Aigemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 2697.
Woensdag 18 Maart 1891.
3!e Jaargang.
BEKENDMAK1NG.
Binnenland.
De Burgemeester der gemeente Ter \euzen
Een schets uit „lioogere kringen.
i)
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Pranco per postVoor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,324.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
buskouders.
ADVERTENTIEN.
Van 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dit blad verMhljnt Dlnitdac- en Vrljdagavond bi| den nitgever P. J. VAN DE 8 A N D E te Ter Neuzen.
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadenng van
den GemeeDteraad is belegd tegen Vrijdag den
20 Maart 1891, des voormiddags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 17 Maart 1891.
De Burgemeester voornoemd,
J. A. VAN BOVEN.
Politick Orerzicht.
De centrale sectie der Belgische Kamer, heeft
naar aanleiding van het door den heer Paul Janson
ingediende ontwerp tot grondwetsherziening, eene
zeer belangrijke zitting gehouden. De Minister-
President. Beernaert deed de beloofde mededeelingen
betreffende de plannen der regeering. De Minister
erkende de noodzakelijkheid van de herziening der
grondwet. Het aantal der tegenwoordige kiezers
150,000 is te gering voor eene bevolking van
6,000,000. Niettemin is het noodig, dat eerst
eene overeenkomst worde getroffen tusschen de
partijen over de toekomstige regeling van het kies-
recht. De regeering verklaart zich tegen de invoering
van het aigemeen stemrecht, omdat het land nog
niet voldoende is voorbereid voor een zoo grooten
overgang. De regeering geeft de voorkeur aan het
verleenen van kiesrecht aan eigenaars of gebrnikers
van huizen of landerijen. Daardoor zou het aantal
kiezers vermeerderd worden tot 600,000, hetgeen
de helft is van het aantal burgers, dat bij de
invoering van het aigemeen stemrecht het kiesrecht
zou verkrijgen. Eene dergelijke hervorming zou
dan te goeder trouw, zonder te letten op partijbe-
langen, ten uitvoer moeten gebracht worden. Bij
de voortgezette beraadslagingen der centrale sectie
uit de Belgische Kamer over de grondwetsherzie
ning zette de radicale afgevaardigde Janson uitvoe-
ring zijn meening uiteen. Zijns inziens was het
niet noodig, dat voor de herziening eerst overeen-
stemming werd verkregen tusschen de partijen.
Ook zonder dit zou men zeer goed kunnen
besluiten, dat bepaald aangewezen artikelen der
groudwet herzieDing vereischten. De constituaute,
die trouwens alleen tot de eigenlijke herziening
gerechtigd is, zal wel een voldoenden vorm voor
de nieuwe artikeleu vinden. De heer Janson
erkende intusschen, dat, indien de herziening, door
het gouvernement bedoeld, eerlijk werd uitgevoerd,
daarmee een groole stap voorwaarts zou zijn gedaan.
Desnoods zou hij zich tevreden stellen met eene
herziening, welke niet zoover ging als het aigemeen
stemrecht.
Dat de Keizer van Duitschland geweigerd heeft
aan het verzoek der vertegenwoordiging van Elzas-
Lotharingen te voldoen en den pasdwang weder af
FEUILLETON.
Het kind had haar eetlust verloren zij speelde
niet meer en bleef urenlang lusteloos op het Turk-
sche tapijt uitgestrekt liggen. Haar kleiu bleek
gezichtje, met het hooge voorhoofd, was grooten-
deels onder de lange bruine krullen verhorgen
van t.ijd tot tijd huiverde zij haar voeten, in
goudlederen schoentjes gestoien, bewogen zich
zenuwachtig op en neer, als gaven zij de maat aan
van een muziek die zij alleen hoorde.
Zij telde pas negen jaar, doch was groot voor
haar leeftijd.
In enkele dagen was zij, het vroolijke, aanvallige
kind, stil en lusteloos gewordeu.
Tevergeefs trachtte haar Engelsche bonne, een
gezette weduwe, met een moederlijken glimlach om
de lippen, haar aandacht te winnen voor een van
die eindelooze lotto- of crocketspelen, die anders de
vreugde uitmaken van de volgens Engelsche ge-
woonten opgevoede kleinen. Tevergeefs ook las zij
haar uit een van die onvergelijkelijke prentenboeken,
waarvan het Vereenigde Koniukrijk de kinderen
der twee halfronden voorziet, een sprookje of het
verhaal van het een of andere ridderlijk avontuur
voor. Het scheen haar zelfs te vervelen, want de
kleine schudde verdrietig het hoofd, terwijl haar
te schaffen, zal in het Rijksland een onaaugenamen
indruk maken.
De Keizer zeide, dat het op het oogenbhk nog
onmogelijk was, maar hij gaf te verstaan, dat het
weldra mogelijk zou kunnen worden.
De reden, die hem tot de wederinvoering van
den pasdwang had bewogen, zeide de Keizer niet
zij zou ook moeielijk te formuleeren zijn geweest.
De officieele dipiomatieke betrekkingen tusschen
Erankrijk en Duitschland zijn normaal en hebben
ook door de gebeurtenissen tijdens het verblijf van
Keizerin Erederik te Parijs geene stoornis onder-
gaan. Hetgeen de Keizer heeft verbitterd en
bewogen om den Frauschen zijn ongenoegen kenbaar
te maken door zijn eigen onderdauen te tuchtigen,
was niet de houding der Fransche regeering, met
het gedrag van de groote meerderheid van het
Fransche volk, maar de dolle dwaasheid van
Boulanger, Deroulede, Laisant en andere dergelijke
lieden.
Een Engelsch tijdschrift wees er onlangs op, dat
de kracht ora tegenspoed en onaangenaamheden te
dragen is afgenomen. Dadelijk wil men een middel
er tegen en zoo men het zelf niet kan vinden of
toepassen, verlaugt met het van de regeering. In
dien dit zoo is, dan is de Duitsche Keizer een
kind van zijn tijd. Aan de ellende der armoede
wil hij een einde makenhij roept dadelijk een
Europeesch congres bijeen en beveelt aan zijn
parlement, een middel te vinden. Nauwelijks hoort
hij, dat prof. Koch gelooft een middel tegeu tering
te hebben ontdekt, of hij proclameert den professer
tot een groot man, sticht hospitalen en regelt de
uitdeeling van het heilmiddel. Om Frankrijk te
verzoenen vleit hij Jules Simon en schrijft een
beleefd briefje aan de weduwe Meissonier.
Een man, die het zoo goed meent en zooveel
macht heeft als Wilhelm II, moet teleurstellingen
kunnen verdragen lenders kunnen deze zeer gevaar-
lijk worden voor de rust van Europa.
Vrijdag is op barbaarsche wijze te New-Orleans
in de Vereeenigde Staten, de lynch wet weder toe-
gepast.
Ltalianen hadden in die stad, naar het voorbeeld
der Siciliaansche mafia, eene geheime vereeniging
gesticht, die door schrik te verspreiden en onge-
strafte misdaden te plegen een grooten invloed
kreeg. Eiiulelijk, toen zij het hoofd der politie
verledeu jaar had vermoord, werden twaalf deel-
nemers gevangen genomen, en, na een lang proces,
verleden week door de jury vrijgesproken. Iedereen
was echter van hun schuld overtuigd. Het volk
hep te hoop en schoot de vrijgesprokenen dood.
Een man, die beticht werd de jury tot de vrij-
spraak te hebben overgehaald, kon alleen door de
vlucht zijn leven redden.
De Italiaansche gezant heeft zich het lot zijner
vermoorde landgenooten aangetrokken.
halfgesloten oogen als met moeite de zware wimpers
schenen te dragen.
Niets kon meer haar aandacht trekken. Haar
hond, een prachtige patrijshond, lekte haar hand;
haar poney stond gezadeld en opgetuigd in den
tuin te hinniken, maar hoe hartstochtelijk zij anders
ook hield van al de genoegens, die een noodzakelijk
deel uitmaken van een zorgvuldige opvoeding,
thans was zij voor alles onverschillig en liep doelloos
en met loome schreden in het rond.
Zij had een ziekte onder de ledendoch niemand
vermoedde het, omdat zij tot dusverre gezond en
sterk was geweest.
Noch mistress Dickson, noch haar dansmeester
met zijne kleine schrille viool, en den eeuwigdurenden
glimlach om de lippen, noch haar moeder, die
elken morgen en elken ijvoud gedurende minstens
vijf of tien minuten haar kwam liefkozen, hadden
de stille bedreiging opgemerkt, die zich in dat
jeugdige gestel deed hooren.
Zij was schoon, die jonge, levenslustige moeder;
zij was verleidelijk schoon met haar geestigen,
schalkschen blik en haar levendige bevallige ge-
baren. Zij was een der meest onbetwistbare
schoonheden van een weelderig, lnidruchtig hof, een
getrouwe bezoekster van alle hoffeesten, een harts-
tochtelijke liefhebster der sledevaarten op de Newa,
in een woord, een ;/lioune", zooals men toen-
maals zeide.
Niemand vermoedde de vurige liefde en de
Eene te Londen ontvangen depeche uit Mexico
ineldt, dat aldaar berichten uit Iquique zijn ont
vangen, waarin verzekerd wordt dat de Chileensche
regeering van eene der voornaamste hoofden van
den opstand vredesvoorstsllen heeft ontvangen.
Men bericht uit Chili, dat er een verbitterd
gevecht heeft plaats gehad tusschen de troepen
der regeering en die der congrespartij. Deze
behaalden de overwinning. Yolgens loopende ge-
ruchten heeft de republiek Uraguay hare bemidde-
ling aangeboden.
Naar aanleiding van de gala-maaltijden waaraan
H. M. de Koningin-regentes verschillendeautoriteiten
noodigt, zegt de Haagsche briefschrijver in de
Arnh. Ct.
Het is, afgescheiden van de materieele voor-
deelen, welke zij voor de residentie opleveren, een
uitstekend denkbeeld van die officieele diners. Zoo
ontstaat er eene persoonlijke kennismaking tusschen
de regentes en hen, die persoonlijk tot 's lands
bestuur geroepen zijn, die, hoe oppervlakkig ook,
goede vruchten dragen moet. Dat iets dergelijks
in de bedoeling van H. M. ligt, wordt bevestigd
door het bij haar bestaand voornemen, om met
de jonge Koningin de verschillende deelen van het
land, ter kennismaking, te bezoeken. Een uitste
kend voornemen maar dat men niet te spoedig
moet uitvoeren. Men bedenke dat zelfs eene Koningin
van tien, twaalf jaren nog maar een kind ismen
houde bet oog op bet groot gevaar, dat het kind,
ja de mensch in de Koningin kan ondergaan men
herinnere zich dat juist in die officieele kringen,
waarmede de jonge vorstin dan in alle oorden des
lands zou in aanraking komen, lang niet overal
die fijne tact en die diepe menschenkennis bestaan
en ik zeg dit niet omdat in de Haagsche hooge
kringen die zeldzame eigenschappen gevonden
worden allerminst 1 die den waren toon vinden
doet, om de Koningin te eeren en tevens het
karakter van het kind niet te schaden. Er zijn
heelwat boeken geschreven over de opvoeding van
een troonsopvolger, in ouden en nieuwen tijd
maar een boek over de opvoeding eener aanstaande
Koningin bestaat bij mijn weten niet, en ik weet
wezenlijk niet van welk doorkneed paedagoog,
tevens diep menschenkenner, ervaren staatsman ik
dat zou moeten tegemoetzien. Het is een uiterst
moeilijk vraagstuk, waarvoor Nederland geplaatst
is, veel moeilijker dan het zeilen tusschen de partijen
of het op goeden voet blijven met vreerade mogend-
hedenen waarvan de elders opgedane kwade
ondervinding toont hoeveel gevaar eene verkeerde
oplossing met zich breugt. Yoor zoover uit eene
en andere bijzonderheid is op te maken, is het
besef van de hier aangeduide moeilijkheden bij de
grenzenlooze bewondering, die het kind voor die
moeder, welke zij zoo weinig kende, in het meest
verborgen hoekje van haar hart koesterde. Voor
haar was die moeder de verwezenlijkte droom van
haar rustelooze gedachten, de onvergelijkelijke
volmaaktheid, het zoo vurig gewenschte visioen,
een verschijning, die zich dagelijks aan haar
openbaarde.
Wanneer de gravin, in een van haar schitterende
toiletten, haar fluweelachtige, met kostbare ringen
overladen hand door de kleine liet kussen, zag deze
vol aanbidding tot haar op, terwijl zij nauwelijks
den moed had haar vochtige lippen op de door-
schijnend blanke vingers te drukken.
Nog langen tijd daarna was het haar alsof een
deel van haar eigen wezen in de zachte plooien van
haar geliefkoosde japon was heengevloden. Zij zou
dan nog langen tijd op dezelfde plaats hebben willen
blijven, waar het haar zoo dierbaar visioen haar
verlaten had en het scheen haar toe, dat zij
het zich het helderst voor den geest kon roepen in
het boudoir, waar elk voorwerp aan haar smaak en
haar bevalligheid herinnerde, en de geur van de
met Irispoeder bestrooide overtrekken der meubelen
haar bedwelmde; doch de bonne, onverbiddellijk als
een parke sneed den draad van haar geestvervoering
af, door haar naar bed te brengen.
Dat was elken avond het groote verdriet van
haar bestaan.
Wel is waar had de bonne, toen zij zag, dat
Koningin-regentes zeer levendig. Dit geeft haar
aanspraak op de sympathie en medewerking, niet
slechts van alle verstandige moeders, maar van
alle rechtgeaarde Nederlanders, die inzien welk
een onberekenbaren invloed ten goede het harmonisch
ontwikkeld karakter van een regeerend vorst of
vorstin op het volk kan uitoefenen.
Op de aanhangige postwet is door den heer
Mees een amendement voorgesteld op art. 5,
strekkende om de mogelijkheid te openen, gedurende
niet langer dan 14 dagen in hetzelfde kalender-
jaar het port voor de visitekaartjes te verhoogen
tot ten hoogste driemaal het normale port. Blijk-
baar is de bedoeling den stortvloed van Nieuw-
jaarskaartjes te keeren.
Door de heeren Van Asch van Wijck, Cremers,
Gildemeester, Schimmelpenninck, Heemskerk en
Travagliuo is een nieuw artikel voorgesteld, strek
kende om de bepaling op te nemen, dat bij bestuurs-
maatregel kan worden bepaald, dat des Zondags
alleen die brieven, gedrukte stukken, nieuwsbladen,
mousters of andere stnkken verzonden of bezorgd
worden, waarvan bij vooruitbetaling het dubbele
bedrag van het volgens de wet verschuldigde port
is voldaan.
Voorts hebben de heeren Van Velzen, De Geer
Van de Velde, Van Kempen, Van Nunen en
Smeege voorgesteld om het recht voor postwissels
en postbewijzen te verminderen van 5 cent per
/12,50 of gedeelte daarvan tot 24 cent per f 10
of gedeelte daarvan.
Blijkens een bij het Departement van Kolonien
ontvangen telegram van den gouverneur—generaal
van Nederlandsch-Indie, zijn in Groot-Atjeh twee
bentings nabij Kandang (Hggende ten zuiden van
Lampeneroet) genomen, waarbij de kapitein der
infanterie H. van Wicheren en vier mindere mili-
tairen sneuvelden en tien minderen gewond werden.
Weezen, die op 1 Januari 1891 den leeftijd
van 18 jaren nog niet bereikt hadden, en wier
vader als Rijksambtenaar is overleden, kunnen
aanspraken doen gelden op pensioen volgens de
bepalingen der wet van 9 Mei 1890.
De voogden dezer weezen worden uitgenoodigd
zich met eene op zegel geschreven aanvrage om
pensioen te wenden tot den directeur van het »Pen-
sioenfonds voor weduwen en weezen van burger-
lijke ambtenaren," te Js Gravenhage.
In de aanvrage behoort vermeld te worden
1°. naam, voornamen en woonplaats der adressanten;
2°. naam, voornamen en dagteekening van geboorte
der weezen3°. naam, voornaam en dagteekening
van geboorte, van overlijden en van het huwelijk
van den overleden ambtenaar, zoomede de laatste
Rijksbetrekking door hem bekleed 4°. naam,
voornamen en dagteekening van overlijden van de
moeder der weezen.
Irene haar boterham onaangeroerd liet staan en het
kleine hoofdje in haar beide handen liet rusten,
gezegd
Dat kind heeft ietsdokter Schott moet haar
eens zien
Maar de dokter was niet geroepen, omdat zij
eigeulijk geen koorts had en slechts lusteloos en
droevig gestemd was.
Nadat deze abnormale toestand zes dagen ge-
duurd had, was Irene bedlegerig gewordenzij
gevoelde zich inderdaad te zwak om te gaan.
Een lioogroode kleur bedekte haar wangen, haar
lippen waren gezwollen zij haalde gejaagd adem
en sprak met nog meer gejaagdheid. De woorden
vloeiden haar met koortsige drift van de lippen.
Toen eerst ging mistress Dickson de gravin waar-
schuwen en liet ze dokter Schott roepen.
Deze kwam reeds voordat de moeder, die laat in
den nacht thuisgekomen en door de uiterst voor-
zichtige mededeeling van de Engelsche slechts
weinig verontrust was, opgestaan was. Niettemin
zeide de geneesheer, nadat hij de tong gezien en
de pols van Irene gevoeld had
Ik zou de gravin zelve wel eens willen spreken.
Mistress Dickson zette groote oogen op en verzocht
hem in het aangrenzende vertrek te gaan. Iiij
weigerde echter beslist en zette zich bij het rose
satijnen bedje, met de met zilver bestrikte peluchen
sprei, neder, waarin het kind, dat eenigszins tot
kalmte gekomeu was door de tegenwoordigheid van
TER AEIIZEISCHE COIRAAT
it