Aigemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 3044.
Woensdag 11 Juli 1894.
34e Jaargang.
Binnenland.
f as
ABONNEMENTr
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32$.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVEBTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden p'rijs.
~Oit Waiir verscliijnt »ie„ Vr.Jda^vo.n. ..ij «len uitgeve, P. J. VAST F S A H 1* E te Ter Ae»sen.
JPoiitiel* Overzicht
Terwijl allerwegen Ministers en volksvertegen-
woordigers de parlementaire beraadslagingen tot
nader order, d. w. z. tot heel laat in den nerfst,
hebben verdaagd, zetten de afgevaardigden van Italio
en Frankrijk den hun opgelegden arbeid onverpoosd
voort en de Italiaansche volksvertegenwoordigers
kwijten zich van dien moeielijken plicht onder
werkelijk heel ongunstige omstandigheden.
De warmte in de stad der zeven heuvelen is op
't oogenblik ontzettend, ondragelijk. rijdag en
Zaterdag was 't z6o erg, dat de brandweer moest
worden te hulp geroepen oui het dak van de Kamer
nat te houden. Toch was de hitte bijna niet te
dragen en er ziju stem men opgegaan om alleen
's nachts zitting te houden. Er behoort een zekere
moed toe, bijna zou menzeggen demoed der wanhoop,
om onder die omstandigheid bij zijn obstructietaktiek
te volharden. De oppositie in Montecitorio heeit
dien moed. Zij gunt Crispi de zege niet, onder
geen enkele voorwaarde wil zij hem gewonnen spel
geven, en zoo laat men zich in de Kamer martelen,
doch op toegeven zonder heftigeu tegenweer belioeft
de premier niet te rekenen. Zaterdag zou de zitting
gesloten zijn kunnen worden, als de oppositie t niet
had verhinderd of niet te vroeg bad gejuicht.
Er moesten behandeld worden twee wetsvoorstellen
tegen de auarchisten den waarbij straf wordt
bedreigd tegen aanzetting tot verheerlijking van
misdaden door de pers en een ander betrelfende
de aauwijzing van een bepaald verblijf aan anar-
chisten, een soort verbanning. Het eerste voorstel
wilde men lateu doorgaan, doch het tweede in
geen gevaldoor incidenten zou men er tegen
waken en dan zou 't wel November worden, eer
't opnieuw in behandeling kan koraen. Zoo daehten
de mannen der uiterste linkerzijde en hadden ze
zich nu maar bepaald tot inwendige vreugde over
dien vermoedelijken triomf, dan zou hun toeleg,
dank zij den hun gunstigen omstandigheden,
misschien nog wel geslaagd zijn en zelfs was er
wel eenige kans, dat het wetsvoorstel in kwestie,
alaus op de lange baan geschoven, geheel in
't vergeetboek geraakle. Doch de oppositie in
Italie is niet zoo heel veel gewendals kinderen,
die in afwachting van een pretje leven, maakteu
zij grooten ophef en groot misbaar van de over-
winning, die nog behaald moest worden. at
voorbarige plezier over 't geen zij heetten een
fiasco der meerderheid, maakte eenige regeerings-
mannen boos, zij togen naar den premier en drougen
er, onder toezegging van steun, bij hem op aan
ook het tweede voorstel te handhaven.
Frankrijks regeering komt met nieuwe maatregelen
tegen de anarchisten, daartoe ge'inspireerd door den
moord op Sardi Carnot. Een plan in ruwe trekken
is reeds telkeus besproken in de sinds den aanslag
gehouden bijeenkomsten der Ministers, er is ge-
schaafd en gevijld en het resultaat van dien arbeid
is nu het wetsvoorstel, dat in den ka'oinetsraad
definitief is vastgesteld. Op grond van deze be-
palingen zouden niet meer naar de gezworenen,
doch rechtstreeks naar de correctioneele rechtbauken
worden verwezen de vergrijpen, nader aangegeven
in de wet van 13 December 11. aanhitsing tot
diefstal, moord, plundering, brandstichting, aanslag
door ontploffingsstolfen, vergrijpen tegen staatshoof-
den en de verheerlijking van al die misdrijven door
woord of geschrift. Het nieuwe wetsvoorstel ver-
zwaart de straffen, ontzegt den veroordeelden het
recht op verblijf en spreekt in zekere gevallen de
verbanning uit naar een bepaalde plaats. De
debatten in anarchisten-processen ziju niet openbaar
meer en publicatie er van wordt gestraft als een delict.
Nog v66r de sluiting der zitting wil de regeering
de meeniug der Kamers te dezer zake keunen.
De berichten uit het verre westeu van de
Vereenigde Staten van Noord—Amerika, luiden
steeds ernstiger, 'ti3 een burgeroorlog gelijk, te
ernstiger omdat bv. in California negen tienden
der bevolking gemeene zaak maken met de stakers
of ten minste bereid zijn hun vrij spel te laten.
De gewapende macht, die veel te gering in aantal
is vindt geen steun en reede ziju vele gevallen te
constateeren van onwil om tegen de geweldplegers
op te rukken, welke negeering der discipline
veelvuldig word toegejuicht. De berichten van
incidenten tusschen stakers en openbare macht,
met tal van dooden en gewonden, zijn voor t
meerendeel overdreven en ernstiger is eigenlijk het
feit, dat er een burgeroorlog dreigt. Te Sacramento
wordt den stakers voedsel en drank verschaft door de
burgers, te Los-Angeles werd een regiment soldaten
door de stakers zelven ontvaugen en een paar uur
later waren de meesten dronken, de milionair Sutro
steuat de beweging met geld en vrouwen en kinderen
begroeten de stakers als helden. De stakers hebben
zes gebouwen van de teutoonstelling te Chicago,
de secties voor landbouw, mijnwezen, machines en
manufacturen bevattende, in brand gestoken.
FEUILLETON
15)
.Dus u ontkent, dat u mevrouw Rechling het
vergift hebt toegediend vroeg de rechter nu
ronduit; na al het gesprokene was hij tot de
overtuiging gekomen, dat dit jonge schoone meisje
in een soort van waanzin de vrouw, die haar zoo
bitter gekrenkt had, het vergift had toegediend,
doch hij had ook een openhartige bekenteuis verwacht.
„Gelooft u dan dat ik mevrouw Rechling ver-
giftigt heb?" luidde haar wedervraag.
,Mejuffouw," zei de rechter met nadruk, „volgens
de wettelijke bepalingen behoeft niemand zichzelf
te beschuldigen. Het is zelfs de plicht van den
rechter de betrokkenen daarop te wijzen; daar
staat tegenover, dat een bekeutenis niet noodzake-
lijk is om eene veroordeeling te kunnen uitsprekeu.
Bij voldoende bewijzen
,/En gelooft u die te hebben?" viel zij in.
„A1 heb ik ze nog niet geheel, dan zal het
onderzoek ze wel aan het licht brengenvoor het
oogenblik is er reeds gegronde reden om u gevangen
te houden."
„Ik had niet anders verwacht," antwoordde zij
onderworpen, hopende dat de rechter het verhoor nu
zou sluiten. Daarin vergiste zij zich echter. Nog-
maals ging de jonge en daarom nog ijverige rechter
de zaak in alle bijzonderheden met haar door en
deed moeite haar te doen begrijpen, dat mevrouw
Rechling het vergift nergens anders kon iugekregen
hebben dan bij haar bezoek te Wilmersdorf.
Bij den Comraissaris der Koningin in onze
provincie, Jhr. Mr. W. M. de Brauw, is het
officieel bericht ontvangen, dat H.H. M.M. defiuitief
„En daarom moet ik het haar gegeven hebben
sprak Valentine schouderophalend.
„Niet daarom alleen, maar ook om de omstan
digheden, die er mee gepaard gaan," antwoordde de
rechter. #U geeft toe, dat die vrouw u doodelijk
beleedigd had en dat u den diepsten haat en wrok
jegens haar koesterde. Bovendien stond zij tusschen
u en uw beminde. Haar dood gaf hem de vrij heid
om met u in het huwelijk te treden.
Met een kreet van ontsteltenis deinsde Valentine
terug. //Ook dat nog 1" riep zij uit, en haar stem
kloiik daarbij zoo aangrijpend, zoo waar, dat de
rechter diep ontroerde en in zijn overtuiging van
haar schuld begon te wankelen.
Met de oogen strak voor zich uit starende en
als sprak ze tot zichzelve, zeide ze //Als ik aan
hem gedacht had, zou ik in die vrouw zijn moeder
gezien hebbendat ik dit vergat dat ik dit
vergeten kon, ziedaar mijn fout
Zij bedekte het gelaat met de handen een kramp-
achtige rilling voer haar door de leden. Het was
te veel, te veel voor een arm, zwak menschenhart."
Dat was toch weer een bekentenisde rechter
wilde haar de verdere bekenteuis gemakkelijk maken.
z/Ge waart bijna ontoerekenbaar door uwe veront-
waardiging over den smaad, dien mevrouw Rechling
u had aangedaan, en daarbij kwam de smart over
den dood van uw vader."
Een bittere glimlach kwam op haar gelaat.
„Toen mijn vader de kamer binneotrad, had
mevrouw Rechling dat vermeende vergift reeds
gedrouken. Hij hoorde de verontschuldiging, die
zij meende mij te moeten aanhieden, en deze was
reeds voldoende om zijn levensdraad af te suijden.
Toen zij hem op den vloer zag liggeu, en besefte,
besloten hebben op het laatst der maand Augustus
een vierdaagsch bezoek aan het eiland Walcheren
te brengen.
Gedurende het verblijf van H.H. M.M. de
Koninginnen te Middelburg zullen de hooge be-
zoeksters rijden met eigen equipage, dat te dien
einde uit 's Gravenhage naar Middelburg wordt
overgebracht.
De Koninginnen zullen bij hare komst in de
hoofdstad begroet worden door een eerewacht te
paard, gevormd uit dames uit de eerste standen
van Middelburg.
Over dit bezoek schrijft men aan de Amsterdammer:
Tusschen 20 en 30 Augustus zullen H.H. M.M.
de Regentes en de Koningin een vierdaagsch bezoek
brengen aan Zeeland.
De Middelburgsche Ct. heeft het ons eergisteren-
avond gemeld, en het is dus zeker. Eigenlijk
was het al een paar dagen zoo goed als zeker,
doch uw berichtgever wilde het gevaar niet loopen
een flater te maken door voorbarigheid, zooals zijn
voorganger op dit punt in 1892 is overkomen.
De eerste uiting bij de ontvangst van het bericht
onder hen die door hun ambt of positie geroepen
zijn in de ontvangst der hooge gasten eenig werk-
zaam deel te nemen, was groote dankbaarheid ten
opzichte van den burgemeester van Vlissiugen. Hij
toch geldt als de man die bewerkt heeft dat H.H.
M.M. nog dezen zomer naar Zeeland komeu, ter
gelegenheid der op 25 Augustus bepaalde tweede
onthulling van Vlissingen's verplaatsten zeebeld
De Ruijter.
Of het mogelijk zal zijn H.H. M.M. ook aan
de opening van het nieuwe havenstation door hare
tegenwoordigheid luister bij te doen zetten, durf
ik niet verzekeren. Hierover wordt gesproken
evenals over een kleinen tocht op de reede met
een der booten der Maatschappij Zeeland en een
bezoek aan de Maatschappij De Schelde. Dit alles
te Vlissingen.
Hier in Middelburg zal de verblijfplaats zijn van
H.H. M.M. en dus het braudpunt der feestvreugde.
Er is hier echter niets te onthullen en ook uiets
te openen. Toch schijneu H.H. M.M. ook hier aan
eene kleine eigeuaardige plechtigheid door hare
tegenwoordigheid eene hoogere beteekenis te zullen
geven. Dit echter deel ik u onder alle voorbehoud
mede want er heeft nog niets van in de Midd. Ct.
gestaan. Reeds geruimen tijd geleden heeft het
hoofd der gemeente aan den Raad een voorstel
toegezegd over de stichting van een Volksbadhuis,
waarop door enkele ingezetenen bij adres was
aangedrongen.
Nu wordt gefluisterd, dat dezer dagen met spoed
zal worden besloten, tot stichting van geineentewege
van een badhuis waar elk, winter en zomer, voor
enkele centen een gezond bad zal kunnen krijgen.
H. M. de Koningin zou dan worden uitgenoodigd
den eersten steen van dit volksbadhuis te leggen.
Het plannetje is aardig en zoo inderdaad de raad
dezer dagen het besluit neemt ter verwezenlijking,
zal ik het u met vreugde berichten.
Doch wat van deze plannen kome, de Zeeuwen
zijn koningsgezind nog van ouds en zij zullen
hunne Vorstiunen met groote hartelijkheid ont
vangen. Er kunnen wel geen groote sommen
worden uitgegeven van gemeentewege voor kostbare
feesten, want de gemeenten Vlissingen en Middelburg
hebben al hare inkomsten hard noodig voor voor-
ziening in dringende behoeften. Doch de Zeeuwen
weten, dat de Vorstinnen minder hechten aan dure
praal dan aan warme hartelijke geestdrift, die
weinig geld heeft te kosten, en aan deze zullen
zij het haar niet laten ontbreken.
Naar het Nieuwsbl. v. Ned. verneemt, heeft
Minister Sprenger van Eyk in bewerking eene
rijksinkomstenbelasting, ter vervanging van de pas
jngevoerde vermogens- en bedrijfsbelastiug.
Blijkens prov. blad no. 65 is de opening der
jacht op waterwild, zijndeeenden, duikers, water-
hoenders, watersnippen, schrieken, kemphanen,
strandloopers, wulpen en plevieren, in Zeeland
bepaald op Zaterdag 14 Juli a.s.
Van den Gouvemeur-Generaal van Nederl.—
Indie is onder dagteekening van Vrijdag 7 Juli
ontvangen volgend telegram betreffende de expeditie
tegen Lombok.
,/De voorspoedwensch der beide Koninginnen is
door de land— en zeemacht te Ampenan geestdriftvol
ontvangen. Den vijfden dezer is de expeditie aldaar
vereenigd en het ultimatum gezonden.
Den zesde vroeg kwamen drie hoofden berichten,
dat 24 uur tijd voor antwoord te kort was. Dien
ochtend debarkeerde de expeditie in de beste orde te
Ampenan, zonder tegenstand, zelfs met eenige hulp
der bevolking. De Lomboksche vlag is door onze
vlag vervangen.
Volgens bericht is de vijand te Mataram en
Tjakranegara verzameld en zal hij aldaar stand
houden. De gezondheid is zeer goed."
Uit New-York ontvangen wij, alzoo schrijft
het Hbld. met verzoek om openbaarmaking, een
open brief aan den Minister van justitie te's Graven
hage. De inhoud van dezen brief komt hierop neder.
In een der Amerikaansche bladen stond in April
wat zij gedaan had, vluchtte zij heen. Zij is niet
bij ons vermoord, integendeelzij heeft bij ons
gemoord."
Eenige minuten heerschte een diepe stilte in het
vertrek de rechter kon den rechten toon voor het
verhoor niet zoo dadelijk weer vinden. Eindelijk
zeide hij //Nog slechts een vraag voor heden.
Bij de ontsteltenis en de smart over den plotse-
lingen dood van uw geliefden vader, vond u toch
gelegenheid om het glas, dat mevrouw Rechling
gebruikt had, te spoelen en in de kast zetten. En
de flesch met bessensap zette u ook weg. Waarom
deed u dat?"
Valentine legde de hand aan het voorhoofd.
„Waarom herhaalde zij. //Kan men dan reken-
schap geven van de reden, waarom men zelfs de
onbeduidenste handeling verricht U kon mij even
coed vragen, waarom ik de deur van de kamer
achter mij gesloten of open gelaten heb.
z/Onder sommige omstandigheden zou dat ook
van beteekenis kunnen zijn, even als het spoelen
en het wegzetten van het glas. U begrijpt wel,
dat dit in het onderhevige geval niet als een oube-
duidende behandeling kan worden aaugemerkt."
Valentine knikte. //Ja, dat zal ik wel moeten
inzien." Peinzend streek zij de hand langs het
voorhoofd. ^Ik geloof, dat ik het deed, omdat ik
bezigheid moest hebben ik kon het stilzitten iD
de kamer niet langer uithouden. Maar nu is mij
alles ouverschillig. Zend mij naar de gevangenis,
veroordeel mij ik kan u niets meer zeggen,
dan ik gedaan heb."
//Zoo gauw gaat het nog niet met het veroor-
deelen," zeide de rechter, die begreep dat het
nutteloos was het verhoor thans nog voort te
zetten. Hij liet haar de aanteekeningen van het
verhoor voorlezenzij onderteekende die. Toen
schelde hij en gaf bevel haar naar een eel van de
gevangenis te voeren.
Door een gevangenbewaarder ondersteund, wan-
kelde zij naar buiten de rechter bleef nog een
geruime poos in diep nadeuken verzonken zitten.
Dat meisje was hem een raadsel. Had men hier
te doen met een verstokte, huichelende misdadigster,
of met een ongelukkige, die in een oogenblik van
drift gehandeld had Of was zij onschuldig en
een slachtoft'er van een ongelukkig toeval.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
De eerste stralen der morgenzon vielen tusschen
de half dichtgetrokken gordijnen in een weelderig
gemeubileerd vertrek, waarin een nog jonge vrouw
gemakkelijk in een leunstoel zat. Gekleed in een
morgenjapon van wit wollen stof met vioolkleurige
nopjes, met haar gilzwarte oogen, donkere wenk-
brouwen en oogwimpers, haar lief wipneusje, ronde
kin en zacht roode wangen, geleek zij wel een
dame van het hof van Lodewijk XIV. Zelfs het
haar poeder outbrak niet, of scheen althaus niet
te ontbreken. Zag men echter nauwkeuriger toe,
dan bemerkte meu, dat hier geen kunstmiddel in
het spel was, doch dat heur haar voor den tijd
vergrijsd of door een zonderlinge speling der natuur
uit den aard grijs gekleurd was.
Het eerste was echter het geval. Agnes von
Beeren's koolzwart haar was door schrik en toorn
vergrijsd, toen men haar zij telde toen uegentien
jaar en was sedert een jaar gehuwd heur echtge-
noot, een fliuk knap officier, dien zij hartelijk
liefhad, thuisbracht met een doodelijke verwonding.
11:It \E17.E\SI'HE COIIMRIT
,T 1 1 1 J J