Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2703.
Woensdag 8 April 1891.
31e Jaargang.
Binnenland.
Op den Lenzerhof.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postVoor
Nederland f 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,32^.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushonders.
ADVERTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer pe*
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dit blad versebljiit Dln»da«- en Vrijdagavond bij deu ulttever P. J. VAN DE 8 A N D E te Ter Nenzen.
ir*t)litieli Overzicht.
Groot was de deelneming bij de begrafenis van
den door sluipmoordenaars omgebrachten Bulgaar-
schen Minister Beltscheff. Vorst Ferdinand en
zijne moeder, Prinses Clementine, waren uit Philip-
popel overgekomen. De eerste legde een krans
neer op de lijkbaar en volgde deu rouwstoet te
voet naar de kathedraal. De godsdienst plechtigheid
werd door de beide vorstelijke personen en hunne
hofhouding, door de Ministers en het corps diplo
matique bijgewoond. Ook op het kerkhof was
Vorst Ferdinand aauwezig. Stamboeloff, de Minister-
president, droeg sedert lang kennis van het bestaan
eener samenzwering. Een der samenzweerders was
voor korten tijd gearresteerd, en had bekend, dat
hem was opgedragen den vorst te vermoorden.
Toen echter daarvoor de gelegenheid was gekomen,
was hem de rnoed ontzonken. Stamboeloff heeft
verklaard, dat hij bij de bestraffing der schuldigen
met onverbiddelijke gestrengheid zou te werk gaau.
Men meent, dat de oud-minister Moetkoeroff,onlangs
plotseling te Napels gestorven, aan de zaak mede-
plichtig is eu zelfmoord heeft gepleegd, toen hij
vernam, dat de Bulgaarsche regeering een kijkje
achter de schermen had genomen. In het complot
zijn verbannen Bulgaarsche officieren betrokken,
onder leiding van Bendereff. Deze was kort geleden
van Roemelie naar Servie vertrokken en hield zich
in de vorige week op in de nabijheid der Bul-
gaarsche grens, en moet voornemens zijn geweest
als Stamboeloff was gedood, met 150 zijner mede-
standers naar Sofia te gaan, oin daar een oproer
te doen ontstaan. 't Ware te wenscheu, dat die
lieve jongens onschadelijk gemaakt werden en tevens
dat de mogendheden het kleine wakkere vorstendom
hielpen in het bestrijden en onderdrukken van
Russische woeliugen. De weduwe van den ver
moorden minister is een jaargeld van 9000 francs
toegelegd, terwijl 20,000 francs zijn uitgeloofd voor
de aanwijzing van het spoor der moordenaars.
De strijd tusschen de aanhangers van Trikoepis
en die van Delyannes in Griekenland schijut nog
niet uit te zijn. Met den val van Trikoepis is
de partij nog niet tevreden. Zij protesteerden tegen
de geldigheid der verkiezingen van de weinige
aanhangers, welke de gevallen ministers in de
nieuwe Kamer had behouden, hoewel dat niet veel
gaf, daar acht van de negen herkozen werden.
Thans heeft de Kamer beslist, dat alle ministers
uit het vorig kabinet zullen moeten verschijuen
voor eene commissie van onderzoek.
Uit Turijn wordt gemeld, dat de familie Napoleon,
die te Moncalleri eene bijeenkonst heeft gehouden
prius Victor als hoofd heeft erkend, wat door
den broeder, prins Louis, werd goedgekeurd. Men
heeft dus geen rekening gehouden met de wenschen
van den ouden heer. Als deze Napoleon eens
FEUILLETON
Naar het Duitsch.
1)
EERSTE HOOFDSTUK.
Ongeveer midden tusschen Gmund en Tegernsee
ligt op een vooruitspringenden berg de Lenzerhof,
een der grootste en prachtigste boerderijen uit de
geheele landstreek.
De eigenaar van den Lenzerhof was trotsch op
zijn uitgebreide bezitting, die sedert onhengelijke
tijden van vader op zoon was overgegaan als ware
het een' erfgoed van een adellijke familie. Ook
was de eigenaar nog al trotsch op zijn mooie
dochter Lize.
En die dochter verdiende, dat de vader trotsch
op haar was. Ze telde twintig jaar en werd algemeen
voor het schoonste meisje uit den omtrek gehouden.
Het was werkelijk geen wonder, dat haar frissche
kleur en slanke taille de hoofden der jonge boeren-
zoons op hoi brachten.
Lize Lenz was niet alleen mooi, zij bezat ook
een goed hart en bestuurde met groote bekwaam-
heid het huishouden van haar vader. Haar moeder
was eenige jaren geleden gestorven en rustte op
het kerkhof te Gmund.
keizer van Frankrijk werd, hoe moet hij dan heeten,
vraagt men, Napoleon IV, V of VI De meesten
ineenen Napoleon VIwant de keizerlijke prins
zou Napoleon IV en prins Jerome, Napoleon V
geweest zijn.
De Duitsche keizer is te Lubeck aangekomen en
werd door den burgemeester, den corps-kommandant
Waldersee en prins Heinrich ontvangen. De
bevolking was vol geestdrift en over de ontvangst
betuigde de Keizer zich zeer voldaan.
De algemeene raad der Brusselsche arbeiders
nam eenige dagen geleden het besluit, den minister-
president Beernaert om eene audientie te vragen,
teneinde mondeling zijne wenschen voor te dragen
betreffende grondwetsherziening. Beernaert weigerde
de gevraagde audientie, op grond dat de meening
der regeering omtrent de grondwetsherziening
bekend was.
De langzaamheid, met welke de regeering te
Washington te werk gaat in de zaak der moorden
op Italiaansche gevangenen te New-Orleans ge
pleegd, heeft veroorzaakt dat de Italiaansche gezant
te Washington zijne brieven van terugroeping aan
den president heeft overhandigd. Een ander be-
richt zegt, dat de gezant eene nota heeft overge-
legd, waarin de Italiaansche regeering een waar-
borg vraagt tegen het instellen eener geregelde
gerechterlijke vervolging en in beginsel wenscht te
zien uitspreken, dat aan de nablijvenden der
slachtoffers schadeloosstelling worde verleend. In-
dien dit niet geschiedt, moet de gezant, op last
zijner regeering, verklaren, dat hij met gemotiveerd
verlof vertrekt, wanneer zijne handeling krachte-
loos mocht blijven. Hierop heeft Blaine den ge
zant een brief doen toekoraen, waarin hij zijn
leedwezen betuigt over het vertrek van den gezant,
dat veroorzaakt is door een misverstand. De
bondsregeering heeft niet het recht de verzekering
te geven dat de schuldigen te New-Orleans gestraft
zulien worden, want elke beschuldigde heeft recht
op eene onpartijdige rechtspraak. De Amerikaansche
regeering neemt het beginsel van het verleenen
eener vergoeding aan.
Dat de betrekkingen der slachtoffers ongeduldig
zijn, is natuurlijk, maar de justitie mag niet met
overhaasting te werk gaan. Daarop heeft Italie's
zaakgelastigde namens zijne regeering geantwoord,
dat Italie niets anders vraagt dan een vonnis langs
regelmatigen weg, en dat het die vraag nogmaals
doet. Het incident zal als geeiudigd beschouwd
worden, wanneer de Vereenigde Staten in duidelijkeu
vorm zullen hebben verklaard, dat het gerechtelijk
onderzoek weldra zal geopend worden. Italie neemt
acte van de belofte van schadeloosstelling.
Johan, de eenige en ook oudere broeder van
Lize was van een geheel anderen aard dan zijn
zuster. Hij was een knappe jongen, gezond en
sterk, een flink danser en bekwaam gitaarspeler,
dien men gaarne hoorde. Zijn oploopende drift
bedierf echter veel en had den ouden boer al heel
wat geld gekost.
Johan veroorzaakte zijn vader echter het meeste
verdriet door wildstroopen, waarvan hij een harts-
tochtelijk liefhebber was. In de oogen van de boeren
in die landstreek is dit echter geen schande. Zij
mogen integendeel gaarne zien, dat een onverschrok-
ken knaap den jagers een streek speelt zonder
gesnapt te worden.
Te huis was het voor Johan veel teeng. Wei
werkte hij over dag op bet veld of in den stal
medemaar men zag het hem aan, dat hij den
arbeid met onverschilligheid verrichtte en met zijn
gedachten elders was. Was de nacht aangebroken,
dan sloop hij onhoorbaar naar buiten en verder
naar het bosch. Daar haalde hij dan het geweer
uit een geheime bergplaats te voorschijn en dreef
zijn gevaarlijk spel. Soms deed zijn vader hem
hierover verwijten, maar gewoonlijk was dan zijn
antwoord? ,/Och, ze krijgen me toch nietBleef
hij dan soms ook al eens een paar nachten rustig
in zijn bed, de eerste stormachtige nacht daarna
lokte hem weer buiten de deur.
Dat hinderde den ouden boer als een doom in
het vleesch. Wei had hij in zijn jeugd ook menig
IIH. MM. de Koningin en de Koningin-Re-
gentes zijn Donderdagavond te 6 uren 40 minuten,
na een zeer voorspoedige reis, te Arolsen aangekomen.
Aan het station werden zij verwelkomd door
den regeereuden Vorst van Waldeck en Pyrmont,
den Erfprins en Prinses Elisabeth.
Een zeer talrijke menigte bevond zich aan het
station, welke de Vorstinnen met de warmste
geestdrift toejuichte.
Omtrent een der officieele maaltijden door
de Koningin-Regentes gegeven, wordt naar men
uit Den Haag aan de Midd. Ct. schrijft een ver-
haaltje verteld, dat een eigenaardig licht werpt op
het verschil tusschen de leden van onzetegenwoordige
Staten-Generaal en die van eenige tientallen jaren
geleden. Toen was ook daar evenals in zooveel
veel meer deftigheid te vindende leden der
Kamers behoorden alien tot de hoogere standen,
althans tot bekende geslachten. Thans heeft
echter menigeen zitting, wiens vader en die rnis-
schien zelf tot voor korten tijd niet vermoedde, dat
uit zijn familie nog eens een Edelmogendezougroeien.
Het spreekt vanzelf dat die verandering niet is af
te keuren, integendeel, rnits echter de gekozen per-
soon maar de noodige bekwaamheid en handigheid
bezitte. Aan deze laatste bleek het echter een zeker
nieuw gekozen lid te falen. De man had blijkbaar
nog niet den tijd gehad met zijn medeleden kennis
te maken, toen hij aan de koninklijke tafel werd
genoodigd. Intusschen scheen hij niet te vermoeden
dat bij een diner, aan de leden der Kamer aaDge-
boden door de Koningin-Regentes, ook nog eenige
andere heeren zouden aanzitten en zoo wendde hij
zich tot een der adjudanten met de vraag, of hij
ook Kamerlid was, en toen deze ontkennend ant-
woordde vroeg hij verder, of hij dan toch kwam
mede-eten. De adjudant, wel wetende welken
toon en welke soort van uitdrukkingen de man
het best zou begrijpen, antwoordde, dat hij zoo
vrij zou zijn dan ook een aardappeltje te komen
meepikken.
Dit aardappeltje zal onzen braven plattelander
vermoeddelijk nog al meegevallen zijn.
Naar het D. v. Z.-H. verzekert, bestaat het
voornemen om io de aanstaande bijeenkomst der
Tweede Kamer eerst eenige ontwerpen van wet in
de afdeelingen te doen onderzoeken, en vervolgens
in de openbare zitting onder meer wetsontwerpen
aan de orde te stellen dat tot verlenging van den
diensttijd der zeemilitie eu de legerwet.
Zijn wij echter wel ingelicht, zegt het blad, dan
zou de behandeling van het laatste wetsontwerp
eerst tegen den 21 dezer kunnen worden tegemoet
gezien.
Volgens het Vad. zal het wetsontwerp op het
hert en menigen gemsbok geveld, maar toen hij
zijn Bertha uit Lenggriis als boerin op den Lenzer
hof bracht, had hij zijn geweer boven de bed-
stede gehangen en het voortaan alleen als een
wapen beschouwd, geschikt om slecht volk van
zijn erf te houden.
Kon hij nu hopen, dat zijn zoon eveneens zou
handelen, dan zou het nog wel schikken. Johan
was zijn eenige zoon, en zou naar voorvaderlijk
gebruik, de hoeve eenmaal overnemen, maar
strooper en boer, dat gaat niet samen.
Voor Lize had de boer reeds lang gezorgd, want
behalve haar moederlijk erfdeel lag menige zak
met thalers en menige rol goudstukken voor haar
uitzet klaar in de blauwe kist, die in de pronk-
kamer stond, wanneer ze eenmaal als bruid het
vaderlijk huis zou verlaten.
Vogens inzien van Lenz zou het een schande
geweest zijn, wanneer de boerderij, die honderden
jaren in zijn familie was geweet, eenmaal in vreemde
handen geraakte. En dat kon zoo licht nog ge-
beuren, als Johan op een strooptocht door de jagers
doodgeschoten werd. Zijn zoon moest tot een
bestendiger leven gebracht worden. Ja, juist 1
Johan moest trouwen, en wel hoe eerder hoe
beter. Wanneer hij een brave vrouw en lieve
kiuderen om zich heen had, en de zorg voor veld,
stal en akker op zijn schouders rustte, zou hij zijn
verkeerde neiging wellicht opgeven en een bedaard
man, een flinke boer worden.
faillissement dadelijk in de afdeelingen behandeld
worden.
Namens de synode der Christelijk Gerefor-
meerden hebben de heeren L. Lindeboom te
Kampen, E. Douma te Rotterdam en H. J. Klin-
kert te Zwolle een adres gericht aan H. M. de
Regentes, waarin wordt aangedrongen op eene
nieuwe Zondagswet. Zij hopen, dat weldra een
goede Zondagswet, overeenkomstig het Woord van
God, naar de behoefte des volks, moge mede-
arbeiden tot bevordering der heiliging van den
dag des Heeren, in den publieken dienst en in
geheel het volksleven.
Ds. Adama van Scheltema te Londen verzoekt
nadrukkelijk te waarschuwen voor de gevaren,
verbonden aan het aannemen van betrekkingen,
door te antwoorden op advertentien in de Engelsche
bladen. Hem waren kort na elkander weer twee
gevallen voorgekomen van jonge meisjes die op
het punt stonden naar Londen over te komen,
om, na gevoerde correspondentie, een betrekking
te aanvaarden. In beide gevallen bleek bij ingesteld
onderzoek, dat der meisjes een strik was gespannen,
waaruit zij, wanneer zij eenmaal in Londen waren
gekomen, moeilijk zich zouden hebben outward.
In de jongst verschenen aflevering van Recht
en Wet, tijdschrift voor het notaris-ambt, komt
een krachtig betoog voor ten gunste van het meer
en meer ingang vindend denkbeeld om het notarieel
examen eenige jaren te schorsen, teneinde daardoor
den van jaar tot jaar grooter wordenden overvloed
van candidaat-notarissen te keeren, welke schorsing,
als eenig doeltreffend middel, ook in het publiek
belang wordt aanbevolen.
Ook in het regeerings-antwoord op de Staatsbe-
grooting voor het dienstjaar 1891 (Departement
van Justitie, Hoofdstuk IV) werd o. a. op bedoelde
schorsing de aandacht gevesligd.
Uit Het Bildt schrijft men
Nog steeds blijft de werkstaking aanhouden.
De toestand wordt daardoor moeielijker. Uit-
gestrekte perceelen bouwland zijn in de afgeloopen
week meest met werktuigen door de landbouwers
met zomergraan bezaaid. Dit vordert weinig handen,
doch vele akkers waren met meer kans op voordeel
beter met aardappelen bepoot geworden. DewijI
bovendien de strenge vorst bijna alle wintergraan
heeft vernietigd en er dus vooreerst aan wieden
niet te denken valt, blijven de werkzaamheden
tot een minimum beperkt.
De besluiten door de landeigenaars in hunne
vergadering van Vrijdag jl. genomen en in de
Leeuwarder Cour. van Zondag bekend gemaakt,
zijn alles behalve gunstig door de leden van
Broedertrouw ontvangen. Zij zier. in de besluiten
een beperking van hun recht van vrijheid van
vereenigiug en vergadering.
TWEEDE HOOFDSTUK.
Op een wonderschoonen lente-avond van het
jaar 1870 zat Lenz op een bank onder den hoogen
eik, die voor zijn woning stond en hield de oogen
peinzend op de groene velden gericht. Alleen de
rook, dien hij uit zijn kort houten pijpje blies,
getuigde, dat er nog leven in den man was. Hij
zag de ondergaande zon niet, die zich in het meer
spiegelde en hoorde de leeuwrikken niet, die hun
avondlied zongen.
Eindelijk scheen hij met zijn gedachten klaar
gekomen, want hij stond langzaam op, klopte de
asch uit zijn pijpje en trad langzaam naar zijn
woning toe onder het mompelen van de woorden:
Ja, zoo moet het gaan, anders komt er niets van
te recht.
Johan was namelijk reeds drie dagen van huis.
Wel had Sepp, een houthakker en een berucht
strooper, de boodschap gebracht, dat Johan wel
was en 'snachts zou thuiskomen, maar de oude
boer was toch niet op zijn gemak. Lenz bleef nog
even voor het huis staan en keek rond of de knechts
en meiden wel alles op de behoorlijke plaats hadden
gebracht, want hij hield van orde en regel en
hij kon ter dege uitvaren, als hij iets zag zwerven.
Toen hij alles itf orde had bevonden en de knechts
in den stal waren gegaan om het vee van voeder
te voorzien, richtte hij zijn schreden naar de keuken
die bij deze bergbewoners tevens tot huis vertrek
TER IEUZEISCHE 101IUM