Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
i
No. 3403.
Dinsdag 5 Januari 1897.
37e Jaargang.
HET B0VBNKA1IBBTJ1.
aanbesteden:
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postYoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amenka 1,32$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
sleclits tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
Burgemeester en Wethouders van TER NEL ZEN,
zullen op Dinsdag den 12 dezer, 's namiddags
4 uren, in bet gemeenteraadhuis in het openbaar
bij enkele inschrijving
het maken van een sloot met
bijbenoorende werken tot ver-
breeding van den weg aan den
Koedijk: aldaar.
Het bestek ligt ter lezing en inlichtingen zijn
te bekomen ter gemeentesecretarie.
Aanwijzing zal geschieden op Donderdag 7 dezer,
's namiddags 2 uren.
Ter Neuzen, 4 Januari 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd^
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
ir*olitieli Overzicht
Vrijdag ontviug de Koning van Belgie het
presidium van den Senaat. Op den uitgesproken
gelukwensch autwoordde de Koning met een lange
rede, waarin hij herinnerende aan het voorbeeld
van Karthago, Rome en Griekenland, er op wees,
hoe noodzakelijk voor een land het bestaan is van
vaderlaudsliefde. Vaderlandsliefde vormt, ver-
zekerde de Vorst, den grondslag voor het welziju
van het land.
De uitgesproken rede maakte, zegt o. a. de
berichtgever der Kolnische Zeitung, een diepen
indruk op de senatoren de meesten hunner waren
van oordeel dat de Koning met deze rede zin-
speelde op de noodzakelijke verbetering van het
leger.
Ook tegenover het presidium van de Kamer
wees de Koning op de groote noodzakelijkheid van
het bestaan van liefde voor het vaderland.
De Koning heeft zich niet met de verschillende
afgevaardigden onderhouden in strijd met hetgeen
hij vroeger placht te doen.
Ter gelegenheid van het Nieuwjaarsfeest heeft
de heer Faure, president der Fransche Republiek,
het volgende telegram ontvangen van Keizer Nico-
laas van Rusland „Tk gevoel mij gedrongen u
mijn welgemeende gelukwenschen aan te bieden
en, ook namens de Keizerin, de beste wenschen
uit te spreken voor het welzijn van Frankrijk.
Onder de aangenaamste heriuneringen van het
afgeloopen jaar zullen steeds die, van de enkele
dagen, welke ik in uw schoon land heb doorge-
bracht, onuitwischbaar blijven."
Uit Bourges, waar de eerste rijks artillerie-werk-
plaats van Frankrijk gevestigd is, wordt bericht,
dat alle toebereidselen tot de vervaardiging van
de nieuwe snelvuur-kanonnen voltooid zijn. In
de militaire werkplaatsen werd door aanplakbiljetten
bekend gemaakt, dat de wegens gebrek aan werk
ontslagen werklieden binnen kort weder kunnen
worden aangenomen, wanneer zij zich bij de
directie aanmelden.
Tevens wordt bericht, dat de hooge raad van
marinezaken het onderzoek van het programma
voor den bouw van nieuwe schepen, dat de Minister
van marine hem heeft voorgelegd, ten einde heeft
gebracht, De Minister van marine heeft het nu
doen toekomen aan den Minister van financien
Cochery, die nu den Ministerraad voorstellen zal
hebben te doen tot dekking van de op 200 millioen
francs geraamde kosten. Het ontwerp zal dan in
de weldra beginnende Kamerzitting ingediend
worden.
Een groot aantal personen hebben zich op nieuw
jaarsdag naar de woning van den president der
Zuid-Afrikaansche republiek begeven, om het hoofd
van den Staat hun gelukwenschen aan te bieden
bij de intrede van het nieuwe jaar.
De heer Jorissen, rechter, richtte een toespraak
tot den president, waarin hij uiting gaf aan het
gevoel van dankbaarheid, dat de burgers bezielde,
nu de regeering met zooveel gevolg het hoofd had
weten te bieden aan de gevaren, welke het land
in den aanvaug van het vorige jaar hadden bedreigd.
Maar tevens gaf hij uitdrukking aan de angst,
die de bevolking koesterde voor de toekomst.
De heer Jorissen veroordeelde eindelijk scherp
de feestelijke ontvangst, welke den heer Rhodes
overal ten deel was gevallenwant men scheen
den vroegeren ministerpresident der Kaapkolonie
niet alleen te vieren als den held van heden,
maar ook als den held van morgen.
De heer Kriiger moet door de woorden des
heeren Jorissen diep getroffen zijn geweest. Hij
heeft echter op diens rede niet geantwoord.
In de laatste dagen wordt in St. Petersburg
veel gesproken over het voornemen des Keizers,
om een ,/Opperste Raad" te vormen. Deze Raad
zou zijn de tusschenpersoon tusschen de Ministers
en den Vorst, die zich allengs eenigszins wenscht
te ontdoen van den vermoeienden arbeid welke
thans te zijnen laste komt.
Het directe verkeer tusschen de Ministers en
den Keizer zou dan grootendeels ophouden te
bestaanwant alleen de meest dringende aauge-
legenheden zullen, indien deze raad werkelijk
wordt gevormd, in het vervolg door de Ministers
aan den Keizer zelf worden voorgelegd.
Als vermoedelijk voorzitter van dezen raad wordt
genoemd de Grootvorst Konstantin Konstantino-
witsch, die bekend is om zijn groote ontwikkeling
en algemeen wordt geacht.
FEUILLETON
Naar het Duitsch door P. P.
1)
De boer was op zijn erf bezig met het kappen
van brandhout voor den a. s. winter. Dapper
werkte hij er op los, zoodat de spanen rondom
vlogen. 't Was hem aan te zieu, dat het werk
hem niet zwaar vie], ofschoon zijn haar reeds
vergrijsd was. Hij was een krachtige gestalte een
echte boer van den ouden stempel.
Daar voegde zijne vrouw zich bij hem, een oud
en verweerd uitziend vrouwtje, ofschoon zij veel
jonger was dan haar man.
Op het land worden vrouwen bij harden arbeid
spoedig oud.
,/Zie eens bier, vader," riep zij met heldere
stem, „welk een dikken briefHet is geen brief
van onzen jongen dat zie ik wel. Wie anders
zou ons wat te schrijven hebben De postbode
heeft gezegd, dat de brief voor u was, dat er dui-
delijk en met groote letters op staat,/Aan den
heer landbouwer Christiaan Ilutschenreuter te
Sulzbach. Dat is uw adres immers! Ik ben waar-
lijk nieuwsgierig wat er in staat. Als het maar
niet iets kwaads is
,/Foei, waar denkt ge aan, oudje, waarom moet
daar nu iets kwaads in staan Kom, kom, hij
ziet er niet uit als een ongeluksbrief," zeide hij,
terwijl hij den brief aan alle kanten bezag. 't Was
een groot ivoorkleurig couvert met een zonderlinge
krul op de plaats, Maar anders het postzegel ge
Met 1 Januari 1897 zijn eenige hoogst
belangrijke wetten in werking getreden.
Bovenaan staat de nieuwe kieswet, welke aan
een groot aantal burgers, met name uit de werk-
liedenklasse, de bevoegdheid verleent zich te doen
gelden bij het aanwijzen van afgevaardigden voor
de Tweede Kamer, de Proviuciale Staten en de
Gemeenteraden.
In de tweede plaats de belangrijke wijzigingen,
op voorstel van den heer Hartogh in het Wetboek
van Burgerlijke rechtsvordering gebracht, waardoor
in de processen vele vereenvoudigingen worden
aangebracht, de spoediger beeindiging wordt be-
vorderd en de pas afgesneden aan chicanes.
In de derde plaats de nieuwe regeling der
personeele belasting, welke de vrijstellingen voor
mingegoeden zeer uitbreidt, aan vele anderen een
aanmerkelijke verlaging van aanslag brengt en
tal van onrechtvaardigheden van de oude wet
opheft.
Bij kon. besluit van 7 December, afgekon-
digd in de „St.-Ct." van 1 en 2 Januari, is
vastgesteld de algemeene maatregel van bestuur,
bedoeld bij artt. 6 en 7 der Veiligheidswet.
Dit besluit omschrijft
1°. de eischen waaraan de fabrieken en werk
plaatsen moeten voldoen met betrekking tota.
de vrije luchtruimte voor elken arbeider, in verband
met de hoogte van de werklokalen, b. de lucht-
verversching, c. de verlichting, d. het voorkomen
van brand en van ongevallen bij brand, e. de
kleedkamers en schaftlokalen, en de privaten
2°. de verplichtingen, waaraan hoofden of be-
stuurders van fabrieken en M-erkplaatsen moeten
voldoen, als a. het bevorderen van zindelijkheid,
b. het bevorderen van een dragelijke temperatuur,
c. het verwijderen van schadelijke dampen, gassen
en stof, d. het voorkomen van ongevallen door
werktuigen, werktuigdeelen, drijfwerken, gereed-
schappen of electrische geleidingen, door vallen,
door vallende voorwerpen, kokende of bijtende
vloeistoffen, gloeiende of gesmolten metalen, of
door ontplofbare stoffen, e. den duur van het
verblijven in ruimten, waar 't onvermijdelijk is dat
hooge of lage temperaturen, schadelijke dampen,
gassen of stof voorkomen, en f. het verstrekken
van goed drinkbaar water.
Dit besluit treedt in werking een jaar na 31
December 1896.
Aan het Hbl. werd Zaterdagmorgen uit Ba-
tavia geseind
Heden zijn 4 gouvernementsstoomers met den
overste G. F. Soeters, majoor J. Beets en 5
compagnieen infanterie, waaronder een gewapend
met repeteergeweren, en marechaussees, naarLohong
vertrokken.
Bij dit eskader zijn 5 oorlogsbodems gevoegd.
De expeditie zal 14 dagen duren.
Generaal Booth van het Leger des Heils
komt deze maand in Nederland en maakt daarna
een reis door Europa.
Te Zierikzee zijn gedurende 1896 binnenge-
komen 81 zeeschepen tegen 28 in 1895.
Onder de in 1896 door het kantongerecht
te Middelburg uitgesproken 1151 strafvonnissen
waren er 511 wegens dronkenschap.
Men schrijft uit Zutfen aan de Tel.
Nu in deze gemeente het mond- en klauwzeer
als geweken kan worden beschouwd, kan een kort
overzicht worden gegeven van de kosten, die met
de onteigening van het vee gepaard gingen.
Er M-erden 7 9 stuks vee onteigendaan de
eigenaars werd daarvoor betaald een som van
10,762,70 het totaal der kosten van ont
eigening met de kosten van ontsmetting, enz.
(welk bedrag als voorschot van het Rijk werd
ontvangen) bedroeg 12,467,94. De opbrengst
van den verkoop van het vleesch en de huiden
met 10 pCt. onkosten beliep f 5771,68.
Volgens de Fransche bladen hebben de
belanghebbenden te Rome van alle beroep tegen
het arrest van het prijs gerecht aangaande de in
beslag neming van de Nederlandsche stoomboot
Doelwijk afgezien en moet aan de autoriteiten te
Massaua telegrafisch de onmiddellijke teruggave
van schip en lading aan den rechthebbenden
gelast zijn.
plakt is. Dat die krul een monogram Mas, dat
wisten die eenvoudige boerenmenschen niet. Maar
het waren een H en een A sierlijk ineen ge-
slingerd.
,/Kom maak nu toch open, oudedrong de
vrouw aan, toen haar man nog maar bleef talmen.
,/Neen, niet hier op het erf, dat behoort in
de kamer te geschieden." Voorzichtig legde
de boer zijn gereedschap bij elkaar en volgde toen
zijn vooruittrippelende vrouw door het voorge-
deelte van het huis dat dienst deed als bewaar-
plaats van allerlei landbouwgereedschap, in de
zeer lage en berookte woonkamer. In deze enge-
ruimte, waarin men slechts het tikken der Schwartz-
walder klok en het gonzen der tallooze vliegen
hoorde, heerschte een eenigszins bedompte lucht.
De vensters waren gesloten, maar vriendelijke
zonnestralen V'elen door de kleine heldere ruiten
en vergulden met hunnen glans het somber
ouderwelsch houten tafelgereedschap aan de muren,
de blinkend wit geschuurde tafel, de groote kook-
kachel, welks blad in grof ijzerwerk de bruiloft
te Kana voorstelden en een overoud jaartal droeg.
En de steenen potten en de tinnen schotels en
borden aan den wand blonken in het zonnelicht
als louter goud en zilver.
De boer nam uit een muurkastje een reusachtigen
bril van hoorn, plaatste zich in den grooten, met
leer overtrokken armstoel en begon eerst met een
slip van zijn blauw voorscboot den bril schoon
te wrijven. Toen hij daarmee gereed M'as, trachtte
hij eindelijk de nieuM'sgierigheid zijner vrouw te
bevredigen dat wil zeggen, hij ging eerst het
adres bestudeeren, maar het gelukte hem niet dit
geheel te outcijferen. ,/Zulk schrift kan ik niet
lezen, oudje. Mijn naam alleen, dien krijg ik er
uit, maar al het overige niet. 't Is een vreemd
schritt; misschien is 'twelLatijn. Nu, we zullen
maar spoedig eens zien wat er in staat. Geef mij maar
eene schaar." De vrouw bracht de aan het venster-
raam hangende schaar en heel voorzichtig knipte
de boer den buitensten rand van het couvert,
haalde er toen met de toppen van zijne grove
vingers een stevige kaart uit en beproefde die
te lezen. Maar ierstond gaf hij deze poging
weer op.
Dat begrijp ik niet, vrouM', dat is in 't ge
heel niet geschreven, dat is gedrukt en komt mij
voor, ook Latijn te wezen. En daar boven aan
staat een gelijke krul als op het couvert. Wat
mag dit alles wel te beteekenen hebben
,/Dat zou ik ook graag willen weten", zeide
de van nieuwsgierigheid en ongeduld trillende
vrouw, terM'ijl zij haar man over den schouder
zag. ,/Zeker is het iets nieuwerwetsch, dat geen
van ons beiden verstaat. Er helpt niets aan,
gij moet naar den schoolmeester, Christiaan. Of,
anders, wacht, ik ga hem halen", vervolgde zij
in de juiste veronderstelling, dat zij dan spoediger
den inhoud van het geheimzinnig schrift zou
vernemen.
Met jeugdige vlugheid was zij de deur uit en
spoedde zich naar de tegenover de dorpsstraat
staande school. De meester was zelf nieuwsgierig
als de beste, toonde zich terstond bereid mee te
gaan, en na weinige minuten reeds konden de
beide oudjes hopen, eindelijk te zullen vernemen,
welk bericht de postbode hun eigentlijk wel ge
bracht had.
De schoolmeester las de woorden op de kaart
en zijn gelaat begou te glanzen. Op gewichtigen
toon las hij toen luide voor
„Wij hebben de eer kennis te geven van de
verloving van onze eenige dochter Asta, met den
Heer Dr. Heinrich Hutschenreuter, griffier bij
de rechtbank alhier. Handelsraad Fuhrmann en
Mevrouw Maria, geb. Wilken." /,1k heb de
eer u kennis te geven van mijne verloving met
Mejuffrouw Asta Fuhrmann, eenige dochter van
den Heer Handelsraad Fuhrmann en diens echt-
genoot Mevrouw Maria, geboren Wilken. Dr.
Hutschenreuter griffier."
Het bejaarde echtpaar had aandachtig geluisterd,
maar begreep er blijkbaar niets van. Toch be
gon eindelijk de vrouw langzamerhand er iets
van te vatteu, en na eene korte poos riep zij uit
„En, en, moet dat wellicht beteekenen, dat onze
Heinrich eene bruid heeft?"
„Wel natuurlijk moet het dat beteekenen",
zeide de schoolmeester, natuurlijk heeft hij eene
bruid, en, zooals het schijnt, eeu zeer voorname
en rijke. Handelsraden zijn altijd rijk, altijd
Hm, hm, daarmee moet men u alzoo geluk wenschen,
waarde oudjes." Toen schudde hij den geheel
verbluften boer en diens vrouw de hand en maakte
zich gereed het bericht verder bekend te maken.
Doch nu zeide de boer
„Alzoo verloofd, dat beteekent zooveel als onder
ons beloofd, als ik het goed heb verstaan
,/Zeker, zeker, Hutschenreuter, en deze kaart
met het daarop gedrukte bericht, noemt men eene
verlovingskaart. Ziet, hier op deze zijde berichten
de ouders der bruid, dat hunne dochter zich heeft
verloofd met uw zoon aan hem gelofte heeft
gedaan, weet ge en op die zijde geeft um- zoon
^Jj
TER NEMSC
COURA
„,t verschilnteo VfiJdagav»o,., „i| den a^ve, J.
11