Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch- Vlaanderen.
No. 2767.
Woensdag 182November 1891.
31 e Jaargang.
I B TWEE S T B I.J D,
Binnenland.
advertentiEn.
FI£ UXLLETON.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonueert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbonders.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken Tegel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Hit blail verscliijnt Dinsila^. en Vrijdagavond bij den liltgever
J. V AS l» E A S I) E te Ter Semen.
Jfolitiett Overzicht.
Vorsten en Ministers schijnen het er thans op
toe te leggen oin in het openbaar te spreken van
,/vrede, vrede, geen gevaar Nu is Keizer Franz
Joseph weer aan 'twoord geweest bij de ontvangst
der beide delegation. De monarch mocht zich
verheugen in de vriendschappelijke betrekkingen
met alle mogendheden, die alien te zamen het
behoud van den vrede beschouwen als den besten
waarborg voor de welvaart en het geluk der volken,
die thans zuchten onder den druk van oorlogslasten
mocht Keizer Franz er wel bijgevoegd hebben.
Als een oorzaak der militaire toerustingen noerade
de redenaar de gevaren, die de staatkundige toe-
stand van Europa aanbiedt en als pleister op die
wonde deed de zindat de behoefte aan vrede
zich algemeen en eenparig openbaart, dienst.
Verder verklaarde de Keizer, dat bij hem de zorg
voor de tegenwoordige lasten en de vrees voor het
behoud des vredes geweken zijn. De kredieten,
voor leger en vloot aangevraagd, waren onvermijdelijk
en de belangrijke uitgaven voor het leger zouden
worden uitgesleld. Ook toonde de Keizer zich
tevreden over de toestauden in Bosnie en de Her-
zegowiua. Graaf Zichy, voorzitter der Hongaarsche
delegatie, maakte in ziju toespraak melding van de
trouw en de toewijding der Hongaren aan den
souverein en sprak den wensch uit, dat het even-
wicht der begrooting niet in gevaar mocht worden
gebracht door het oorlogsbudget.
De Neue Freie Presse denlct niet zoo zoetsappig
over de triple-alliantie en meent, dat Oosteurijk
een niet zeer benijdenswaardige plaats in het verbond
inneemt. 't Is of men Oostenrijk zoowat negeert.
Von Giers bezoekt den koning van Italie en ziet
naar Weenen met om de koning van Rumenie
gaat naar Italie en naar Berlijn, maar houdt zich
in de Donaustad niet op. De Italiaansche premier
biedt kushandjes en lonkjes aan Frankrijk en
Rusland en verzekert tevens, dat hij ten voile over-
tuigd is van de noodzakelijkheid der triple-alliantie.
In Bohemen woedt de partijstrijd voort. DeJong-
Czechische bladen hebben de at'zonderlijke nationa-
liteit van Bohemen in 't vaandel en drukken bij
herhaling zeker besluit af in dit opzicht vroeger
door den Keizer genomen. De magistraat ziet in
dat herhaaldelijk afdrukken een poging tot opruiing
der gemoedereu en in verband daarmedevan majesteit-
schennis, en zal de bladen vervolgen.
In Duitschland gaan de krijgstoerustingen op
groote schaal voort. Een der twee grootste Ameri-
kaansche firma's te Pittsburg, die aluminium fabri-
ceeren, is opgedragen de levering van veldllesschen,
patroontasschen en metaalstukken aan de rausels.
Het doel is hiermee om den soldaat minder te doen
dragen. Duizend centenaars metaal ziju voor de
uitvoering der opdracht noodig. De vernieuwing
van het materiaal der artillerie gaat steeds door
eri men zegt in Berlijn dat, als de verbeteringen tot
Naar het Duitsch.
11)
Ook Laura lachte, maar niet geheel onbevangen.
Als mijn man beveelt zoo moet ik wel gehoorzamen,
riep zij schertsend en ging gearmd met haar echt-
genoot naar de eetkamer.
He, hoe prettig en gezellig, riep Von Ring, ons
ongetrouwde heeren vait zoo zelden het geluk ten
deel zoo familiaar met eene familie te kunnen om-
gaan. Altijd groote, stijve partijen waar bijna geen
gezellig verkeer mogelijk is.
Dat komt omdat de jongelieden aan te veel weelde
gewoon zijn en men ze zoo heel eenvoudig niet
durft ontvangen, zeide de majoor.
Men gelooft dit van ons, maar het is niet zoo
En ik ten minste ben heel dankbaar, dat u op
deze wijze uw huis voor mij hebt opengesteld.
Laura had aan het gesprek geen deel genomen
en zich met de thee en den waterketel beziggehouden.
Breng versch water, Frederik, zeide zij tegen den
oppasser.
Kom, mijnheer Von Ring, nog wat ham of een
s'.ukje van die gerookte ganzeborst
Dank u, mevrouw, ik ben Dog van alles voorzien.
Gij weet wel, dat men bij zijn ouders geen com
stand zijn gekomen, de Duitsche artillerie de eerst.e
der wereld zal zijn. In Frankrijk is men eveneens
aan 't snoeven over de vechtkracht van het leger
sedert de onlangs gehouden groote manoeuvres.
Net zoo laug tot de beide groote legerinachten
praktische proeven gaan nemen om te zien wie de
sterkste is.
Paul Ltfargue, het nieuwe kamerlid voor R.jsel,
heeft bij voorbaat gezegd, dat hij in het Paleis
Bourbon een tribune zou vinden, vanwaar hij tot
de natie kon spreken en de sociale transformatie
preeken. Het zal zijn streven zijn, aan de kleine
nijvere en handeldrijvende burgerij te toonen, dat
het socialisme het eenig middel is tot redding.
Afschaffing van invoerrechten op alle volksvoedings-
middelen voert hij in zijn vaandel en voorspelt
Minister Constans dieper val dan Jules Ferry.
Constans heeft alleen de regeering kunnen hand-
haven door generaal Boulanger, dien hij als boeman
heeft gebruikt, zegt de ontslagen gevaugene, maar
de generaal is dood en met de boulangistische
bewegiug is het gedaan. Weldra komen in Duitsch
land de socialisten aan het roer en dan zal Frankrijk
zonder een enkel geweerschot weer in het bezit
komen van zijn verloren proviucien. Zoo slaat
meueer Lafargue door. Hard gaat ie zou
men in Amsterdam zeggen.
Ook de afgevaardigde Laur heeft weer eens
doorgeslagen in de Kamer. Op zijn gewone plompe
manier interpelleerde hij den Minister van fiuancien
en legde dezeu ten laste, dat hij onder de hand
Fransche rente deed opkoopen. Met verontwaar-
diging protesteerde Rouvier, en de voorzitter
Floquet raerkte op, dat men Laur's praatjes niet
moest rekeneu. Laur sloeg intusschen door, richtto
hevige aanvallen tegen Rothschild en de joden en
eindigde met voor te stellen de uitdrijving van
alle joden. Met 431 tegen 32 stemmen giug de
Kamer ten slotte over tot de eenvoudige orde
van den dag.
In zijn antwoord op het voorloopig verslag
omtrent hoofdstuk III verklaart de Minister van
buitenlandsche zaken dat, terwijl hij zich aan een
beslist oordeel omtrent den toestand der Neder-
landsche landverhuizers naar Argentinie onthoudt,
toch meent te moeten betwijfelen of die terecht
betreurde toestand voor alien zoo bedenkelijk is
als algemeen wordt aangenomen. De arbeidzame
en bekwame landverhuizers hebben er veelal een
behoorlijk bestaan gevonden. Voor zoover men het
iuderdaad verdient, kan men in vele gevallen ge-
holpen worden door de Nederlandsche vereeniging
te Buenos-Ayres.
Tegen kolonisatie in West-Indig bestaan inzon-
derheid groote bezwaren, daar in 't gunstige geval
aldaar alleen vooruitzichten bestaan voor personen
plimenten maakt en neemt wat men verlangt,
vervolgde Laura vriendelijk.
Nu, dan zeg ik als een ecbt Pommeraan voor
gerookte ganzeborst geef ik mijn leven Bij deze
woorden nam hij van dit gerecht.
Tast dan maar toe, er is nog meer van en ik
heb ze zelve gekocht, dus weet ik, dat ze goed is.
Waart gij onlangs ook bij de kleine namiddagthee
bij den kroonprins tegenwoordig
Ja, maar u zegt onlangs, het is al geruimen
tijd geleden.
Voor de heeren, die veel in de wereld zijn gaat
de tijd zoo snel voorbij, zeide Laura.
Voelt gij je eenzaam, mijn klein vrouwtje
vroeg Tancred.
O neen, ik zei het maar zoo. Hebt gij u geamu-
seerd? vroeg zij, zich weder naar Von Ring wendeude.
O ja, bijzonder. Eerst zijn wij op de stoomboot
naar het pauweneiland gevaren, dat er met de
fraaie herfsttinten verrukkelijk uitzag, daar ver-
maakten wij ons met allerlei spelen.
Speelde de prinses ook mede
Zeker, zij bedacht zich zelve en was de vroolijkste
van alien. Henri vertelde nu uitvoerig, wat er
al zoo gedaan was, wie er waren en hoe laat men
weder thuis was gekomen.
Wat had de prinses aan
Juist wilde Vou Ring zoo goed en kwaad
dit ging, het costuum gaan beschrijven, toen de
majoor, die niet naar dit gesprek had geluisterd,
die voor immigratie ten voile geschikt zijn. Den
consul-generaal te Buenos-Ayres kunnen bezwaarlijk
gegronde verwijten worden gemaakt. Na eerst
gewezen te hebben op de groote verwachtingen in
Argentinie, heeft hij later herhaaldelijk gewaarschuwd
tegen landverhuizing van bepaalde categorien, en
toon desniettemin vele landverhuizers blijven aan-
komen, heeft hij velen geholpen en ook een lief-
dadigheids-vereeniging opgericht.
In verband met de eerlang door den Minister
van fiuancien aan de regeering in te dienen voor-
stellen tot belastinghervorming heeft de heer F.
P. Oudens, siationchef te Arnetnuiden, zich tot
Z.Exc. gewend met het verzoek, dat zoo de patentwet
niet in haar geheel afgescbaft mocht worden, in
het nieuwe wetsvoorstel de bepaling op te nemen,
dat bedienden bij de middelen van vervoer van
deze patentbelasting zijn vrijgesteld.
Het personeel der spoorwegen en van andere
middelen van vervoer, dat iustemming wenscht te
betuigen met bedoeld adres, wordt verzocht daarvan
schrittelijk en franco bericht te zenden aan den
heer Oudens.
De ervaring heeft geleerd, dat velen zoowel
vereenigingen en maatschappijen, als enkele perso
nen, in de meening verkeeren, alleen door het feit,
dat ieinaud tengevolge van bestaande dan wel
met het oog op mogelijke, toekomstige verplichtin-
gen het te zijnen name gestelde spaarbankboekje
der Rijkspostspaarbank, in hun bezit stelde, op dat
boekje een pandrecht te verkrijgen.
Deze meening is niet juist en kan tot allerlei
bedriegelijke handelingen en misrekeniugen aanlei-
ding geven.
Daarom wordt onder de aandacht van het publiek
gebracht, dat op bedoelde boekjes slechts pandrecht
te vestigen is door middel der bepalingen, vervat
iu boek II, titel XIX van het Burgerlijk Wetboek,
welke bepalingen ten deele gewijzigd zijn bij de
wet van 8 Juli 1874 (St.bl. no. 95.)
Door den directeur-generaal der Staatsspoor-
weg-maatschappij is bepaald, dat aan geen enkelen
der stationscnefs meer vergunning mag worden
verleend tot het aannemen van een agentschap in
steenkolen. Voorts zal het onderhebbeud personeel
der Staats-spoorwegmaatschappijen, dat zich door
fooien van particulieren laat overhalen tot het ver-
leenen van voorrechten, waardoor in strijd met de
bij de maatschappij bestaande reglementen wordt ge-
handeld, ontslagen worden.
Door het hoofdbestuur der Maatschappij ter
bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland
is tot vice-voorzitter benoemd, in de plaats van den
heer L. A. Bybau te Colijnsplaat, de heer Mr. P.
C. J. Hennequin te Sluis.
Met het ope -hriftWinterverlof voor Miliciens
schrijft men aan De Yeldpost het volgende uit
Wolfaartsdijk
zich naar zijn adjudant wendde en op eens vroeg
Hoe heb je de exercitien van het regiment
gevonden, die onlangs voor den grootvorst plaats
hadden
Nog al goed, alleen had ik wat meer strategische
bewegingen gewenscht.
Dat vond ik ook, zeide de majoor en verdiepte
zich in allerlei bespiegelingen, die Laura vreeselijk
verveelden zij had liever over de feestelijkheden
voortgebabbeld, maar de majoor bleef over dienst-
aangelegenheden praten en over zijn werken en
Laura die in deze zaken geen belang stelde, zat
zwijgena en zonder er naar te luisteren aan een
handwerkje te arbeiden. Henri, dit bemerkende,
trachtte een ander onderwerp ter sprake te brengen
en nu was het weder de majoor, die er afgetrokken
bij zat.
Maar mijn hemel, wat moet gij wel van mij
denken, mijnheer Yon Ring? riep Laura plotseling,
nu heb ik u nog niet eens bedankt voor de fraaie
bloemen waarmede gij den dag van onze aankomst
onze woning hebt opgesierdnu doe ik het wat
later, maar niet minder van ganscher harte, en zij
reikte hem bij deze woorden vriendelijk de hand.
Het was voor mij een groot genoegen, waarde
mevrouw.
O, gij weet niet hoeveel ik van bloemen houd.
Tegen elf uur nam de luitenant afscheid en ging
in gedachten verzonken langzaam naar huis. Welk
een verrukkelijke vrouw was Laura hij kon zich
Tegenwoordig leest men in de dagbladen, dat
door den Minister van Oorlog bepaald is, dat den
miliciens gedurende den winter een verlof van 4
maanden wordt toegestaan.
Zeker zal de Minister hiermede wel een goede
bedoeling hebben. Nochtans moet om de volgende
redenen die maatregei, hoe goed zij in vele opzichten
ook is, sterk afgekeurd worden. Wat is bet geval
De meeste miliciens zijn natuurlijk uit de klasse
der gewone veldarbeiders en ambachtslieden. Nu
weet ieder, die maar eenigzins met den landbouw
bekend is, dat met November de werkzaamheden
op het veld gedaan zijn en dat er niets meer valt
te doen dan te dorschen. Hiervoor heeft de boer
zijn vast werkvolk, meest hoofden van gezinnen,
zoodat er voor de miliciens iu den winter totaal
niets te doen valt en dan juist komen zij te huis,
tot grooten last van hun gezin. Datzelfde is even-
eens het geval met andere ambachtslieden. Ook
voor hen valt in den winter bijna niets te verdienen,
ja zelfs wordt ender hen dikwijls veel armoede
geleden, omdat zij zich schamen om te bedelen of
naar de bedeeling te gaan.
Neen, wilde de Minister werkelijk een maatregei
nemen in het belang der miliciens, dan moest hij
het blaadje juist omkeeren en hen van 1 Juli tot
1 October verlof geven. Hiermede zou hij hen
zeer bevoordeelen en voor den landbouw zou het
een onberekenbare weldaad zijn. In Belgie en
Frankrijk bijvoorbeeld worden in de zomermaanden
militairen naar huis gezonden om te helpen den
oogst binnen te halen. Hier in Nederland is het
juist omgekeerd. Niet alleeu dat er onder de
miliciens een massa landbouwersknechts en veld
arbeiders zijn, die aan den landbouw worden ont-
trokken, doch jaarlijks worden de meeste dienst-
plichtigen 14 dageu tot een maand, juist in den
oogsttijd, opgeroepen, om militaire oefeningen bij
te wo uen en alzoo is een groot gedeelte van de
beste krachten voor den landbouw verloren. De
schade die hierdoor berokkend wordt is onbereken-
baar. Niet alleen voor den landbouw, maar voor
de dienstplichtigen zelf ook.
De storm van Woensdag II. heeft belangrijke
schade berokkend aan onze visschersvloot.
Zaterdagnamiddag kwamen te Scheveningen een
twintigtal bomschuiten aan, waarvan enkele de
geheele vleet met toebehooren hadden verloren
auderen misten het meerendeel der netten, of hadden
hun vleet zoodanig beschadigd, dat zij verplicht
waren huiswaarts te keeren.
Men zag aan het strand slechts treurige gezichten
en geen wonder, want al deelen de visschers niet
in de schade der netten, voor her) is plotseling de
haringvisscherij geeiudigd en daarmede de hoop
verdwenen met een laatste reis nog wat te verdienen.
Enkele schuiten brachteu nog eenige tonnen
haring mede.
niet begrijpen, dit vroeger niet te hebben opgemerkt.
De majoor was een goed en beminnelijk man en
toch was er in de huiselijke omgeving iets wat hij
zich niet goed wist te verklaren, maar dat onaan-
genaam aandeed. De echtgenooten verschilden te
veel in leeftijd, hoe kouJen zij in dezelfde zaken
belang stellen Ook scheen het Von Ring toe,
dat de herinnering aan de overleden vrouw een
inniger liefde in den weg stood. Waarom had Laura
anders zoo aarzelend de piano geopend
Ondanks dit alles gevoelde hij zich toch zeer
tot de Von Olefelds aangetrokken. Hij hield bij
zonder veel van zijn commandant en hij had mede-
lijden met Laura die zoo weinig in de gelegenheid
was de genoegens te smaken passend voor haar
leeftijd. Hij wist dat haar echtgenoot niet van
uitgaan hield en dan ook was de rouwtijd over
Laura's moeder een redeu, waarom zij theaters noch
gezelschappen kon bezoeken hij maakte zich dus
wijs dat het zijn plicht was de jonge, beminnelijke
vrouw wat afleiding te bezorgen. Maar was het
dit alleen en werd hij niet eerder door een geheime
neiging voor Laura daarheen getrokken Henri
trachtte dit ten stelligste te ontkennen en begreep
zelf niet, hoe hem dit slechts weinig gelukte.
Toen Laura den volgeuden dag van een waudeling
door de stad terugkwam, vond zij in hare kamer
een praehtig met bloemen gevulde etagere.
O, hoe heerlijk riep zij verheugd, maar plotse
ling overviel haar een gevoel van angst. Zou You