Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen
as ©as SDa/yss.
No. 3221.
Dinsdag 29 October 1895,
35e Jaargang.
Binnenland.
feuilletonT
ABONNEMENT
Per dne maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Bneven-
Ouskouders.
Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 rebels en nieer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
n k
Overzicht.
Keizer Wilhelm is nu weer te Leipzig, "onrhet
nieuwe gebouw voor het Rijksgericht te openen.
Men verwacht bij die gelegenheid een toespraak,
waarin de taak der justitie om de maatschappelijke
orde te verdedigen door Z. M. zal worden toege-
licht en verheerlijkt.
Men verwacht ook eene toespraak van den rijks-
kanselier Von Hohenlohe.
In het Hongaarsche volkshuis heeft, bij een
nadere bespreking der gebeurtenissen te Agram,
de hoofdstad van Croatie (waar o. a. door de
studenten een Hongaarsche vlag is verbrand),
Minister-President Ban fly deze //onvergefelijke
schandalen" genoemd. Wat de verklaringen en
toespraken van den Keizer bij die gelegenheid
betreft, daarvoor nam de regeering de geheele
verantwoordelijkheid op zich. Met 174 tegen 110
stem men besloot het huis van dit antwoord acte
te nemen.
De honderdste verjaardag der derde verdeeling
van Polen is in Gallicie of Oostenrijksch Polen
als een dag van nationalen rouw met kerkdiensten
en gedachtenis-redevoeringen gevierd, terwijl alle
winkels dien dag gesloten waren.
Engeland staat thans op een zeer gespannen
voet met Venezuela over de grensscheiding tus-
schen zijn bezittingen en het grondgebied van het
laatste land. Engeland schijnt de gewone tactiek
te volgen zooveel mogelijk vragen, opdat het
althans wat meer zou krijgen, dan waarop het recht
heeft, terwijl het geneigd schijnt ook weer de
gewone taktiek te volgen tegenover een klein volk,
dreigend op te treden, wanneer het zijn zin niet
krijgt. Van een scheidsgerecht schijnt het niet
te willen weten, et pour cause. Intusschen is
het mogelijk, dat de Vereenigde Staten zich in
de zaak mengen, op grond van de Monroe-leer.
De opgewondenheid moet bij broeder Jonathan een
groote hoogte bereikt hebben.
De sultan van Turkije wordt gezegd in groote
moeilijkheden te verkeeren. Na de goedkeuring
van de voorstellen der verbonden mogendheden,
in zake de hervormingen in Armenie, schijnt hij
bang te zijn voor een opstand in zijn eigen rijk.
Ook loopen de geruchten, dat een samenzwering
zou ontdekt zijn, die ten doel zou hebben, hem
af te zetten en zijn broer in zijn plaats aan te
stellen.
Uit verschillende plaatsen van het Ottoinaansche
rijk komen weer ongunstige berichten, omtrent de
verhouding tusschen Mohammedanen en Christenen.
van Erankrijk is Magnier, die beschuldigd werd
- een leelijke rol gespeeld te hebben in de zaak der
Zuider-Spoorwegmaatschappij, veroordeeld tot een
jaar gevangenisstraf. Hij zelf was er ook verbluft
door en terwijl hij weggevoerd werd, herhaalde hij
werktuigelijk //Het is schandelijk." Misschien
heeft hij geen ongelijk. Schandelijk is, dat zoo-
velen, die schuldiger waren dan Magnier, vrijge-
sproken zijn, maar niet schandelijk is het, dat hij
veroordeeld werd. Het is toch waar, wat de officier
van justitie verklaarde, dat aan het ellendige ge-
knoei van de //betere" standen een einde gemaakt
dient te worden. Intusschen vern acht men thans,
dat Magnier, die in ieder geval als politiek man
dood is, degenen, die in het geknoei betrokken
zijn, zal verraden. Hij heeft zich in hooger beroep
begeven.
Aangezien hij een vriend, die hem 50000 francs
geleend bad, voor 80000 francs gobelins gegeven
heeft, nadat er reeds beslag gelegd was op het-
geen hij bezat, zal Magnier, die altijd op een
veel te grooten voet leefde, wegens frauduleus
bankroet vervolgd worden.
Twee andere lui van het slag van Magnier,
Portalis en Girard, zijn wegens afpersing veroor
deeld, respectievelijk tot 5 jaar gevangenisstraf en
3000 francs boete en 18 maanden en 1000 francs,
de eerste bij verstek.
De ministerieele crisis in Noorwegen, die juist
9 maanden geduurd heeft, is thans opgelost een
nieuw kabinet, bestaande uil 4 conservatieve,
2 gematigde en 4 liberate leden, is onder presi
dium van Hagerup, gevormd.
Natuurlijk begint de zware taak, die bet Minis-
terie op zich genomen heeft, metdeonderhandelingen
over bet natiouaal conflict. Naar het schijnt, wil
het Zweedsche volk alles doen om tot een vergelijk
te komen, maar de partij der jonkers, die den
doorslag geeft, moet minder verzoeningsgezind zijn.
Tot groote verbazing van de meeste bewoners
De Volksbauier geeft volgend plan aan voor
een huldeblijk, H. M. de Koningin bij haar
troonsbestijging aan te bieden:
z/W ij zouden wenschen, dat allerwegen de beurzen
los gingen, en dat door de natie een voldoende
som werd bijeengebracht, die dieuen kan als
stamkapitaal voor een nationaal pensioenfonds.
Beter aan al het andere, zal hieraan het geld
besteed zijn.
z/En als dan de heugelijke gebeurtenis der kroning
van onze Koningin Wilhelmina plaats vindt, dan
Naar het Hoogduitsch van
Jenny Hirsch.
15)
De boot werd naar den oever geroeid en een
der visscbers sprong er uit. Hij snelde naar de
heeren met een donker voorwerp in de hand;
het was een stuk bout met iets glinsterends er
om heen geslingerd. Melnik rukte het hem uit
de hand.
z/Twijfelt ge nu nog?" riep hij, en hij hield
een gedeelte van een gouden ketting met een
goud en horloge er aan in de hoogte. //Gertrude's
ketting Gertrude's horlogevoegde hij er bij,
nadat bij een blik op bet gevondene had gestagen,
en reikte de voorwerpen over aan den rechter,
die naast hem stond. Het horlogeglas was ge-
broken, het uurwerk stond stil evenals het
hart van haar, aan wie het horloge had toebehoord.
//Zij moet op den bodem van het meer liggen,"
zeide de offlcier van justitie nu, en de overige heeren
stemden daarmee in. //Jelui moet verder zoeken,"
gebood bij den visscher, maar deze krabde zich
met een bedenkelijk gezicht achter het oor en
antwoordde
//Neem me niet kwalijk, heeren, maar dat zal
met veel helpen."
//V at Denk je misschien toch, dat de arme
jonkvrouw niet in het meer verdronken is?" vroeg
de rechter ontevreden.
//Dat zal wel zoo zijn, omdat het horloge er
in lag," antwoordde de visscher bedachtzaam,
z/maar daarom is het niet zeker, dat ze er nu nog
in ligt."
z/Waar zou ze dan gebleven zijn
z/Weggedreven naar het Kellermeer, dat komt
dikwijls voor," antwoordde de man. ,/Wij weten
nooit, of we in het Obermeer iets zullen vangen,
of dat de visch in het Kellermeer is ge'oleven.'
z/Geen uitvluchtenriep Melnik, schijnbaar
nog meer geprikkeld door deze opheldering van
den visscher. ,/Jelui moeite zal rijk betaald
worden, zoekt verder."
z/Ja wel, mijnheer, ja wel op een paar uren
werken in den nacht komt het bij ons niet aan,
maar Hoofdschuddend keerde hij naar zijn
kameraden terug en het werk werd voortgezet.
De maan en de sterren was reeds lang niet
meer aan den hemel te onderscheiden, de eerste
stralen der opgaande zon vlogen als vloeibaar
goud over het meer. Huiverend en vermoeid
lagen de heeren aan den oever op reisdekens uit-
gestrekt naar de visschers te kijken, die zich nog
steeds te vergeefs vermoeiden.
Eindelijk moest ook mijnheer Yon Melnik er-
kennen, dat een voortzetting van het zoeken
nutteloos was. De visschers konden er mee op-
houden.
z/Arme pertrude!" riep Melnik handenwringend;
//wij vinden zelfs je lichaam niet. Je zult niet
in gewijden grond kunnen rustenje zuster en
jeugdige nichtjes zullen niet eens bij je graf
kunnen bidden en het met bloemen versieren
z/Blijf toch bedaard, mijnheer," zei een der
visschers nuchter, „m het Kellermeer zal het lijk
niet blijven. Men kan het zeker niet afzoeken,
drage de natie dat kapitaal op aan haar, tot
vorming van den grondslag voor een staatspensioen-
fonds. Hier kan dus de natie en onze wetgevende
vergadering samenwerken om een gedenkteeken
tot stand te brengen, dat ten eeuwige dage den
Aederlandschen arbeider zal herinneren aan deze
gebeurtenis."
In het voorloopig verslag der leden van de
lweede Kamer over de staatsbegrooting voor 1896
wordt algemeen geklaagd over de onwelwillende
houding van Belgie in zake de toelating van invoer
van ons vee. Tegenover deze onwelwillende politiek
staat de groote vrijgevigheid van Nederland. Ook
de nieuwe conventie over het kanaal van Ter Neuzen
bevoordeelt Belgische belangen ten koste der
Aederlandsche, met name wat aangaat het water-
bezwaar, dat voor onze landerijen daaruit zal
voortvloeien.
In de afdeelingen der Tweede Kamer is weder
over het al of niet afschaffen der Staats-loterij van
gedachten gewisseld.
erscheidene leden uitten opnieuw den wensch,
dat de loterij zou worden afgeschaft. Zij hoopten
dat deze Minister aan de door liem ontworpen
hervormingen van het belastingstelsel een voorstel
van die strekking zou toevoegen. De afschaffing
acht men van groot belang voor de mindere klassen
der maatschappij, die thans door den Staat tot
spelen worden uitgenoodigd. Het was naar hun
inzien met overeen te brengen met de waardigheid
van den Staat, voordeelen te trekken uit de speel-
zucht zijner onderdanen. En evenmin te verdedigen
dat de Staat, die het hazardspel verbiedt, omdat
het een onzedelijk bedrijf is, zelf als speelhuishouder
optreedt.
Andere leden konden zich met dit gevoelen niet
vereemgen Zij meenden, dat de Staats-loterij
bescbouwd moest worden als eene soort van be
ating op de weelde. Dat door hare afschaffing
de belangen der mindere klassen zouden worden
gechend, werd geenszins toegegeven. Daargelaten
dat de deelneming aan de Staatsloterij volstrekt
met beperkt is tot de lagere klassen, in elk geval
zou de afschaffing slechts leiden tot deelneming
m buitenlandsche loterijen, die veel minder waar-
borgen van eerlijkheid opleveren dan de Staats-
loterij. Bovendien kan de uit die loterij voort-
v oeiende bate van 6£ ton bij den tegenwoordigen
toestand dew financien moeielijk gemist worden, en
ware dit wel het geval, dan zou afschaffing van
de tollen op land- en waterwegen zeker de voorkeur
verdienen boven de afschaffing der Staatsloterij.
het is daar veel te groot voor, maar het lijk komt
van zelf naar boven en spoelt aan den wal of
het raakt eindelijk in het net van een onzer
kameradei].
zo®kt l" riep Melnik, ,/wie het lijk
vindt, krijgt duizend mark van me. Hier heb ie
wat voor het werk van dezen nacht."
Hij gaf aan de visschers een flinke som gelds
die zij onder elkander verdeelden, onder belofte
dat zij al het mogelijke zouden doen om het lii'k
te vinden. J
De heeren keerden naar het rijtuig terug; de
koetsier was ingeslapen en moest wakker geschud
wordende paarden hadden zich intusschen te goed
ge aan aan het gras, dat hier in overvloed groeide
Voor de heeren instapten, nam Melnik den rechter
ter zijde en vroeg Wordt er nu handelend tegen
Eltester opgetreden
De rechter haalde de schouders op en zei
//De bewijzen zijn nog niet sterk genoeg."
//Wat? Na alles wat wij nu weten?"
rust wel verdenking op hem, maar het zou
met te verdedigen zijn, als ik hem nu reeds liet
gevangen nemen," antwoordde mijnheer Yon Reu-
ern. erlaat u echter geheel op inij en op den
inspecteur Dietel. De knaap zal ons niet ont-
snappen, wij houclen hem scherp in het oog."
Een handdruk werd nog gewisseld, Von Reutern
sdapte in en Melnik sloeg den weg in naar den
Overigens begreep men niet hoe zij, die deze
loterij strijdig achten met de waardigheid van den
Staat, zich er niet tegen verzetten,' dat de Staat
in Indie kleinhandel in opium gaat drijven.
Door de voorstanders der afschaffing werd naar
aanleidmg van deze beschouwingen nog aangevoerd,
dat die afschaffing gepaard zou moeten gaan met
maatregelen ter wering van deelneming in buiten
landsche loterijen. Wordt niet tot afschaffing der
Staatsloterij overgegaan, dan wenschen zij dat in
elk geval het privilege, bij art. 11 der wet van
23 Juli 1885 (Staatsblad no. 142) ten behoeve
van die loterij gevestigd, werd ingetrokken.
Blijkens aan het departement van buiten
landsche zaken ontvangen telegraphisch bericht
van Hr. Ms. gezant te Parijs, is bij ministerieele
beschikkmg van 24 October 1895 de Eransche
grens wederom voor den invoer van vee uit Neder
land opengesteld.
Op Lombok is thans alles rustig. Van
Atjeh komen echter treurige berichten omtrent de
volharding, waarmede de onzen beschoten worden
met het vijandelijke geschut.
Uit een schrijven van den heer J. A. Bakker
te Haarlem in 't N. v. d. D. blijkt, dat de kwestie
van het weggeslagen licht op den Rotterdamschen
waterweg waarover onlangs dooreenigeEngelsche
reeders is geklaagd niet zoo eenvoudig is, als
men wel zou denken. Daar is geen dam als te
1 Jmuiden, een rots in zee, maar eenvoudig een
pier van 2000 meter lengte. Het fondameut is
er met geschikt, om er een flink lichttoestel op
te plaatsen. Eerst moet dit fondament vertrouw-
baar worden gemaakt, maar het is geen kleinigheid
op 2000 meter in zee afstand van den duinvoet
ten rotsblok te maken van misschien 1 millioen
kilo zwaar.
T°en dan ook het lichtbaken door de zee ver-
zwolgen was, heeft men een noodbaken opgericht
en dat noodbaken draagt een schitterlicht, waar-
van de schittenngen bij goed vuurzicht op 8 zec-
mijlen zijn te zien. Dit licht schijnt bij benevelde
lucht en bij eemg mistig weder niet zoointenste
zijn dat t daar gemakkelijk doorheen boort, en de
zeeiui zagen dit gaarne veranderd, maar zoo heel
gemakkelijk is dit niet.
De heer Bakker eiudigt met deze woorden
ie levert den autoriteiten nu dat onwrikbare
rotsblok met verankering 2000 meter ver in zee 3
Want dat fondament dient er te zijn, wil men
kunnen bouwen. Is het te verwonderen, dat't lang
duurt, voor dat vraagstuk is opgelost in den zin
ZESDE HOOFDSTUK.
Eindelijk was het lijk van Gertrude von Kauffel
gevonden en George Eltester gevangen genomen
als den vermoedelijken moordenaar.
Dne dagen nadat het verdwijnen der ionge
dame de gansche landstreek in opschudding had
gebracht werden deze twee feiten algemeen bekend.
Dietel, die George voortdurend door bijzonder
bekwame beambten scherp in het oog liet houden
had spoedig uitgevorscht, dat de houtvester Dorn
waarheid sprak toen hij zei, dat George Eltester
van plan was bmnen kort Segeveld te verlaten.
Alles deed vermoeden, dat hij eene buitenlandsche
reis wilde ondernemen.
Per telegraaf had de verdachte bij de regeering
verlof aangevraagd om eene reis van langen duur
te kunnen ondernemen, en die plotseling nood-
zakehjk was gewordenper telegraaf was hem dit
ook onmiddellijk toegestaan. Yoordat George het
antwoord m handen kreeg, had Dietel er echter reeds
kenms van genomen. Verder wist de inspecteur,
dat de weduwe Eltester zich te Eutin bij een
bankier had vervoegd en daar verscheidene effecten
had verkocht, die aan haar en haar kinderen toe-
behoorden uit de nalatenschap van haar overleden
echtgenoot.
Het kwam er nu op aan te weten hoe de ver-
dachte de vlucht wilde nemen. George gin"
hierbij echter te werk op een manier, die niets op
een vlucht geleek, en daardoor verblufte hij den
inspecteur zoo, dat deze hem bijua had laten
ontsnappen.
Bij klaarlichten dag kwam George Eltester naar
et spoorwegstation te Gremsmiihlen, in gezelschap
van een knecht, die een matig grooten koffer en
een reistasch voor hem droeg. Hij nam een
plaatskaart naar Kiel en liep nu heen en weer
op het perron om den trein af te wachten.
eze naderde, stond stil, de deuren der wagons
HiEHZEISCHE COIIRMT
Bit Iilad verscliijnf .naandng-, lVoeusdat;- en Vrijilatravoiitl bij den uitgever 1
V A X
11 i 1
A U te Ter Aeuzen.