Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2718. Zaterdag 30 Mei 1891. 31e Jaargang. Op den Lenzerhof. Binnenland. ABONNEMENT: Yoor Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,324. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven bushouders. advertentiEn. Yan 1 tot 4 regels/0,40. Yoor elken regel meer 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per jaar, tot veel verminderden prijs. Kit blad verschijnt Dlnsdag- en Vrijdagavond folj den nitgever P. J. VAN BE S A N D E te Ter Nenzen. Bij deze courant behoort cen bijvoegsel. t*olitieli Overzicht. De berichten ait Belgie blijven gunstig met betrekking tot den hervatten arbeid. In alle kolenmijuen, zoo wordt uit Henegouwen gemeld, is bet werk met het geheele personeel hervat, terwijl ook de werkstaking in de mijnen van Cockerill en in die van Marchaye veel is verbeteid, daar bijna al de werklieden in de mijn zijn afgedaald en de rest zal volgen. Uit Charleroi evenwel wordt bericht, dat de socialisten alle pogingeu in het werk stellen om de werkstaking te doen voort- duren de autoriteiten der stad hebben tengevolge van de woelingen dier heeren een verzoek tot de regeeriDg gericht, om het garnizoen te versterken. De verplaatste troepen keeren overigens naar hunne garnizoenen terug, terwijl de soldaten van twee lichtingeri, die opgeroepen waren, binnen eenige dagen naar hunne haardsteden terugkeeren. Het oploopje heeft intusschen al weer vrij wat schade berokkend en voor de werklieden temeer, omdat de fabrikanten in den eersten opslag de koleu willen verbruiken, die uit het buitenland tijdeDS de staking zijn aangevoerd, waardoor in de eerste dagen aan de productie van het biunenland geene behoefte bestaat. De Portugeesche Minister van financier), Mari ano Carvalho, die zich thans te Parijs bevindt, verklaarde op een tot hem gerichte vraag omtrent den toestand van Portugal, dat hij niet geloolt, dat het opnieuw met Engeland in Afrika opgekomen incident kan leiden tot verbreking van het pas met Engeland gesloten verdrag. Omtrent den financieelen toestand zeide Carvalho, dat Portugal de schuldeischer is van Brazilie en daarentegen de schuldenaar is van Frankrijk, itingeland en Duitsch- land. Van het oogenblik af dat Brazilie in papier betaalde en Portugal in edel metaal, was de crisis onvermijdelijk. Engeland trok groote hoeveelheden goud uit Portugal terug. De jongste tabaksleening heeft niet spoedig genoeg de verwachte uitkomsten opgeleverd. Het betreft hier een geldcrisis, die geenszins afbreuk doet aan den algemeenen rijkdom van het land. Ten slotte zeide de Minister Carvalho, dat het doel zijner reis was, den moeilijken toestand van Portugals financien te doen eindigen en daartoe hechte vriendschapshanden tusschen Frankrijk en Portugal aan te knoopen. De werkstaking der koetsiers, omnibus- en tram- beambten te Parijs duurt voort. Alleen de Omni- busmaatschappij heeft dientengevolge elken dag 67000 francs schade. De onderhandeliugen, door den gemeenteraad op touw gezet, hebben nog tot geen resultaat geleid. De voertuigeu, die trachten den dienst eeniger- mate te onderhouden, worden door de werkstakers en ook door de groote menigte, die op de hand FEUILLETON. Naar het Duitsch. 15) Te Munchen nam de kapitein afscheid met de belofte, dat hij hen zoo spoedig mogelijk in Tegernsee zou komen opzoeken. Bij de aankomst te Holzkirchen zag het jofige paar reeds van verre den ouden knecht Claus met het wagentje aan het station staan. Maar was die oude man daar Lize's vader? Wat was er toch met hem gebeurd, dat hij zoo verouderd was, dat hij er zoo vervallen uitzag Lize sprong uit den waggon, vloog op haar vader toe, sloeg haar armen om zijn hals en bedekte zijn gelaat met kussen. Toen ook Frans hem hartelijk had begroet en geen woorden genoeg kon vinden om Lize's gedrag te roemen, gevoelde de oude man ondanks zijn verdriet zijn hart warmer kloppen bij de gedachte, dat hem nog een dochter was overgebleven, die hem hartelijke genegenheid toe- droeg en hem in zijn laatste levensdagen troost kon bieden. Onderweg vertelde Lenz zoo omzichtig mogelijk, wat er voorgevallen was, dat men van Johan geen enkel spoor gevonden had en deze dus ongetwijfeld dood moest zijn. Je moest het toch weten, zei de der koetsiers enz. is, daarin verhinderd. Men spant eenvoudig de paarden af of werpl het vehikel om. De politie blijft tegenover dat alles vrij koel slechts wanneer het met de belemmering van den arbeid de spuigaten uitloopt, treedt zij krachtig op In de rue de Courcelles had een treurig voorval plaats. Twee werkstakers, die de paarden van een omnibus wilden tegenhouden, geraakten van de been en werden overreden. Hun toestand is boogst bedenkelijk. Uit Chicago wordt bericht, dat het Israelietisch weldadigheidsgenootschap aldaar verzet heeft aange- teekend tegen het verder aanvoeren van joden, daar het te Chicago reeds wemelt van arme Israelieten. Het genootschap weigert geld aan te nemen van baron Hirsch, omdat dit de verplichting medebrengt alle aankomende behoeftige joden te helpen. Het protest zal gezonden worden aan alle joodsche ver- eenigingen in Europa. De berichten uit Chili zijn weder tegenstrijdig. Men meldt, dat vier oorlogschepen der regeering 200 man outscheept hebben in de nabijheid van Tandal, van welke stad zij zich stormenderhand hebben meester gemaakt en de vroegere autoriteiten in hunne waardigheid hebben hersteld. Een andere depeche zegt, dat de landing bij Tandal is mislukt. In Zuid-Afrika begint het al meer en meer te spoken. De invloed der Britten wordt in de republieken gemerkt en de proclamatie van den gouverneur aan de Kaap, ten opzichte van den „boerentrek" aan de Limpopo, heeft kwaad bloed gezet. Niemand mag zonder verlof der Britsche maatschappij over den Limpopo trokken zegt Rhodes. Zullen wij Afrikaanders, kolonisteu, ons laten regeeren door Rhodes, vraagt de Volksstem? Dat zou een staatkundige zelfmoord zijn, gceft het blad tot antwoord. En verderZijn de Afrikaners dan levenlooze poppen geworden, die zich laten regeeren door een groep te Londen gevestigde speculanten; een troep schapen, die zich het Noorden in laten jagen door een te Londen gevestigde maatschappij tot exploitatie van vee Het volk laat zich niet bang maken door de dreigementen uit Kaapstad of Kimberlev en zal 't toejuichen, wanneer de regeering met waardigheid en kracht optreedt voor de rechten der Afrikaners. HH. MM. de Kouingin en de Koningin-Regentes zijn Dinsdag te 3 u. 10 m. te Amsterdam aan- gekomen. Yan alle openbare en bijzonder vele particuliere gebouwen wapperde de vaderlandsche driekleur met den oranjewimpel. Van de hoofdstraten mag gezegd worden, dat zij in vlaggendos waren gestoken. Onder kanongebulder stoomde de vorstelijke trein de hooge gewelven van het station binnen. oude man, en dan is het maar beter, dat ik het je vertel dan een vreemde. Lize zat onbeweeglijk stil in haar ontsteltenis. Zoo was de lijdenskelk dan nog niet geledigd. Ze had verwacht in een huis vol vreugde te komen en ze kwara in een huis vol droefenis. Ze had haar minnaar behouden, maar haar broeder verloren. Zoo kwamen ze op den Lenzerhof. Moeder en zoon sloten elkander in de armen en weenden vreugdetranen, het waren de eenige, die daar gestort werden. Er werd nu geraadpleegd, wat te doen en men kwam overeen, dat Frans op den Lenzerhof zou blijven, totdat hij geheel hersteld was. Resi wilde weer naar haar woning terug, maar vader en dochter wisten haar te bewegen om ten minste voorloopig ook op de hofstede te blijven om de huishouding te helpen bestieren. Het leven op den Lenzerhof kreeg zoodoende een geheel andere wending dan vroeger, en dit werkte weldadig op Lize, die treurde over het verlies van haar broeder. Allengs begon Frans ook wat aan te sterken, zoodat hij reeds eenig licht werk kon doen. Op zekeren dag ontving Frans een biljet waarin hem gelast werd, als militair gekleed, in de naburige garnizoensstad te verschijnen. Hij was daarover volslrekt niet op zijn gemak. floe groot was echter zijn blijdschap, toen hij voor het front van de aanwezige troepen versierd werd met het IJzeren Kruis als belooning voor betoonden moed en het met levensgevaar redden van zijn kapitein. De vorstelijke personen waren vergezeld van de gewone leden der hofhouding en werden aan het station opgewacht o. a. door den burgemeester en de wethouders en vele raadsleden, van welke de heeren Treub en Becker niet in gala-costuum waren. Door de jongejuffrouwen Roell en Van Hasselt werden aan de Koninginnen, die in diepen rouw gehuld waren, bouquetten aangeboden. Een daverend hoera ging op uit het op het perron toegelaten publiek, toen HH. MM. den Koninklijken salonwagen verlieten en zich naar de vorstelijke wachtkamer van het station begaven, die voor de ontvangst rijk met bloemen en heesters was versierd. Toen de Hooge bezoekers vervolgens in de daar- voor uit de hofstad overgekomen hofrijtuigen plaats namen, werden zij door een onafzienbare menigte luide toegejuicht, hetgeen de beide vorstinnen buigende en wuivende minzaam beantwoordden. Langs het Damrak stond eveueens een dichte drora en haye, die even geestdriftig was als die op het stationsplein. Nauwelijks waren HH. MM. op het paleis aangekomen, of men zag de deureu van het balkon opengaan en de beide vorstinnen op het smalle bordes verschijnen. Een duizend-stemmig hoera ging hierop uit de opeengepakte menigte op. Moeder en dochter wuifden ook hier de jubelende schare toe en nog geruimen tijd nadat HH. MM. het balkon verlaten hadden, duurde het vreugdegejuich voort. Des middags was er diner ten Hove van 70 couverts. Woensdag morgen had in de Kroonzaal de groote audientie ten paleize plaats, welke door een groot aantal autoriteiten en corporation werd bezocht. Daarbij was alleen de Regentes tegen- woordig. Het gemeeutebestuur was vertegenwoor- digd door Burgemeester en Wethouders en 25 raadsleden. De heer Van Tienhoven hield een welsprekende toespraak, waarin hij H. M. de verzekering gaf, dat Amsterdam steeds trouw zou blijven aan Haar en Haar Huis en zou voortgaan blijken van verknocht- heid te geven. H. M. beantwoordde de toespraak in hoogst welwillende bewoordingen. De audientie was drukker bezocht dan ooit. De zaal leverde een schitterend schouwspel op. Er heerschte allerwege eene vroolijke, feestlijke drukte. Duizenden en duizenden, waaronder tal van vreemdelingen, bewogen zich op straat. Van alle lauds- en gemeentegebouwen wapperde de Vaderlandsche driekleur, evenals uit vele particu liere woningen. Het weer was betrekkelijk gunstig. Te 3 uur begaven H.H M.M. zich naar de Nieuwe Kerk, alwaar der Koningin door den Burgemeester namens de gemeente Amsterdam Dat heb ik alweer aan mijn braven kapitein te danken 1 riep hij vol vreugde uit, toen hij met dat hoogste eereteeken op de borst de keuken van den Lenzerhof binnentrad. Hij kan zijn trouwen Frans maar niet vergeten He, ik wou, dat hij hier was Vader en dochter begonnen nu trotsch te worden op Frans. Allengs gevoelde de oude man zich minder ongelukkig, nu hij meer en meer gewaar werd, dat hem nog een dochter en een liefhebbende schoonzoun waren overgebleven. Oinstreeks dezen tijd verdween de jager Werner plotseling uit de landstreek. De haat en de verbit- tering tegen hem waren dan ook op het hoogst gestegen. Niemand keek hem meer aan, en waar men hem ontmoette, liep men hem uit den weg. Zijn makker Friedrich had hem medegedeeld, dat de boeren er zonder terughouding voor uitkwameu, „dat de kogel voor dieu ellendeling reeds gegoten was." Hij lachte om dat domme hoerenvolk, maar dat lachen ging niet van harte. Op zekeren avond trad hij de herberg te Rottach binnen en vroeg een glas bier. De kelnerin weigerde hem den gevraagden dronk met de woorden Wij schenken geen bier voor jagers die op menschen schieten, In tegenwoordigheid van vele bezoekers werd hem dit met luide stem toegevoegd. Toen begreep hij, dat het gevaarlijk voor hem werd langer te blijven. Ook de houtvester maakte hem opmerk- eene fraaie en kostbare gedenkpenning werd aan geboden, onder de volgende toespraak //Die gedenkpenning, welke de beeltenis draagt der jonge Koningin en Hare geeerbiedigde Moeder, met de zinspreuk Harer Vaderen /,Het Vaderland getrouwe blijf ick tot in den Doot" moge altijd tot in verre geslachten spreken van het geluk, ook onzer dagen. Dat bij alle wisselingen vau des levens lot, de Oranjestam bewaard blijveEn raogen daarbij de nog onbeschreveu bladen van Neerlands historie kunnen vermelden, dat Koningin Wilhelmina, geleid en gesteund door hare edele Moeder, getrouw is gebleven aan de traditien van Haar geslacht, en zoo de hoop en de verwachtingen heeft vervuld van het aanhankelijk Nederlandsche volk. In dit bedehuis kan dan ook voorzeker nimmer eene bede inniger tot den Almachtige rijzen dan op dit oogenblik deze, dat God Uwe Majesteit sterke bij de vervulling van Hare schoone en ge- wichtige taak, en in Koningin Wilhelmina voor Nederland het Huis van Oranje beware, dat reeds voor eeuwen zoo diepe wortels schoot in het hart van het Nederlandsche volk, omdat het aan Nederland vrijheid en onafhankelijkheid waarborgde en omdat het, goed, groot en edel, gelijk zijne grondleggers waren, al wat er groots en goeds in de natie leefde, wist te wekken en tot ontwikkeling te brengen." Hare Majesteit de Regentes betuigde met enkele woorden Hare dank voor de hulde in de woorden, tot Haar dochter gericht, bij het eerste bezoek na het zoo onherstelbaar verlies, door Haar en Neder land geleden. De aanwezigen hieven daarop een luid »Leve de Koningin" en daarna een *Leve de Regentes" aan, onder het wuiven met handen en hoeden. De jouge Koningin dankte met vriendelijk gebaar. Vervolgens kwamen de weesjes in lange rij voor de beide Koningen defileeren, terwijl het orkest het Wilhelmus speelae. Daarna bood een der weesmeisjes der jeugdige Vorstin een prach- tigen ruiker aan, onder het uitspreken van eenige dichtregelen. Koningin Wilhelmina dankte met een handdruk, hetgeen daverende toejuichingen uitlokte. Op de Legerwet is een belangrijk amendement voorgesteld door de beerenVan Loben Sels, G. van Dedem, De Vries, Van Wassenaer van Catwijck (anti-revolutionnairen) en Kolkman, Cremers, Aran Berckel en Borret (katholieken). Dit amendement strekt tot invoeging van een nieuw artikel in de Wet, waardoor, zonder de be- langen van den militairen dienst in eenig opzicht te schaden, te gemoet kan worden gekomen aan de bij velen bestaande bezwaren tegen het verplicht verblijf van dienstplichtigen in de kazerne. Te dien einde is voorgesteld dat door den com- zaam, dat hij werkelijk in gevaar verkeerde en het wel eens gebeuren kon, dat er onverwacht een buks afging van achter heggen of struiken, en niemand zou ontdekken wie het schot gelost had. Werner vond het nu geraden bij nacht te verdwijnen, tot grooten spijt der jonge boeren, die hem gaarne een kogel hadden toegewenscht. VIJFTIENDE HOOFDSTUK. Frans had zijn gezondheid volkomen terugge- kregen. Er was besloten, dat hij op den Lenzerhof zou blijven en zich in het boerenbedrijf zou be- kwamen. Met ijver begon hij zijn nieuwen werk- kring en wanneer de oude Lenz hem aan den arbeid zag, verwonderde hij zich ten sterkste. Hij had altijd gemeend, dat men om een goede boer te wezen bij het werk moest zijn groot ge- bracht. Dat bleek toch niet waar te zijn, want het werk ging den jongen visscher goed van de hand. Op zekeren avond zat Lenz met zijn huisge- nooten in het woonvertrek, ook Walburga was dien middag eens komen overloopen. Frans, begon de oude man, je moest nu maar gaan trouwen. Ik zie, dat ik de zaken wel aan je kan overlaten, en ben je nog niet ten voile met alles bekend, dan ben ik er toch ook nog. Ik heb dringend rust noodig, jongen. Ik gevoel, dat mijne krachten afnemen. Welnu, vader, bet is mij goed, zei Frans. TER NEilMSCHE (IIRAIT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1891 | | pagina 1