Algemeen Nieaws- en Advertentiebiad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 3059. Zaterdag 1 September 1894. 34e Jaargang. Binnenland. <y£2,3Bl3?3 3 3.i ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,824. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushoaders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elkenregel meer /0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. Jfolitieli Overzicht. Te Antwerpen, de congres-stad bij uitnemend- heid voor het jaar 1894, is met de gebruikelijke formaliteiten geopend het Internationale vredescongres en over enkele dagen zal in onze residentiestad het internationale parlementaire vredescongres zijn werk- zaamheden aangevangen dagen lang zal dus in de Scheldestad zoowel als in onze oumiddellijke nabijheid een vraagstuk worden behandeld, waarover wel niets nieuws meer te releveeren valt. W at er al niet gesproken en geschreven is voor en tegen den oorlog, hoe ernstig 't er niet is toegedaan tnsschen hen, die in den oorlog een goddelijke instelling zieu en de anderen, die in theorie meenen het rijk van den eenwig—onverstoorbaren vrede, als bij tooverslag te kunnen vestigen. Voor elkeen, die congressen in 't belang van den vrede bijwoont, zou 't geraden zijn vddr alles zorg te dragen voor kalmte en bedaardheid zoo licht toch komt men onder den betooverenden invloed der idealisten, die de uiteenloopende belangen der verschillende staten als onbeduidende bijzaken behandelen. Zoolang de oorlog er is, zal hij gerekend moeten worden tot het noodzakelijke kwaad en altijd weer opnieuw zal blijken, dat elke oorlog, ook de gelukkigst gevoerde, een natioale ramp is. Eigenaardig is 't wel, dat de beweging in 't belang van den inter- nationalen vrede, de meeste aanhangers en voor- vechters heeft in zuidelijke landen, daar, waar het bloed sneller door de aderen bruist en de lust tot rustig nadenken en kalm overpeinzen outbreekt. Duitschland is al heel achterlijk een feit dat niet in de eerste plaats moet worden toegeschreven aan gemakzucht of onverschilligheid, doch juist aan den invloed van het koel redeneerende verstand. Het doel der vredescongressen, zooals het nu te Antwerpen gehouden wordende, is de principiSele voorwaarden te formuleeren, welke ten grondslag moeten dienen voor het onderling verkeer der volkeren, terwijl de vredesconferenties, zooals de eerstdaags te 's Hage te houdene, een politiek- parlementairen grondslag hebben. Het program van het congres te Antwerpen is rijk van inhoud in behandeling komen voorstellen tot invoering van permanente scheidsgerechten, regeling van het volkeDrecht, voorstel tot een algemeenen wapen- stilstand voor een bepaalden tijd, verbrijding der vredesdenkbeelden in de school, een internationale toenadering tnsschen de studenten der verschillende landen, de onschendbaarheid van het menschelijk FEUILLETON. 30) Bliksemsnel wisselden Lageman en Agnes von Beeren een blik met elkanderzij rekenden zich gelukkig, dat zij met zooveel overleg gehandeld en Koenraad van vele dingen onkundig gelaten hadden. ffWilde u daar niet op ingaan Valentine schudde het hoofd. jWaarom niet ,Omdat ikzij bleef steken en wierp een steelschen blik op Koenraad Rechling, die gretig zat te luisteren, ^omdat ik een afschuw van hem had en zijn nabijheid niet kon verdragen. Ik wilde liever gevangenschap, ellende en den dood lijden, dan mij over te geven in de handen van dien man." De reden, die het meest voor de hand lag, nl. liaar onschuld, die vluchten onnoodig maakte, voerde zij niet aan. De rechters en gezworenen bemerkten dit zeer goed en legden het in haar nadeel uit. ^Verdergebood de president. „Wat moet ik verder nog zeggen Ik bleef standvastig tegen zijn smeeken en zijn dreigen." ^Waarmee dreigde hij „Hij wilde en kon mij ten verderve brengen." Met welke middelen f/Dat weet ik niet." Nu werd de commissaris Kiihnel verhoord. Hij verhaalde eerst, hoe hij bij zijn komst te Wilmersdorf Valentine, haar tante en Bauerlich samen had aangetrofl'en en toen meende te bespeuren, dat leven, regeling van het verblijf van vreemdelingen, behandeling van het duelvraagstuk. De Spaansche regeering slaagt er niet in om van den toestand in Marokko een ander beeld te geven dan hij werkelijk is. De opstand der Kabylen tegen het gezag van den zieken, machteloozen sultan wordt steeds dreigender. De grootvizier Ba-Ahmet, die de teugels van het bewind in handen heeft, kan den storm blijkbaar niet bezweren. Vermoedelijk is de valsche doodstijding van den sultan ook onder de opstandelingen met opzet verspreid, om het vuurtje nog wat meer aan te wakkeren. Men verwacht nu weldra een algemeenen opstand. Hoe ernstig en gevaarlijk de stand van zaken in Marokko is, blijkt ook wel hieruit, dat tal van Europeesche familien uit Mazagan naar Tanger zijn gevlucht. Elk oogenblik wordt de uitbarsting eener revo- lutie, die zich over gansch het laud zal uitetrekken tegemoet gezien. De Fransche kruiser Tarbiu is, blijkens bericht uit Tanger, aldaar den 28en aangekomen. Zondag is te Murnau, in Beieren, een borstbeeld outhuld voor wijlen koning Ludwig II, die op zoo tragische wijze den dood vond in het Starnberger meer. Deze gelegenheid hebben sentimenteele personen, maar vooral Beiersche particularisten te baat genomen tot anti-Pruisische en soortgelijke manifestation niet alleen, maar ook tot betreurenswaardige ongeregeld- heden. Te Garmisch b. v. heeft de fanatieke be- volking (die veel aan Z. M.'s kostbare grillen ver- diende en zich niet uit het hoofd laat praten, dat koning Ludwig altijd goed bij zijn verstand is geweest en op schandelijke wijze uit den weg is geruimd) het standbeeld van den Prins-regent om- vergeworpen en er het hoofd afgeslagen. Te Partenkirchen heeft men het borstbeeld van den Prins-regent in de rivier geworpen. Opnieuw wordt uit Shangai melding gemaakt van een zege der Chineesche legermacht. Het Japansche leger is door de Chineesche troepen, geholpen door 5000 Koreanen, opgedreven tot Kaisong en heeft daarbij zware verliezen geleden. Aangenomen, dat er van dit wapenfeit der Chiueezen woord waar is, kan alweder niet worden uit- een gemaakt of het hoofdleger dan wel een voorhoede er bij betrokken is geweest. Waarschijnlijk is het laatste waar, daar Kaisong 40 Eng. mijl ten noorden van Seoul ligt en Japans strijdmacht voor de muren diet stad moet gelegerd zijn. Volgens het Chineesche blad Hepao stiet den 13den Augustus zijn komst de beklaagde niet on verwacht voor- kwam. jHoe deden de beide andere aanwezigen zich dan voor vroeg de verdediger nu. „De oude dame was geheel buiten zichzelve mijnheer Bauerlich was zeer teruggetrokken en trad eerst meer op den voorgrond, toen ik de beklaagde verzocht mij te volgen toen stelde hij zijn rijtuig te mijner beschikking." »En scheen hij aan de schuld der beklaagde te gelooven vroeg nu de openbare aanklager. „Stellig zou ik dat niet durven beweren," antwoordde Kiihnel, „maar toen ik in zijn bijzijn onder den gootsteen de flesch met vergiftigd bessensap vond, zag ik wel, dat hij aan haar schuld niet meer twijfelde," en nu vertelde de commis saris op zijn eigenaardige manier, hoe hij die flesch ontdekt had. Nu volgde de beeedigde scheikundige, die het vergift in de tweede flesch gevonden had. Wat hij zeide, kon aangemerkt worden als eene aanvul- ling van hetgeen de commissaris getuigd had. HWat hebt ge daar op te zeggen?" Niets dan dat ik geen vergift in de flesch heb gegoten en ook geen flesschen verwisseld heb," antwoordde zij. ffIk wist zelf niet, dat er nog een tweede flesch bessensap in huis was, en waar zou ik het vergift vandaan gehaald hebben De president was niet geroepen om deze vraag te beautwoordenhet was te voorzien, dat de openbare aanklager en de verdediger zich daar later wel ernstig mee zouden bezig houden. Der- halve zette de president het getuigenverhoor voort er moesten nog twee getuigen gehoord worden Adolf Bauerlich en Constance Zier. de Chineesche voorhoede, 5000 man sterk, op de Japansche troepen in den pas van PiDg Yang. Deu volgenden dag beproefden de Chiueezen, nu versterkt met 4000 man en Koreaansche troepen, opnieuw een aanval, doch de Japanners trokken zich terug. Den 16den volgde een verwoed gevecht, waarbij de Japanners 4000 man verloren en twee dagen later trokken de Chineezen op naar Hung Cho, waar de Japansche vloot op de rivier Tatring nogal schade aanrichtte. Het Japansche leger werd toen zuidwaarts gedreven door de Chineesche cavalerie. Aan onze abonnes in Ter Neuzen zonden wij eergister namiddag het navolgende bulletin omtrent de expeditie-Lombok, ons telegrafisch medegedeeld. 's Gravenhage 29 Augustus 1894. Gisteren avond is bij het Ministerie van Kolonien het volgende telegram van den Gouverneur van Neerlaudsch Indie ontvangen omtrent de expeditie- Lombok Generaal Yetter meldt, 25 dezer des avonds te 11 uur Tjakra (Negara) is overvallen. De beschieting duurde ook den volgenden dag. De verliezen in den loop van den 26 dezer zijn reeds 14 dooden en 85 gewonden. Er was geen water. Fourageering is onmogelijk. De verliezen zijn toenemend. Drie uur des na- middags zijn wij teruggetrokken naar Mataram, de goederen achterlateude, om de gewonden in wageus te kunnen vervoeren. Onderweg leden wij weder hevige verliezen. Te Mataram is de toestand nog slechter. Het bivak is prijsgegeven. Heden avond te acht uur komt de colonne-Bijlevelt uit het binnenland. Ook deze heeft zware verliezen geleden. Vivres ontbraken. Bivak niet te bereiken. Ingesloten tusschen Mataram en Tjakra was offensief optreden onmogelijk. Daar de toestand door de vele gewonden on- houdbaar was, werd 27 dezer 's morgens te 6 uur door omtrekking zuidwaarts teruggetrokken op Ampenan. De verliezen waren toen betrekkelijk gering. Gesneuveld zijn 4 officiereu en 63 minderen, gewond 12 officieren en 153 minderen. Yermist 6 officieren en 148 minderen. Vier veldkanonnen zijn achtergelaten. Mataram. Omtrent de colonne-Laurek, die in 't binnenland is, is niets bekend. Bauerlich werd eerst opgeroepener ontstond onder het publiek een beweging en gedruisch, waaraan duidelijk te bemerken viel, dat men iets belangrijks verwachtte deze getuige was het voor- werp der algemeene aandacht. Alle halzen werden uitgerekt, de binocles werden op hem gericht, men fluisterde elkander opmerkingen over zijn persoon toe en vergeleek hem met Koenraad Rechling de vergelijking viel bij de meesten ongunstig voor hem uit. Met ernstig gelaat en kalme houding trad hij naar voren en scheen niets te bemerken van Koen- raads vijandige blikken, die hem overal volgden. DERTIENDE HOOFDSTUK. Met zachte, maar duidelijke stem beantwoordde Bauerlich de gebruikelijke inleidende vragen, terwijl Lagemam ijverig aanteekeningen maakte en dit voortzette gedurende het geheele verhoor van dezen getuige. De president vroeg hem in welke betrekking hij had gestaan tot de familie der beschuldigde. Bauer lich beschreef die verhouding op zulk eene wijze, dat hij daarbij in een gunstig licht werd geplaatst. Hij bekende, dat hij wegens eenige jeugdige dwaas- heden Duitschland verlaten had, in Amerika een veelbewogen leven had geleid, en verzweeg. ook niet, dat de heer Zier hem na zijn terugkeer uit Amerika met groote terughouding behandeld had. „Hij zag mij aan voor een gelukzoeker," voegde hij er lachend bij. #Kwam daar geen verandering in „Spoedig, zeer spoedig, Ik durf zeggen, dat tusschen ons een betrekking bestond als tusschen vader en zoon." Oorlogschepen debarkeeren 200 man en landings- geschut te Ampenan. Zoo aanstonds is het vergadering van den Raad van Indie met de Commandanten van leger en vloot om te beraadslagen over mijn denkbeeld tot het dadelijk zenden van een batallon infanterie en artillerie, zoo noodig meer. Ik sein u de be- slissing. De namen der gesneuvelden, gewonden en ver- misten zullen later worden openbaar gemaakt. Het tweede door ons ontvangen telegram luidde als volgt Betreffende de ernstige gebeurtenissen, die op het eiland Lombok hebben plaats gevonden, is hedenmiddag bij het departement van kolonien ontvangen het volgende nadere telegram van den Gouverneur-Generaal van Neerlandsch-Indie Colon ne Lawick van Pabst, die evenals colonne- Bijlevelt in binnenland was, ter verzekering der gemaakte regelingen, het opruimen van versterkingen en de terugkeer der menschen naar de dessa's raakte op terugweg bij overgangen Badak en Nar- mada met Baliers slaags, bereikte met verlies van licht gewonden den grooten weg naar Tjabra. Bij binnenkomen aldaar geen schot gelost, doch nauwelijks binnen, werd de troep uit doorboorde muren allerhevigst beschoten. Verder voortgaan evenals terugkeeren onmogelijk. In den loop van den nacht en den morgen van 28 dezer bereikten eenige detachementen Ampenan. Twee bergstukken verloren, sluitstukken meegenomen. Bij het telegram worden verder opgegeven als gesneuveld luitenant-kolonsl der infanterie P. van Lawick van Pabst, le luitenant der genie F. W. C. van den Staaij, 2e luitenant der infanterie F. Kalff en 6 minderen. Gewond kapitein der artillerie J. J. Temminck en de le luitenants der infanterie H. J. de Jong en C. C. Musch, zoomede 18 minderen. Vermistkapitien der infanterie J. C. Lindgreen, le luitenant der artillerie A. van der Plank, 1" luitenant der infanterie E. de Graaf, de officier van gezondheid 2e klasse S. Uplake en 95 minderen. Aan den Gouverneur-Generaal is per telegraaf verzocht de namen der gesneuvelden, ge wonden en vermiste Europeesche mindere militairen zoodra mogelijk te seinen. In het Handelsblad lezen wij Uit Batavia ontvangen wij het volgende heden afgezonden telegram Bitavia, 29 Augustus. ,/Onze troepen zijn bij Mataram onverhoeds overvallen en moesten na groote verliezen te hebben geleden, terugtrekken op Ampenam dat thans Hier maakte Valentine eene beweging alsof zij iets wilde zeggen doch zij ging weer zitten zonder deu mond geopend te hebben. ,/U kwam dus veel ten huize van wijlen den heer Zier vroeg de president weder. ,/Ik kwam er dagelijks." »Eu daar ontmoette u dan zijn dochter »Zoo dikwijls slechts mogelijk was." Bauerlich richtte een blik op Valentine, die kleurde van schaamte en boosheid. Rechling gaf zijn toorn zoo luid te kennen, dat een gerechtsdienaar hem tot stilte moest aanmanen. #Er wordt beweerd, dat u genegenheid voor haar gevoelde," zei de president. #Oh, dat is het rechte woord nietIk beminde haar, ik aanbad haar, het was mijn liefste weusch haar hart en hand te winnen," riep Bauerlich met geestdrift. Als echo op de woorden klonk van de bank der getuigen zeer duidelijk,/Schobbejak, als ik je onder mijn handen krijg, breek ik je den nek." ,/Werd uw genegenheid beantwoord i/O, ik was niet zonder hoop," antwoordde Bauerlich, die niet scheen te bemerken, dat Valentine opsprong, alsof zij door een adder werd gebeten. yMaar Valentine Zier had zich met den heer Rechling verloofd." „Daar wist ik niets van, en haar gedrag tegenover mij gaf mij reden om te gelooven, dat ze mij niet ongenegen was." #Dat is niet waar 1" riep de beschuldigde zoo angstg gillend, als de rechters haar stem nog niet gehoord hadden en van de bank der getuigen klonk een echo' die veel krachtiger woorden deed vernemen. Bauerlich haalde slechts even de schoudera TER \Eim.S( HE COURANT ■•it blad verschijnt llinsilat;- en Vrijilaicavnnd bij den uiigevei' P. J. V A M D E 8 A 1¥ E te Ter Weuzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1894 | | pagina 1