzage zal liggen, alsmede dat, tegen betaling der kosten, afschriften van haar kunnen worden verkregen. Ter Neuzen, den 28 Juli 1897. J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 1