Algemeen
Nieuws- en Advertentiebiad
voor
Zeeowsch-Vlaanderen.
No. 3087.
Zaterdag 8 December 1894.
34e Jaargang.
Binnenland.
levering van Steenkolen
Vlissingen in 1809.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
m
ADVERTENTlEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elkenregel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bij deze courant behoort ecn bijvoegsel.
Wordt gevraagd uiterlijk Maandftg
jo dezer, des voormiddags 11 uren,
op het gemeentehuis te TER NEUZEN, prijsopgaaf
voor de
ten behoeve der gemeente—secretarie enz. in 1895.
Voorwaarden liggen aldaar ter lezing.
Ter Neuzen, 1 December 1894.
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
folitieli Overzieht.
Keizer Wilhelm heeft Woensdag de zitting van
den Duitschen Rijksdag geopeud.
In de eerste plaats deelde de Keizer mede,
dat de regeering voornemens is krachtiger op te
treden tegen de anarchisten en sociaal-democraten.
Tot dat doel is door haar de bekende Umsturz-
Vorlage bij den Bondsraad ingediend. Vervolgens
werd de aandacht gevestigd op de nieuwe tabaks-
belastiug, welke de Minister van financien Miquel
zal indienen en de verdere plannen van den heer
Miquel, waardoor hij de financien van het Duitsche
rijk op hechten grondslag hoopt te vestigen.
Zonder de aanneming der tabaks-belasting
aid us wordt in de troonrede gezegd is het met
mogelijk hettekort op de begrooting te dekken, tenzij
de Bondsstaten zich bereid verklaren de bijdragen,
welke zij raoeten geven, te verboogen.
De regeering blijft derhalve de tabaks-belastmg
handhaven en dringt tevens aan op de aanneming
van het wetsontwerp tegen de socialisten. oorts
werd ook gesproken over de buitenlandsche politiek.
Te dezen opzichte luidden de verklaringen, welke
de Duitsche Keizer aflegde, zeer bevredigeud.
Evenals Koning Humbert, toen hij de Italiaansche
Kamer opende, deelde Keizer Wilhelm mede, dat
de vooruitziehten tot handhaviug van den Euro-
peeschen vrede zeer gunstig zijn. De Keizer
bracbt hulde aan de nagedachtenis van Czaar
Alexander, in wien men een oprecht vriend van
den vrede heeft verloreu, maar sprak tevens de
verwachting uit, dat ondanks het overlijden van
den Czaar en president Caruot de vooruitziehten
voor de handhaving des vredes even gunstig zouden
"Wat de handhaving des vredes betreft, blijft het
vooruitzicht zeer gunstig. Geen der mogeudheden
denkt er aan den vrede verstoren. Van meer
belang is daarom hetgeen de Keizer mededeelde
over den politieken toest3nd hj- Duitschland, maar
daarover bepaalde de Keizer zich, evenals Koning
Humbert, tot algemeene mededeelingen. Eerst
later, wanneer de Rijksdag zijne zittingen heeft
hervat, kan men de volledige plannen der Duitsche
regeering vernemen.
Over de onderhaudelingen, welke de Chineesche
regeering met Japan wil aanknoopen, is nog niets
naders bekend.
Men gelooft hier aldus meldt de correspondent
van de New-York Herald te Shanga'idat China
de voorwaarden, welke Japan stelt, niet zal kunnen
aannemen. Hoe gaarne China ook een einde wil
maken aan den strijd, kan toch de Keizer nimmer
toestaan, dat Moekden in handen der Japanners
zal komen. Niet alleen zou dan de regeerende
dynastie een groot deel verliezen van haar prestige
in het land, maar tevens zou China ook elders
worden geminacht, indien men Moekden, de zetel
der Mandschoe—dynastie en het graf aes Keizers
aan de Japanners moest overgeven.
Derhalve maken de Chineezen zich gereed orn
den oorlog voort te zetten en in elk geval het
uiterste te beproeven om Moekden te behouden.
Waar generaal Yamagata, de bevelhebber van het
leger, dat op marsch is naar het Mekka der
Chineezen, zich op het oogenblik bevindt, is niet
bekend. Men weet alleen, dat de generaal den
marsch noordwaarts voortzet en waarschijnlijk spoedig
Moekden zal bereikeu. Indien het niet spoedig
de onderhandelingeu over den vrede kan beginnen,
zal het China waarschijnlijk niet gelukken de
hoofdstad van Mandschoerije tegen de Japanners te
beschermen.
Generaal Oyama, de commandant van^ het
Japansche legercorps, dat Port-Arthur heeft iuge-
nomen, heeft nog niets van zich doen hooren. De
generaal vertoeft nog te Port-Arthur, terwijl een
gedeelte zijner troepen noordwaarts is gezouden,
ten einde de operaties van generaal Yamagata te
ondersteunen.
Over de plannen van den Engelschen admiraal
Fremantle verkeert men nog in het onzekere. Het
Engelsche eskader heeft de haven van Shanga'i
verlaten, maar overigens is de bestemming der
Engelsche oorlogsschepen nog niet bekend. V oor-
loopig bestaat er nog geen reden om aan te nemen,
dat de Engelschen voornemens zijn bij dezen oorlog
teu gunste van Chiua op te treden.
De Fransche Senaat zal reeds spoedig een aan-
vang maken met de behandeling van het voorstel
der regeering tot het verleenen van een crediet
FEUILLETON.
HISTORISCHE NOVELLE
DOOR
GEORGE KEPPER.
g)
Het was haar vreemd op de straat, zoo zonder
geleidein geruimen tijd had zij haar woning
niet verlaten. Hoe gaarne had zij den steun van
haar bediende gehadmaar deze was nergens te
vinden. De spottende woorden van haar vervolger
schenen waarheid te hebben gevatook hij, de
oude dienaar, had moeten boeten voor zijn ver-
knochtheid. Geen hinderpalen konden haar afschnk-
ken. A1 haar hoop was op Collot d' Herblois
gebouwdeen man, dien zij nooit ontmoet had,
doch wiens na3m haar geen oogenblik uit de ge-
dachten was geweest, sinds Henri hem als zijn
redder genoemd had. Zij wist volstrekt niet, wie
hij was en waar hij woonde, maar begreep dat van
hem alleen redding te verwachten was. Het zou
voor eene vrouw als zij niet gemakkelijk wezeD,
zijn verblijf uit te vorschen en nog moeielijker,
tot hem door te driugen doch een stap, waarvoor
zij een dag te voren zou hebben teruggeoeinsd,
deed haar nu niet aarzelen. Met beklemdheid
echter had zij de afgelegen buurt verlaten, om
zich in de meer bevolkte gedeelten van Parijs te
wagenomzichtig ging zij voort, van plan een
geschikt oogenblik af te wacnten, om aan een
voorbijganger de noodige inlichtingen te vragen,
ten minste wanneer zij een vertrouwbaar mensch
mocht ontmoeten maar de goede stad Parijs telde
toen in haar straten zeer weinig vreedzame voorbij-
^angers, die vertrouwen inboezeraden. Gelukkig
trok zij niet de aandachtHenri had trouwens te
dringend haar gewaarschuwd voor de gevaren,
waaraan de geringste onvoorzichtigheid haar kon
blootstellen.
Op den hoek van de Rue Lafitte bleef zij beslui
teloos staanzij zocht, te vergeefs naar iemand,
die haar eenigermate aantrok, en het begon reeds
duister te worden Ja toch, daar uaderde een
jong mensch van een gunstig uiterlijk hoewel in
alles de Republikein doorstraalde, had zij den moed,
hem om hulp te vragen. Zij ging regelrecht naar
hem toe, en ook hij veranderde van nchtiug, toen
hij haar bedoeling zag.
,Zoudt u mij ook een dienst willen bewrjzen,
mijnheer burger/' zoo klonk haar zachte stem hem
tegen. Een hoed, met wappereude linten versierd,
werd half beleefd, half familiaar even opgelicht.
„Wel zeker, burgeresaan elk mooi gezichtjen
bewijs ik gaarne een dienst. Maar we staan hier
zoo midden in de straat," luidde het antwoord
verder ,welken kant moet gij uit, dan kunnen we
ongestoord spreken."
„Dit weet ik niet; ik wenschte dit juist van u
te vernemen."
„Dat verandert de zaak," vervolgde hij, terwy
hij op de meest gracieuse wijze haar den arm bood
„wij zullen maar een eind opwaudelen."
Zij maakte ongekunsteld van dien steun gebruik.
„Laat nu eens hooren wat is er van uw dienst
Jane aarzelde een poos, hem antwoord te geven
het vorschend oog van haar geleider noopte haar
echter, dadelijk haar doel te zeggen.
van 65,000,000 francs voor de expeditie naar
Madagascar.
Het rapport der commissie is reeds gereed. De
rapporteur, de heer Boulanger, komt tot de slotsom,
dat de regeering verplicht is krachtig tegen de
Hova's op te treden. Derhalve geeft de rapporteur
den Senaat den raad het crediet goed te keuren.
Tot dezelfde conclusie komt ook de heer Trarieux,
de rapporteur der fiuancieele commissie. Er kan
derhalve geen twijfel bestaan, of de Senaat zal het
voorstel der regeering goedkeuren, Vermoedelijk
zou de zaak reeds Donderdag aan de orde worden
gesteld.
Dikwijls reeds is gevraagd, waarom niet de
gelegenheid wordt opengesteld tot het betalen van
belastiug door middel van postwissels. De Minister
van financien acht zulk een regeling echter niet
vrij van bedenking.
De bewoners van het platteland worden, meent
lij, voldoende geriefd door het houden van
zitdagen, welke naar gelang van de behoefte worden
geregeld.
In de groote steden zou betahng aan de post-
kantoren deze moeilijkheid meebrengen, dat de
belastingschuldigeu bij de betaling niet zelden vragen
doen waarop de postbeambten het antwoord zouden
moeten schuldig blijven, omdat hun de noodige
kermis der belastingwetten ontbreekt.
De termijuen van betaling loopen voor de
verschillende wetten uileeD, terwijl in sommige
gevallen betaling in termijnen geheel verboden is.
Bovendien zouden de postbeambten, niet bekend
met den stand der invordering, ook niet weten of
er behalve den aanslag ook vervolgingskosten te
betalen zijn, die in dat geval in mindering van
de gestorte gelden moeten gebracht worden. Een
en ander zou bij de postkantoren zoowel als bij
de outvangkantoren telkens tot moeilijkheden
aanleiding geven.
Deze moeilijkheden kunnen zich slechts in
mindere mate voordoen bij de betaling der ver-
mogensbelastiug, welke kosteloos per postwissel kan
geschieden. Voor deze belasting bestaat bovendien
voor die toelating eene bijzondere reden, daar het
aantal der kantoren, van de successierechten, in
vergelijking tot die der directie belastingen, zeer
geriug is, terwijl door de ontvanger dier rechten
geen zitdagen buiten hunne standplaats worden
gehouden.
„Ik wenschte te weten, waar Collot d'Herblois
woont."
„Collot d'Herblois Gaat ge naar hem toe
Het scheelde weinig, of hij was van verbazing
blijven staan; zij begreep niet, waarom het den
jongeling zoo verwonderde, een jeugdige, schoone
vrouw, die hij voor een adellijke had gehouden,
naar zoo iemand te zien vragen wanneer hij beter
de treurige trek op haar gelaat had waargenomen,
zou hij de reden van zulk een bezoek allicht be-
grepen hebben.
„Het schijnt u te verwonderen, dat ik mij naar
dien man begeef."
z/Ronduit gezegd, wel een weinig."
„Ik ken hem nietik heb hem nog nooit
ontmoet."
„Ik verslout mij niet, door te dringen in de be-
weegredenen, die u tot zulk een bezoek nopen
maar wanneer gij hem niet kent, acht ik mij verplicht
u mede te deelen, dat hij een puik Republikein
is; maar hetzelfde valt niet van ziju levenswandel
te zeggenOfschoon, dat is uw zaakgij
hebt, een beroep op mijn welwillendheid gedaan,
en ik zal u brengen waarheen gij wilt."
„Geloof me, mijnheer, gij verricht een weldaad."
Hij zag haar nogmaals, meer doordringend, in
het gelaatte veel oprechte smart lag daarover
verspreid, en hij zag nu in, waarom die vrouw
den invloedrijken Republikein ging opzoeken.
wIk vrees, dat ge hem niet zull vinden," inerkte
hij aan#hij is 's avonds zeer zelden te huis/
„Heb slechts de goedheid, mij zijn woning te
wijzen en ik zal zijn tehuiskomst afwachten."
Een deelnemende vraag lag den jongeling op de
tong, doch de bescheidenheid onderdrukte die.
Volgens mededeeling van den inspecteur over
let loodswezen in het 6de district, dd. 1 Dec. jl.,
zijn in den Overloop van Margriet en het Zuidergat,
in de Wester-Schelde, eenige tonnen verplaatst.
Zoomede is, volgens dezelfde mededeeling, de
deur van het lichthuis van den lagen lichtopstand
te Rilland, mede in de Wester-Schelde, veranderd
van zwart in rood.
Men schrijft uit Zierikzee
De St. Nicolaas-surprise, door de Zierikzeesche
Nieuwsbode voorspeld is gekomen.
Ten spijt van de aanbeveling door respectabele
burgers van den heer Van Elzelingen, ingenieur
van den Prov. Waterstaat, die in gewone omstandig-
leden met eene schitterende meerderheid zou
gekozen zijn, is het raadslid dat zijn outslag had
genomen, de heer G. A. de Looze, met 214
stemmen herbenoemd van de 329, terwijl de heer
Van ElzeliDgen 87 stemmen verkreeg.
De heer De Looze had eene schriftelijke vraag
van het bestuur der liberale kiesvereeniging, of hij
een eventueele candidatuur zou aannemen, toe-
stemmend beantwoord.
Toen nu bleek, dat het bestuur in de vergadering
der kiesvereeniging die correspondence had ver-
zwegen, en adviseerde om in deze personenkwestie
geen candidaat te stellen, heeft de heer De Looze
dien brief van het bestuur gepubliceerd, en later
in de Nieuwsbode bekend gemaakt, dat hij om de
verstoorde rust en vrede in de gemeente te herstellen,
eene eventueele benoeming vooreerst niet zou
aannemen.
Men verwacht dat aanstaanden zomer de beer
De Looze wel de plaats van een ander raadslid
zal innemen, waardoor volgens sommigen de rust
en orde nog meer versterkt zullen worden. Allengs
nadert nu het begin van het einde der langdurige
kwestie, die de gemeente in beroering houdt.
De heer Van 'tLindenhout deelt mede, dat
hij sedert vier maanden het penningmeesterschap der
weesinrichting heeft neergelegd en op zijn verzoek
door het bestuur de heeren E. J. Griffijn te Arnhem,
Mr. P. A. graaf van Limburg Stirum te Oosterbeek
en H. J. Koper te Hees als leden van de fiuancieele
commissie voor de weesinrichting zijn gekozen.
De vorige week overleed te Nijmegen op
91jarigen leeftijd de heer Van't Lindenhout, vader
van den directeur der bekende weesiurichting. Uit
het woord dat de zoon aan den overledene wijdt,
blijkt dat deze een groot aandeel heeft gehad in
de geschiedenis der stichting, al trad hij nimmer
op den voorgrond. Zijn lijk is op het weezen-
kerkhof bijgezet.
Zonder verder een woord te wisselen, liepen zij
doornu en dan zag hij van ter zijde naar zijn
bevallige buurvrouw, doch hij had reeds het levendig
besef ontvangen, dat het oogenblik niet gunstig
gekozeu was voor veroveringen zelfs dat haar be-
paald de opgewektheid ontbrak, om een onverschillig
gesprek aan te knoopente veel gedachten door-
kruisten dan ook haar kloppend hoofd.
Eindelijk hield hij stil voor een tamelijk onaan-
zienlijk huis.
„Gij zijt, waar ge wezen moet, burgeres."
„tleb dank voor uw goedheid, mijnheer; den-
kelijk zal ik u nimmer wederzien, maar geloof mij,
ge hebt grooter weldaad gedaan dan ge denkt."
i,Kom, kom, zoo erg is het ook niet. Elk
ander in mijn plaats zou gaarne diezelfde wandeling
gedaan hebben, al waart ge niet spraakzaam. Ik
zal hier wachten want het zou mij verwonderen,
wanneer hij te huis was."
»Doe geen moeite meer ge hebt reeds te veel
goedheid betoond."
„En als hij uit is, wat dan
ffDan zal ik wachten."
flZooals ge wilt." Hij wilde zich verwijderen
Jane drukte zijn hand zoo erkentelijk, dat hij zich
ruimschoots voor het geleden tijdverlies beloond
rekende.
Een oogenblik later vernam zij, dat d'Herblois
niet te huis was en dat men volstrekt niet wist,
wanneer hij terug komen zou.
Zij verzocht te raogeu wachten, reeds overgelukkig
dat zij zonder ongeval haar doel bereikt had. De
moed ontbrak haar, in het duister naar hare woning
terug te gaan daarentegen noopten de wantrou-
weude blikken van den concierge en zijne vrouw
TER NEIMSCHE COIIRANT
Uit Mad verscLijat Oinadag- en Vrijdagavoud hij den nitgevee 1». J. V A H HE S A M 1> E «e Ter Weaken.