Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaandere
KAP0KBEDDEN
Brood-, BsscMt- so DesserlMtaij
Estaminet „LA BELLE VOE."
Heil en Zegen
No. 3402.
Vrijdag 1 Januari 1897.
37e Jaargang. A
Advertentien.
Openbare Vergaderina;
75 gemetsn SaiksrbiGten.
Heilwensch aan alien!
0 U D en N I E U W.
Hoogwatergetij te Ter Neuzen.
Vereeniging van landbouwers die
Suikerbieten verbouwen.
HEIL EN ZEGEN
Logement 's Lands Welvaren.
Mijn welgemeenden heilgroet
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Yoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32J.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slecbts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van ad.verten.tien v6or 3 u.ren op den dag der uitgave.
Bij (leze courant belioort een bijvoegsel.
Zoo staan wij dan weder aan het einde van een
ouden, aan het begin van een nieuwen tijdkring.
1896 is zoo haast voorbijgegaan met al zijn
lief en leed, zijn hoop en teleurstelling, zijn vreugde
en smart, zijn moeiten en zorgen.
Nog weinige oogenblikken en ook dit jaar
behoort tot de geschiedenis en niets blijft ons
over dan de herinnering er aan en 1897 staat
gereed ons te ontvangen I
We leven snel, ongelooflijk snel
Toch zal er wel een oogenblik tijd overblijven
om even stil te staan en een blik te werpen op
den weg, die achter ons ligt.
We zijn als reizigers, die weer een eind hebben
afgelegd van de afgeteekende baan en hoe zij ook
genoodzaakt zijn zich voort te spoeden toch wel,
al was het ook maar een korte wijle, behoefte
gevoelen een weinig te rusten en om te zien en
na te denken over wat zij hebben ervaren en
doorworsteld en kracht te verzamelen om den staf
weer op te nemen, de lendenen te omgorden en
de onbekende toekomst met frissehen moed tegen
te gaan
Ook wij, reizigers op weg naar het onbekende,
wij ook willen een weinig rusten en even omzien,
onze herinnering raadplegen, dankbaar het goede
erkennen en ons kruis weeropnemen, om den
nieuwen jaarkring blijmoedig en met hoopvol hart
tegen te treden.
Immers, wij gevoelen den ernst van dit oogenblik
en al het aangrijpende van den laatsten klokslag
van het wegstervend jaar.
Waar wij in onze eenzaamheid alles overdenken,
wat ons wedervoer, daar moet die ernst ons be-
zielen, die ons past bij zulk een plechtig oogenblik.
We hebben gewerkt, geleden en gestreden, we
hebben gejuicht en geweend.
En nu vragen we ons als van zelve af, hoe we
dit alles hebben gedaan.
Werkten wij genoeg ten nutte van anderen en
van ons zelven, hebben we er naar gestreefd onzen
arbeid vruchtbaar te maken tot heil onzer mede-
menschen
En waar lijden en beproeving ons deel waren,
hebben wij daarbij lijdzaainheid gevoegd aan geloof
en hoop Hebben wij oog gehad voor de rozen
aan ons kruis, ons oor geopend voor het lied der
vogelen, die zongen ook in het doorneiibosch
langs den weg?
We streden ja Maar waren onze wapens
edel en was alle zelfzucht en eigenbelang verre
van ons
Voerden we onzen strijd met opgeheven hoofde,
verwachtende de zegepraal ook al was de moed
op 't punt ons te ontzinken
Als de juichtoon van onze lippen gleed en de
vreugde ons hart deed kloppen met hooger slagen,
hebben we dan niet te veel ons zelven gezocht,
ons zelven op een hoogte geplaatst of gerookt op
de altaren van zelfverheffing en hoogmoed Was
er dan nog plaats voor innige dankbaarheid in dat
harte, door vreugde vervuld
Waar rampen ons trolfen, dierbaren ons werden
ontnomen en de blijde lach verwisseld werd met
de droeve traan, voelden wij dan in ons binnenste
wel den moed om voorwaarts te treden en was
ons hart niet zoo arm, dat wij treurden als zij,
die geen hoop meer hadden
Altemaal vragen, waardig overwogen en beant-
woord te worden in den stillen plechtigen
oudejaarsavond.
Zie we staan aan den mijlpaal en duizenden
gedachten trekken door onze zielen heen en weder
Lief en leed, het treedt ons weder voor den
geest in dezen ernstigen stond.
Wat tal van plannen, die niet verwezenlijkt
werden, wat al hoop die in rook vervloog, wat
al verwachlingen, die werden teleurgesteld tot onze
diepe smart.
Ouden van dagen, gebogen onder den last der
jaren, grijsaards steunende op hun staf, mannen
in de kracht huns levens, vrouwen, die zoo noode
gemist werden, kindereu, die de hoop waren
hunner oudersze zijn met ons het afgeloopen
jaar begonnen, maar eindigen het met ons niet
En toch
Ze keeren niet weder de dooden.
En't omzien wekt ijdele smart. Weer bloeien de
bloemen op de -stille graven, weer kweelen de
vogelen hun lied in de takken van den treuresch,
weer zingt de zee zijn eenig heerlijk lied, al
rollen ook haar golven over de laatste rustplaats
van zoovele dierbaren, die in haren schoot
sluimeren Wat is er geworsteld in den bangen,
den harden strijd om 't bestaan en hoe menigeen
heeft in dien kamp het onderspit gedolven.
't Hoofd omhoog, omgord de lendenen, des drijvers
geweldige roede jaagt ons voort op 't pad maar
we moeten voort immer voort.
O, laat ons op dezen avond nog eens den
moed verzamelen, nog eens de handen uitsteken,
nog eens het roer vatten met kloeke vuist, misschien
breken de golven des levens op de kloekheid van
ons bestuur.
Gelukkig, dat we 't weten, dat ook aangename,
heerlijke herinneringen ons voor den geest treden
en liefelijke beelden ons oog voorbijtrekken
De Oudejaarsavond wekt die op met onweer-
staanbare lach.
De kus uwer vrouw, de blik op uw kind, uw
oogappel, de handdruk van een vriend de bloem
voor uw voet, de ster aan den hemel, niet waar,
we bleven er niet ongevoelig voor, we genoten
en we dankten.
Zie hoeveel goeds ons deel was en laat ons
dat goede dankbaar waardeerenDit is plicht
Het geluk, dat ons tegenlachte, de zegeu, dien
wij genoten, zie dat moet ons hart verteederen
en ons weer kracht schenken om met kloeken-
moed het onbekende tegen te gaan. En ondanks
ons zelven, zullen we, voor- en tegenspoed in de
schaal leggende, toch nog moeten erkennen en
belijden, dat hooger Macht ons lot en leven
leidt, dat een onzichtbare Hand ons schraagt ook
als wij struikelen en vallen, en dat tusschen dis-
telen en doornen nog bloemen groeien.
Oudejaarsavond
Bij die mengeling van liefelijke en droevige
herinnering stort zij ons bij al den heiligen ernst,
die onze ziel vervult, hoop in het hart en moed
Of zouden we neerzitten bij de schaduwen en
de handen laten rusten in den schoot. Dwaasheid
zou het zijn en onverantwoordelijk tevens.
Zie de mensch heeft nu eenmaal een strijd te
strijden op aarde en
Ons doordringe het woord van den dichter
Het jaar 1896 spoedt ten einde
Gij, die gelukkig zijt geweest, ziet met dankbaar
heid het oude jaar bijzetten in't graf van't verleden.
De jongeling gaat met kinderlijk vertrouwen en
fier geheven hoofd de toekomst tegen.
De treurende zie opwaartsaan den Hemel is
altijd lichtook de zwak flikkerende straal doe
hem hoop koesteren.
De grijsaard wacht af wat komen zal en hoe
de ontknooping zijn zal van 't groote levens-
raadsel.
Nog enkele oogenblikken en de laatste klokslag
van het oude jaar klinkt ons in de ooren.
Nog is het tijd om goed te doen, om te lxer-
stellen wat verkeerd gedaan werd.
Nog is het tijd de heilige belofte af te leggen,
dat we beter zullen trachten te worden, dat we
al onze krachten zullen inspannen om onze roeping
beter te vervulleu en nog beter aan onze bestemming
te beantwoorden.
Zoo worde de oudejaarsavond de voorbereiding
tot den morgen van een nieuw leven.
De laatste klokslag dreunt ons nog in de ooren
1897 doet zijn intrede
Heil en voorspoed in den nieuwen tijdkring.
Moge ook dit jaar ons brengen tot meerdere
volmaking. Mogen we bezield zijn met dat heerlijke
vertrouwen in de toekomst, 't welk ons moed geeft
in den strijd des levens.
Geluk lezeressen en lezers der Ter Neuzensche
Courant
Vrede zij uwe veste, welvaren in uwenhandel;
moge Ter Neuzen bloeien, zijn welvaart ver-
meerderen. Voorspoed en geluk zij uw deel
Vrede zij in uw huis en in uw hart. Zoo
gaan wij met kloeken moed en vast vertrouwen
1897 tegen.
Wat ons daarin tegenkome, wat het ons brenge
in zijnen schoot, laat ons behouden ons geloof
aan wat goed, waar en edel is, onze hoop in de
toekomst en bovenal liefde tot alien.
Gezegend Nieuwjaar.
TER NEUZEN, 31 December 1896.
De rijks- en gemeentepolitie zagen in den nacht
van 30 op 31 December jl. een lichtbak, welke
stroopers des nachts oij hunne strooptochten ge-
bruiken, jn den Coegorspolder.
De wilddieven in handen hebben, dat wilde de
politie wel, maar hoe? Stikdonker, slecht terrein
en dan nog het gevaarlijke om die lieden te naderen,
want deze deinzen voor niets terug als hunne
veiligheid op het spel staat.
Een der beambten kwam in zijn ijver en onbe-
kendheid met het terrein zoo dicht bij hen dat
hij door den lichtbak beschenen werd en zou een
slachtoifer der stroopers hebben kunnen zijn, als
hij niet zijn geweer in de richting dezer liefhebbers
had afgeschoten. Dat de stroopers hun licht uit-
bliezen en het hazenpad kozen, behoeft wel niet
gezegd, terwijl de politie hun uitgeleide deed met
op hun te schieten.
DAGEN.
Voorm.
Nam.
Vrijdag
1
Jan.
12.10
Zaterdag
2
0.38
1.6
Zondag
3
1.31
1.54
Maandag
4
2.19
2.42
Dinsdag
5
3.3
3.25
W oensdag
6
w
3.45
4.6
Donderdag
7
n
4.25
4.45
De ondergeteekende bericht het ge-
achte publiek, dat hij a. s. Hnandag
4 Januari zijn zaak zal openen, als zijnde
met Kruidenierswiukel. Hopende door een
nette bediening het vertrouwen waardig te maken.
A. J. DE JONGE,
Kerkstraat, Ter Neuzen.
Het aan het Rijkslandbouwproef-
station te Goes gedaan onderzoek der
door mij aangekochte 1000 KG. aardnotenkoek
van de Ned. Oliefabriek te Delft, agent den heer
J. J. van Aiientiials te Walsoorden, gaf den
volgenden uitslag
Eiwitachtige stoffen 48,5
Vetachtige 9,3 °/0 en
voldoende zuiverheid.
Garantie was 48 eiwit en 7 vet.
Hontenisse, 28 December 1896.
J. A. PATEER Ezn.
op 6 Januari a. s., ten huize van J. de Bakkeb.
te Walsoorden, des namiddags 2 ure.
Onderwerp:
Rekening en verantwoording door de
Commissie betreffende gouden
jubile van 20 December 11.
DE COMMISSIE.
Walsoorden, 1 Januari 1897.
Door de Afdeeling Ter Neuzen van bovenge-
noemde vereeniging wordt voor 1897 ter contrac-
teering aangeboden de opbrengst van
Inlichtingen zijn bij ondergeteekende te ver-
krijgen, terwijl aanbiedingen worden ingewacht
vdor 15 Januari 1897.
A. Y1SSER,
Secretaris der Afdeeling.
De leden die nog genegen zijn gezamenlijk te
contracteeren, gelieven hiervan aan den Secretaris
kennis te geven vdor of op 6 Januari 1897.
Ter Neuzen, 28 Dec. 1896.
in het nieuwe jaar aan begunstigers, vrienden en
bekenden.
Wed. L. J. PLATTEEUW.
Ter Neuzen; 1 Januari 1897.
De zaak der Drankslijterij wordt onder aan-
beveling op denzelfden voet voortgezet.
Bericht tevens dat hij voorzien is van
X2ST" SOORTBIST.
G. MEER TENS,
Donze-Visserstraat, Ter Neuzen.
Bij den aanvang des jaars mijn compliment aan
begunstigers.
Ter Neuzen, 1 Januari 1897. Th. ACKE.
Een voorspoedig jaar zij toegewenscht aan al
mijne vrienden en begunstigers.
Ter Neuzen. M. J. ADRIAANSEN.
zij bij de intrede van het jaar een ieder toege
wenscht door
P. BARKER,
in goud- en zilverwerken, Axel.
Geluk zij aan alien toegewenscht in het pas
begonnen jaar.
Ter Neuzen, 1 Januari 1897.
G. J. BALKENSTEIN.
G. H. BECK MANN.
p. f. Ter Neuzen.
Bij de verwisseling van het jaar wenscht onder
geteekende aan zijne vrienden, bekenden en be
gunstigers zoo buiten alles binnen deze gemeente
een gelukkig nieuwjaar.
C. L. VAN DER BENT.
Ter Neuzen, 1 Januari 1897.
aan vrienden en bekenden zoo van hier als elders.
Ter Neuzen. E. VAN DER BENT.
Mijnen begunstigers en vrienden zoo binnen
deze stad als elders mijn hartehjken Heilgroet bij
de intrede van 1897.
G. VAN DER BENT.
Ter Neuzen, 1 Januari. (Zandplein.)
;al
in
TEA NEIIZENSC
COURANT
Pit bind Tf "aq"* Woeasdag- en Vrijaagavoml, aitgeaomleril op reestilagen, bij den nltgever T" Meaaen.
Berg-op gaat de weg van ons leven.
*Laat ons stijgen met manlijken moed.
Geen ru9tloos zwerven en smachten
Is 't leven een Doel licht ons voor
En worstlende winnen wij krachten,
En dwalende vinden wij 't spoor."
K
W
DE
i*