Aigemeec Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. geldlkningT" No. 3023. Zaterdag 28 April 1894. 34e Jaargang. KERMIS te AXEL, Binnenland. 32 32 3 j abonnement- Per drie inaanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,824. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven- bushoaders. ADVERTENTlEN: Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /"0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. Burgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG maken bekend, dat wegeus ongenoegzame deelne- ming aan de geldleening van f 17300,krachtens besluit van den gemeenteraad van 16 Maart jl. ten laste der gemeente aan te gaan, van de nog loopende geldleeningen alleen die van 1882 gebeel zal worden afgelost, zoodat ingevolge art. 5 van voormeld besluit de leeningen van 1888, 1889 en 1893 niet worden geconverteerd. Zaamslag, 27 April 1894. C. DE BOKX, Burgemeester. E. H. WORTMAN, Secretaris. aanvang nemende Miiiuidng 14 Mei en eindigende Donderdag 17 Mei 1894, des nachts te 12 ure. Burgemeester en Wethouders van Axel, D. J. OGGEL, Burgemeester. J. A. VAN VESSEM, Secretaris. 4r*olitieli Overzicht. Er was Dinsdag bij de hervatting der zitting geeii sensatiestuk in de Eranscbe Kamer te ver- wachtenvandaar dat er maar matige belang- stelling was. Zelfs de benoeming van de budgetcommissie werd in de couloirs niet druk besproken. Men verzekerde, dat de radicalen en de socialisten met vereende krachten er naar zullen streven, dat de afgevaardigde Godefroy Cavaignac tot voorzitter dier commissie worde benoemd. Intusschen, de stemming mocht slap zijn, zod slap was zij niet, ol men kou beginneD met wat men driekwart van de zitting doetmet inter- pelleeren. Het was de werkstaking te Trignac, welke daartoe den afgevaardigde Gasnier de noodige stoi leverde. Hij wenschte toen de zitting eenmaal geopend was, van de regeeriug te weten, welke inaatregeleii zij denkt te nemen om aan het conflict tusschen werkgevers en werknemers een einde te maken. De Minister Raynal was terstond met zijn ant woord gereed. Hij trad in uitvoerige bijzonderheden FEU ILL ETON Hij stond nu voor de oude meid, die hem uittartend aanzag, alsof zij hem vragen wilde, hoe hij het durfde wagen haar aan te spreken. Waar is mijne vrouw vroeg hij. #Ik weet het niet," luidde het antwoord, ffik heb genoeg te doen gehad met het vee." „Maar gij hebt haar toch gezien ,Ja, toen de brand uitbrak naderhand niet meer.' #Waar was zij toen ffVoor het huis." De molenaar haalde ruimer adem, alsof hij van een drukkenden last was bevrijd. „Of zij naderhand in huis is gegaan, om wat te redden, weet ik niet," zei Brigitta, die er een bijzonder genoegen in scheen te vinden, den man te folteren. „Ik heb haar niet meer gezien." vZij zal naar het dorp gegaan zijn," sprak Hagen met bevenden stem. Zij verwachtte mij eerst morgen terugmaar ik had geene rust in de stad, ik had een voorgevoel, dat er een ongeluk zou gebeuren." „Dan zouden wij haar tegen gekomen zijn," meende de herder. »Wij komen uit het dorp, en niemand heeft haar gezien. Wat doet gij P Wat wilt gij De molenaar luisterde niet naar hem, maar snelde naar den molen, niet lettende op de gevaren welke hem bedreigdeu. Eenige boeren wilden hem volgen, doch de gloed dreef hen terug. De vrees voor hun eigen leven maakte hen onverschillig voor het voornemen van den vermetelen man. over de aanleiding tot de werkstaking. Deze was aanvankelijk niet van ernstigen aard en het geschil tusschen de patroons en de werklieden was reeds op het punt bijgelegd te worden, toen eenige Kamerleden zich er mede hebben bemoeid, waardoor de vreedzame oplossing van het geschil werd verijdeld De Minister verklaarde, dat de regeering de vrijheid van den arbeid zal doen eerbiedigen en de personen, die zich tusschen de partijen hebben geplaatst, verantwoordelijk zal stellen voor het voortduren van het conflict. Deze verklaring werd door het centrum met toejuichingen, door de socialisten met een afkeurend gemompel begroet. Een der laatsten, de afgevaardigden Jaures, verlangde, dat de kwestie tot een formeele inter pellate gemaakt zou worden, en dit geschiedde, maarde behandeling werd een maand uit- gesteld. Aldus eindigde dit eerste incident. In het Pruisische Huis van afgevaardigden heeft dezer dagen de beraadslaging over het wetsontwerp tot oprichtig van Kamers van landbouw een aan vang genomeu. De Minister Von Hevden stelde in het licht, dat de toestaud van den landbouw zo6 ernstig is, dat zij de voile aandacht der regeering vereischt de schuldenlast der landbouwers is in tien jaren geklommen tot 14 milliard mark eD steeg den laatsten tijd nog met 2 a 300 millioen. Dringend zijn dus middelen noodig om in deze tot verbetering te geraken, en daartoe behoort de oprichting van Kamers van landbouw. Overigens liep het debat voornamelijk hierover, of de oprichting der Kamers al dan niet verplichtend zal zijn. De regeering wil het eerste, blijkens art. 1 van haar ontwerp, waarin zulks wordt uitgesproken en hetwelk verder bepaalt, dat er in den regel in elke provincie een Kamer zal zijn, hoewel er, zoo noodig, ook meer opgericht kunnen worden. Verscheidene sprekers wenschten daarentegen de oprichting facultatief te stellen. Tot eene beslissing kwam het nog niet. De Hongaarsche regeering is iu het Huis van afgevaardigden te Pest ge'interpelleerd over de socialislische troebelen te Vasarhely. De Minister-president Wekerle deelde mede, dat de regeering een bijzonderen gemachtigde heeft benoemd, die in opdracht heeft de werklieden- beweging na te gaan. De Minister voegde er de verklaring bij, dat de wet met de grootste strengheid zal worden toegepast. De vlammen van het ontketende, vernielende element konden niet wilder omhoog slaan, dan de gloed der liefde iu het hart des molenaars. Hij had Dorothea bemind met al de hartstochtelijkheid van zijn aardzijue liefde was geene roes geweest, zij wortelde nog diep in zijn gemoed. En die liefde deed hem het doodsgevaar vergeten, hij offerde zijn eigen leven op om de geliefde vrouw te redden. Hij wist, dat zij hem niet liefhadmaar zelfs die zekerheid had zijne liefde niet gedood, en nu was het geen tijd daaraan te denken. Het scheen onmogeiijk in het brandende huis te komen, een verzengende gloed sloeg de molenaar tegentoch poogde hij den ingang te bereiken. De dikke buitenmuren stonden nog, daarbinnen woedde het vuur. Het knappen en knetteren der vlammen, het kraken der balken en het instorten der binnenmuren, de dikke rookwolken, welke uit den krater opstegen, de vuurregen, welke in milli- oenenvonken uit de zwarte rook nederviel, dat alles bood een vreeselijk schoon schouwspel aan Maar ontzetting moest ieder bevangen, die den wanhopigen man, voortgezweept door de furien van angst en vertwijfeling, den reuzenkamp zag strijden met het vernielende element. Driemaal had hij gepoogd in het huis te dringen, driemaal had de vreeselijke gloed hem teruggedreven Nu ijlde hij nog eens met den moed en de kracht der wanhoop naar de huisdeur, en een kreet van angst en schrik ontvlood alien, die hem in de vlammenzee zagen verdwijnen. Maar datduurde slechts een oogenblik. Onmiddel lijk daarop vertoonde zich de gedaante des molenaars weder in de deur. Met kracht rezen de vlammen omhoog, krakend stortte een balk neder, en eene President Peixoto schijnt er nog niet zoo gerust op te zijn, dat de opstandelingen niet een nieuwe poging tegen hem zullen wagen. Een depdche uit Rio de Janeiro toch bevat, dat hij aan de egaties te Montevideo en te Buenos-Ayres geseind heeft, de gevluchte opstandelingen te bewaken en te trachten van de respectieve regeeringen te verkrijgen, dat zij verwijderd worden, teneinde hun te verhinderen een nieuwen inval te organiseeren. De leider der opstandelingen in Rio Grande, Silveira Martins, eischtafzetting van den gou- verneur Castilhonieuwe verkiezingen in geheel 3razilie, herstel van alle officieren, die aan den opstand hebben deelgenomen, in hun vroegere rangen, en algemeene amnestie voor staatkuudige vergrijpen. Wordt hieraan niet voldaan en daarop is weinig kans dan zal hij zijn verzet volhouden. Naar men verneemt zal de zitting der Staten- Generaal op 16 Mei niet inpersoon doorde Koningin- Regentes, maar door eene commissie van Harentwege worden geopend. De heer Tak van Poortvliet heeft reeds eenige dagen na zijn verkiezing tot lid van de Tweede Kamer voor Amsterdam zijne geloofsbrieven bij let bureau der Kamer ingezonden en dus de be noeming aangenomen. Naar men meldt, is tegen de verkiezing van den heer De Meester, in het district Elst protest aangeteekend, daar volgens sommige kiezers een der stembriefjes, op den heer De Meester uitge- bracht, geteekend was. Het stembureau had dit biljet voor geldig verklaard, daar het z. i. twee namen bevatte, iu welk geval alleen de eerste in aaumerking komt. Bij kon. besluit dd. 21 dezer is met 1 Mei bepaald, dat met wijziging van het kou. besluit van 20 Mei 1869 no. 28 bij het dienstvak der directe belastingen, invoerrechten en accijnsen, de benaming van inspectie wordt vervangen door die van directie en de benaming van controle door die van inspectie en verder dat de provinciale inspecteurs, de contro- leurs en de adjunct-controleurs den ambtstitel zullen voeren van directeur, inspecteur en adjunct- inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en accijnsende hoofdcommiezen en de commiezen ter inspectie dien van hoofdcommies en van commies ter directie. reusachtige rookwolk steeg uit den krater op. Waar was de molenaar Niemand zag hem meer, de balk moest hem getroffen hebben. Eenige moedige mannen drongen naar voren, de herder vooraan. Hij ontdekte den molenaar het eerst deze lag voor zijne deur naast den brandenden balk. De herder riep om water, liet zich een emmer vol over het lijf werpen en ijlde toen naar voren, om den verongelukte te halen. Hij droeg hem naar den boomgaard. Hagen leefde nog, maar was zwaar gewond. De neervallende balk had hem getroffen, en bovendieu waren zijn gelaat en zijne handen vol brandwonden. De schaapherder nam dadelijk de noodige maat- regelen. Er moest iemand het paard van den mole naar bestijgen en den dokter gaan halen, vier anderen moesten den gewonden man naar den herherg dragen. Over het lot der jonge vrouw kon men zich verder niet bekomineren. De opoffering van Hagen had bij alien de overtuiging doen ontstaan, dat Dorothea in het brandende huis teruggekeerd en daar gebieven was. Zij moest reeds lang omgekomen zijn. De herder haalde eene ladder, welke tot draagbaar moest dienen, en legde daarop hooi en stroo, ten einde den gewonde een zacht leger te bereiden. En terwijl nu de mannen de baar droegen, liep hij er naast om op te passen, dat de gewonde niet viel, als hij uit zijne verdooving ontwaakte. Die voorzorg was onnoodig. Hagen was nog altijd bewusteloos, toen de stoet de herberg bereikte. Hij werd naar binnen gedragen. Dorothea, wier lijk, naar men meende, in het brandende huis lag, kwam de mannen tegemoet. In het eerst verschrikt over die onverwachte ontmoeting, uitteu zij weldra Bij de directie der Zeeuwsche Stoomvaart- maatschappij bestaat het voornemen, om hare twee stoomschepen voortaan niet meer van Vlissingen, maar van Rotterdam naar Hull v.v. te laten varen. Eene vrouwelijke commies der telepraphie, mej. H. M. Goudschaal, huwt in het voorjaar van 1892 met den heer P. le Grand, eveneens commies der telegraphie, vraagt verlof voor den tijd van den jaar, buiteu bezwaar der schatkist, en krijgt dit, onder mededeeling, dat zij bij expirantie c. q. voor eene andere standplaats dan hare toenmalige (Tilburg) zal worden aangewezen. Later vraagt zij, met het oog op huiselijke omstandigheden, een jaar ver- lenging van verlof en krijgt dit, in Maart j.l. vraagt zij opnieuw verlenging, doch krijgt ten antwoord dat zij vdor 1 Mei a. s. ontslag uit hare betrekking moet vragen en dat het haar anders zal worden gegeven, omdat /,de administratie der posterijen en telegrapie geen gehuwde vrouwen in dienst houdt. Mejuffrouw G. wendt zich per adres tot den Minister en beroept zich op art. 11, laatste alinea, van het Kon. besluit van 31 Maart 1891, No. 26, dat zegt„de volgende betrekkingen kunnen ook door vrouwen en meisjes worden waargenome.n, directeur van een kantoor der 7* of 8e klasse, commies der telegraphie, enz.," alsmede op het feit, dat meerdere gehuwde vrouwen in dienst zijn. De Minister antwoordtdat zij haar ontslag moet vragen, want dat de administratiealleen iuinferieure betrekkingen gehuwde vrouwen iu dienst houdt. Nu richt zij zich nogmaals tot den Minister, wijst op art. 11, op hare studie, op den tijd en het geld, aan de voorbereiding tot hare betrekking besteed, op de waarde van hare positie als ambte- naar niet alleen nu, maar ook als zij onverhoopt weduwe mocht worden en vraagt ten slottedat mocht de Minister haar dan niet als commies in dienst willen houden, zij bereid is, onder welke titulatuur ook, in dienst te worden gesteld op een kantoor, met de directie waarvan haar man zou worden belast, mits zij recht behield op rangher- stelling, voor het geval zij weduwe werd. Wederom volgde eene afwijzende beschikking, met de mededeeling, dat zij 1 Mei a. s. zal worden ontslagen wanneer zij dat ontslag nog niet mocht hebben aangevraagd. Naar wij vernemen zal genoemde vrouwelijke commies, die zich zeer verougelijkt acht en recht meent te hebben om in functie te worden gesteld zich tot de Tweede Kamer der Stateu-Generaal wenden, indien zij mocht worden ontslagen en aandringen op herstel van grieveu. hunne blijdschapvooral gaf de herder op onstui- mige wijze zijne vreugd te kennen. Terwijl de legerstede voor den gewonde werd ge- reedgemaakt, verhaalde de oude man, wat er gebeurd was, en Dorothea deed zich zelve bittere verwijten, dat zij heimelijk weggegaan en den boeren onlweken was. Om haar had hij dus den dood getrotseerd Zij moest wel de kracht zijner liefde erkennen. Wanneer nu de twijfel haar maar niet gefolterd had, of hij schuldig was aan de door haar ontdekte misdaad Stom, met tranen in de oogen, zat zij aan het leger van haar bewusteloozen man, terwijl de her der een zalf klaarmaakte voor de braDdwonden en de dikke kastelein ieder oogenblik naar buiten liep om te zien, of de dokter nog niet kwam. Dorothea verlangde met koortsachtig ongeduld naar den dokter. Zij twijfelde er niet aan, of de wonden van haar man waren doodelijk, zij wist, dat hij sterveu ging; maar hij mocht niet sterven, voor hij op hare vragen geantwoord had. Zij moest zekerheid hebben om den wil van een ander, die wellicht boette voor Hagens schuld. De gedachte, dat zij haar echtgenoot in zijn stervensuur van zulk eene afgrijselijke misdaad wilde beschuldigen, was ODtzettend, maar het moest geschieden, alleen door die beschuldiging kon zij zekerheid krijgeu. De molenaar ontwaakte uit zijne verdooving, maar zijn bewustzijn keerde niet terug. Hij ijlde, bij sprak van een lijk dat door het vuur vernietigd zou worden, van een hevigen strijd met een ver- rader, die hem in het ongeluk wilde storten. (Wordt vervolgd.) TER \EI7iEVSCHE (01R4VT ■Bit blad versrli ijnt Hiiiitilag. en VrijiIa«f»vond bij «ien ultffever I". A. V A M IB E S A A IB E te Ter Keuzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1894 | | pagina 1