Algemeen
Nieaws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
VERKIEZING.
No. 2729.
Woensdag 8 Juli 1891.
31e Jaargang.
BEKENPMAK1NG.
AANBESTED1NG.
aanbesteden
De Burgemeester der gemeente Ter Aeuzen
aanbesteden:
EEN DROOM?
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushoaders.
ADVERTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Bit blad veraebljat DliiKdag- en Vrljdngavond bij den nltfever P. J. VAN BE SANDE te Ter Neuzen.
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadenng van
den Gemeenteraad is belegd tegen Vrijdug den
10 Juli 1891, des voormiddags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 7 Juli 1891.
De Burgemeester voornoernd,
J. A. VAN BOVEN.
Burgemeester en Wetliouders van TER NEUZEN
maken bekend
dat de inlevering van stembriefjes, ter verkiezing
van vijf leden van den Gemeenteraad voor de
vervulling der plaatsen van de heeren G. DEES,
JOZ. DE FEIJTER en G. WIELAND, die met
September a. s. aan de beurt van aftreding zijn,
zoomede voor de aanvulling van den Raad met
twee leden, in overeenstemming met artikel 4 der
gemeentewet, zal plaats hebben op IMiisilug,
21 dezer, van 's morgeus 9 tot 's namiddags 5
ure, op het gemeentehuis.
Ter Neuzen, 7 Juli 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoernd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Seeretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
zullen op Doudcrdag, 10 dezer, des voormiddags
11 uren, in het gemeentehuis aldaar, in het open-
baar, bij enkele iuschrijving
Het verbouwen en uitbreiden van
het lokaal der openbare school
te Sluiskil.
Het bestek ligt ter lezing op de secretarie en
is aldaar verkrijgbaar tegen betaling van f 0,75.
Aanwijzing zal geschieden op Zaterdag, 11
dezer, 's morgens van 912 uren.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den
gemeente-bouwmeester.
Ter Neuzen, 3 Juli 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoernd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Seeretaris.
FEXJILLETQJST.
2)
Mijn knieen knikten en het koude zweet brak
mij uit. A\ at zou ik doen Ik dacht er over
het hazenpad te kiezen, maar toen ik weer het
hoofd wendde en achter mij zag werd mijn ont-
steltenis nog grooter. Daar zag ik al de beelden
en borstbeelden naar mij toe komen. Ik had geen
adem meer om hulp te roepen, maar de vrees gaf
mij kracht en in drie groote sprongen bereikte ik
mijn kantoor, waarvan ik de deur met sleutel en
grendel afsloot.
Au gevoelde ik mij tamelijk veilig en kon mijn
gedachten verzamelen om den toestand te overzien.
Ik luisterde Het scheen wel of ik een verward
getrappel van een menigte houten voeten op het
kiezelzand hoorde. De veusterluiken waren gesloten,
maar door een rond gat daarin kon ik zien, dat
de beelden voor de deur stonden. Tegen zulke
aanvallers zou mijn toevluchtsoord slecht te verdedi-
gen zijn. Als een ervan zijn hoofd als stormram
geliefde te gebruiken, zou de deur in minder dan
een minuut in splinters liggen.
Daar werd op de deur geklopt.
Wie is daar vroeg ik, mijn best doende om
flink te spreken.
O, een oud vriend van je de admiraal
Burgemeester en Wethouders van
TER NEUZEN zullen op Doiiderdag,
16 dezer, des voormiddags 11 uren, in het ge
meentehuis aldaar, in het openbaar, bij enkele
inschrijving,
het maken van een MACADAM-
WEG, met goot van waalklinkers,
achter de Dijkstraat.
Het bestek ligt ter lezing op de gemeente-
secretarie.
Aanwijzing zal geschieden op Vrijdag, 10 dezer,
's middags 2 uren.
Verdere inlichtingen zijn te bekomen bij den
gemeente-bouwmeester.
Ter Neuzen, 3 Juli 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoernd,
J. A. AAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Seeretaris.
folitieli Ov<;rzicht.
De meeste te Berlijn verschijnende avondbladen
wijden artikelen aan Nederland, naar aauleiding
van het bezoek van den Duitschen Keizer. De
National Zeitung wijst op de stamverwautschap en
de oude betrekkiugen tusschen de Hohenzollern's
en de Oranje's. De uitingen der Nederlaudsche
dagbladen en de voorbereidingen tot de ontvangst
van den Keizer en de Keizerin bewijzen, volgens
het blad, dat de vriendschappelijke gezindheid van
Duitschland jegens den Nederlaudschen nabuur
wordt beantwoord. De dwalingen en het rnisver-
stand, welke na 1866 en 1870 ontstonden, zijn
sedert lang verdweneu. Geen Nederlander gelooft
nog, dat de Duitsche politiek is gericht tegen de
zelfstandigheid van Nederland. Duitschlands belang
eischt, voor het geval de vredebond tot oorlog
mocht verplicht worden, niet een bondgenootschap,
maar de neutraliteit van Nederland, welks havens
bij een oorlog open zijn en granen zoowel naar
Duitschland als naar Frankrijk tot voeding der
krijgvoerende volkeren zenden. Een Engelsch
blad beschouwt de hulde aan Wilhelm als natuurlijk
tegenover 't gedrag van de Keizerlijke regeering
tegenover hare kleinere en zwakkere naburen.
Men kan nu gerust zijn, zegt de Stanaaard, dat
Duitschland geen begeerig oog heeft geworpen op
naburig grondgebied en vooral niet op Nederland.
Duitschland heeft zelfs daaraan nooit gedacht, zegt
het blad, de Nederlaudsche uatie, die zich gelukkig
en vrij gevoelt onder haar zoo door en door geliefd
vorstenhuis, kan gerust wezen. Men zou de meest
roekelooze der pamflet-schrijvers moeten zijn om
te kenuen te geven, dat Holland verlangt naar
antwoordde een holle stem. Goed volk, jonkman,
goed volk Ik zal je geen kwaad doen, integen-
deel, ik wil je goeddoen. Kom maar buiten en
houd je ferm.
In den admiraal stelde ik wel vertrouwen, maar
de gedachte aan zijn gezelschap deed mij toch beven.
Twijfelend stond ik na te deuken, hoe ik mij uit
de ongelegenheid zou redden, want ik vermoedde,
dat de admiraal bezwaar zou maken tegen het weg-
zenden van zijn makkers. Zoo beleefd mogelijk
antwoordde ik daaromIk heb veel eerbied voor u,
admiraalen ik zou gaarne alles willen doen om u
te believen, maar ik ben nu te zenuwachtig en ont-
steld om in zulk een groot gezelschap te verschijnen.
Wie bedoel je, jonkman p vroeg de admiraal.
Allen, die bij u zijn, admiraalantwoordde ik
een weinig gerustgesteld.
O, die zullen je niet opeten en je geen kwaad
doen ook, stelde de admiraal mij gerust.
Ik zou nu toch liefst met u alleen zijn, ant
woordde ik daarop.
Nu, als je dat wenscht, zal ik ze wegzenden,
en nu hoorde ik in een taal, die ik niet verstond,
een bevel geven, waarop een luid gestamp en ge
trappel in het kiezelzand volgde. De monsters
vertrokken dus, dat was alvast een groote ge-
ruststelling voor me.
Doe nu de deur open gebood de admiraal.
U wilt me toch geen kwaad doen vroeg ik
nog eens voor de zekerheid.
eene veranderiug van zijn lot. Indien men zelfs
den miusten lust toonde om op het zelfstaudig
bestaan van Nederland inbreuk te maken, zou men
den toorn opwekken van staten van den eersten
rang en de eerste beteekenis en deze tot krachtigen
weerstand prikkelen. Het bezoek des Keizers is
een beleefd heids-bezoek, anders niet, zoo besluit
het blad. Dat de Temps, een Frausch blad, van
een ander gezichtspunt uitgaat spreekt van zelf.
De natie heeft sedert 40 jaren buiten Alexander
II van Rusland en Leopold II van Belgie geen
souvereinen mogen ontvangen, dus een bezoek
van den Duitschen monarch is geheel wat nieuws.
In de alliantie zal Nederland zich niet laten op-
nemen, een krijgsmacht gaan aanschaffen in dienst
van een politiek, die vreemde doeleinden najaagt,
zal Nederland niet. Er is als regentes wel eene
Duitsche Prinses, maar de waarborgen, waarmede de
Staten-Generaal hebben gezorgd het regentschap
en de troonsopvolging te omgeven, getuigen van
den ondubbelziunigen wil der natie. Zoo de Temps.
De Oostenrijksche bladen zijn met de reis des
Keizers zeer ingenomen en wijzen met voldoening
op de gerustheid, waarin Nederland kan verkeeren,
als niet langer bevreesd behoevende te zijn voor
eene inlijving bij Duitschland en in de tweede
plaats toont de Oostenrijksche pers aan, dat de wereld
zich overtuigen kan van de vreedzame bedoelingen
van het drievoudig verbond.
Het Engelsche Lagerhuis heeft de behandeling
der wet over de kostelooze scholen voortgezet.
Met 341 tegen 330 stemmen werd een voorstel
van de regeering aangenomen, waarin wordt bepaald
dat de som, die voor het verstrekken van kosteloos
onderwijs door den staat als subsidie zal worden
verstrekt, tien shillings per leerling en per jaar
zal bedragen. De maximum-leeftijd voor leerlingen
op die scholen is vastgesteld op 15 jaar.
Onder dagteekening van 1 Juli is uit Iquique
bericht ontvangen dat volgens geruchten belang-
rijke gevechten te land en ter zee in de streek
tusschen Huasco en Coquinbo hebben plaats gehad.
Uit Kaapstad wordt geseind Een honderdtal
gewapende Boeren trachtteu de rivier Limpopo
over te steken om in Mashoaland door te dringen,
doch werden door de politie der Engelsche Zuid-
Afrikaansche Compagnie verhinderd, aan hun voor-
nemen gevolg te geven. De aanvoerders der Boeren
ziju in hechtenis genomen. Men verwacht geen
verdere rustverstoring.
Volgens de New-York-Herald zal Balmaceda
tot 25 Juli a. s. president van Chili blijven. Tot
dat tijdstip zal hij al het mogelijke doen om den
opstand te bedwingen. ATan transactie is geen sprake.
Alles duidt aan, dat een hardnekkig gevecht op
handen is. Senor Monte, gezant der Chileensche
congrespartij, heeft uit Iquique een telegram ont
vangen, waarin gemeld wordt dat het Congresleger
Neen op mijn woord als ofRcier en als man
van eer luidde het antwoord.
Toen opende ik de deur en trad naar buiten.
Met een vergenoegd gezicht sprak de admiraal
Ik verheug me er over, dat je eindelijk moed hebt
gevat. Reeds vreesde ik, dat je niet zouat opendoen
voor het te laat was. Mijn wacht is bijna om.
Wat dat moest beduiden, begreep ik nietik
vroeg daarom, wat de admiraal daarmee bedoelde.
Hij vertelde mij toen, dat lord Nelson met hem
beurt om beurt de wacht hield op de werf, en dat
hij Zijne Excellence binnen weinige minuten zou
moeten oproepen om de wacht over te nemeu.
Ik zou hem daarom een genoegen doen door hem
spoedig aan boord der Orgueilleuse te volgen.
Hieriu stemde ik toe en nu bracht hij mij heel
onder in het schip, waar hij me een plank aanwees.
Jonkman, onder deze plank hebben de rotten
een doorloopende gang uitgevreten juist in het
midden van de kiel. Welnu, in die gang bevindt
zich een rol belangrijke papieren.
Ik waagde de onderstelling dat de rotten de
papieren opgevreten of bedorven zouden hebben.
O neen, mijn waarde, zei de admiraal. Ze
hebben wel de perkamenten omslag in stukken
geknaagd, maar de papieren zelf zijn in een zinken
koker, waar het perkament omheen gerold zat. Ze
zijn nog ongeschouden ik zie ze duidelijk liggen.
Onwillekeurig liet ik mijn verwondering blijken,
dat hij door het hout been kon zien, want hij sprak
Huasco bezette en Balmaceda's leger op de vlucht
dreef. Mag men de congrespartij gelooven, dan is
Balmaceda volkomen oumachtig om de noordelijke
provincien, welke door de troepen der congrespartij
zijn bevrijd, te herwinnen. De Figaro waarschuwt
ernstig tegen het erkennen van Balmaceda's gezag
en meent, dat de thans in Fransche havens gereed
liggende pantserschepen niet aan hem moeten worden
geleverd, omdat hij afgezet is als president der
Chileensche republiek door het Congres, en omdat
de geheele vloot en een deel van het leger op de
hand van het Congres zijn, dat het land vertegen-
woordigt. Misschien dat er nog vele vreeselijke
dingen gebeuren moeten voor een der partijen in
Chili volkomen onderworpen is.
H. M. de Koningin-Regentes moet den Keizer
en de Keizerin van Duitschland de belofte hebben
gedaan, dat zij binnen een niet al te lang tijdsver-
loop met ons Koninginnetje een tegenbezoek aan
het Berlijnsche hof brengen zal.
Dat zij daar, na de schitterende ontvangst, aan
Keizer Wilhelm en ziju gemalin bereid, welkome
gasten zullen zijn, behoeft wel niet te worden gezegd.
Men verzekert, dat H. M. de Koningin-
Regentes voor verreweg het grootste gedeelte alle
kosten van de ontvangst van het Duitsche Keizer-
paar draagt en dat die kosten niet minder dan
f 300,000 beloopen, welk bedrag ongeveer geheel
aan den handel en de nijverheid ten goede komt.
Omtrent het geschenk door de Koningin-
Regentes aan Hunne Duitsche Majesteiten bij hun
bezoek aan ons land aangeboden, kan men nader
vermelden, dat dit bestaat uit een tegeltafereel van
groote afmeting, voorstellende De Schuttersmaaltijd
van Van der Heist. Het werd op bevel van H. M.
aan de fabriek der heeren Joost Thooft Labou-
chere voor dit doel vervaardigd en door den plateel-
schilder, den heer L. Senf, geschilderd. Het geheel
is gevat in eene zware ebbenhouten lijst.
Het tafereel werd daags voor de aaukomst der
hooge gasten aan het paleis te Amsterdam met zware
roode draperie opgesteld en mocht de bijzondere
goedkeuriug van de Koningin-Regentes verwerven.
Door den vici-admiraal W. F. H. Cramer,
is aan de commandeerende officieren der schepen
de uitdrukkelijke tevredenheid van den Keizer van
Duitschland ter kennis gebracht, voor de verrich-
tingen der Kon. Ned. zeemacht, tijdens diens bezoek
aan Amsterdam en daarbij de wensch van den
Keizer, dat de aangename verstandhouding tusschen
de Nederlandsche en Duitsche zeemacht dezelfde
moge blijven.
In politieke kringen te 's Gravenhage wordt
een dezer dagen in Amsterdam verspreid gerucht
nuDoor het hout heen zien wel dat is voor
mij gemakkelijk genoeg, ik ben immers zelf van
hout. Luister nu goed, jonkman. Als je deze
papieren in handen hebt, breng ze dan zorgvuldig
naar Londen. Ben je daar goed bekend
Ik moest hem wel zeggen, dat ik Londen bijna
in 't geheel niet kende, ik kon er zonder vragen
het huis van mijn oom vinden, maar dat was ook
alles.
Nu, dat is niemendal, als je mijn woorden
slechts goed onthoud. Je moet dan, zeg ik,
naar Londen gaan en daar Lilypot Lane opzoeken
daar is een restaurant, dat Dickson's Chophouse
genoemd wordt. Je moet daar binnengaan en
naar den heer George Cranstoune vragen. Stel
hem deze papieren ter hand en vertel hem dan
ook waar ze gevonden werden. Ook
Hier hield hij op met spreken het beeld
van Neptunus kwam hem waarschuwen, dat zijne
wacht om was en hij dus lord Nelson moest roepen.
De admiraal haastte zich aan wal te gaan om zijn
plicht te vervullen en daarbij volgde ik hem op
den voet. Toen ik zag, dat hij weer zijn gewoon
plaats nabij mijn kantoor innam, ging ik mijn
kantoor binnen, waar ik besloot den nacht door
te brengen. Wel kon ik naar het woonhuis aan
het begin van de werf gaandoch ik gevoelde
geen lust om mij opnieuw aan de eene of andere
ontmoeting bloot te stellen.
Alzoo sloot ik de deur en maakte mij een slaap-
TER Ui/IANIIII CUIRAVT