Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
JAARMARKT
No. 3427.
Dinsdag 2 Maart 1897.
37e Jaargang.
ilMllHTlEAAB.
SCSULDVORDERIUCrEK.
TWEE VII AH DEN.
Belasting op de Honden.
Rijk, de Provincie en de Gemeente,
op Dinsdag 9 Maart 1897.
Nogmaals: Lastige buren.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland f 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32}.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slecbts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
SCflULDVORDERINGEN
EEUILLETON
Roman van B. CORONY.
HOOFDSTUK XI.
Reeds den volgenden dag Het de rechter van
instructie te G., Rainer tot bet eerste onderzoek
voor zich brengen.
;/U is verdacht, een zwaar misdrijf te hebben
gepleegd. Erkent ge uw schuld aldus ving
hij aan.
z/Neen antwoordde Rainer kort en beslist.
z/Er zijn sterke en klemmende bewijzen tegen
u ingebracht en het getuigenverhoor is voor u
zeer ongunstig afgeloopen. Het zou beter zijn
indien u een volledige getuigenis aflegde en tevens
de redenen mededeelde, die u tot het plegen van
het misdrijf hebben genoopt."
,/Ik heb den brand niet gesticht en heb der-
halve niets te bekennen
*Reeds jaren lang zijt gij Ereiherr Gisbert
von Hohenfels vijandelijk gezind. Dat wordt door
vele personen verklaard."
z/Ik heb mij nimmer moei gemaakt, om het
tegendeel te beweren
z/Integendeel, u sprak in dit opzicht uw vijan-
delijke gezindheid immer open en ronduit en zelfs
op verscbillende plaatsen en "bij verschillende ge-
legenheden. Herhaaldelijk moet u van uw wrevel
hebben blijk gegeven, over den bouw van het
paviljoen en zou u zelfs gezegd hebben //Ik zou
te ZUIDDORPE
De Burgemeester,
C. VAN WAES.
Het is hoogst onaangenaam, in gezelschap te
moeten zijn met iemand die steeds over zichzelven
spreekt. Zoo begrijpen wij ook, dat het voor
lezers van couranten zeer vervelend is, telkens
vergast te worden op eene polemiek tusschen zijne
courant en een ander nieuwsblad. Zij weten toch
vooraf, dat beide redacties iets zullen sehrijven
dat, ofschoon met andere woorden, zal luiden
z/Ik heb gelijk en de ander heeft ongelijk en daarom,
srboeren, burgers en buitenlui koopt mijne courant
<,en niet die van mijn concurrent, want evenals
z/zekere cacao is mijne courant de beste en goed-
ykoopste in het gebruik."
Eerlijk gezegd, wij houden van dergelijke aan-
prijzingen niet anders dan in den vorm van adver
tentien aangezien het alsdan geld in het zakje
brengt en daar kan nu eenmaal niemand buiten.
Doch wij verzoeken onzen lezers ootmoedig om
verschooning indien zij nog eens geduld zullen
moeten oefenen, wij geven hen echter de verzekering
dat het in lang niet meer zal gebeuren.
De heer Verhaak veroorlooft zich de vrijheid
in zijn blad te vertellen, in strijd met de waarheid,
dat ons blad erg achteruit gaat en weldra geen
200 lezers meer zal tellen, waaruit noodwendig
moet volgen dat wij het vertrouwen van het publiek
moeten verliezen wie toch ter wereld gaat zich
blijven abonneeren op of advertentien plaatsen in
eene courant die verloopt en bijna geen lezers
meer heeft en terwijl ook de leveranciers en geld-
schieters zich ongerust maken, zullen zij veel
lastiger worden en ons bezwarer.der condition stellen.
Om den storm te bezweren bieden wij aan, inzage
van onze boeken. Het is een paardenmiddel waartoe
een koopman niet licht overgaat maar het is afdoende.
Doch de heer Verhaak, die door valsche berichten
te verspreiden zijn buurman benadeelt en daardoor
zichzelven bevoordeelt, moet als man van
eer goedmaken wat hij heeft slecht gemaakt,
wij daarentegen die den heer Verhaak niet hebben
benadeeld, hebben niets goed te maken.
In stede van daaraan te voldoen, brengt de heer
wel will en dat de bliksem nederkwam om het
nuttelooze ding te vernietigen
z/Dat heb ik gezegd. De aanwinst van deze
grond zou voor mij van het grootste gewicht zijn
geweest terwijl het voor den Freiheer slechts een
bevredigen van een luim was. Dat hij meer be-
taalde dan ik, moest mij opwinden en mijn toorn
opwekken te meer, daar ik vermoedde, dat het
voornamelijk werd gedaan, om mijn plannen tegen
te werken."
z/U was vroeger chef bij de vrijwillige brand-
weer en legde in die betrekking veel moed en
geschiktlieid aan den dag. Waarorn heeft u die
betrekkking nedergelegd
Omdat het slechts tot onaangenaamheden tus
schen mij en den auderen aanleiding gaf."
z/Dat bewijst uw onverdraagzaamheid."
Rainer zweeg. De rechter ging verder //Waarom
stelde u uw krachten niet beschikbaar, om den
brand te blusschen
z/Omdat ik zag, dat er geen redden meer aan
was en alle pogingen in het werk moest stellen
om den //Edelhof" te beveiligen."
z/De vijandschap, die tusschen u en den Freiherr
bestaat is overigens al reeds van ouden datum.
z/Deelt u eens iets naders dienaangaande mede,"
z/Dat is hier niet noodig antwootdde Rainer
heftig. //Het gaat over onaangenaamheden, die
slechts familiezaken betreffen. Daarom dus geen
woord."
z/Ik verlang nu echter beslist, dat u mijn
vragen zult beantwoorden. U moet in de laatste
dagen zeer opgewonden geweest zijn."
//Best mogelijk. Daar heeft veel toe bijgedragen,
wat mij neerslachtig en bezorgd maakte."
Verhaak een nieuw element in het debat en
verwart hij zaken, die met elkaar niets hebben te
maken hij beklaagt zich namelijk, dat wij in onze
courant stukken hebben opgenomen tegen hem en
verlangt dat zulks niet meer zal geschieden.
Wel lieve hemelhoe is het mogelijk dat een
journalist dergelijke ketterijen verkondigtWij
leven in een vrij land, waar in prent en sehrift
keizers, koningen, ministers, kamerleden, burge-
meesters, dominees en pastoors worden gehekeld
doch er zou niet gesproken mogen worden over
zeker raadslid van Sas van Gent, dat luistert naar
den naam Verhaak, terwijl zekere Sas van Gentsche
journalist Verhaak zich niet ontziet raadsver-
slagen te geven, die minstens genomen verre van
juist en volledig zijn en hij in ingezonden stukken
en herbergpraat tusschen Kwik en Kwak, den
burgemeester en de ineerderheid van den Raad op
alles behalve christelijke wijze critiseert, en zelfs
het particuliere leven niet ongerept laat van hen
die zich verstouten het niet met hem eens te zijn
Inderdaad, de heer Verhaak mag den hemel
danken dat wij en laten wij het maar eerlijk
bekennen, niet om hem te believen doch in het
belang van ons orgaan dus uit alledaagsch eigen-
belang zooveel stukken hebben geweigerd en
de meeste verzachtAl die stukken, waar wij
volstrekt niet opgesteld zijn, kwamen alleen omdat
de heer Verhaak het slechte voorbeeld had gegeven
en de menschen had getergd.
Wij stelden ons daarbij geen partij en stonden
ook aan den heer Verhaak plaatsruimte af, ofschoon
hij twee verschillende couranten tot zijne beschik-
king heeft, welke volgens zijn eigen beweren
duizenden lezers hebben, doch wij waren verplicht
zulks te doen, alweer niet om den heer Verhaak
te behagen doch ter wiile der neutraliteit. Wij
weten wel, dat sommige menschen den neus ophalen
over het neutraal zijn, maar hieruit kan men zien
dat tegenover schaduwzijden ook lichtzijden staan.
De juiste grens waarop de neutraliteit begint
en eiudigt is niet op een streep na te trekken,
doch wij troosteu ons met de gedachte dat niets
volmaakt onder de zon wordt gevonden. Omtrent
dat neutraal zijn, moet, dunkt ons, de heer Verhaak
onze zienswijze volkomen deelen. Immers, hij
richtte eerst op, een partij-blad De Scheldebode
doch toen het blad niet dien vlucht nam welken
hij zich had voorgesteld, kwam hij op het denk-
beeld om evenals wij een neutraal blad //De
Zeeuwsche Koerier" te stichten en nu schijnt het
hem beter naar den vleeze te gaan, hetgeen ons
niet deert. Wij houden nu eenmaal niet van het
z/Gisteren, terwijl in den //Edelhof, en op het
slot alles diep in de rust was, hield u zich nog
in den tuin op."
Dat stond mij toch vrij
//Die grove toon, die u aanslaat, is niet in uw
voordeel. U is als een toornig en wraakgierig
man bekend".
Ja de kunst om de lui naar den mond te
pralen heb ik nooit verstaannimmer heb ik
het verheeld, als ik iemand niet kon zetten. Dat
ik beleedigingen, die men mij deed, lang heb
onthouden en niet tot hen behoor, die hun vij-
anden zegenen, ja, dat geef ik toe. Ik zie er
niets in onbeleefdheden en onbillijkheden te wreken,
althans, wanneer het met open vizier gaat, een
bedekte misdaad in den donker, neen, daartoe leent
Rainer zich nooit. Daarvoor heb ik te veel eer-
gevoel. Ik haat den vrijheer, doch een schurk
word ik ter wille van hem nooit."
z/Deze woorden kunnen tegenover de feiten be-
schouwd, al zeer weinig aanspraak op geloofwaar-
digheid hebben. Freiherr Von Hohenfels geniet
de algemeene achting. Hij telt onder de uaburige
grondbezitters nocli onder de dorpelingen een vijand,
Niemand heeft zich ooit beklaagd over den bouw
van het paviljoen, dat werkelijk een bewonderens-
waardig kunstproduct was. Niemand zor ook zoo
gemakkelijk in het park hebben kunnen komen,
want het ijzeren hek werd iederen avond zorgvuldig
gesloten en een insluipen voor het sluiten zou
zeker bemerkt zijn. Er is blijkbaar aan wraak-
neming te denken. U werd op een hoogen tegen
den parkmuur staanden ladder bemerkt
z/Ik zeide alreeds, dat ik dit alleen deed, om
een vrijer overzicht over den straatwegte verkrijgen."
onchristelijke spreekwoord de een zijn dood is den
ander zijn brood, maar zeggen veel liever gedeelde
smart is halve smart en gedeelde vreugd is dubbele
vreugd.
Wat nu den toon betreft van ons sehrijven, welke
den heer Verhaak aangenaam trof, dit zal wel
hierdoor worden veroorzaakt dat wij nog onder
den indruk verkeeren van het gesprek met hem
bij wien wij inlichtingen inwonnen. Het is een
man die zijn ooren en oogen goed den kost geeft,
al bemoeit hij zich nergens mede, tenzij op verzoek.
Onze zegsman dan was den heer Verhaak nogal
genegen omdat hij een drukkerij in Sas van Gent
had opgericht en derhalve had meegewerkt aan de
ontwikkeling van de nijverheid van de gemeente
en daarbij een moed en volharding aan den dag
legde welke menigeen hem wellicht benijdt. Ook
werd op het actief van den heer Verhaak geboekt,
dat hij belangstelling tracht te wekken voor de
publieke aangelegenheden, doch het passief van den
heer Verhaak werd niet over het hoofd gezien;
en werd gewezen op de misvattingen van den heer
Verhaak die zich verbeeldt veel invloed te hebben
in de gemeente, ofschoon die invloed moet worden
geboekt met het cijfer O. Toen wij onzen zegsman
wezen, op het niet te miskennen feit dat de heer
Verhaak met veel lawaai is gekozen tot lid van
den raad en dus wel succes heeft gehad in de
gemeente, haalde hij de schouders op, zeggende
a la guerre comme a la guerre." Twee partijen
zijn aan het vechten, de minst sterke partij neemt
de hulp aan van iedereen die zoo onnoozel is
zich te mengen in een strijd waar hij zich best
buiten kon houden, terwijl hij zijn krachten zou
kunnen gebruiken bij een betere gelegenheid, doch
dat daargelaten, wanneer de partij bij welke hij
zich aansloot geheel of gedeeltelijk een zege be-
haalde, moest hij daarin noodwendig deelen doch,
en daar komt het op aan, zoodra de partij welke
hem noodig had, hem kan missen en hem laat
glippen zinkt hij als een baksteen en behaalt hij
geen drie stemmen.
Wij hopen voortaan van stormen in een glas
water lang verschoond te blijven en verzoeken
onzen lezers nogmaals onze verontschuldigingen te
willen aannemen dat wij hen zoolang moeten
ophouden met twisten, voorlspruitende uit jalousie
de metier, want alles komt ten slotte hierop neer
bij rijke lieden heerscht hoogmoed, terwijl zij die het
niet zijn elkaar niet eens een stukje brood gunnen.
Hoe men het ook draait of keert, de mensch
toont zich in den regel zelfzuchtig.
Red.
De rechter van instructie haalde de schouders
op. yDie verklaring schijnt mij toe, niet zeer
steekhoudend te zijn. Alles spreekt er voor, dat
u op een der dikke takken van den boom is ge-
klommen om op deze wijze in het park te komen.
Het paviljoen stond open, slechts het nevenvertrek,
waar de kostbaarheden geborgen waren, had men ge
sloten. Voor alle deuren hingen zware, met goud af-
gewerkte portieres en die heeft u in brand gestoken,
zoodat de vlammen het geheele gebouw tegelijk
zouden aanstekentoen is u langs denzelfden weg
teruggekeerd, d. w. z. u klom in den boom, van
daar op den muur en langs den ladder weder in
uw eigen tuin.
//U beschrijft alles of u er bij is geweest,"
merkte Rainer grijnslachend aan."
z/Het is tamelijk gemakkelijk, zich het beloop
der dingen voor te stellen. Ik zou u dus
slechts aanraden, het onnutte ontkennen te laten
varen."
z/Ik kan slechts herhalen, dat ik niet weet,
hoe de brand is ontstaau. Heeft de Ereiherr geen
vijanden, naar u verzekert, wel, dan wensch ik'
hem geluk. Ik voor mij heb ze dan wel en het
verwondert mij niets, als het getuigenverhoor mij
ongunstig is geweest. Iedereen neemt deze gele
genheid waar, om zijn toorn hot te vieren en mij
naar hartelust schade te berokkenenbewijaen
kan mij echter niemand iets, omdat ik niets heb
gedaan, wat strafschuldig zou kunnen zijn. Men
moest zich wat meer beijveren, den werkelijken
dader op het spoor te komen."
Het eerste verhoor leidde dus tot geen resul-
taten. Rainer liet zich tot geen bekentenis bewegen
eu sprak zich zelf in geen enkel opzicht tegen
\EIZE\SC
COURAN
I>it Iliad verscliijnt rliiamlnjf-, Woensilag. en Vrijdairavond, uitgezomlertl up Feestilagen, bij den nitgever 1*. J. VAM DE RAMDE te Tee Meuzen.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Vergadering van den
Gemeenteraad is belegd tegen Honderdag 4 Maart
lM!la, des voormiddags 10 uren.
Ter Neuzen, den 1 Maart 1897.
De Burgemeester voomoemd,
J. A. VAN BOVEN.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis, dat het primitief kohier der Belasting
op de Honden, voor het dienstjaar 1897, zooals het door hen
voorloopig is vastgesteld, heden gedurende 14 dagen op de
gemeente-secretarie ter inzage wordt nedergelegd en dat binnen
dien tijd ieder aangeslagene tegen zijn aanslag bij den
Gemeenteraad bezwaren kan inbrengen, bij verzoekschrift op
ongezegeld papier.
Ter Neuzen, den 26 Februari 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN.
De Secretaris,
J. DIELEMAN,
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN
gezien de circulaire van den heer Commissaris der Koningin
in deze provincie van den 16 Februari 1897, A no. 160,
l«e afdeeling
herinneren bij deze de belanghebbenden aan de bepalingen.
vervat in de wet van den 8ate" November 1815 (Staatsblad
no. 51), art. 125 der provinciale- en art. 228 der gemeente-wet
volgens welke alle
TEN LASTE VAN HET
binnen zes maanden, volgende op het jaar waarover dezelve
loopen, zullen moeten worden ingediend bij zoodanige
administration of ambtenaren, welke de orders tot het doen
van leverantien of anderszins gegeven hebben, op pcene van
te worden gehouden voor verjaard en vernietigd wordende
mitsdien een ieder uitgenoodigd, om de Schuldvorderingen
welke hij ten laste vaD het Rijk, de Provincie of de Gemeente,
over 1896 mocht hebben, zoo spoedig mogelijk in te dienen,
en daartoe den uitersten termijn, bij de wet vastgesteld, zijnde
den laatsten Juni aanstaande, niet af te wachten.
Gedaan te Ter Neuzen, den 26 Februari 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. A. VAN BOVEN.
De Secretaris,
J. DIELEMAN.
21)
4.A—1_