Algemeen
Nieaws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwseh-Vlaanderen.
No. 2706.
Zaterdag 18 April 1891.
31e Jaargang.
200 M3. Grind,
Op den Lenzerhof.
Binnenland.
-
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADYERTENTlEN.
Yan 1 tot 4 regels/0,40. Yoor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dit folad versetaljnt Dlnndas- en Vrijdagavond bij den nitcever P. 4. VAN D E S A N D E te Ter Neuzen.
Bij deze cournnt behoort een bijvoegsel.
Wordt verzocht v<56r Binsdng. 21
April a. S., des voormiddags 11 uren,
PRIJSOPGAAF voor het vervoeren van ongeveer
van de losplaats bij het Schuttershof naar den
Molen- en Koedijk en voor een klein gedeelte
naar Sluiskil, Driewegen en de begraafplaats
alhier.
Nadere inlichtingen daarointrent te bekomen bij
den gemeente-bouwmeester.
Ter Neuzen, 14 April 1891.
Burgemeester en Wethouders aldaar,
J. A. YAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
f*olitieli Overzicht.
Yrede, vrede, geen gevaarIn dien geest
opende de Oostenrijksche Keizer den Rijksdag.
Mocht Franz Jozeph waarheid gesproken hebben,
dan de groote staande legers afgeschaft, de oorlogs-
budgetten ingekrompen, den druk der belastingen
verminderd. De beschaafde volken willen geen
oorlog en als de vorsten en ministers dien ook
niet willen, dan kunnen de zonen van Mars een
algemeen gewenschte werkstaking op touw zetten.
Alle Europeesche mogendheden leggen den leven-
digsten wensch aan den dag om met hare naburen
in vrede te leven, volgens Keizer Franz. Alle
regeeringen hebben aan het Weener Kabinet het
handhaven van den vrede als het hoofddoel van haar
streven bekend gemaakt. De Keizer hoopt, dat de
regeering nu de hoofdzaak maakl van de inwendige
hervormingen, waartoe eendrachtige samenwerking
noodig is. Tusseheu de regels door leest men in
's Keizers rede de vermaning aan de tien of twaalt
fractien, uit welke de Rijksdag bestaat„Laat
thans, al is bet voorloopig, den nationalen strijd
rustener is genoeg goad en practiscb werk te
doen, waarover Duitschers en Czechen, L'olen, Ru-
thenen, Italianen en Slovenen het eens kunnen zijn."
De eerste zitting is geheel door formaliteiten in
beslag genomen. Taaffe las het Keizerlijk besluit
tot bijeenroeping van den Rijksraad voorhet
hoofd der kanselarij las daarop de eedsformule voor
in het Duitsch; en het oudste lid als tijdelijk
voorzitter antwoordde in het Poolsch „Dat zweer
ik.5' Daarna werd de eedsformule voor de leden
zesmaal voorgelezen, en wel achtereenvolgens in
het Duitsch, het Poolsch, het Czechisch, het Ru-
theensch, het Italiaansch en het Sloveensch. Ieder
afgevaardigde antwoordde tfdat zweer ik" in zijne
moedertaal. Graaf Taaffe heeft aan eene deputatie
van Oostenrijksche industrieelen verklaard, dat de
regeering de arbeiders op de fabrieken en spoor-
FEUILLETON,
Naar het Duitsch.
4)
Hoe weet je, dat ik hier ben, Johan vroeg ze.
In plaats van te antwoorden, vroeg bij
Heb je mijn eerste jodelen niet gehoord, Wal-
burga, dat je zooveel tijd noodig hadt om me te
antwoorden
Of ik het gehoord heb? Ja wel, maar ik dacht
het kon wel iemand anders wezen.
Kan dan iemand jodelen zooals ik Kom, dat
maak je mij niet wijs, Walburga.
Had hij het meisje in het gelaat gezien, dan
zou hij bemerkt hebben, dat ze er precies zoo over
dacht.
Maar waarom ben je toch hier gekomen. Johan
vroeg zij verlegen, terwijl zij aan haar voorschoot
plukte.
Waarom? Is dat nu een vraag? Heb ik je dan
met Paschen niet beloofd, dat ik de eerste zou
zijn om je op den Aim een bezoek te brengen
Heb je dat vergeten En bovendien welke
jonkman zou niet grasg bij je komen
Als ik er niet zoo op aangedrongen had, zou
er niets van gekomen zijn, want vader meende,
dat ik thuis meer noodig was. Maar je weetop
wegen van het rijk iedere deelneming aan de
feestviering op 1 Mei ten strengste zou verbieden.
Op de niet aan het rijk behoorende spoorwegen
zal men dezelfde gedragslijn volgen.
Wij spraken boven van de hoop op vrede in
de toekomst. Maar in Bulgarije ligt een kruitvat,
dat de vrede in de lucbt kan doen vliegen, zoodra
Rusland met de brandende lout in de nabijheid
komt. De verdachte ijver, waarmede Russische
huurlingen op het Balkanschiereiland hun opruiend
handwerk voortzetten, verontrust en beangstigt wel
degelijk Europa. Uit Rusland geen enkel afkeurend
woord over den moord op Beltscheff, integendeel
wordt op schandelijke wijze de werkelijkheid ver-
draaid, door te spreken over de auarcbistische toe-
stanaen in Bulgarije en te kennen te geven, dat
de mogendheden daarbij niet langer lijdelyk mogen
toezien. De mogendheden weten intusschen wel,
wie Bulgarije in eeuwige onrust houdt en tot
anarchie tracht te drijven. Men doet aan de Newa
alles om Europa tegen Bulsarije op te zetten,
terwijl bet hoog tijd is, dat Bulgarije door Europa
tegen Russische kuiperijen in beschermiug worde
genomen. De Czaar durft gelukkig niet overgaan
tot eene oorlogsverklaring zoolang er een triple-
alliantie bestaat en het Russische leger geen
repeteergeweer heeft, maar zoolang de Bulgaarsche
kwestie niet uit de wereld is, zal de vrede niet
duurzaam verzekerd zijn. Intusschen blijven de
Bulgaren wel ingenomen met bun vorst en zijne
Miuisters en deze stureu het schip door de bran
ding. De Minister van buitenlandsche zaken heeft
gezegd, dat de regeering geen enkelen stap zou
doen, oin van de groote mogendheden de erkenning
van vorst Ferdinand te verkrijgen, omdat die van
zelf wel komen zal.
De toorn van den Czaar over het huwelijk van
zijn neef, grootvorst Michael Michaelowitch, met
gravin Merenberg, waardoor den grootvorst alle
betrekkingen in het leger zijn ontnomen en eene
verbanning uit Rusland is gevolgd, schijnt nog
Diet bedaard te zijn. De moeder van den groot
vorst, de grootvorstin Olgo Feodorowna, trachtte
den Czaar gunstiger te stemmen. De despoot
ontviug zijne tante zoo ongenadig, dat deze het
geraden achtte, St. Petersburg onmiddellijk te
verlaten en zich naar hare goederen in de Krim
te begeven. Op weg daarheen is zij door eene
beroerte getroffen en te Charkoff overleden. Zij
was eene zuster van den thans regeerenden groot-
hertog van Baden.
In het naburige Servie heeft men nog altijd,
buiten de kuiperijen van Rusland, veel te doen
met bet gescheiden koninklijk echtpaar, dat men er
misseu kan. In de laatste zittiug der Skoepschtina
werd een schrijven van Koning Milan voorgelezen,
waarin deze mededeelde, dat hij zicb in het belang
der handhavim* van de orde en den vrede in het
de dienstboden kan je tegenwoordig niets meer
laten aankomen, eu daarom wilde ik zelf naar den
Aim. Maar of je nu juist om mij hier komt
dat kan ik bezwaarlijk gelooven.
Om wie dan anders Je denkt toch niet,
dat ik gekomen ben om naar je koeien te kijken
Een tijdlang zwegen beiden, als mensehen, die
het met elkaar eens zijn en er toch niet voor uit
willen komen. Walburga hield zich bezig met de
melkschotels, die in rijen op stellingen aan de wanden
der hut stonden.
Eindelijk kon Johan zich niet langer bedwingen.
Hij ging voor haar staan, keek haar diep in de
oogen en zeide hartelijk
Hoor eens Walburga, laten wij eens verstandig
praten. Kom eens bij mij zitten, ik heb iets op
het hart, dat je moet weten.
Zouder tegenkanting zette hij haar naast zich
op de bank en begon toen
Je weet, Walburga, dat de Lenzerhof sedert
onheugelijke jaren in onze familie is geweest en
altijd van vader op zoon is overgegaan. Vader is
nog zoo kras, dat hij menigen jonkman beschaamd
maakt, en toch wil hij zijn rust nemen en mij
den hof overdragen, wanneer ik hem een schoon-
dochter in huis breng, die mij past en met wie
hij tevreden is En daarom heb ik heel ernstig
over jou gedacht. Zeg, Walburga, zou je
mijn vrouw willeu worden
In spanning wachtte hij haar antwoord en greep
land, buitenslands zou begeven en niet zou terug-
keeren voor het einde der minderjarigheid van zijn
zoon. Bij het daaropvolgend zeer onstuimig debat
gelukte het eindelijk den voorzitter, eene motie
te doen aannemen, waarin gezegd werd dat de
Skoepschtina, van het besluit van den ex-koning
kennis nemende, de regeering verzoekt, in het belang
der orde 6ok op het vertrek van ex-koningin
Nathalie uit Servie aan te dringen. Bulgaren,
Serviers en Roemenen moesten alle Russophilen over
de Pruth jagen, huune landen zouden er wel
bij varen.
Zondag vergaderde te Oostburg de liberale
kiesvereeniging in het voormalig 4de district van
Zeeland, houfdzakelijk tot het aangeven van candi-
daten voor de Tweede Kamer. Op het bij art. 12
van het reglement voorgeschreven drietal werden
geplaatst de heeren Mr. P. C. J. Hennequin met
56, J. G. Gerritsen met 13 en Mr. E. Fokker
met 6 stemmen. Uiterlijk na 3 weken wordt uit
dit drietal eene definitieve keuze gedaan.
Door de Zeeuwsche Volkspartij in het kies-
district Middelburg is voor de aanstaande Tweede-
Kamer-verkiezingen tot candidaat gesteld W P. G.
Van Helsdingen, van Rotterdam, die de candidatuur
heeft aangenomen en in een paar plaatsen als spreker
zal optreden.
De gemeenteraad van IJzendijke diende inder-
tijd bij den Minister van Binnenlandsche Zaken
tegen den voorzitter eene aanklacht in wegens
vervalsching der notulen. In eene Maandag ge-
houden raadsvergadering deed de voorzitter voorlezing
van een schrijven van den Commissaris des Konings,
waarin deze namens den Minister als antwoord op
die klacht bericht, dat het den voorzitter vrijstaat
verauderingen in de notulen aan te brengen, zoolang
zij niet in de vergadering zijn vastgesteld, eu dat
overigens de raad zelf er voor te waken heeft, dat
de notulen een getrouw verslag van het verhandelde
bevatten. De klacht werd om die redenen onge-
grond bevonden.
Naar men meldt, heeft de burgemeester van
Amsterdam geweigerd, toestemming te verleenen
aan het comite uit de vakvereenigingen tot het
organiseeren van eene manifestatie voor den 8 uur
werkdag, om een optocht te houden op 1 Mei
aanstaande.
De stoomboot P. Caland van de Nederl.-Ameri-
kaansche Stoomvaartmaatschappij is op de reis van
New—York naar Amsterdam te Dover binnengeloopen
met ingedrukten boeg. Het is in aanvaring geweest
met de Engelsche boot Glanmorgan. Deze is
gezonken, doch de bemanning is door de P. Caland
gered en te Dover aan land gezet.
haar hand, die zij hem gewillig liethij voelde
die hand trillen.
Welnu, Walburga
Het meisje had haar bedaardheid teruggekregen,
en scheen een besluit genomen te hebben.
Hoor eens, Johan, je be'ot rondborstig gesproken
en daarom zal ik je ook eerlijk zeggen, wat me op
het hart ligt. Ik mag je heel goed lijden. Je
vader en je zuster Lize staan bij ons heel goed
aangeschreven en ik geloof ook, dat ze niets tegen
mij hebben. Dus dat zou heel goed gaan, maar
toch zeg ik neen
Johan sprong op, als werd hij door een adder
gebeten en bracht met moeite uit
Waarom niet
Dat zal ik je zeggen, hervatte Walburga. De
waarheid smaakt bitter, dat weet ik, maar nu moet
ik zeggen, wat mij op het hart ligt. Ik trouw
met geen man, die gansche nachten buitenshuis
doorbrengt, van wien ik niet weet, waar hij rond-
zwerft. Met den woord gezegd: Johan ik trouw
met geen wildstrooper
Maarviel hij in.
Bedaard, ik ben nog niet aan het eind. Dat je
een wildstrooper bent, weet iedereen en wel een
der gevaarlijkste, omdat je niet stroopt uit winst-
bejag, maar uit hartstocbt. Het is wel geen
schande, maar gevaarlijk blijft het toch en voor
den vader van een huisgeziu past het niet. Ik
begeer geen lafbek, die me altijd aan de rokken
hangt en op alles ja en amen zegt. God beware
me daarvoor, want die zijn de slechtsten van
alien. Ik wil een flink man met een opgeruimd
humeur, die vrij met zijns gelijken verkeert
die thuis blijft, als het wezen moet, die toe-
zicht op zijn vrouw houdt eu zijn kinderen
een brave Christelijke opvoeding geeft, zoodat ze
tot wat degelijks opgroeien. Maar ik wil geen
man, van wien ik moet vreezen, dat men hem
iederen dag dood op een baar kan thuisbrengen.
Hoe zou ik me dan gevoelen Ik sprong stellig
in het meer om aan mijn schande en mijn leed
een einde te maken. En geloof me als je
gesnapt wordt, kost het mijn leven het tucht-
huis, is dan je bestemming dat zou mij
doodenZoo, Goddank I nu heb ik je alles
gezegd I
Het meisje wachtte nu de uitwerking van haar
woorden af. Zij had gedacht, dat Johan zou op-
stuiven, maar dat deed hij niet. Hij raadpleegde
zijn verstand, en dit zeide hem Walburga heeft
gelijk, als iemand huisvader wil worden, moet hij
met zijn verleden breken, anders treft het ongeluk
niet alleen den schuldige, maar ook de onschuldigen.
Wanneer hij Walburga oprecht liefhad, moest
hij zijn liefhebberij voor het wildstroopen opgeven,
daar voor ware liefde geen offer te grout is.
Aan den anderen kant lachte hem het vrije onge-
bonden leven toe. Dat moest hij voor altijd vaar-
wel zeggen en zich onder het juk der afhankelijk
TER SEIIZEISCHE <1)1 IUVI
O
Zooals bekend is zal in de week tusschen 11 en 16 Mei
a. s worden gehonden eene collecte door het geheele Rijk
ten behoeve yan de Naatschappij van Vtelilnilig-
lieitl. Commissarissen dier Maatschappij hebben daartoe
de volgende opwekking uitgevaardigd
LANDGENOOTEN
Het is nu ongeveer zeven jaren geleden, dat de geldelijke
toestand, waarin de VlaatMi'lia|i|iiJ van tVeldailig.
Iieid toenmaals verkeerde, ons tot het houden eener
algemeene collecte in den lande noodzaakte.
De directe aanleiding bestond destijds in het overlijden
van H. K. H. Prinses Marianne der Nederlanden, de edele
Vorstin, tegenover wie de Maatschappij zulke groote ver-
plichtingen heeft en die haar vele jaren lang zoo ruimschoots
steunde.
De uitslag van de collecte heschaamde onze goede ver-
wachtingen niet. Ruim f 55,000 werd aan giften ontvangen,
terwijl 825 nieuwe leden zich aanmeldden.
Door deze nitkomst werden wij in staat gesteld den dienst
in de Kolonien, tot op dit oogenblik, naar behooren te doen
vervullen en kunnen wij zelfs op deze laatste jaren, als
op een tijdperk van ontwikkeling voor de Maatschappij
terugzien.
Van deze ontwikkeling getuigen de drie in dat tijdperk
gestichte vakscbolen voor Tuinbouw, Boschbouw en Landbouw,
welker stichting voornamelijk te danken is aan den edelen
weldoener der Maatschappij, ons eerelid, den heer F. H. L.
van Swieten en voor twee van welke ons eene regeerings-
subsidie is toegekend. Van die ontwikkeling getuigt ook de
aanzienlijke uitbreiding aan de mandenmakerij gegeven, welke
meer en meer een tak van kunst-nijverheid werd en als eene
ambachtsschool kan worden besehouwd, waarop thans aan
45 jongelieden onderwijs in dezen tak van nijverheid wordt
gegeven. Daarvan getuigen ook de onlangs tot stand gekomen
leerschool voor het boekdrukkersvak, te Steenwijk, en de
belangrijke aanleg van bosschen, ongetwijfeld de beste ge-
legenheid tot werkverschaffing in de wintermaanden.
Ook op het gebied van armenzorg, het eigenlijke terrein,
dat tot den werkkring der Maatschappij behoort, zijn die
zeven jaren niet onvruchtbaar geweestde aanvragen tot
plaatsing van nieuwe gezinnen, gednrende geruimen tijd
uiterst gering, zijn in de laatste jaren aanzienlijk vermeerderd
zoodat thans tal van verarmde gezinnen de kolonien hebben
bevolkt en nog verscheiden andere op plaatsing wachten.
Moet men van de eene zijde deze herlevende belangstelling
toejuichen, aan den anderen kant valt het niet te ontkennen,
dat daarraede groote kosten gemoeid zijn.
Hierbij komt, dat wij van de gemeentebesturen, die in de
eigenlijke verpleging van gezinnen in 1870 nog ruim 7000
bijdroegen, bijna niets meer ontvangen sedert deinvoering
van de in 1871 gewijzigde armenwet.
Dat dit alles belangrijke uitgaven vordert, is duidelijk.
Behalve deze gewone jaarlijksche nitgaven moet bovendien
nog gedurende 23 jaren een bedrag van 7000 betaald worden,
als annuiteit aan de Rotterdamsche Hypotheekbank.
Toch zou dit alles geen zorg baren, wanneer de leden,
die door hunne contributie de Maatschappij stennen, zoo
talrijk waren als eene instelling, die ten bate van het alge
meen werkt, verdient.
Dit is echter niet het geval, terwijl ook het bedrag der
giften en legaten vermindert.
Het zal dus niemand verwonderen, dat wij, buitengewone
maatregelen moetende nemen, tot het besluit kwamen de
Koninklijke machtiging tot het doen houden eener algemeene
collecte, in te roepen.
Die machtiging is ons welwillend verleend. Dientengevolge
zal die collecte overal in den lande worden gehouden in de
week van 11 tot 16 Mei a. s. Wij roepen daarvoor aller
medewerking in. Wij doen dit in goed vertrouwen en vleien
ons, dat er velen, in den lande gevonden zullen worden
genegen aan onze roepstem gehoor te geven, hetzij door het
schenken van een gift in eens, hetzij door toe te treden tot
het gewoon lidmaatschap tegen betaling eener jaarlijksche
contributie van 2,60 of meer, hetzij door zich als be gun
stiger ad f 25 of als donateur ad 10,per jaar te
doen inschrijven.