Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch- Vlaanderen.
No. 3021.
Zaterdag 21 April 1894.
34® Jaargang.
Openbare Vergadering
Binnenland.
abonnement-
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
ADVERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bij deze courant behoort een bijvoeirsel.
Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Ter Neuzen.
Maandag 23 April 1894, namiddag 8 uur.
a Aanhangige zaken.
b Ingekomen stukken.
H. C. E. VAN IJSSELSTEIJN, Voorzitter.
H. J. VOOREN, Secretaris.
JPolitieli Overzicht.
De besrootingsdiscussien houden verschilleude
Parlemenren bezigeiudelooze reeksen cijfers en
getallen met zes en zeven nullen, welker aflezir.g
menigen schooljongen in benauwdheid zou breugen,
worden den afgevaardigden voorgelegd en ettelijke
uren reeds na de verdeeling dezer financieele plannen
voor een volgeud dienstjaar, weten welingelichte
personen der nieuwsgierige menigte den indruk
er van mee te deelen. De budgetteu kotnen met
het jonge groen piotseling schieten zij te voor-
schijn in 't zuiden en in 't noorden, in 't oosten
en in 't westen en de belastingplichtige heeft in
den regel meer reden tot ontstemdheid over't geen
de titularissen van financien goedvinden te zijnen
aanzien te beschikken dan oorzaak tot verheugenis
over 't hernieuwde leven in de natuur. Maandag
heeft de Minister van financien van Groot-Brittanuie
en Ierland, William Harcourt, een overzicbt gege-
ven van het door het bewind-Rosebery toegezegde
democratische budget. Dinsdag kwarn de begrootiug
voor 1895 in Frankrijks Parleroeut ter verdeeling
en iu ltalie's wetgevend lichaain wordt de begroo-
tingsdiscussie ten einde gebracht, alvorens men de
financieele hervormiugsplannen van Sonnino en zijn
eigen voorstel ter verleening van volstrekte vol-
macbt in behandeling neemt.
Harcourt heeft in 't Lagerhuis een zege behaald
als spreker zoowel als in zijn hoedauigheid van
Minister welk eerste getuigenis welhcht nog
verrassender is dan het laatste. Gladstone toch
was een redeuaar, die zelfs een droge en saaie
opsomming van cijfers interessant wist te maken
door zijn eigenaardige talenten en als Harcourt nu
lof wordt gebracht voor zijn speech van drie uren
achtereen dan is dat een heel hooge onderscheiding,
te meer nog als die komt van de tegeustanders
zoowel als van de vriendjes. Harcourt heeft als
financieele specialiteit en tevens als voornaamste lid
FBUILLETON
24) 1
Dorothea vond de sleutels en begon nu den molen
te doorloopen hier en daar stilstaande om te luisteren.
Zij hoorde niets, het was doodstil, alleen werd nu en
dan de stilte afgebroken door het geritsel der muizen.
Zij wilde nu terugkeeren, maar de onrust, welke
haar beheerschte, deed haar de trap opgaan, welke
naar den zolder leidde. Daar moesteu de vijftien
honderd mud tarwe liggen, waarvaD Hagen had
gesproken.
De dear was gesloten. Dorothea zocht en voud
den sleutel en opende de deur. Zoo ver zij bij
het onzekere schijnsel der lantaarn kon zien bemerkte
zij niets van den hoop graau, welken zij toch dadelijk
had moeten bespeuren. En wat was dat Achter-
aau in een hoek, dicht onder het gebint van
het dak zag zij licht. Hield de knecht zich daar
verborgen? Koortsachtig klopten hare polsen en
hare knieen knikten, toen zij op die plek toetrad.
Nu was zij er, haar adern stokte, slechts met
moeite smoorde zij den kreet, die haar op de lippen
zweefde.
Zij zag eene brandende kaars, omgeven met stroo
hont en andere brandbare stoffen. Er was geen
twijfel aan of als de kaars zoover afgebrand was,
dat de vlam die stoffen aanstak, dan zou het vuur
ook het gebint aantasteu, hetwelk, gelijk Dorothea
bemerkte, met olie gedrenkt was.
Alles was met duivelseh overleg berekend. De
brand moest in den nacht uitbreken en door de
van het kabinet zijn best gedaan en afgaande op
de beoordeeling der pers is hij goed geslaagd. llij
leeft gewezen op de vermindering van inkomsten en
de meerdering van uitgaven, (van 91,133,000 pond
sterling zijn de inkomsten gedaald tot 90,956,000
en zijn de uitgaven gerezen tot 95,458,000 pond st.,
zoodat er een te kort is van 4,502,000 pond st.,
dat tot 11,744,000 pond stijgt door de subsidien
aan de gemeenten en de supplementaire kredieten)
en hij heeft de middelen aan de hand gedaan om
die 141 millioen gulden te dekken. Door de wijze,
waarop hij in dit tekort tracht te voorzien, moest
Harcourt bewijzen, dat hij recht heeft zijn begroo
tiug democratiscb te heeten. Door de nieuwe
belasting van de alcoholische dranken en het bier
met zes pence per gallon, was dat bewijs gewis
niet te leveren, de verhooging dier belasting is
zelfs zeer impopulair. doch Harcourt heeft een
tegeuwicht in de verhooging der inkomstenbelas-
ting met een penny per pond sterling, vrijstelling
van de inkomens beueden 160 pond (in plaats van
120 zooals nu) en een verlichting der belasting
voor inkomens beneden 500 pond.
Harcourt bezit een zekere handigbeid om, kan
hij al geen steun viuden bij alien te trachten zich
de medewerking te verzekeren van velen, door de
enorme uitgaven voor de marine werkt hij op den
nationalen trots door de hoogere belasting van
bier en alcohol verplicht hij de matigheidsmannen
aan zich en door de verhooging der inkomsten-
belasting voor de groote inkomens, gepaard gaande
met vermindering der listen voor kleinere beurzen
unaakt hij 't den democraten naar den ziu evenals
met een zeer rechtvaardige en alleszins geweitigde
verhooging der successierechten. Zoo zal ver-
schuldigd zijn van 10 tot 500 pond 1 percent
boven 500 tot 1000 2 percentboveu 1000 tot
10,000 3 percent, boven 10000 tot 25,000 4
percent en zoo vervolgens, zoodat van 500,000
tot 1,000,000 pond 7£ percent wordt betaald en
boveu 1,000,000 8 percent.
In ltalie's kamer heeft men zich tot dusver
minder geinterresseerd voor de begrootings-discussieu
dan voor de financieele ruaatregelen, door Sonnino
iu overleg met en met volkomen goedkeuring van
den Minister-president voorgesteld. Crispi heeft den
lui Dinsdag eens duidelijk en klaar aau't verstand'
gebracht, dat zij op een toegeven van de zijde
der regeeriug inzake de financieele plannen, niet
behoeven te rekenen spoedig reeds zal de kamer
te beslissen bebben, of zij de commissie dan wel
de regeering wil steuuen, de begrootiug van oorlog
zal daartoe gelegenheid bieden. Crispi was in de
kamer heel heftig en dreigend, veel kalmer was hij
genomen maatregelen zich met groote snelheid
uitbreiden.
Wie had het gedaan Niemand anders dan
Roode Hendrik, die zich op zijn baas wilde wreken.
Maar kon het hem bewezen worden Hij had het
tooneel der misdaad verlaten, en niemand kon
overtuigende bewijzen leveren, dat hij de brand-
stichter was.
Iu het eerste oogenblik wilde Dorothea de rneid
roepen maar zij wist niet, of die haar zou helpen,
dan wel partij voor den knecht kiezen. Er bleef niets
over, dan het licht uit te doen en haar man bij
zijne thuiskomst hare ontdekking mede te deelen.
Zij hoopte, dat hij het rechte middel zou vinden,
om den knecht tot bekentenis te brengen.
Zoover was zij gekomen met hare gedachten,
toen eene tweede ontdekking haar oplossing gaf
van dit vreeselijk raadsel. Zij had de kaars uit-
gedaan en wilde nu den zolder verlaten, toen haar
voet tegen een voorwerp stiet, dat op den grond
lag. Iu de rneeuing, dat een met meel of graan
gevulden zak voor haar lag, wilde zij er over been
stappen, maar toen het licht der lantaarn er op
viel, ontsnapte een luide, schrille kreet aan hare
lippen.
De gebroken oogen wijd geopend, het gelaat door
woede en pijn vertrokken, lag het lijk van Roode
Hendrik voor haar.
Angst en afgrijzen maakten zich van haar meester.
Zoo suel hare wankelde voeten haar dragen konden,
ijlde zij naar de trap. Met bevende hand deed
zij de deur achter zich dicht en vloog den molen
door naar hare slaapkamer, waar zij half bewusteloos
op een stoel nederviel.
Het vreeselijk schouwspel bleef haar voor de
in de commissie voor de volmachten en heeft zelfs
,/amende honorable" gedaan, toen de afgevaardigde
Imbriaui tegen zijn woorden protesteerde, er nog
bijvoegend, dat hij geen voorstander is van de
instelling van nieuwe belastiugeu bij koninklijk
decreet.
Crispi zal dus alles doen om een ontbinding der
kamer te voorkomen, hij wil zelfs aan gegronde
bezwaren tegemoet komen, doch de basis van zijn
programma moet men onaangetast laten en de be-
grootingsdebatten moeten worden gevolgd door de
beraadslagingen over de financieele maatregelen en
de volmachten.
Verwonderd vraagt menigeen te Maassluis
zich af hoe 't mogelijk is zoo roekeloos eene ge-
meente aan zulk een groot gevaar bloot te stellen
door het opslaan van ontploffingsmiddelen in de
smederij der Berging-Maatschappij aldaar, en als
eenige verontschuldiging daarvoor geldt, dat het
meermalen wordt opgemerkt, dat menschen, die
door den aard van hun beroep of betrekking dage-
lijks omgaau met in hooge mate gevaarlijke voor-
werpen of stoffen, daarmede z66 vertrouwd geraken,
dat zij het gevaar niet meer opmerken. Een treffend
bewijs daarvoor is zeker, dat voor eenigen tijd een
bediende van de Bergings-Maatschappij veroordeeld
werd tot een boete van ^50, omdat hij met een
kistje dvnamiet gereisd was per spoor van Rotter
dam naar Vlissingen, aldaar overnachtte in een
hotel steeds voorzien van zijn gevaarlijke bagage,
en daarmede, per passagiersboot, naar Ter Neuzen
vertrok waar het dynamiet gebruikt werd voor het
opruimen van een wrak.
Op het adres vau het bestuur der Yereeniging
van Handelaren te Groningen, omtrent de ver-
vanging van de thans bestaande bankbiljetten van
100, 200 en f 300, heeft de directie der
Nederlandsche Bank het volgende gantwoord
„In antwoord op uw schrijven van 9 dezer
hebben wij de eer u mede te deelen, dat de vraag
of het publiek helang gebaat kan zijn met eene
intrekking van de in omloop zijnde biljetten van
ouze Bank en hunne vervanging door biljetten van
een ander model ons reeds bezig hield voor de
bekendwording van de onlangs plaats gehad hebbende
uitgifte van nagebootste biljetten, doch dat wij in
dit feit op zichzelf nog geen aanleiding vinden
konden tot het nemen van eene om velerlei redenen
zoo gewichtige beslissingwant wel verre dat de
valsche biljetten, waarvan iu uw schrijven sprake
oogen, duidelijk zag zij elken trek in het ver-
wrongen gelaat, het was haar, alsof het lijk nog
altijd voor haar la?, zij durfde de oogen niet opslaan.
Lang duurde het, eer zij genoegzaam van hare
ontsteltenis bekomeu was, om over de gedane
ontdekkingen te kunnen nadenken. Wie was de
moordenaar Deze vraag rees natuurlijk het aller-
eerst in haar op. Zij durfde geen antwoord vinden.
Hendrik had het vuur niet aangelegd. Of was
hij op het oogenblik zijner misdadige handeling
door de hand Gods getroifen? Had eene beroerte
een einde gemaakt aan zijn leven, op het oogenblik
dat hij het tooneel zijner misdaad wilde verlaten
Ja, dat was mogelijk Wie kan de wegen der
Voorzienigheid doorgronden P
Maar had de zaak zich wel zoo toegedragen
Waarom had Hendrik niet in den zelfden nacht,
waarin hij was weggejaagd, de misdaad gepleegd P
Waarom had hij daarmede gewacht Hoe was
bet hem mogelijk geweest, in den molen te komen
daar toch Dorothea alle deuren gesloten had gevonden
Hoe kwam het, dat Dorothea niets had gehoord,
terwijl toch het verwrongen gelaat van den doode
bewees, dat de dood eerst na hevigen strijd was
ingetreden
O, wie kon haar op al die vragen antwoord geven
Er kwamen nog andere vragen, niet minder
moeielijk te beantwoorden. Waar was het koren,
waarover Hagen zoo dikwijls had gesproken
Waarom was hij juist des avonds naar de stad
gegaan, om den volgenden dag terug te komen.
En op welken grond had hij op zoo stellige rnanier
de verdenkiug uitgesproken, dat zijn knecht toen-
maals de brand had aangestoken en men vreezen
moest, dat hij die wraakoefening zou herhalen P
is, kunstig en bedrieglijk zouden zijn nagemaakt,
doet reeds eene oppervlakkige beschouwing het
verschil met de echte biljetten dadelijk in het oog
springen. De afwijkingen zijn kenmerkend genoeg
om, nu men weet dat men op zijn hoede moet zijn,
het publiek, dat gewend is met biljetten van f 100,
f 200 en f 300 om te gaan, voor mogelijke schade
te vrijwaren."
De directie wijst er nog op, dat de nieuwe
biljetten door de Bank van Frankrijk uitgegeven,
schier onmiddellijk na de emissie weder zijn nage
maakt. Intusschen blijft de directie haar aandacht
aan de zaak wijden.
Naar de Arnh. Crt. verneemt, wordt door
den „Nederlandschen Schutterijkader-Bond" in dit
jaar geen algemeene schietwedstrijd uitgeschreven.
De groote financieele offers, welke de laatste
bijeedkomst te Zutphen heeft gevorderd en die
vooral toe te schrijven waren aan het minder
gunstige terrein aldaar, dwingen ditmaal tot groote
zuinigheid, teneinde in 1895 weder met kracht
op te kunnen treden.
Gedurende den aanstaauden zomer worden dan
ook alleen plaatselijk te houden korps-, personeele—
en recordwedstrijden gehouden, terwijl de 9e alge
meene jaarlijksche vergadering vermoedelijk op
Zondag 19 Augustus e. k. te Arnhem zal plaats
vinden.
Wanneer het hoofdbestuur van den bond den
onmisbaren steun en medewerking kan verkrijgen
van de militaire en bnrgerlijke autoriteiten te
Arnhem, en niet het minst van den majoor-
commandant en verdere officieren der d.d. schutterij,
stelt het zich voor, in 1895 te Arnhem een grooten
schietwedstrijd te organiseeren, waaraan dan door
31 afdeelingen of korpsen met ruim 1000 ledeu
en donateurs zal worden deelgenomen.
De Maatschappij tot opvoeding van weezen
in het huisgezin heeft circulates verspreid, waariu
zij weezenvrienden opwekt haar te steunen, door
als lid toe te treden tegen een jaarlijksche contribute
van f 5.f of donateur te worden, of haar te
steunen met gifteD, waaronder kleeren mede wel-
kom zijn.
Het bestuur wijst er op dat de Maatschappij
een eervol verleden van 20 jaren achter zich heeft.
Niet minder dan 435 weezen werden in dat tijdvak
aan hare zorg toevertrouwd, waarvoor eene som
van f 330,000 werd uitgegeven.
Gaarne zou men nog veel meer hulp verleenen,
doch men moet rekening houden met de fondsen.
Wie deze op de bovengenoemde wijze helpt ver-
meerderen, verricht een edel werk.
Dorothea wilde de akelige gedachten terugdringen,
welke haar bestormden doch zij was er niet toe in
staat. De donkere dreigende wolken pakteu zich al
dichter samen en hulden haar in een donkeren,
door geen enkele ster verhelderden nacht.
Had Hagen het gedaan Neen, neen, dat was
onmogelijk, zoo'n duivel kou hij niet zijn En
toch, alle, omstandighedeu wezeu op hem, wanneer
zij zich de vraag stelde, wie de afschuwelijke daad
had bedreven. En als hij het gedaan had, dan
moest hij boeten voor zijne duivelsche slechtheid,
dan maar hij was haar echtgenoot, en al woonde
er ook geen gevoel van liefde voor hem in haar
hart, zij had toch voor het aangezicht Gods beloofd,
alles met hem te zullen dragen.
Mocht zij hem aan het gerecht overleveren
Ja, zij moest het doen want hij was een booswicht
en voor zijne misdaad verkwijnde een onschuldige
in de gevangenis, een onschuldige, dien zij beminde,
aan wien zij met duizend onverbreekbire banden
verbooden was, aan wien zij wakende en droomende
dacht, en dien zij nog te inniger liefhad, daar hij
om haar zulk een hard lot moest dragen.
Indieu Hagen de schuldige was, dan moest hij
zijne sohuld bekennen, schriftelijk of mondeling,
opdat de onschuldige verlost kon worden. Zij zou
hem niet aan het gerecht overleveren, zij zou
niet eerder gebruik maken van zijne bekentenis,
dan als hij het land verlaten had maar bekennen
moest hij, goedschiks of kwaadschiks.
Maar 't was immers onmogelijk, hij kou het
niet gedaan hebben
(Wordt vervolgd.)
TER \EIZE\S(HE fOlRAVI
Dlt bind verscliijnt IlinsdaK- en Vrij€l»savon«t bij den iiitfjever
III PIII ■IHMIimi II
I*. J.
11H1IMI—
V A W D G 8 A N D E te Ter leuzen.
Te BEHA.NDELEN
i