Algemeec Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. AAroiiDiim So. 3115. Dinsdag 19 Februari 1895 35 Jaargang. aanbesteden Het uitdiepen der haven in de gemeente. Een mislukte aanslag. Binnenland. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Eranco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteur'en en Brieven- bushouders. Inzending van advertentien voor 3 uren op den dag der uitgave. ADVESTENTIlN: Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Bargemeester en Wethouders van PHILIPPINE zullen op Woensdag den 6den Maart 1895, des narniddags te 3 uur, op het gemeentehuis in het openbaar De aanwijzing zal plaats hebben op "VVoensdag den 27 Februari 1895, des voormiddags te 10 uur. De inschrijvingsbiljetten kunnen tot op het oogenblik der besteding in de daartoe oestemde bus geworpen worden. Bestekken zijn verkriigbaar bij den secretaris tegen 0,60. Philippine, 9 Februari 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. B. D1IOOGE, Burgemeester. L. N. STUBBli, Secretaris. folitieLt Overzicht. De berichten betreffende den staat van zaken in Oost-Azie luiden nog steeds zeer tegenstrijdig. Terwijl de Times op gezag van haar correspondent te Peking mededeelt, dat de Cliineesche Begeering er niet aan denkt, weer vredes-onderhandelingen aan te knoopen met Japan, wordt daarentegen van andere zijde uit Tientsin, de voorstad van Peking, gemeld, dat de Keizer van China een gewichtig besluit heeft genomen, met het doel om den vrede te herstellen. Het heet namelijk, dat Li-Hung- Chang, de bejaarde onderkoning van Petschili, die, naar men weet, na de eerste nederlagen der Chineezen van zijn ambt en de onderscheidingsteekenen daaraan verbonden, werd beroofd, weer in eere is hersteld. Li-Hung-Chang zal nu naar Japan worden gezonden, ten einde met de Japansche Begeering in overleg te treden over de voorwaarden, waarop een einde aan den oorlog kan worden gemaakt. Wat den toestand bij Wei-hai-wei betreft, zijn nog geen verdere berichten ontvangen. Alleen FEUILLETON. a) //Zoo, dat is dus jouw wraak op dien langen Joris Goedbloed, die je de oogen uitsteekt met zijn meisje. Ik moet zeggen, dat het een heel aardig plannetje is. Maar als ik vragen mag welk aandeel begeert wel gij van de diamanten z/Niets. Jij mag alles behouden." vJe bent royaal, hoor, zoo royaal, dat het maar beter is dat we elkaar voor goed vaarwel zeggen," merkte de schurk lakoniek op. /,Als de diamanten eenmaal in mijn handen zijn, blijf ik geen dag langer liier in het land. Bovendien zou ik ze hier niet zonder gevaar kunnen verkoopen, zoodat je je daaromtrent niet ongerust behoeft te maken. Nu, bonjour, reken er maar op, dat het met het zaakje afgeloopen is en met den vijand ook." De beide mannen gaven elkander de hand en Lermer keerde zoo opgeruimd naar het kantoor terug, dat Pietersen, zich verwonderd, de oorzaak van die opgeruimdheid afvroeg. Den volgenden dag onderwierp Lermer den ongelukkigen Pietersen op zijn eigen houdje aan een kruisvuur van vragen. z/Ik moet zeggen, dat je een prachtig verzinseltje hebt gevonden," besloot hij met geveinsde veront- waardiging. En nu denk je zeker, datjeonsdoor die kleine verwondingen om den tuin kunt leiden De ongelukkige Pietersen was een droevig toon- beeld, zooals hij daar op een stoel zat terwijl Lermer triomfantelijk voor hem stondzijn eene arm hing in een doek, zijn gezicht was vol krabben en schrammen, en hij zag er heel anders uit dan de gelukkige jongman van den vorigen dag. //Een prachtig verzinseltje, waarachtigen de wordt het bevestigd, dat de Chineesche admiraal Ting het eens is geworden met den Japanschen admiraal Ito, betreffende de overgave der Chineesche vloot. Vermoedelijk zijii derhalve nu reeds de Chineesche oorlogschepen in het bezit der Japanners. Veel rust schijnen de Japanners zich, ondanks de onlangs behaalde overwinningen en de strenge koude, die nog steeds aanhoudt, niet te gunnen. Ten minste volgens een telegram, te Shangai" uit Chefoo ontvangen, zijn de Japansche troepen op het schiereiland Shantung reeds tot op een afstand van vijf mijlen, ten zuiden van Chefoo gevorderd. Over de tusschenkomst van Engeland en Busland, waarover gedurende de laatste dagen zooveel is gesproken, is nog niets naders bekend. Indien de Chineesche regeering op een dergelijke interventie rekent, zal zij zeker nog langen tijd geduld moeten oefenen, want aan eene schikking tusschen de Europeesche mogendheden, betreffende een gemeen- schappelijk optreden in Oost-Azie, is voorloopig nog niet te denken. Het is daarom zeer waarschijnlijk, dat de Chi neesche regeering, in overleg met de vertegen- woordigers der andere mogendheden, is overgegaan tot het besluit om Li-IIung-Chang naar Japan te zenden, omdat er toch geen kans bestaat, dat op andere wijze een einde aan den oorlog wordt gemaakt. Te Londen is een telegram ontvangen uit Wei- hai-wei, waarin wordt gemeld dat de Chineesche Admiraal Ting zich van het leven heeft beroofd. Zoodra de capitulatie der vloot was ouderteekend, maakte de admiraal een einde aan zijn leven. De Chineesche schepen zijn nu aan de Japanners overgeleverd. De commandant der landtroepen deed hetzelfde. Admiraal Ting nam vergif in en worgde zich daarna met een zijden koord. De generaal benam zich het leven met behulp van een dolk. De ministerieele crisis in Noorwegen is nog niet opgelost. Naar men weet, heeft koning Oscar opnieuw een schrijven gericht tot den voorzitter van het Storthing, waarin hij de verschillende geschilpunten, ten opzichte van welke hij wil toegeven, nader toelicht. De leiders der radicale partij hebben onmiddelijk dit schrijven weer beantwoord. Over grijzende lach, die deze woorden vergezelde, deed Pietersen verbaasd opzien. Ik hoop maar voor jou, dat je den patroon dit voor goede munt zult kunnen doen aannemen. Maar toevallig, hier beging Lermer de onvoorzichtigheid om vooraf te laten gaan wat hij op Pietersen's relaas had willen laten volgen „heb ik gisterenavond het heele plannetje afgeluisterd en ik heb het mijn plicht geacht mijnheer V olfson te waarschuwen, die het mij kwalijk heeft genomen, dat ik het niet dadelijk bij de politie heb aangegeven." Pietersen was een en al verbazing. tk weet niet wat hij wil doen," vervolgde Lermer, //maar mijnheer Wolfson was van morgen hier en ik gelooi dat hij naar de politie is gegaan. O, je behoeft rnij niet zoo verontwaardigd aan te zien. Ik verzeker je //Ik geloof, dat je krankzinnig bent," zeide Pieter sen, zich van zijn verbazing lierstellende. ,/Ik begrijp niet wat je bedoelt z/Neen, natuurlijk niet," viel Lermer hem met een sinadelijken lach in de rede. //Maar on- gelukkigerwijze weten wij alien wat jij bedoelt, en //Lermer en Pietersen, kom gij beiden eens hier," zeide een scherpe stem, en omziende zagen zij den heer TV olfson in de deur van zijn kantoor staan. Beiden gingen naar binnen. z/Ga zitten, Pietersen," zeide mijnheer Wolfson z/je ziet er danig toegetakeld uit. Laat ik u beiden vertellen," vervolgde hij, ,/dat deze heer rechercheur van politie is, die verlangt te hooren wat gij te zeggen hebt. Begin jij maar Pietersen." z/Ziet u, mijnheer," zeide Lermer, ,/juist wat ik meende dat mijn plicht was u mede te deelen wat er gisteren avond gebeurd is //Wees zoo goed met spreken te wachten totdat u iets gevraagd wordt," viel de heer Wolfson hem in de rede. //TV ij zullen straks naar u luisteren. Nu is Pietersen aan het woord." den inhoud dezer brieven is nog niets met zeker- heid bekend. De kans, dat tnsschen de radicale meerderheid in het Storthing en de Kroon eene schikking zal worden getrotfen, begint nu wel te vermeerderen, maar toch blijft het nog even onzeker, op welke voorwaarden een vergelijk zal worden getroffen. an de oppositie in het Storthing is zeker geen toegeven te verwachten, vooral niet, nadat zij bij de jongste verkiezingen de overhand behield. Eene schikking in der minne is derhalve alleen mogelijk, indien de koning er toe kan besluiten, de wenschen der radical en en geavanceerd-liberalen, betreffende de bekende consulaats-quaestie, in te willigen. De Fransche Kamer is met de behandeling van het budget voor 1895 nu zoover gevorderd, dat ook de begrooting voor onderwijs is aangenomen. De radicalen brachten daarbij natuurlijk ook weer de onderwijs-kwestie ter sprake, maar de heer I'oincare, die als minister van onderwijs zijne begrooting verdedigde, behield steeds de overhand. De meerderheid, waarmede de regeering zegepraalde, w as echter niet zeer groot. Een der amendementen, dat van den heer Cochin, die een krediet van 30,000 francs verlangde voor zijne chemische school, waartegen de heer Poincare zich verzette, werd verworpen met 237 tegen 236 stemmen, derhalve slechts met de meerderheid van eene stem. Vrijdag werd de discussie voortgezet. ermoedelijk zal nu spoedig de financieele be grooting aan de orde worden gesteld. Dan komt de heer Bibot, als minister van financien aan het woord, ten einde zijne begrooting, waarmede de financieele commissie zich in hoofdzaak heeft ver- eenigd, te verdedigen. Betreffende den toestand in Bulgarije verkeert men nog in het onzekere. De Bulgaarsche regeering ontkent, dat er grond bestaat voor de geruchten, welke te Weenen en te Berlijn zijn verspreid, naar aanleiding van de ongeregeldheden, welke, naar men te Belgrado be- weerde, in Bulgarije zijn voorgevallen. Ook te Bucharest is nog niets vernomen, dat tot bevestiging dezer berichten kan dienen. loch blijft men te Weenen gelooven, dat de toestand in Bulgarije aanleiding geeft tot ongerust- heid. TV at daarvan aan is, zal wellicht reeds dezer dagen blijken. z/Ik heb u niet veel te vertellen, mijnheer/ aldus begon Pietersen bedaard. ,/Maar u zult me veroorloven, dat ik eerst mijn verwondering te kennen geef over den keer, dien deze zaak ge nomen heeft, en dat zij u bekend blijkt te zijn. Gisterenavond was ik op weg naar mijnheer Broeders, toen ik werd aangevallen door een paar kerels, die rnij van alles beroofden j gelukkig kon ik zeggen, dat de diamanten Hij hi eld op en keek van den een naar den ander, toen plotseling een luide uitroep weerklonk. Lermer werd bleek, de heer Wolfson sloeg zenuw- achtig zijn Jhanden ineen en de rechercheur glimlachte droogjes. z/De diamanten schreeuwde de patroon. //Heb ben de dieven ze niet in handen gekregen?" Lermer huiverde. z/Neen, want gelukkig had ik ze niet bij me. I oen ik thuis was, heb ik ze uit mijn zak gehaald om ze aan mijn vader te laten zien, die vroeger ook in diamanten heeft gedaan. Daarop ben ik uitgegaan zonder de diamanten, vergetende dat ik ze voor alle securiteit in een ijzeren kistje had weggesloten. Ik heb ze nu bij rnij. Hier zijn ze mijnheer W olfson en ik kan u verzekeren, dat ik mij nooit in mijn leven zoo gelukkig heb ge- voeld als op dit oogenblik, in de wetenschap dat de dieven zich niet van uw eigendom hebben kunnen meester maken." Zonder een woord te spreken nam de patroon de enveloppe aan, haalde de diamanten er uit en onderzocht ze. //Een heel eenvoudig verhaal en voldoende ook," zeide hij met een vreemden glimlach. ,/En nu u, mijnheer Lermer. Wat heeft u te zeggen? Ik geloof niet, dat deze geschiedenis erg naar uw genoegen is afgeloopen, wel //Ik ik stotterde Lermer met heesche stem, //ik begrijp er niets van. Er bestaat hier een complot om u te bedriegen. Ik zweer u, De Commissaris der Koningin in Zeeland heeft bepaald dat de aflevering van de bij de Nat. Militie \oor de lichting van dit jaar in te lijven manschappen uit de gemeenten dezer provincie zal geschieden op de plaatsen, dagen en uren hierna vermeld Op Maandag 4 Maart: te Middelburg op de bovenvoorzaal van het raadhuis, voorm. 10 ure, na aankomst der Zeeuwsche spoorboot, die te 6 ure van Zierikzee zal afvaren, alien uit de verschil lende gemeenten dezer provincie, die zich voor de zeemilitie hebben aangemeld. Op V rijdag 8 Maartte Ylissingen in de benedenzaal van het raadhuis voorm. 11£ u. na aankomst der stoomboot, die te 10 J u. van Bres- kens zal alvaren, die der gemeenten gelegen in het westelijk gedeelte van Zeeuwsch-Vlaanderen nam. 1 uur, na aankomst der stoomboot, die te 10 i u. van 1 er Neuzen zal afvaren, die der gemeenten gelegen in het Oostelijk gedeelte van Zeeuwsch- laanderen, uitgezonderd Hengstdijk, Hontenisse en Ossenisse. Op Woensdag 13 Maartte Tholen in het voorportaal van het raadhuis midd. 12 u. die der gemeenten Hengstdijk, Hontenisse, Ossenisse, Oud- Vosmeer, Poortvliet en Scherpenisse. Omtrent de Bijkspostspaarbank kan worden inedegedeeldde som sedert de invoering der Bijkspostspaarbank tot aan het einde van' 1893 ingelegd, klom tot 109£ millioen, waarvan 81 werd terugbetaald. Met inbegrip der in de spaarbankboekjes bijge- schreven rente, bedroeg het saldo tegoed aan het einde van 1893 32'/4 millioen, verdeeld over 401,046 inleggers. Bovendien werd nog 161,991,04 aan rente uitgekeerd. De kosten der instelling, met inbegrip van die der eerste inrichting, hebben van 1881 tot en met 1893 bedragen 1,262,000. De overschotten op de renten waren niet alleen toereikend om die kosten te dekken, doch overtreffen die nog met ruim 220,000, waarvan een bedrag van f 29,646,54 als eene bijdrage tot het reservefonds, be- doeld bij art. 17 der wet, is beschouwd en het overige beschikbaar is gebleven voor de stichting van een nieuw gebouw, waartoe bereids besloten dat wat ik u gisterenavond verteld heb, de waar- lieid was." z/Kom hier, schurk, en herken uwen ellendigen medeplichtige," was het ernstig woord van den diamantenhandelaar. Lermer werd doodsbleek en moest zich aan zijn stoel vasthouden om niet te vallen, want van achter een kamerscherm ver- toonde zich niemand anders dat Kees. z/Ik heb je gewaarschuwd, wat ik zou doen als ik de steenen niet te pakken kreeg," grijnsde de booswicht, //en nu heb ik mijn bedreiging vervuld, leelijke bedrieger, al kost het me ook een paar maanden 1" //Mijnheer de rechercheur, wees zoo goed mijn bediende Lermer in arrest te nemen, zeide de heer Wolfson, op den bevenden Lermer wijzende. z/Ik beschuldig hem het plan te hebben beraamd om mij te bestelen voor een waarde van 6000 aan diamanten. Wat dezen man betreft hij wendde zich tot Kees ik verzoek hem niet te verrolgen terwille der inlichtingen, die hij ons heeft verschaft. Maar als onze jeugdige vriend Pietersen hem wil aanklagen wegens aanranding i/O neen, mijnheer. Ik vergeef hem uit den grond van mijn hart," viel Pietersen in, die beefde van blijde ontroering. ,/Ik ben veel te verheugd, nu ik zie, dat er geen verdenking op mij rust dank zij mijn nu gelukkige vergeetachtigheid. Eerst nu begin ik in te zien, wel k een verschrik- kelijk complot er tegen mij is op touw gezet. Dienzelfden dag nam Pietersen de plaats in, die open was gevallen door de arrestatie van Lermer, en zijn verbeterde positie vergoedde hem de kwetsuren, die hij bij de aanranding had opge- loopen. EINDE. it* jftfifttriiMitfyi i;i utt )i n illZEIVSCHE C01IRAIT. oensdag- en Vrijdasavnnd bij den uiigever I*. J. 1 1 1 8 A W E te Ter Neuzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1895 | | pagina 1