Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeawsch-Vlaanderen. No. 3103. Dinsdag 22 Januari 1895 35e Jaargang. BKKENDMAKING. Do Burgemeester der gemeente Ter Neuzen Vlissingen in 1809. Binnenland. ABONNEMENTr Per drie maauden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika 1,82J. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushoaders. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elkenregel meer/0,10. Grootereletters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatseu van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Inzending van advertentien v6or 3 uren op den dag der uitgave. IS it blatl verscliijiit VIiniiKliit;-, Woenadae- en Vrijdairavond bij den uitgever P. J. VAN IS K I A N D E te Ter Neuzen. maakt bekend, dat eene Openbare Vergadenng van den Gemeenteraad is belegd tegen Doiiderdug den 24 Januari 1895, des voormiddags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 21 Januari 1895. De Burgemeester voornoemd, J. A. VAN BOVEN. t*olitieU. Overzicht. De Europeesche pers toont zich zeer ingenomen met de oplossing der presidentscrisis in Frankrijk. De nieuwe president is wel het meest van alien verrast door de op hem uitgebrachte keuzeuit de medegedeelde bijzonderheden omtrent zijne carriere blijkt, dat het hem aan veine in het leven niet heeft ontbroken, maar dat hij nog eenmaal de eerste burger van Frankrijk zou worden, d. w. z. eenigzins op voet van gelijkheid zou komen met de gekroonde hoofden van Europa, dat zal hij waarschijnlijk zelfs in zijn stoutste droomen niet hebben durven denken. Van leerlooiersjongen President van de Fransche Republiek Het is een mooi pendant van het leven van Johnson, die het van kleermakersgezel tot President der Vereenigde Staten bracht. De geschiedenis van Richard Wittington zinkt er bij in het niet En toch hoe groot de eer ook zij is het de vraag of men den heer Felix Francois Faure, tot dusver een gelukkig en tevreden man in Frank rijk, wel kan gelukwenschen met zijne hooge waardigheid. De positie van den President is inderdaad verre van benijdenswaardig zelfs al laat men de kans op een vreeselijk uiteinde als Carnot trof buiten rekening. Met Carnot werd bij zijn leven gesold als met een harlekijn. Onveranderlijk werd hij voorgesteld als een goedige idioot, een man met een leeg bolletje, verzot op mooie jasjes. Perier, een te robuste figuur om zich tot eene dergelijke laffe spelerij te leenen, werd op de meest vilaine wijze beklad. Geen verdachtmaking zoo laag, geen beschimping zoo kwetsend, die hem werd bespaard. En nu Felix Faure Zal hij beter slagen dan zijn voorganger? Zal hij ongevoelig blijken te zijn voor al be beproeviugen, scheldpartijen en verdachtinakingen, die ook hem niet zullen worden bespaard FEUILLETON. HISTORISCHE NOVELLE GEORGE KEPPER. 23) Niet alleen leerde zij haar kind liefde, in plaats van onedelen hartstocht kennen, maar zij besteedde een gedeelte van haar aanzienlijk vermogen, waaraan zij aanvankelijk zulk een gansch andere bestemming had toegedacht, aan goede werken. Jane bewoonde een vrij groote kamer voor aan de straat; dit vertrek was sierlijk gemeubeld. Zij zat aan een werktafeltje en schreef; maar nu en dan werd de pen in haar vaart gestuit, en zag zij werktuigelijk het raam uit naar den statigen, grijzen Dom. Wij zouden slechts twee voorwerpen in haar nieuwe woning herkennen; het portret van haar echtgenoot en zijne schrijftafelandere meubelen had zij niet medegenomen, 't geen zich laat verkla- ren door de eigenaardige moeielijkheden, die het reizen tijdens het Schrikbewind aanbood. Maar wie kon zeggen, hoe dikwerf haar oog op die trekken gevestigd was; hoe menigmaal dit van het sprekend gezicht van haar kind naar het zwijgend gelaat van den vader was afgedwaald hoe dikwijls zij reeds voor die tafel had gezeten, met de hand onder het hoofd, zooals wij haar het laatst te Parijs bespiedden. En nu was haar kind, haar laatste hoop, mede van haar weg; trots haar smeeken had hij reeds op jeugdigen Men begint nu al aan zijne reputatie te tornen, zij het dan ook maar van socialistische zijde. De Petite Republique en dergelijken hebben hem terstond den oorlog verklaard, en met welke wapenen aan die zijde wordt gevochten, is bekend. De overige persorganen laten zich over het algemeen heel vriendelijk over den nieuwen presi dent uit. De Figaro voorspelt zelfs, dat Faure, nog afgezien van zijne verdiensten als staatsman, spoedig populair zal worden, want //hij is vriendelijk en beminnelijk en, waar het Fransche volk vooral op let, hij heeft iets zeer gedistingeerdszijne groote, elegante gestalte en zijn knap, manneiijk gelaat nemen reeds dadelijk voor hem in." Zelf is de heer Faure vol hoop en moed. De Parijsche correspondent van de Independance Beige maakte terstond zijne opwachting bij den president. In antwoord op de vragen, welke de correspondent deed, zeide de heer Faure ,/Gisterochtend kon ik nog niet vermoeden, dat mij het hoogste staatsambt zou worden opgedragen. De eer, welke mij te beurt is gevallen, is groot, maar niet minder zwaar zijn de plichten, welke mij daardoor worden opgelegd. Ik weet, dat eene groote mate van lijdzaamheid en toewijding wordt vereischt. Nu ik echter tot president der Republiek ben gekozen, aanvaard ik deze ernstige taak met moed. Ik zal beproeven mijn plicht naar behooren te vervullen." Nu, moed en hoop en toewijding, en vooral lijdzaamheid, zullen hem wel te stade komen, want de toestand van Frankrijk is allesbehalve roos- kleurig. Het staat er zelfs in vele opzichten ellendig voor. De Parijsche correspondent van de Times, de bekende heer De Blowitz, die bij meer dan eene gelegenheid getoond heeft oneindig beter blik op Frankrijk te hebben dan de Franschen zelf, schetst den toestand aldus z/Een land zonder ministerieeene Kamer openlijk in muiterij tegen eene gerechtelijke be- slissing, en die een ministerie liet vallen, omdat dit de beslissing der rechters wilde handhaven eene bandelooze pers een troep socialisten en ultra-radicalen, die aan de groote, maar gedesorgani- seerde partij der gematigden de wet voorschrijft een budget van vier milliarden, dat nog niet is aangenomen." Volgens de Berl. Volkszeitung is de bibliotheek der Rijksdag in de laatste dagen verrijkt met een groot aantal teekeningen door den Keizer zelf vervaardigd. De teekeningen stellen verschillende oorlogsschepen van de nieuwste constructie voor, leeftijd haar verlaten, terwijl hij ongestoord bij zijn inoeder had kunnen leven. Hij had zod- lang aangehouden, tot de zwakke vrouw hare toe- stemining tot zijn vertrek gegeven hadzonder te beseffen, welken gevoeligen slag hij haar hierdoor toebracht. Zij was niet alleen in het vertrekbij het venster zat een jonge dame te borduren. Geen woord werd tusschen haar gewisseld, zoolang Jane schreef wij kunnen dus dit meisje nader beschouwen. Velen hielden haar voor de dochtei;, van de brave vrouw, doch die zagen niet scherp, zooals dat meer gaat. Op haar gelaat stond niets te lezen van Jane's guile openhartigheidhaar uiterlijk was wel is waar fraai, doch zij bezat een woeste schoon- heid, die echter zeer getemperd werd door de onaangename uitdrukking harer phjsionomie, welke slechts geslepenheid te kennen gaf. Daarbij zweefde haar een trek om den mond, die moeielijk weer te geven zou zijn, doch den op- merkzamen beschouwer niet veel goeds deed ver moeden. Was dit ook de reden, waarom Jane niet zooveel van haar hield, als na een achttienjarigen oingang het geval had moeten zijn Wel was dit meisje de dochter van de markiezin d'Anges maar wanneer Jane zich de wanhopige vrouw tijdens haar laatste oogenblikken in den kerker der Conciergerie voor den geest haalde, dan vond zij weinig gelijkenis tusschen moeder en dochterde moeder was in haren doodsangst nog innemender geweest, dan nu de dochter zich voordeed. z/Het schrijven gaat u slecht afsprak Marie, die haar pleegmoeder, welke peiuzend voor zich uit zag, stil gadesloeg. die tegenwoordig in de Japansche, Noord-Ameri- kaansche en Fransche oorlogsvloten gevonden worden. Op elk der grootere bladen zijn meerdere schepen afgebeeld op enkele is met roode inkt bijgeschreven //Voor de biblotheek van den Rijks dag" dit bijschrift is van de hand des Keizers behalve het W. I. R. komt op verschillende bladen ook nog plaats en datum voor, waarop het opschrift door den Keizer werd bijgeschreven. Enkele aanteekeningen zijn als toelichtingen bij de teekeningen gevoegd. Aan de eerste parlementaire soiree, door den Rijkskanselier, Von Hohenlohe, aan de leden van den Rijksdag aangeboden, nam en ongeveer vijf- honderd personen deel. Alle partijen, met uit- zondering van de sociaal-democratische, waren vertegenwoordigd vooral van het centrum waren zeer vele leden aanwezig. Vele katholieke geeste- lijken maakteu tot laat in den avond gebruik van de gastvrijheid van den Rijkskanselier. Verschillende hooggeplaatse ambtenaren, generaals, officieren van de ministerien van oorlog en van marine, de commandanten van de verschillende regimenten der Keizer] ijke garde, de politiepresident, de voornaamste vertegenwoordigers van den handelsstand waren aanwezig, evenzoo een veertig journalisten. De Duitsche ambassadeur te Parijs, graaf Von Minister, die te Berlijn is wegens het feest van de orde van den Zwarten Adelaar, was ook tegenwoordig. Het door de Staten van Zee! and in de laatste najaarsvergadering genomen besluit tot wijziging van het reglement voor de calamiteuze polders of waterschappen in deze provincie heeft thans de koninklijke goedkeuring verkregende tekst er van werd bij besluit van 18 dezer door Ged. Staten aan de belanghebbende polder- en dijksbesturen medegedeeld. De wijzigingen betreffen de artikelen 30, 78, 121 en 141 en hebben betrekking op het nemen van maatregelen ter voorziening in het lot van weduwen en weezen van waterbouwkundige ambtenaren, en bestekken van buitengewone werken, vernieuwingen enz. ter zeewering of oeververdediging. Door Ged. Staten van Zeeland zijn de gemeentebesturen in deze provincie, bij circulaire van 18 dezer, in kennis gesteld met het besluit hunner ambtgenooten van Overijssel, waarbij wordt verklaard dat Herman Enschede, niet-eervol ont- slagen onderwijzer aan eene openbare lagere school te Enschede, krachtens het derde lid van art. 29 ,/Ik ben zoo bezorgd voor Henriin zoolang hebben wij geen tijding gehad." z/Dat is toch geen reden om u ongerust te maken hij zal het in Vlissingen wat druk hebben en misschien is hij wel veel uit geweest." Die laatste woorden sprak zij gemelijk uit. z/Hij is niet gewoon zijne moeder voor vermaken te veronachtzamen" merkte Jane wat verdrietig aan. z/Wie zegt dat?" ,/Ik dacht, dat dit je bedoeling was." ,/Gij denkt tegenwoordig wat al te veelmerkte zij eenigszins vinnig aan. Jane gaf hierop maar geen antwoord. //Iloe is het toch mogelijk, dat gij hier zijt gaan wonen," riep Marie geeuwend uit,/Ik vind de menschen zoo geducht vervelend." „Het is de vraag, hoe zij over u denken," zeide Jaiie terecht. ,/'t Kan mij volstrekt niet schelen." „Dit is altijd uw theorie geweest, maar is dat wel de ware /,Waarom niet Wat gaan mij de menschen aan Zij doen niets voor mij en ik denk niets voor hen te doen." ,/Het is gelukkig, dat anderen niet altijd zoo gedacht hebben," kon Jane zich niet onthouden, te zeggen. Hoe zacht haar toon ook was, het verwijt werd gevoeld. /,U begrijpt wel, dat dit onmogelijk op u doelen kanhet is niet noodig, uwe weldaden mij in het geheugen te roepen," gaf Marie scherp ten ant woord. „Toch blijf ik bij mijn gezegde. Gij hebtgeen reden om u over de menschen te beklagen," ver- volgde Jane, die meermalen gekrenkt werd door der wet op het lager onderwijs de bevoegdheid tot het geven van onderwijs heeft verloren. Het Rott. Nbl. zegt dat de politiek in de Zaanstreek eene geheele omkeering heeft teweeg- gebracht in de vroeger zoo luchtige, vroolijke, goed gezonde streek. En dat alles door de politiek, die zelfs in intiemen familiekring is binnengetreden en de vroegere eendracht heeft verbroken. Broers gaan elkander uit den weg, engagementen zijn verbroken, vriendschap van jaren afgebroken. Er heerscht nl. in de Zaanstreek, sedert de heer De Meyier, het ex-Kamerlid, die indertijd de motie indiende, waarvan de Kamerontbinding het gevolg was, eene groote verbittering tusschen de talrijke vrienden en familieleden van dien heer, die geparen- teerd is aan de voornaamste lui in de Zaanstreek, en de vele geestverwanten van Tak, die, omdat geen der partijen iets van hare beginselen wil prijsgeven, elke toenadering belet. Ziet het er dus, wat de staatkundige verhoudingen betreft, treurig in de Zaanstreek uit, met den heer De Meyier's gemoedstoestand moet het er volgens het blad nog veel treuriger uitzien. Hij heeft zich de Tak-kwestie en misschien ook zijne niet herkiezing zoo erg aangetrokken dat hij thans lijdt aan aanvallen van de diepste moedeloosheid en soms van totale verstandsverbijstering. Er is heel weinig hoop op herstel. Gansche namiddagen zit hij in zich zelven te verhalenHeeft Tak mij gezegd, dat ik de motie niet stellen moestheeft hij het gezegd. Ik weet het niet't kan wezen, maar ik kan 't me niet herinneren. Laat eens zien, heeft hij 't mij gezegd 't Is wel treurig, eindigt het bericht, vooral als men bedenkt, dat eene herkiezing alles zou voor- komen hebben. Zeker is het treurig dat zoo'n enkele politieke daad zulke treurige gevolgen voor een geheele streek kon hebben, maar het verhaal zelf is zoo fantastisch, zoo geheel in strijd met de kalmte waarmede politieke gebeurtenissen in ons land gewoonlijk opgenomen worden, dat wij met de Standaard vroegen „Feiten of Phantaisie Aan het N. v. d. D. werd Vrijdag uit Batavia geseind Sasaksche hoofd te Batoe Klian nam Rus Ma- lengin gevangen en bracht hem naar Ampenan. Over de ontvangst van de /Conrad," die stijders uit Lombok naar 't vaderland voerde, word bet volgende bericht Omstreeks een uur kwam het stoomschip de haven van IJmuiden binnen. Het werd daar met geestdrift ontvangen. De burgemeester van Velzen de onaangename taal van een meisje, dat zij zoo belangeloos tot zich genomen had. Marie haalde onverschillig de schouders op. Met weemoed zag de weduwe d'Alincourt haar aan dit was dan de dank, dien zij voor al haar goed- heid ontving, en wanneer Marie de geschiedenis van hare verzorgster beter begrepen had, zou zij wellicht ingezien hebben, hoe edel Jane d'Alincourt handelde, door aan haar zorgen te blijven wijden, die elke andere vrouw haar in die omstandigheden misschien niet zou hebben bewezen. Maar Jane had de ongelukkige moeder haar woord gegeven niets was later in staat, haar dit te doen vergeten. Het scheen zelfs, dat zij eenige spijt gevoelde over de gewisselde woorden ten minste de rimpels verdwenen langzamerhand van haar voorhoofd. Ook het meisje, hoewel met oneindig meer reden, had leed van het gesprokenede overtuiging voerde strijd met de hatelijke neiging van haar karakter en behaalde werkelijk de overwinning, doch dit duurde meestal zoo kortZij giug naar Jane toe en reikte haar de hand, welke echter niet met veel hartelijkheid aangenomen werd want te zeer waren zulke kleine tooneelen aan de orde van den dag om het Jane kwalijk te mogen nemen, dat zij voor haar pleegkind weinig liefde gevoelde. Weder nam zij de pen op en volgden hare gedachten haar kind, haar Henrieen voergevoel zeide haar, dat hem gevaar boven het hoofd hing, en wanneer zij werkelijk op de hoogte van de gebeurtenissen had kunnen wezen, zou hare onrust niet verminderd zijn. Hoe gaarne had zij met hare levensgezellin uren lang over den beminden zoon gesproken; maar de koude taal van het TEE NEHZElSriE CIIIftAHT DOOR

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1895 | | pagina 1