Algemeeo Mieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. No. 3437. Donderdag 25 Maart 1897. 37e Jaargang. A AN BESTEOLNG. TWEE YUAID1V. aanbesteden het maken van eene rioleering en het doen van daarmede in verband staande werken in de steeg genaamd „Roeiersgang." Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maauden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,824. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. Burgemeester en Wethouders van 1ERNELZEN, zullen op Dinsdag 30 dezor, des namiddags 4 uren, in het gemeenteraadhuis, in het openbaar, bij enkele inschrijving, Het bestek ligt ter lezing op de gemeente- secretarie en is aldaar van af 26 dezer verkrijg- baar tegen 50 cent per stuk. Aanwijzing zal gesebieden op Zaterdag 27 dezer 's namiddags 2 uren. Ter Neuzen, 22 Maart 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. A. VAN BOVEN, Burgemeester. J. DIELEMAN, Secretaris. JPolitieli Overzicht. De berichten van Kreta zijn schaars. Te Athene zijn twee officieren uit het kamp van kolonel Vassos aangekomen. Zij verzekerden dat het kamp overvloedig van al het noodige voorzien was. De /pThessalia" is in den Piraeus teruggekeerd, na een deel van hare lading op Kreta aan land gezet te hebben. Terwijl zij daarmee bezig was, kwam een Fransch pantserschip dat een schot met los kruit deed, als waarschuwing en de ,/Thessalia verdreef. De boot bracht de bemanning mede van het FEXJIliLBTON Roman van B. CORONY 3!) - Het vroolijke lachen, het zacht gefluister, de uitroepen van bewondering veranderden plotseling in een schreeuw van ontzetting. //De oude zaal staat in brand," klonk het plotseling. „Zie, in die kamer wordf het ook licht En daar ook Draagt een roekelooze hand het verderf van kamer tot kamer of verbreidt zich het vuur met zulk een verbazende snelheid „Om Gods wil, het kind Breng het kind naar buiten!" schreeuwde Constance. „En mijn moeder! Red haar ,/Wees bedaard nep Gisbert. //Wij zullen het vuur wel meester worden. De gordijuen schijnen in brand te zijn geraakt. Vlug aan het werk Geef het signaal En thans voor alles het kind en de zieke dame uit het huis gehaald Blijf hier, Conctance. Gij kunt toch niet helpen." „Neen, neen De angst doodt mij Koert KoertWaar blijft Hanno met hem Waarom brengt zij hem niet hierheen Is haar misschien de weg versperd „Zij stond zoooven daar achter het boschje riep een bedieude in het voorbij ijlen. /r/Groote God Zij heeft het kind alleen ge- laten." Alles stormde op het slot toe. Daar kwam de kindermeid, bleek, handenwringend en jammerend aanhollen. Grieksche zeilscheepje, dat door den Oostenrijk- schen kruiser ^Sebenico" in den grond is geboord den kapitein waren handen en voeten verbrijzeld door een granaat. Uit Konstantinopel wordt aan de „Frankf. Ztg." gemeld, dat vijf Russische en twee Oosteurijksche zeeofficieren van de wachtschepen aldaar Zaterdag- avond, terwijl zij naar Pera reden, in de wijk Tofane door het Turksche gepeupel aangevallen zijn. Zij konden zich slechts met moeite redden eenigen zijn zwaar gekwetst. Hnnderden Turken, waaronder vele vrouwen, spoorden de aanvallers aan, de vreemdelingen te dooden. Er was politie bij het opstootje tegeuwoordig, maar zij bleef werkeloos. De Russische gezant Nelidoff heeft dadelijk vol- doeniiig verlangd. De geruchten omtrent woelingen in andere deelen van het Ottomaansche rijk nemen toe. Onder de Grieksche kolonie te Jerusalem en onder de Arabische bevolking heerscht, volgens een schrijven aan de Atheensche Akropolis," groote opgewondenheid. Een bende Christenen in Palestina en Syrie, 2000 man sterk, staat ge- reed om tegen de Turken op te rukken als het tot een oorlog komt. Vrijwilligers uit Jerusalem, Bethlehem, Samaria en Galilea hebben zich gevormd tot een korps van 1000 man. Dat er in het Europeesch concert geen al te zekere stemming is, weet men al lang. Uit Parijs wordt dit nog eens gereleveerd. Engeland, zoo schrijft men, moet beslist weigeren, om deel te nemen aan een blokkade der Grieksche havens. Daarentegen doet Engeland al het mogelijke om een botsing tusschen Grieksche en Turksche troepen te voorkomen en het moet daarom het voorstel hebben gedaan om beide rijken te verzoeken, hun troepen terug te trekken op een afstand van 50 kilometer van de grens. lndien Griekenland dit weigert, zou Engeland willen medewerken tot de blokkade van Volo. De ontbulling van het National Denkmal te Berlijn, met Keizer Wilhelm I als middenpunt, is, door fraai weder begunstigd, eergistermiddag om half twaalf, in goede orde, volgens program ma en onder toejuichingen eener talrijke menigte toeschouwers geschied. De Keizer had in persoon het commando der medewerkende troepen en verder de geheele leiding op zich genomen. Aanwezig bij de plechtigheid waren de beide Keizerinnen, de meeste Duitsche Vorsten en ver- tegenwoordigers der vreemde hoven. De vensters De barones wankelt. „Dood klonk het steunend van haar lippen. /,Neen laten wij hopen van nietMaar het bedje, waarin hij rustig sluimerde, is leeg." ,/Dus heeft reeds iemand het kind uit het huis gedragen I" riep de vrijheer. Wie was dat Niemand meldde zich aanGisbert en het deel van het personeel en de gasten trachtten te dringen door den dikken rook, die reeds de trap bijna onzichtbaar maakte. Plotseling werd de deur van het kamertje naast de keuken open geworpen. Verblind door het helle licht, kwam Prisca naar buiten waggelen. Zij scheen te gelooven, dat zij droomde, doch bij de eerste woorden, die zij vernam, verdween de verdooving, die haar zuiver omvaugen hield, om plaats te maken voor de ontzetteude waarheid. ffHoudt mij niet tegen schreeuwde zij, alles uit den weg stootende. //Ik moet haar naik moet haar zoeken. Yervloekt zij ieders nieuws- gierigheid. Wie hseft de waanzinnige uit haar kamer gelaten vDe waanzinnige?" klonk het als een vreese- lijke echo van alle zijden. Prisca hoorde niets meer. ,Bijna stikkend door den rook, wrong zij zich door de mannen, de trap op, dikwijls terug- gestooten en vol vertwijfeling trachtende zich een weg te banen. Doch er was niet aan doordringen te dcnken. De zwarte rook hulde alles in diepe duisternis en de lucht werd zoo heet, als bevond men zich in het binnenste van den Vesuvius. //Naar benedenWij moeten den corridor langs beval de vrijheer en nu drong de massa weer naar den uitgang Rondom hoorde men het en daken der omliggende huizen waren dicht met toeschouwers bezet, die overigens door het over- wegend militair element vidjwel van de plechtigheid geweerd waren. Na een gebed gaf de Keizer het sein tot het doen vallen van het omhulsel, en terwijl 101 kanonschoten daverden en de klokken luidden, presenteerden de troepen het geweer. Vol geest- drift was het gejuich der menigte, en de Hoch's en de Hurrah's scnenen geen einde te zullen nemen. Alsnu defileerden de troepen voor den Keizer en diens gezelschap, 't welk vervolgens een omme- gang om het gedenkteeken maakte en kransen nederlegde op de treden. De Keizerinnen be- groetten den Rijkskanselier Von Hohenlohe zeer vriendelijk. De straten waren prachtig versierd, en eene onafzienbare, feestelijk gestemde menigte, meest alien met de korenbloem, des overleden Keizers lievelingsbloem, op den hoed of in het knoops- gat, bewoog zich den geheelen dag door de straten. Aan het gala-diner 's middags ten paleize heeft de Keizer een toast uitgebracht, waarin hij zeide, dat een diep gevoel op dezen dag de harten van het Duitsche volk doortrilt, nu zijne Vorsten zijn bijeeengekomen om de nagedachtenis van den grooten Keizer, die niet meer is, te eeren. Aan deze gezamenlijke Vorsten bracht Z. M. zijn diepgevoelden, innigsten dank en evenzeer aan alle vertegenw oordigers van vreemde Souvereiuen, die aan het feest zijn komen deelnemen, om daardoor te bewijzen, dat Europa's Vorsten en volkeren als door eenen gemeenschappelijken grooten familieband worden omsloten. Prinses Sophie der Nederlanden, Groothertogin van Saksen-Weimar, tante van H,M. de Koningin, is Dinsdagavond te Weimar aan eene beroerte overleden. De overleden vorstin werd den 8sten April 1824 te 's Gravenhage als dochter van den toenmaligen Kroonprins, later Koning Willem II, geboren. Zij huwde den 8en October 1842 met den erfprins van Saksen-Weimar-Eisenach. De groothertogin is ver van haar vaderland toch steeds een Nederlandsche vrouw gebleven. Aan tal van vaderlandsch^ ondernemingen ver- leende zij haar financieelen steun en ontelbaar knetteren der vlammen, het angstgeschreeuw van de buitenstaanden, wanneer weer een nieuwe vuur- kolom zich verhief. Met verzengde haren en het gelaat zwart van den rook kwam de heer Von Hohenfels en zijn begeleider juist naar buiten, toen de gebrekkig ingerichte brandweer aankwam. Daar klonk een kreet door de lucht, die ieder door merg en been drong. Met wijd geopende oogeu staarde de jonge barones naar boven, de eene hand uitgestrekt, de andere woelend in de haren. //DaarDaarstamelde zij, met half verlamde tong. Een vreeselijk gezichtAan de hooge, geopende boogvensters van de tweede verdieping stond een vrouw, wier gansche ge- stalte gehuld was in een wit laken, dat zij zich over het hoofd had geworpen. Slechts het ver- wrongen gelaat en de handen waren zichtbaar. Zij klauterde op de balustrade en stiet geluiden uit, die nu als jubeltonen klonken, dan als een wild weeklagen. In de armen hield zij een kind. Als had de tooverstaf eener booze fee al wat leefde plotsling in steen veranderd, zoo bewegingloos en zwijgend bleef de menigte staan. Niemand waagde het een beweging te maktn. Men vreesde, de waanzinnige daardoor te prikkelen en tot het uiterste te drijven. Slechts Prisca lag op de knieen, prevelde gebeden en znchtteO God, vergeef mij mijn leugen en erbarm u over mij." z/Ziet, welk een zoenofferriep de krauk- zinnige in geestvervoeringtoen sprong zij weer terug in de kamer. Dan was ook de verlamming der menigte ge- weken en een deel der brandweer drong het ge- bouw binnen. Het gevaar groeide van miDUut tot minuut mogen de offers genoemd worden, door haar op het altaar der liefdadigheid gebracht. Is dit sterf- geval voor ons Vorstenhuis een zware slag, het Nederlandsche volk zal hare nagedachtenis niet minder in dankbare herinnering houden. In de zitting der Tweede Kamer van gister kwam in behandeling art. 3 (extra uitkeering aan gemeenten wegens hooge kosten voor Armenzorg) en het amendement der commissie van rapporteurs om de extra-uitkeering niet te geven of te beper- ken als de kosten Armenzorg minder bedragen dan 80 cent per inwoner. De heer Goeman Borgesius betoogde, dat zoo- doende het stelsel der regeering verbeterd wordt en onregelmatigheden worden tegengegaan. De heeren De Beaufort (Wijk) en Mackay had- den bezwaren tegen het artikel. De Minister van financien erkent dat art. 3 geen ideaalregeling is, maar dat tot dusver niets beters is uitgevonden. Hij betwijfelt of het amendement wel eene verbetering is. De heer Lieftinck protesteerd tegen des heeren Mackay's bewering, dat de weldadigheidszin in de drie noordelijke provincien is afgenomen. Dat is niet de oorzaak van den slechten toestand der gemeenten, wel het ophouden van de vroegere eensgezindheid in staat en kerk, welke laatste zorg voor kerkgebouwen en scholen, maar geen subsidien meer geeft voor armen. De heeren Borgesius en Bastert verdedigden nader het amendement, terwijl de heer Lohman art. 3 sterk afkeurt. De Minister van financien hield vol, dat met de beschikbare gegevens geen betere regeling te krijgen is. Door het voorstel der regeering zal het subsidie bij wijze van gunst hooge uitzonde- ring worden. Het voorstel si uit zich aan bij bestaande organieke wetten en staat eene her- ziening niet in den weg. Art. 3 is onmisbaar in het ontwerp, anders zou de regeling half en incompleet zijn, en de regeering zou daarvan niet gaarne de verantwoordelijkheid dragen. Het amend.-Borgesius acht de Minister niet wenschelijk, maar daarmede staat of valt het regeeringsvoorstel niet. De heer Lohman acht intrekking van de wet zoo erg niet, daar dan later een betere regeling kan gemaakt worden. Artikel 3 wordt aangenomen met 62 tegen 21 stemmen. Het amend, der comm. van rapporteurs (nieuw artikel 3 bis) werd aangenomen met 68 tegen 15 stemmen. aan en daarbij bleef Constance met onverzettelijken wil bij haar besluit, om de zoekenden te volgen. Tevergeefs verzocht Gisbert haar, achter te blijven tevergeefs beval hij het haar. Zij week niet. Als ijzeren schroeven omklemden haar bleeke handen zijn arm. Hij was genoodzaakt de half machtelooze mee te sleepen, wanneer hij haar wilde beletten in zinnelooze opgewondenheid blin- delings voorwaarts te ijlen en het eigeu leven geheel doelloos te wagen. Zij had alle zelfbe- heersching verloren zij had slechts een gedachte dat zij het spoor van haar moest volgen, ai was het ook midden in den vlammengloed. Nu kruipend, dan gebukt loopende, bereikte men eindelijk de tweede verdieping, doch van mevrouw Von Arnheim was geen spoor te ont- dekken. De waanzinnige scheen te vluchten voor het vuur, dat zij zelf had aangestoken. Waar zou men haar zoeken In welke der vele kamers en gangen mocht zij zich bevinden Daarbij kwam nog, dat de brandweer niet voldoende geoefend was en dat het haar aan een goede leiding ontbrak. z/Ik stik", steunde plotseling Constance. //Die rook Die rook" De vrijheer ving haar op in zijn armen en droeg haar weg over verkoolde, gloeiende puin- hoopen, heur haar en haar kleederen zooveel mo- gelijk beschermend tegen de vonken. Zelf bijna verdoofd en in zijn bewegingen gehinderd door den last, bereikte hij slechts met moeite den uit gang. Toen de koele nachtlucht om haar slapen waaide, kwam de jonge vrouw weer tot bewustzijn en wilde weer, vertwijfelend den naam van haar kind roepende. in het brandende huis ijlen. TER MEVZEHISCHE (OilRANT Uit blad verscliijnt jiaanduK-, Woeusda;;. en Vrijdagavond, uilgezonderd op Feestdagen, bij den nitgeve* I". J. lilt OK lAKDE te Ter 1'euten. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter keunis van de daarbij belanghebbenden, dat het door den directeur der Directe Belas- tinmen e n i. te Middelburg, den 17 Maart 1897 mvorder- baarverklaard suppletoir kohier voor de belasting op het personeel No. 8 dezer gemeente, over den jare 1896/97, op heden aau den ontvanger der Directe Belas tin ge n ter invordering, is ter hand gesteld en dat ieder verplicht is zij'nen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Ter Neuzen, 22 Maart 1897. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN BOVEN. ME— i i mmmmm—mm**

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 1