Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaandere
Zaterdag 7 December 1895.
S3 5)3 ©©2^33.,
35" Jaargang.
aanbesteden:
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busliouders.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
siechts tweemaal berekend. J
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wetbouders van TER NEUZEN
zullen op Dinsdag, 10 December a. s., des
morgens 10y2 ure, op het gemeentehuis in bet
openbaar, bij enkele inschrijving, in 4 afzonderlijke
perceelen
Het schoonhouden, verwarraen en
verlichten der openbare scholen (A,
B en C) in de kom en D op
Sluiskil, gedurende 1896.
De voorwaarden liggen van 30 dezer ter inzage
op de gemeente-secretarie en in de herberg van
Van Sele te Sluiskil.
De inschrijvingsbiljetten kunnen ter gemeente-
secretarie in een verzegelde bus tot het oogenblik
der besteding worden ingeleverd.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den
Burgemeester.
Ter Neuzen, 28 Nov. 1895.
Burgemeester en Wetbouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
fr*olitieli Overzicht.
De Duitsche Rijksdag heeft eergisteren het oude
bestuur met vrij groote meerderheid herkozen.
A1 het geschrijf in de bladen, over de wenschelijk-
heid om nu de nationaal-liberalen of de conservatieven
weder een voorzitter te doen benoemen, bleek dus
overbodig. De heer VonBuol Berenberg, diegekozen
werd na het aftreden van den heer Von Levetzow,
toen de Rijksdag besloten had niet officieei deel
te nemen aan de Bismarckfeesten, werd opnieuw
voorzitter. En met zijn herkiezing heeft het
Centrum een goede kaart in handen gekregen.
Het ontslag van den heer Von Roller wordt in
de Duitsche pers nog druk besproken. Heel
vriendschappelijk zijn die Nachklange niet. Het
schijnt, dat de Minister van binnen]andsche zaken
zoo wat met iedereen overhoop lag, in het ministerie
en daar buiten behalve met Von Miquel en
met den Bund der Landwirte. De laatste klaagt
in zijn orgaan, Die Deutsche Tageszeitung, steen
en been over den invloeid van het ,/pers-jodendom",
dat den stoot gaf 1 ot Von Roller's aftreden, evenals
het vroeger de oorzaak was van de //onverdiende
aanvallen tegen den heer Von Hammerstein
Maar de //jonkers" vergeten, dat prins Hohenlohe
den eersten stoot aan het ontslag van den heer
Von Roller gaf. Hoe ongelooflijk het schijnt, het
is tocli waar, dat de Rijkskanselier eerst uit de
dagbladberichten kennis kreeg van de maatregelen
door Von Roller tegen de sociaal-democraten ge-
nomen. Hoe dit is overeen te brengen met de
samenwerking tusschen den kanselier en de Ministers
is in dit geval onbegrijpelijkmaar het is zeer
verklaarbaar dat prins Hohenlohe zulk een zonder-
linge opvatting van ministerieele plichten niet wilde
gedoogen.
De Fransche Ramer van afgevaardigden heeft
de begrooting van Landbouw in behandeling geno
men en vordert daarmede even vlot als met de
andere.
Naar men verneemt, wil de Minister van Finan-
cien een leening van 100 millioen francs uitschrijven
ten behoeve van Tonkin. Een groot deel daar-
van is tot het aanleggen van bruggen, spoor- en
andere wegen, gebouwen, havenwerken en andere
nuttige doeleinden bestemd.
Dat zou het begin zijn van het einde van
Abdul Hamids macht en heerlijkheidhij zou
hebben besloten de diplomatieke relatien met de
vertegenwoordigers der mogendheden af tebreken, als
tegen zijn nadrukkelijken wil of niettegenstaande
zijn weigering, de schepen, welker toelating in
den Bosporus gevraagd wordt toch de Dardanellen
passeerden. 't Zou wel het onverstandigste zijn
wat de Groote Heer in de legenwoordige omstandig-
heden zou kunnen doen, aangenomen, dat er tot
een dergelijken hoogst ernstigen stap eenige aau-
leiding zou bestaan. Op't oogenblik is't wachten
van de gezanten der zes groote mogendheden op
nieuwe instruction van hun Regeeringen, in verband
met het ontwijkende antwoord van Abdul Ilamid
op het bij gemeen overleg gedane verzoek. Wel
is door enkelen reeds antwoord ontvangen, doch
zoolang niet alien op de hoogte zijn van de
wenschen hunner Regeeringen, is er geen mogelijk-
heid om een nieuw besluit te nemen. Daar nu
de verbetering van den algemeenen toestand in
Rlein-Azie zoowel als te Ronstantinopel zelf, niet
van voorbijgaanden aard is geweest, is er een
zekere kalmeering gekomen de zending van een
tweede vaartuig door elk der mogendheden is minder
een //question brulante" dan wel de vasthouding
aan een beginsel.
Zoo heeft dan ook sinds vele dagen geen samen-
komst der gezanten plaats gehad, een klaar
bewijs, dat de aarzeling van Abdul Hamid niet
als heel ernstig wordt opgevat en dat men de
kans op een vergelijk volstrekt niet onwaarschijnlijk
acht. De Sultan zoo meent men te Weenen
zou wel geneigd zijn de toestemming tot dedoor-
vaart bij firman te verleenen, onder plechtige
verklaring, dat hij in deze niet wijkt voor dwang,
doch heel vriendschappelijk wil voldoen aan den
eenparig geuiten wensch der mogendheden, zooiets
als een genadige ipwilliging dus. Dan zouden de
mogendheden, het beginsel gehandhaafd wetend en
des Sultans zielegrootheid niet onbeantwoord
^illende laten, van den firman geen gebruik maken,
tenminste voor 't moment niet.
Dat zou inderdaad het ideale voorbijstreven
het feit, dat een dergelijke oplossing kan worden
medegedeeld als ernst zonder onmiddellijk als een
belachelijke lantasieproeve te worden weersproken,
is een bewijs van de effectieve verbetering van
den staat van zaken in 't Oosten, in vergelijking
met de toestanden van voor een paar weken.
In de zitting der Tweede Ramer van gisteren
keurde de heer De Ranter, bij de algemeene
beraadslaging over hoofstuk justitie der Staatsbe-
grooting, de circulaire af van den Minister van
justitie aan de Procureurs-Generaal bij de hoven
omtrent teruggave van de stukken van overtuiging
en strafgedingen aan de rechthebbenden en drong
er in het belang van die rechthebbenden en ook
ter vermijding van botsing tusschen de griffiers
en de ambtenaren van het O. M., op aan om te
bepalen, dat den door rechten als rechthebbenden
in het vonnis aangewezen personen aan te schrijven
de overtuigingsstukken binnen zekeren termijn te
doen afhalen en tevens een termijn vast te stellen
binnen welkeu de onafgehaalde goederen aan den
Staat vervallen.
De heer Willinge besprak de noodzakelijkheid
eener partieele herziening van hetBurgerlijk wetboek
omtrent ontzetting uit de ouderlijke macht en
verbes van voogdij, drong voorts aan op zekerheid
omtrent de opvatting van de overgangsbepaling
der drankwet en wenschte ten slotte politiebe-
scherming ook bij particulieren execution wegens
schuld.
De heer Travaglino stond scheidsrechterlijke
oplossing voor, ook bij justitie en geschillen
tusschen directie en aannemers bij uitvoering van
een publiek werk.
De heer Van Basten Batenburg ontkende de
FJE UIL JLHiTO JS
Naar het Hoogduitsch van
Jenny Hirsch.
31)
VEERTIENDE HOOFDSTUR.
De terechtzitting der gezworenen te Eutin was
begonnen. In verscheidene processen was reeds
vonnis geveld, zonder dat de inwoners van het
stadje daar veel aandacht aan geschonken hadden.
Dit veranderde echter geheel, toen de zaak van
George Eltester aan de beurt kwam.
De groote gerechtszaal was lang voor het begin
der terechtzitting tot in alle hoeken met nieuws-
gierigen gevuld. Velen, die geen toegang meer
hadden kunnen krijgen, wachtten buiten 'in den
heeten zonneschijn, of zij missclnen nog door een
gelukkig toeval zouden kunnen binnenkomen.
En al die menschen waren eenparig van meening,
dat de beschuldigde werkelijk de hem ten laste
gelegde misdaau bedreven had. Er was siechts
verschil van meening over de vraag of de misdaad
zou worden beschouwd als doodslag of als moord
en over de straf, die tengevolge daarvan zwaarder
of lichter zou moeten zijn.
Dr. Pleiffer, die deze stemming wel kende, deed
dan ook geen moeite om iemand der gezworenen
te wraken; hij wist toch wel, dat ze er allemaal
op dezelfde manier over dachten.
In de groote, langwerpige gerechtszaal werd het
daglicht siechts getemperd toegelaten. Het aantal
getuigen was niet groot en alien waren tegen-
woordig, behalve Melitta von Melnik, die op' het
attest van een geneesheer wegens haar ziekelijken
toestand was vrijgesteld te verschijnen. Daar waren
de oude vrouw Petersen en haar kleinzoon, verder
de visschers, die het Obermeer afgevischt hadden
ook de lieden, die het lijk uit het Rellermeer
hadden opgehaald, benevens de dienstboden van
Melitta. Ook was mijnheer Von Melnik ver-
schenenhij zag bleek, en die hem kenden, von-
den dat hij zeer veranderd was sedert den treuri-
gen dood van zijn schoonzuster. Men zag daar
ook den consul Bauer uit Hannover, den voogd
der vermoorde jonge dame. In rouwkleeding,
bleek en afgemat, leunende op den arm van den
houtvester Dorn, was daar ook juffrouw Eltester.
De arme moeder had stijf en sterk vastgehouden
aan haar plan om hier te komen en getuigenis af
te leggen, ofschoon haar was gezegd, dat zij dit
kon weigeren en de rechters van haar geen eed
wilden eischen. Immers, zij was de eenige onder
alle aanwezige personen, die beslist voor de be-
langen van haar zoon kon opkomen.
Ach zij wist maar al te goed, dat hem dit van
weinig nut zou zijn Haar hoop op een gunstige
wending was bijna geheel vervlogen.
Serafine had geschreven, dat al haar pogingen
om Gertrude te vinden, nutteloos waren geweest.
Zij wist alleen met zekerheid, dat zij niet uit
Liverpool naar Amerika kon vertrokken zijn.
Er bleef haar niets over dan onverrichter zake
naar huis terug te keeren. Haar moeder hoopte
nu alleen, dat zij niet zou terug zijn, voordat
het proces was afgeloopen, dan behoefde zij de
schrikkelijke dagen der terechtzitting niet mee
te doorleven.
Het beeedigen der getuigen was afgeloopen;
zij konden heengaan tot zij ieder afzonderlijk zouden
worden opgeroepen, en de president gaf bevel
den aangeklaagde binnen te leiden. Tusschen
twee gevangenbewaarders verscheen George in de
zaal en nam achter zijn verdediger plaats op de
bank der beschuldigden.
Onder het publiek ontstond eenige beweging
aller blikken waren op den jonkman gevestigd,
en men fluisterde elkaar toe, welken indruk men
van hem gekregen had.
George Eltester zag er bleek en zeer ernstig
uit, maar volstrekt niet als iemand, die onder
een zware schuld gebukt gaat. Hij droeg zijn
gnjzen jagersjas met groene opslagen, zijn linnen
was sneeuwwit, zijn haar en baard waren goed
verzorgd, in een woord hij zag er onberis-
pelijk uit. Vrijmoedig droeg hij het hoofd op-
gerichtzonder vrees liet hij zijn oog over de
menigte dwalen, en na een vluchtigen groet met
zij 11 verdediger te hebben gewisseld, richtte hij
den blik naar de gezworenen tegenover hem.
De acte van beschuldiging, inhoudende dat
George Eltester met moorddadige bedoelingen Ger
trude von Rauffel in het Obermeer had geworpen,
werd voorgelezen en de bewijsstukken de schil-
padden naald, het opgevischte horloge en de
ketting werden vertoond. De beklaagde her-
kende deze voorwerpen onmiddellijk als Gertrude's
eigendom, en erkende ook bereidwillig, dat zij in
het Obermeer had gelegenhij had ^liaar echter
met daann geworpen, integendeel was hij op haar
hulpgeroep toegesneld en had haar geredver-
rechtskundige geschiktheid van vele marechaussee-
officieren als ambtenaren belast met het opsporen
van strafbare feiten en beval den Minister van
justitie overleg aan met zijn ambtgenoot van oorlog
bij de aanstelling van bedoelde officieren.
De heer Tydeman drong aan op bescherming
in rechten van de obligatiehouders aan toonder,
ten wier behoeve de schuldenaar aan toonder
hypotheek heeft genomen.
De heer Heemskerk besprak de rustverstoring
en de toenemende onveiligheid in den Staat en
wenschte goede, wettelijke maatregelen ter verster-
king van de macht der gemeenteraden en die de
regeling van den arbeid beter verzekeren. Het
onbekend blijven van de daders van ernstige mis-
drijven in de laatste jaren, deed spreker verlangeu
naar bekwame //detectives," wederinvoering van de
doodstraf ware aanbevelenswaardig tot afschrik van
de misdadigers. Een krachtige Christelijke actie
ten gunste van invoering der doodstraf, achtte hij
dringend noodig.
De heer Rerdijk gaf de voorkeur aan een bere-
deneerd verslag boven de tabellarische inrichting
der statistiek van het gevangenwezen, en wees
voorts op den ondoelmatigen bouw van de gevan-
genissen, waardoor gevangenen van eel tot eel ge-
makkelijk verband met elkaar kunnen onderhouden.
De Minister keure in de toekomst geen plannen
voor nieuw te bouwen gevangenissen goed, alvorens
zich te hebben overtuigd, dat voor deze klacht
geen reden meer bestaat. Ten slotte drong hij er
op aan, dat de Minister het initiatief neme tot
maatregelen, waardoor gemeenschappelijk ondergaan
van straffen door preventieve gevangenen en tot
heclitenis veroordeelden, worde voorkomen.
De heer Smits van Ooijen vroeg maatregelen
tegen terugkeer van uitgezette vreemdelingen en
en de heer Bouma vroeg maatregelen tegen bedrog
in den boterhandel.
De Minister van justitie, de sprekers beant-
woordend, wees op den wetgevenden arbeid van
zijn departement bij de Ramer aanhangigover
een overgangsbepaling in de drankwet wordt over-
legd, geschillen bij aannemingsvoorwaarden zal hij
zooveel mogelijk door arbitrage oplossen. Hij
betreurt. ook het onontdekt blijven van misdadigers.
legen gesprekken in de celgevangenis, kent hij
tot dusver geen middel. Over opleiding van
marechaussee-officieren zal hij zijn ambtgenoot van
oorlog spreken.
Onze Ministers van binnenlandsche zaken en
financien brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat in de gevallen, waarin de Belgische autoriteiten
volgens had hij haar naar een naburige hut gebracht
en later naar Segefeld.
//Heeft de jonkvrouw u niet gezegd, op welke
mannier zij in het water was geraakt vroeg
de president.
z/Neen."
z/En liadt ge geen vermoeden daaromtrent
z/De beklaagde aarzelde eenige oogenblikken,
doch antwoordde toen op vasten toon ,/Neen."
z/Het is toch vreemd, dat ge daar niet naar
gevraagd hebt."
//Zij verzocht mij er niet naar te vragen. Later
als wij getrouwd zouden zijn, zou zij me alles
zeggen. Ik wilde haar dit verzoek niet weigeren,
zij mij zulk een onbeperkt vertrouwen sclionk,
nadat een geruimen tijd tusschen ons een betreurens-
waardige vervreemding had bestaan."
Op eene vraag van den president legde hij de
verhouding bloot, die tusschen hem en Gertrude
sedert hun kinderjaren had bestaanhij sprak van
zijn inspanning en arbeid om haar eene behoorlijke
positie te kunnen aanbieden, en ook van hun ver-
loving, die door haar overleden moeder was goed-
gekeurd. Vervolgens kwam hij op het verbreken
der liefdebanden en bezwoer daarbij plechtig, dat
hij ellendig was belasterd. Hij en Gertrude waren
de slachtoffers van een schandelijk bedrog.
Ondanks de algemeene vooringenomenheid tegen
hem, had de beklaagde tot dit oogenblik door zijn
houding een gunstigen indruk gemaakt en deel-
neming opgewekt, doch hij verspeelde die geheel door
de heftigheid van zijn taal, waartoe hij verviel bij de
herinnering aan het onrecht hem aangedaan, en de
beschuldiging van valschheid in geschriften, die
hij tegen Melnik en den heer Bauer inbracht
I
l»l»il^vrr!icli ij ill Tgnmut ny-, Woensdag. en Vrijdag-avoinl bij den uitg-ever I". J,
V A Mr PE H A M II K te Ter Meuzen.