Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeawsch-Vlaanderen.
Verkoop Plantsoen.
Het Plantsoen
No. 31 Of).
Dinsda^ 29 Januari 1895
35e Jaargang.
abonnement-
Buitenland.
Vlissingen in 1809.
Binnenland.
Voor
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot bet plaatseu van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave.
De Burgemeester van SAS VAN GENT, zal
op Donderdag den 31 Januari 1895, des voor-
middags te elf uur, in het openbaar verkoopen
der langs den Westdam te Sas van Gent staande
tronken.
Sas van Gent, 26 Januari 1895.
De Burgemeester voornoemd,
JOH. VERSCHAFFEL.
Het bedanken van den president der
Belgische Kamer
Hierover lazen we in de Belgische bladen
't volgende
Het voorval dat Vrijdag den president der
Kamer genoopt heeft zijn zetel te stellen ter
beschikking van de Kamer, werd geboren uit een
aanmerking, welke de socialistische afgevaardigde
Anseele maakte over de wijze waarop de wetten,
die de arbeiders moeten beschermen, worden uit-
gevoerd.
In Belgie steken de patroons den draak met
de wetten tot beseherming der werklieden evenals de
burgerij met de schutterij. Toen lachte mendoch
dat lachen verkeerde in woede, toen de beer Anseele
Vrijdag feiten aanbaalde om de waarbeid te bewijzen
zijner bewering, dat men spotte met de wetten,
met die op den kinderarbeid b.v. Hij sprak van
patroons die hun arbeiders bestelenvan over-
tredingen, die onder anderen de minister van
landbouw beging en waartegen de minister van
justitie niets deed.
De minister van justitie, die mouchards stuurt
naar ouze vreedzame vergaderingen, heeft geen politie
agenten om de groote dieven te kunnen pakken.
Gij lacht mijnheer Eeman
De heer EemanIk lach niet. Ik vind uw
beschuldiging onbetamelijk.
De heer Anseele: Onder elkaar zijn zij eer-
lijk. Maar tegenover den werkman verandert de
moraal dier heeren. Zij zouden niet een wissel
van 500 francs willen laten protesteeren, maar zij
stelen 25 centimes van een ellendig werkman.
Dat komt, omdat de werkman uw eigendom is,
(protest van rechts). Wanneer het den werkman
FEUILLETON.
HISTORISCHE NOV ELL E
GEORGE KEPPER.
Zoodra zij ontwaakte, bracht Henri haar eenigs-
zins op de hoogte van de zaken, deelde haar
omzicbtig de zware verliezen mede, welke zij
geleden had en haalde haar over, naar Utrecht
bij zijne moeder te gaan, terwijl zij voorloopig,
wanneer hij niet meer voor haar zou kunnen zorg
dragen, zich gerust aan de hoede van den edelen
bevelbebber kon toevertrouwen.
Gerustgesteld nam bij dus afscheid van Erangoise,
die zoo plotseling al, wat haar lief en dierbaar
was, verloren had, en nu ook zijn bijzijn derven
moesthij gaf haar een brief aan zijn moeder
mee, ten zeerste overtuigd, dat zij, die hij beminde,
nergens meer welkom zou kunnen zijn, dan bij
haar. Hij maande haar tot kalmte en geduld aan,
verzekerde haar nogmaals van lord Chatham's
goede bedoelingen, en verliet haar, om onder zijn
overgebleven makkers met krijgseer, slaande trom
en vliegende vaandels de goed verdedigde vesting
te verlaten en als gevangene de zee over te steken.
De krijgsbewegingen gunden den Britschen
opperbevelhebber weinig rust, en de toestand van
zijne troepen begon spoedig hachelijk te worden
maar bij vergat zijne belofte niet, en door zijne
bemiddeling werd aan Frangoise de reis geinak-
kelijk gemaakt, zoodat bet haar mogelijk was, met
betreft, zijt gij alien de bende Cartouche en Co.
(tumult).
Eeman Een dolheid Kwade trouw
De pres.Ik roep u tot de orde
Eeman (opgewonden, herhaalt)DolheidKwade
trouw
De pres. Noodzaak mij niet, u een tweede
maal tot de orde te moeten roepen.
Coremans Dat zijn tocb dolheden
De pres.Dwing mij niet, u ook tot de orde
te moeten roepen.
De heer Anseele vervolgde zijn rede, eindigende
met de woorden„Gij kunt, als gij wilt, de
salarissen verhoogen. Helpt ons. En wanneer
gij ons geliolpen zult hebben, zal de sociale kwestie
opgelost zijn."
Daarna trad de heer Eeman op, om er tegen
te protesteeren, dat de president hem tot de orde
had geroepen, en kenschetste de rede van Anseele
als die „van een bezetene
FumemontGij zijt een bezetene
L. Detuisseaux En nog wel een van de eerste
soort
De pres. Ik verzoek den heer Eeman, de
uitdrukking bezetene" terug te nemen.
Eeman Dat kan ik niet.
De pres.Dan roep ik u weer tot de orde
en ontneem ik u het woord. Ik zal de vergadering
raadplegen. Dat degenen, die van oordeel zijn
dat het tot de orde roepen moet worden gehand-
haafd, gaan staan
(ANeen de linkerzijde staat op.)
De pres. Dat zij, die van een tegenovergestelde
meening zijn, thans gaan staan.
(Al de leden der rechterzijde staan op.)
De pres. De demonstrate is voldoende. Gij
weigert mij de noodige macht om de orde te
handhaven. Onder zulke omstandigheden leg ik
het presidium neer(Het tumult had zijn
hoogste punt bereiktde soc.-dem. linkerzijde
applaudiseert alsof alles stuk moest)De
ineerderheid wil mij niet ondersteunen bij het
handhaven der orde. Ik kan niet toestaan, dat
een lid dezer vergadering een ander lid een bezetene
noemt. (Hij verlaat zijn zetel, die wordt ingenomen
door den vice-voorzitter, den beer Tack.)
Een oogenblik heerschte groote verslagenheid
onder alien, van welke partij ook. De heer
Eeman, de oorzaak van dit tooneel, bezweert den
president zijn plaats weer in te nemen. „Nooit
is het korte antwoord van den heer De Lantsheere.
Toen de beer Woeste „Het is een misverstand.
Ik bezweer onzen eminenten en waarden president,
een enkelen bediende, niettegenstaande al de gevaren
die aan deze reis verbonden waren, haar doel te
bereiken. Het behoeft niet gezegd te worden,
hoe goed Henri zijne moeder kende, hoe hartelijk
Frangoise ontvangen werd, boeveel zij van den
zwervenden zoon moest verhalen, en hoe innig naar
de terugkomst van den gevangene werd verlangd.
Wel had Frangoise op eenmaal alles verloren,
al vond zij ook een nieuw te buis, waarin men
met open armen haar ontving. Een goede stief-
rnoeder, die trouwens haar van haar prille jeugd
had opgevoed en in den waren zin van het woord
eene moeder voor haar was geweest, was haar
ontvallenen een vader, dien zij boven alles had
lief gehad, mocht zij evenmin wederzienook hij
behoorde daaraan was geen twijfel meer moge
lijktot de rampzalige offers der belegering van
Vlissingen.
HOOFDSTUK VI.
Ruim twee jaren waren sinds de verhaalde ge-
beurtenissen verloopen. Men schreef het jaar 1812
mede een jaar, dat in de geschiedboeken een
donkere bladzijde vormt. Dit jaar echter was
minder hard voor de familie d'Alincourt, want
Henri was in den echt getreden met bet meisje,
dat hij met levensgevaar aan de vlaminen betwist
had. Rondom hen woelden wel de hartstochten,
weergalmde het krijgsgedruischmaar zij genoten
de rust, die zij zoozeer verdienden na de ellende,
op zoo jeugdigen leeftijd doorgestaan.
in naam onzer oude vriendschap, niet aan zijn
woorden vast te houden. In de verschrikkelijke
crisis, welke het land ondergaat, is het van belang,
dat onze president in zijn functie blijft. Ik vraag
hem, een oogenblik de beleediging, welke hem is
aangedaan, te vergeten. Ik vraag van hem een
opoffering in het belang der publieke zaak."
Daarna de socialist Van der Velde Ieder weet,
dat onze geachte president onze toejuichingen niet
zoekt. Zoo iets van hem te zeggen, zou zijn hem
te beleedigen. Hij leidt onze debatten met een
waardigheid, welke alle partijen eenstemmig zullen
toejuichen. Ik ben overtuigd, dat hij toe zal
geven aan de eenstemmige gevoelens der Kamer
(toejuichingen op alle banken).
En eindelijk onder groote stilte de heer De
Lantsheere „In de rede van den heer Anseele
ontbrak het niet aan heftigheden. Maar ik ver-
klaar hier wanneer de feiten, die de heer Anseele
heeft aangehaald, waar zijn, had hij niet alleen
het recht, maar was het zijn plicht ze openbaar te
maken op de nationale tribune. Wanneer ze
onwaar zijn, zal de schande alleen hem treffen.
Maar ik kon niet dulden dat de parlementaire
vrijhefd in den persoon van den heer Anseele werd
geschonden
//Ik heb de vergadering geraadpleegd. De
linkerzijde antwoorddejade rechter onthield
zich. Ik houd mij niet aan woorden, ik houd
mij aan daden. Ik kan niet meer rekenen op den
steun der meerderheid en in zulke omstandigheden
blijf ik bij mijn aftreden."
Er volgde groote stilte op deze woorden. Daarna
werd de vergadering onmiddellijk gesloten.
De Limb. Koer. deelt de volgende bijzonderheden
mede omtrent het bezoek van H.H. M.M. de
Koningiimen aan Maastricht.
Het bezoek kan tusschen 20 en 24 of wel
tusschen 27 en 81 Mei verwacht worden. Zeker-
heid daaromtrent schijnt nog niet te bestaan.
In de woning van den commissaris der Koningin
worden voor elke der Koninklijke bezoeksters een
salon en een slaapkamer in gereedheid gebracht.
Door de zorg van den Cercle Equestre zal eenc
eerewacht aangeboden worden.
Er is eene commissie met mevr. Ruys van
Beerenbroek, de echtgenoote van den Commissaris
der Koningin, aan het hoofd, samengesteld, om
II.H. M.M. een geschenk in zilver aan te bieden.
Zooals reeds werd aangemerkt, alleen door de
menschlievendheid van lord Chatham was het
Frangoise mogelijk geweest, het oord van onheil
te verlaten en hoewel de reis bezwarend, zelfs ge-
vaarlijk kon genoemd worden, had de geestkracht,
die haar slechts kort verlaten had, haar alle
hinderpalen doen overwinnen.
Reeds na weinige maanden was het Henri door
bemiddeling van den bevelhebber vergund geworden,
naar zijn vaderland terug te teeren't geen te
gemakkelijker werd toegestaan wegens een ongeval,
dat hem aan boord was overkomen en hem belette,
in de vijandelijke gelederen dienst te doen.
De lieve hoedanigheden van Frangoise, welke
zoo gunstig afstaken bij die der vroegere huisge-
noote, hadden haar spoedig de liefde van Jane
doen winnenHenri had na zijn terugkeer niet
lang alleen behoeven te wonen, en betrekkelijk
spoedig zijne kamers in de Choorstraat verwisseld
met de woning, waarin wij hem nu met zijn
jonge vrouw aantreffen.
De middelen van zijne moeder stonden hem toe,
in deze benarde tijden onbezorgd te leven. Jane
was bij hen komen inwonen en als ooit eene
moeder deelde in het geluk van haar kroost, dan
was het Jane 'd Alincourt.
Vooral eene omstandigheid vermeerderde hare
vreugdezij was namelijk van de zorg voor haar
pleegkiud ontheven. Marie d'Angnes was reeds
meer dan een jaar geleden met den rijken Rozen-
daal in het huwelijk getredenuit een zekere
jaloezie had Marie eindelijk er in toegestemd,
aan het verlangen van haar aanbidder gehoor te
geven. De arme man heeft zwaar geboet voor
zijn onberaden stapwant wee hem, die zich de
Cmtrent bet geschenk, dat aan de Koninginnen
zal worden aangeboden bij haar bezoek aan de
hoofdstad der provincie Limburg, verneemt men
dat het waarschijnlijk zal bestaan uit een marmeren
voetstuk, waarop in gedreven zilver de engel met
het stadswapen van Maastricht zal prijken. Op
de vier zij den van het voetstuk zouden in haut-
relief aangebracht worden gezichten op de Maasbrug
of Markt, de St. Servaas en St. Janskerken, de
oude Helpoort en het oude Stadhuis. De gelden,
daartoe noodig, zouden uit een inschrijving der
burgerij, met een minimum van een kwartje,
ingezameld worden door de dames van het comite,
bijgestaan door jonge juffrouwen, welke op het
Stadhuis dit geschenk zouden aanbieden.
Tot de ontvangst ten stadhuize wordt, buiten
het officieel bezoek, een diner ontworpen, hetwelk
in de groote salle des pas perdus wordt voorbereid.
Tot heden hoorde het blad slechts vermelden
het bezoeken van de St. Servaaskerk en schatkamer,
de St. Janskerk en misschien de Waalsche kerk
(deze laatste omdat deze kerk in het bezit is van
een avondmaalsbeker door een lid der vorstelijke
familie Waldeck geschonken) en van het Burgerlijk
Gasthuis.
De Mastreechter Staar zou voornemens zijn een
cantate uit te voeren in het voormalig stadsmagazijn.
De cantate zelf zou door den heer G. I). Franquinet
gedicht en door den heer Smulders getoonzet
worden; ongeveer 500 heeren en 100 dames
zouden daaraan deelnemen. De Cercle Equestre
zou op den tweeden dag van bet koninklijk bezoek
een internationaal concours hippique uitvoeren, de
Groote Societeit een luisterrijk concert geven. Bij
hare terugkomst zouden H.H. M.M. bij den laatsten
rit van het concours-hippique zijn en bij de prijs-
uitdeeling aanwezig.
Behalve het luisterrijk diner, door den Com
missaris der Koningin aan te bieden, staat nog
een rit naar Valkenburg op het programma.
De societeit Momus zal H.H. M.M. verzoeken
een schilderstuk, voorstellende de Weldadigheid
en ontworpen door de Maastriclitschen kunstschilder
Goovaerts, te mogen aanbieden.
oorts stelt het blad in het vooruitzichteen
groote raout op het gouvernements-gebouw, de
overkomst of completeering van een bataljon met
de stafmuziek en eene algemeene illuminatie der stad.
De Commissaris der Koningin in Zeeland
heeft aan de Burgemeesters in dit gewest eene
circulaire gericht van den volgenden inhoud
z/De gevallen, bedoeld in mijne circulaires van
24 Mei 1890 (Prov. blad n° 46) en van 26 Nov.
illusie schept, een onverschillige, onaangename
vrouw in het huwelijk te zullen verbeteren
Doch Jane had haar plicht vervuld en zelfs
haar onbaatzuchtige raadgevingen waren door Marie
aan dwarsboomen van haar geluk toegeschreven
in elk geval was dit huwelijk van heilzamen
invloed op den vederen levensloop van mevrouw
d'Alincourt. Zij leerde werkelijk een geluk
kennen, dat zij niet meer voor zich weggelegd
had geaclit. En toen eindelijk een lief kleinkind
haar tegenlachtetoen zij opnieuw hare zorgen
op een hulpbehoevend wezen kon overdragen,
toen kende haar geluk geen grenzen
Op zekere middag bevond zij zich alleen met
Frangoise in de huiskamerHenri was afwezig.
Gezellig zaten zij te praten en Jane kwam
vertrouwelijk naast haar op de canape zitten.
z/Hoe dierbaar zijt ge mij gewordenriep zij
onwillekeurig uit.
z/Het is ook lang geleden, sinds Marie hier
geweest is".
z/Toen ik dit meisje tot mij nam, volgens een
heilige belofte, aan de ongelukkige moeder gedaan,
dacht ik veel vreugde van haar te zullen beleven
maar zij heeft niet geheel daaraan beantwoord.
En nu zij getrouwd is, zie ik haar zelden."
//Gij zult het wel eenzaam gehad hebben, toen
Henri in dienst trad," zeide Frangoise.
,/Eerst heb ik dit als een onoverkomelijke ramp
beschouwdmaar bij nader inzien is zijn vertrek
mij ten zegen geweest, want ik heb daaraan
een dochter en vriendin te danken."
A riendelijk zag Jane hare schoondochter aan.
Zoo keuvelende had zij liaren arm om het meisje
been gestagen, nam gedachteloos een fluweele*
TER iEllZENSCHE COIIRANT
■lit blaal verscliijnt fflaamlag-, Woensdas- en Vrijdagavonft bij den uitg-ever P". J. V A I UK S A M U E te Ter Weuzen.
DOOR
>En 't angstig denkbeeld voer haar
plots'ling door de ziel.
Zoo hij 'teens ware!"
Homme.