Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. No. 3421. Dinsdag 16 Februari 1897. TWEE VIJ A IT 3 2 B. 37e Jaargang. Lastige buren. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postYoor Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32J. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushouders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer f 0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters word en naar plaatsruimte berekend. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. In de ,/Zeeuwsclie Koerier" van 30 Jan. 11. (Uitgever-Redacteur de heer Verhaak, lid van den Raad te Sas van Gent) wordt onder de ,/Laatste berichten" vermeld dat bet met onze Courant treurig gesteld is. Er was zeker haast bij dit den volke te ver- melden. Nog een kleine stonde en we badden geen 200 lezers meer en zoo meer Wij hadden nu geen tijd en zoo'n haast niet om op dit schoon artikel te antwoorden en vragen daarom eerst tbans de aandacht onzer lezers voor 't volgende Ofschoon wij iedereen met rust laten, schijnt men ten onzen opzichte niet eveneens te kunnen handelen. Onze oude en geregelde lezers zullen zich herinneren hoe wij vroeger ons wel eens moesten verdedigen, thans worden wij voor de zooveelste maal lastig gevallen door het blad van Sas van Gent. Wij worden al begraven voor wij dood zijn en de erfenis wordt door den heer Verhaak als boedelberedderaar reeds verdeeld tusschen zijn blad en een collega alhier. Zij die dagelijks bij ons over den vloer komen, dit wil zeggen onze trouwe lezers, zullen weten wat zij van dat doodsbericht hebben te denken, doch wij moeten tegenover de buitenwereld onzen naam in eeve houden en daarom, het volgende voorstel De heer Verhaak is overtuigd dat hij goed is ingelicht, dat tenminstc moeten wij aan- nemen, ware het anders hij zou onwaarheden ver- tellen ten einde zichzelven te bevoordeelen en ons te benadeelen en strafschuldig zijn. Wij nemen dus aan, dat hij volkomen te goeder trouw is en gelooven evenmin dat hij in deze lichtzinnig te werk gaat, want dat zou al te kras zijn en gelijk gesteld moeten worden met kwade trouw. Derhalve de heer Verhaak. te goeder trouw zijnde en niet lichtzinnig gehandeld hebbende, verkondigt een bericht waardoor ons prestige zoowel als ons crediet onder zouden lijden, indien het niet werd tegengesproken, te meer omdat het blad van den heer Verhaak volgens eigen beweren zooveel duizenden lezers telt. Dat zulk beweren de zuivere waarheid is nemen wij gaarne aan en laten wij er bijvoegen het deert ons niet, omdat wij liever welvarende dan straatarme buren hebben, doch hoe meer duizenden lezers de Zeeuwsche Koerier telt, hoe grooter het nadeel dat ons zou worden toegebracht. Bewijzen wij, dat het verhaal niettemin onwaar is, dan vertrouwen wij dat de heer Verhaak zich FEIJILLETQN. Roman van B. CORONY. 15) Dikwijls is een oogenblik voldoende om ons te toouen, dat wij op het keerpunt des leveus staan. Alle zoete, onbestemde droomen, vloeien dan te zamen tot een enkel beeld, waarin wij het voor- werp erkennen van ons onbewust verlangen. Het is, alsof er een openbaring intreedt, die alle raad- selen des harten oplost. De eerste ontmoeting met Harald von Camory wekte een onbeschrijfelijken storm op in Constance's ziel. Zoo juist zoo had zij zich den man gedacht, wien het vergund zou zijn den kostbaren schat harer liefde te bezitten. Deze zwaarmoedige, sombere schoonheid, die oogen, zoo dreigend als een onweersnacht, riepen een onbestemd, wellustig gevoel in haar wakker. Het was alsof men aan een afgrond staat, in welks diepte het geheimzinnige vlamt en schittert van verzonken pracht. Nu zag zij het voor zich, dat wilde, fantastische, doodende geluk, wanneer zij smachtte. Vreugde en smart kampten in haar borst. Het schoone gelaat kreeg een andere uitdrukking, iets zaehts, peinzends, dat het nieuwe hekoring schonk. Camory voelde zich meegesleept, verblind, niet alleen door de verrukkelijke verschijmng van het meisje, doch ook door haar schitterenden geest, door haar wezen, dat nu half droomerig was, dan vol leven. Zooals geen andere was zij geschapen, om bewondering en gloeiende wenschen op te ridderlijk zal gearagen. Wij noodigen den heer Verhaak bij deze uit zich ten onzen bureele te komen overtuigen dat wij ruim 1500. abonnes hebben. Mocht blijken dat zulks niet het geval is, dan stellen wij 100 ter beschikking van de armen van Sas van Gent, welke hij natuurlijk als raadslid moet trachten te verdienen voor de armen zijner gemeente. Mocht daarentegen blijken dat de heer Verhaak onwaarheid heeft gesproken, dan zal hij f 100 betalen aan de armen van Ter Neuzen, terwijl hij alsdan het bericht zal her- roepen, zijn zegsman openlijk ter verantwoording kan roepen en het geld van hem kan terug- vorderen. Mocht de heer Verhaak op dit voorstel niet willen ingaan en toch blijven doorgaan onware berichten te verspreiden, waardoor wij in onzen naam en in ons crediet worden benadeeld, dan laten wij niet slechts het oordeel aan het publiek over doch zullen wij verplicht zijn hem voor het gerecht rekening en verantwoording te vragen. Redactie. fr*olitielz Overzi(;ht. De groote mogendheden hebben, zoo wordt aan de Nordd. allg. Zeitug uit Weenen bericht, aan de Grieksche regeering eene nota doen toekomen waarin hunne eensgezindheid wordt uitgesproken om eene feitelijke bemoeiing van Griekenland met de zaken van Kreta te beletten. De mogend heden zijn besloten de onschendbaarheid van Turkije en den wereldvrede te handhaven, en zij koesteren de overtuiging, dat de hervormingsvoorstellen van de mogendheden de inwendige rust en orde in Turkije zullen verzekeren. Met het oog op den veranderden toestand, zijn de gezanten in Kon- stantinopel door hunne regeeringen aangeschreven op nieuw samen te beraadslagen, ten einde van de Porte de onverwijlde uitvoering van de her- vormingen op Kreta met beslistheid te eischen en de Porte verantwoordelijk te stellen voor de gevolgen, wanneer daaraan niet wordt voldaan. Aan de Polit. Corr. wordt uit Londen bericht, dat er tusschen de kabinetten en de mogend heden eene levendige gedaehtenwisseling plaats vindt over een eensgezind optreden met betrekking tot Kreta. De overleggingen beoogen een twee- ledig doeleenerzijds te streven naar demping van den opstand, aan den anderen kant het af- breken van de betrekkingen tusschen Turkije en Griekenland te verhoeden. Aan de gezanten te Konstautinopel, de diplomaten in Athene en de wekken, fantasie en ziunen gevangen te nemen. Haar blikken, het aanraken harer hand, de adem van haar mond moesten werken als een zoet ver- doovend giftmoest overleg, verstand, ja mis- schien plicht en eer, in sluimer kunnen wiegen. Doch bedwelming der zinnen is geen liefde en Harald hield zich zelf, voor dat hij deze heiligste en machtigste aller gewaarwordingen slechts voelen kon, voor een wezen, dat in alles met Constance verschilde. Zachtheid, terughoudendheid, bekoor- lijke schuchterheid schenen hem de eigenschappen eener vrouw toe, die het meest aanbidding ver dienen. Freule Von Arnheim kwam hem voor als een verleidelijke Bacchante, maar niet als het zinnebeeld van wat groot en rein is. Daar de graaf Von der Lauen volgens gewoonte bijna onafgebroken doorsprak en niemand aan het woord liet komen, viel het niet op dat de vrijheer stiller was dan anders. Slechts Alexandra merkte op hoe weinig aandacht hij schonk aan de vertellingen van zijn vriend, en het ontging haar evenmin, dat hij de beide jongelieden scherp gadesloeg. Zonder het te laten bemerken, deed zij het ook. Toen Lauen en Camory het slot verlieten, nam ook Gisbert spoedig afscheid van de dames. Zoo somber als heden had hij er in lang niet uitge- zien. Wat was er geworden van den leveusmoeden man, die rust zocht P Moest dan weer de wild bewogen vloed der hartstochten in hem woeden P Wat ging het hem aan, wanneer Constance haar jong hart aan Herald von Camory verloor, wan neer haar fantasie hem maakte tot den held harer romantische droomen en wanneer zij illusies koes- jerde, die niets meer waren dan schitterende consuls op Kreta zullen gelijkluidende instructien gezonden worden. De Times bericht uit Athene, dat het uitzenden van de torpedoboot-flotille is geschied op het bericht, dat een Turksche torpedoboot de Dar- danellen had verlaten met bestemming naar Kreta en dat er troepen te Saloniki ingescheept waren. De Temps ontving uit Athene bericht, dat men daar de bewijzen heeft, dat de Sultan een adjudant naar Kreta gezonden heeft met instructien, waarbij aan de troepen bevolen werd, in overeen- stemming met de Muzelmannen moordaanslagen en brandstichtingen te verwekken, zoodra met de toepassing van de hervormingen zou worden be- gonnen. Het branden en moorden begon dan ook' gelijktijdig op Kreta. Ter zake van deze feiten barstte de groote verontwaardiging in Griekenland los, die aanleidiug gaf tot het besluit om Prins George, den tweeden zoon des Konings, met eene flotille uit te zenden. Blijkens een telegram uit Weenen aan de Koln. Ztg. neemt men daar aan, dat de Koning van Griekenland door de volksbeweging genoodzaakt geworden is iets te doen, en hoopt, dat het in zee gaan van Prins George met de Grieksche torpedobooten niet aanstonds met de uitbarsting van den oorlog gelijk staat. In ieder geval zijn alle groote mogendheden steeds besloten, den Grie- ken geen avontuurlijke politiek op eigen gezag, geen onbezonnen streken toe te staan. Men hoopt, dat de eensgezindheid van de mogendheden op dit punt den vrede van Europa zal in stand houden. De Grieksche kennisgeving, dat de torpedovloot het landen van Turksche troepen op Kreta moet verhinderen, wordt beschouwd als eene aanmatiging, die niet kan worden toegelaten. Te Belgrado loopen de zonderlingste geruchten over de plannen van Koning Milan. De ex-Koning moet niets minder voornemens zijn dan het regenl- schap tot zich te trekken en, van oordeel dat hij zonder steun weinig vermag, doet hij alles om het Weener ministerie van buitenlandsche zaken voor zijn plan te winnen. Koning Milan is gewend in het geheim te werken maar ditmaal schijnt hij zijn geheime bedoelingeu op de een of andere wijze verraden te hebben want volgens een telegram uit Belgrado is de regeering nauwkeurig met zijn plannen bekend. De Minister-President, de heer Simitch, had reeds lang te Weenen zijn terugroepingsbrieven moeten overhandigen, doch zoolang Koning Milan te Belgrado was, heeft hij de Servische hoofdstad niet durven of willen verlaten en nauwelijks is zeepbellen Beminde hij haar O, neen Liefde had hij slechts gevoeld voor eene vrouw en deze was reeds lang gestorven als een bloem, die door de vorst getroffen is. Neen, hij be minde Constance niet, zooals hij eens de nu ont- slapene had bemind, maar hij gunde haar ook aan geen ander, want haar tegenwoordigheid was gelijk een gouden zonnestraal, die viel in de grijze eenvormigheid van zijn leven. Toen hij haar naar hier riep, wisl hij wel, dat zij hem na korten of langen tijd weer moest verlaten, doch thans kwelde hem die gedachte, thans vervolgde zij hem als een akelig spook. Terwijl Hohenfels zijn koortsachtige opgewondenheid niet meester kon worden, terwijl hij te vergeefs een steeds machtiger wordend gevoel van toornige ijverzucht zocht at te weren, rustte Constance op haar bed als Titian's sluimerende Venus; om haar lippen speelde een glimlachje, dat van de zoete droomen vertelde. De lamp vulde het bekoorlijke vertrek met een tooverachtige schemering en goot een matten, rozenkleurigen schemer over de schouders en de armen der schoone slaapster. HOOFDSTUK VIII. Graaf Von der Lauen en Harald von Camory waren thans dikwijls gasten op ,/Hohenfels" van zijn kant deed ook de graaf menigvuldige uit- noodigingen, zoodat er spoedig een levendig ver- keer bestond tusschen de bewoners der omliggende riddergoederen. Gisbert kon niet weigeren aan deze gezelligheid deel te nemen en zoo bracht iederen dag freule Von Arnheim door in de nabij- heid van Harald en zij voelde, hoe de hartstocht haar meer en meer meester werd. Of hij dicht bij Milan naar Weenen vertrokken, of de heer Simitch volgt hem als het ware op de hielen om hem gade te slaan, wordt er beweerd. Het Balkan-schiereiland is het land der ver- rassingen. Griekenland doet zonderlinge sprongen op het politiek gebied Bulgarije en Servie schijnen ijverzuchtig te zijn op het succes, dat het rijk van koning George heeft met zijn zonder- ling optreden in de Kretenzer kwestie. Bulgarije verlangt naar verhooging van aanzien en wil daarom zijn titel van vorstendom veranderd zien in dien van koninkrijk. De regeering spant alle krachten in om voor deze promotie de toestemming der mogendheden te verkrijgeu en doet daarom alle moeite om te toonen, dat Bulgarije met de verwikkelingen op het schiereiland niets te maken heeft. Er is den Bulgaren verweten, dat zij de oproerige bewegingen in Macedonia steunen. Maar volgens de bewering der Bulgaren hebben zij nooit aan iets dergelijks gedacht, wetende dat de mogendheden hun rijk in geen geval als koninkrijk zouden erkennen, wanneer zij een poging mochten aanwenden om door het te voorschijn roepen van verwikkelingen den mogendheden nog meer moeilijkheden te be- zorgen dan waarmede zij thans reeds te kampen hebben. De oplossing der Oostersche kwestie kost nu haar reeds hoofdbrekens genoeg. Bij gelegenheid der inhuldiging van de Konin- gin zal eene medaille geslagen worden. Op last van de Koningin-Regentes worden de Nederlandsche en in Nederland gevestigde kunstenaars opgeroepen tot deelneming aan een prijskamp. H. M. de Koningin-Regentes stelde een belang- rijke gift beschikbaar tot leniging van de armoede te Scheveningen onder de verschillende gezindten. Een eerste uitdeeling van levensmiddelen, brand- stoffen enz. had reeds plaatsspoedig volgt een tweede. De werkloosheid onder de vakken in verband staande tot de visscherij te Scheveningen is groot, vooral onder de scheepstimmerlieden, kuipers enz. Eenige van de eerstgenoemde ambachtslieden zijn onlangs aangesteld tot politiedienaren, andere doen moeite om werk te vinden. De burgemeester van Goes, de heer Mr. J. G. de Witt Hamer, deelde in de Vrijdag gehouden raadszitting mede, dat ongeveer half Juni a. s. de zes jaren zullen verstreken zijn dat hij tot bur- was of verre, altijd straalden zijn oogen haar tegen en wekten een zee van gloeiende wenschen in haar borst op. Constance bezat echter genoeg zelfbeheersching om het innige verlangen en de benauwende angst te verbergen voor profane blikken. Slechts den vrijheer en Alexandra kon zij niet om den tuin leiden, ofschoon zij in geen geval zich in het oogvallend met Harald bezig hield. Wanneer het toeval hun een kort samenzijn toestond, klonk haar stem week en zachtdan scheen zij plot- seling eene gansch andere te zijn geworden. Camory bemerkte dat wel, doch hij dacht er nauwelijks over, of het een coquet spel was, of het met kracht losbarsten van een diep gevoel. Het vleide hem, door haar voorgetrokken te worden. Haar overmoedige luimen, exentrieke stellingen en zonderlinge inzichten hielden zijn belangstelling gaande en lieten geen plaats voor verveling en eentoonigheid. Het onderhoud met haar geleek een schitterend, bondgekleurd vuur- werkals raketten volgden elkaar de geestrijke en geestige invallen en daarom zocht Harald het gezelschap van Constance, bewonderde hij het meisje doch zijn hart bleef koud en had geen deel van die bewondering. Zij vermoedde de ontgoocheling niet, welke het noodlot voor haar, de gevierde, verborg. Toch bevreemdde het haar wel eenigszins, dat Camory, wiens oogen dikwijls zulk een gloeiende taal had den gesproken, nog steeds zijn liefdesbekentenis achterwege hieldonophoudelijk zocht zij dan ook naar de reden daarvan. Durfde hij misschien niet Niemand wist iets met zekerheid omtrent zijn toestandOpschik en rijkdom waren haar Dit Wad verscfiijnt nuamlas-, Woensdag- en VriJdajfavond, uitsezomlerii op Feestdagen, bij den uitgever 1*. J. 1*1 D« SAM BE te Ter Keuiea.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1897 | | pagina 1