Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeenwsch-Vlaanderen.
ecne mart! van uranei, Inter en eieren,
No. 2692.
Zaterdag 28 Februari 1891.
331X11 HI
Binnenland.
31e Jaargang.
[T
ABONNEMENT:
FEUILLETON.
3)
(Slot volgt.)
TER SEtlffllSCHE COIIRANT.
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,82£.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADYERTENTIEN.
Yan 1 tot 4 regels/0,40. Voor elken regel meer 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zicb abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer peT
jaar, tot veel verminderden prijs.
Dit blad vePMchijnt Uintdac en Vrijdagavond bij den nltgever P. 4. VAN DE SANDE te Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders van KOEWACHT
brengen ter algemeene kennis
dat te beginnen met Vrijd.ig 3 April 1^91.
wekelijks en wel op Vrijdag, in het dorp dezer
gemeente zal worden gehouden
en dat voor de eerste maal de jaarmarkt voor
PAARDEN en al ander VEE, dit jaar zal gehouden
worden op Woensdag den l,ten April a. s.
Koewacht, den 17 Februari 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. DIERICK, Burgemeester.
H. YSEBAERT, Secretaris.
F*olitieli Overzicht.
Het gouvernement van Engeland heeft besloten
eene koninklijke comraissie te benoemen om eene
algemeene enquete te houden over de tegenwoordige
verhouding tusschen het kapitaal en den arbeid.
Dit besluit heeft verrast. Eenigen meenen, dat
het doel is, door een eindelooze enquete het
arbeidersvraagstuk zich van den hals te schuiven,
dat in het Parlement aan de orde zou worden
gesteld door een wetsvoorstel van den heer Cun
ningham Graham, ter invoering van den werktijd
van acht uren en door andere dergelijke voorstellen.
Anderen daarentegen verzekeren, dat het het
ernstig voornemen is van het gouvernement, te
onderzoeken, of de tusscheukomst der wetgeving
noodig is om den arbeid te regelen.
De Times deelt de gronrlslagen mede van het
vergelijk tusschen Engeland en Portugal, dat te
Lissabon aan het oordeel der Cortes zal worden
onderworpen.
Na kennis te hebben genomen van de rapporten
van den gouverneur der Kaapkolouie en zijnen
eersten Minister, de heeren Sir Henry Loch en
Cecil Rhodes, zegt het blad, kon lord Salisbury
niet anders dan zijne eischen met betrekking tot
de grenskwestie van Manilla handhaven de 33ste
lengtegraad is in het ontwerp als de oostelijke
grens aangenomen der bezittingen van de Britsche
maatschappij, die daardoor vrij verkeer met de kust
zal hebben.
Daarentegen wordt Portugals recht erkend op een
grooter gebied ten Noorden van Tete, dan het bij
de overeenkomst van 20 Augustus was toegestaan.
#Wie mij bij dezen arbeid tegeriwerkt, dien
verbrijzel ik," dat waren de woorden die de Duitsche
Keizer bijna een jaar geleden sprak in den Bran-
den burger Landdag. Op wien deze krasse uit-
drukking doelde mocht toen voor velen een geheim
zijn, thans niet meer. Thans heeft de Keizer weer
Uit het Hoogduitsch van Ludwig Gevhsi.
Mijn man 1 riep de vrouw en stormde naar
buiten Hij was het werkelijk. Is Tom terug?
was zijne eerste vraag.
Ja, God zij dank, duizendmaal, en den goeden,
lieven mijnheer ook, die hem thuis gebracht heeft
riep zijne vrouw. Dat is een pak van mijn hart
hernam buiten de zware stem van den man, wij
hebben de heele wijk afgezocht en gij kunt denken,
dat mijne kameraden zich alle mogelijke moeite
gegeven hebben. En men kon binnen hooren,
hoe hij den kleinen Tom, die onderwijl ook naar
buiten was geloopen, aan het hart drnkte en kuste,
en daarvan maar niet moe scheen te worden.
Oskar had intusschen de kleinen op zijne knieen
laten rijden en ze een paar geldstukken gegeven
het deed hem zoo goed, dat die kiuderen hem
liefde betoonden, alsof hij een braaf mensch was
en geen vogelvrij verklaarde misdadiger. Wat
wisten zij van diefstal Hij lette niet op hetgeen
de man daarbuiten zei, maar twee woorden klonken
hem plotseling als donderslagen in de ooren en
deden hem voor een oogeublik duizelen.
Mijne kameraden, had de man gezegd. En eer
gesproken op het diner van den Brandenburger
Landdag, eerstelijk tegen den gewezen rijkskan-
selier en diens organen, en in de tweede plaats
tegen de agrariers en hunne agitatie tegen het
handelsverdrag met Oostenrijk en de verlaging der
invoerrechten op granen. //Wij moeten voorwaarts
streven," zeide Wilhelm, „wij moeten arbeiden en
in het binnenland strijdenmaar wanneer het
geheel zal gedijen, dan moeten, weest daarvan
overtuigd, hier en daar bijzondere belaugen worden
ten offer gebracht." De jonge Keizer had zich
den grooten Keurvorst tot voorbeeld gekozen
vroeger vervulde de »hoogzalige grootvader" deze
rol en liet in zijne rede uitkomen dat er in
het vorige jaar veel gebeurd was, dat hem bitter
had gegriefd er waarde een geest van onrust in
het land rond, maar het volk moest hem ver-
trouwende monarchalen dienden zich om hem
te scharen enland en volk zijn gered.
In de Hamb. Nachr. klaagt de gewezen rijks-
kanselier over slapelooze nachten. De bezorgdheid
voor de toekomst van het gebouw, dat hij mede
heeft opgetrokken, kwelt zijn gemoed. Hij kan
zich niet schiklcen in het hooghartig stilzwijgen,
dat men van hem schijnt te verwachtenwant bij
is niet afgetreden, omdat hij zich niet langer
opgewassen gevoelde tegen de moeielijkheden, die
zijn ambt medebracht. Zoo zegt Von Bismarck.
Men kan zich dus voorbereiden op eene voort-
zetting der pers—campagne tegen het rdgiine van
heden. 't Is wel een beetje ondeugend van den
ouden heer, om juist nu Keizevin Friedrich zich in
Parijs zoo wel bevindt, te schrijven //Mijn plan
om te Parijs te komen heb ik opgegeven, daar ik
het voor onbescheideu houd, de Franschen te
dwingen tot eene keuze tusschen hunne natuurlijke
gevoelens ten mijneu opzichte en hunne nationale
hoflijkbeid."
Wij haasten ons mede te deelen, dat de uit
Fransche bron voortkomende geruchten aangaande
den gewelddadigen dood van den Belgischen
Prins Boudewijn, met al de daarbij gevoegde bijzon-
derheden, niet anders zijn dan kwaadwillige verzinsels.
Met de opname van dusdanige berichten kan men
met te voorzichtig zijn, vooral wanneer er ge-
kroonde hoofden mee in betrekking worden gebracht.
Het onderzoek in de zaak der soldaten-demonstratie
op 1 Februari is afgeloopen, zoo meldt men uit
Brussel, en er is geen aauleiding gevonden om de
zaak voor den krijgsraad te brengen.
In Portugal heeft men rechtdag gehouden. Alle
personen, die tengevolge van den opstand te Oporto
op 31 Januari gevangen zijn genomen, zijn, met
uitzondering van negen, door den krijgsraad in
staat van beschuldiging gesteld. Het zijn 300
militairen en 21 civiele personen.
In Servie spookt het nog altijd door en de
aanwezigheid van Natalie te Belgrado, die de
hij den indruk van deze woorden eenigszius kon
overwinnen, trad de man de kamer binnen, snelde
op Oskar toe, drukte hem krachtig de hand en
dankte hem in eenvoudige, maar hartelijke woorden.
Het was een politie-ageut met ronden helm en
uniformkleediug, een echte, vreeselijke, onmisken-
bare politie-agent.
Oskar had zich vrijwillig in het hoi van den
leeuw begeven. Hij kon geen woord uitbrengen.
Hij was doodsbleek geworden en zijne knieen,
waarop twee kinderen van den politie-agent zaten,
beefden zoo geweldig, dat een van de kleinen
uitriep
Doe wat kolen in de kachel, moeder, mijnheer
is koud. Met moeite slechts kon Oskar, een paar
woorden uit de keel wringen.
Ach, gij zijt hier vreemd, mijnheergij zijt
geen Engelschman en spreekt onze taal gebrekkig,
merkte de politie-agent op. Uit welk land komt
u, als ik u mag vragen P
UitZwitserland, stamelde Oskar, terwijl
hij pogingen deed om tot zich zelf te komen.
Uit Zwitserland, riep de vrouw, hemelsche goed-
heid, wat zijt gij dan ver van uw land. En juist
op KerstfeestZonder familie, zonder kinderen,
zonder kerstboom Vader, steek de lichtjes van den
kerstboom aan, opdat die goede, beste mijnheer,
ten minste het plezier heeft, de feestvreugde van
anderen mede aan te zien.
Ja, dat zal ik, zei de politie-agent, en gij Sarah,
radikalen gaarne verbannen ziet, doet er geen goed
toe. Het geheele Servische kabinet heeft zijn
ontslag genomen. Behalve de moeilijkheden, bij
de behandeling van het budget gerezen, gaf de door
de radikale partij geenszins goedgekeurde houding
van het Minisierie tegenover de Koningiu tot dezen
stip aauleiding. De regenten hebben het ontslag
aangenomen en de vorming van een nieuw kabinet
opgedragen aan den president der Skoepschtina,
den heer Paschitsch. Zet deze heer nu radikalen
in het bewind, dan kan zekere schoone te Belgrado
zich gereed maken op verhuizen en haar koffers
pakken. Mocht daarmee dan ook voor goed de
roebelkuiperij ingepakt zijn. De Balkanstaten
beginnen al te begrijpen, dat zij zich tegen den
duivel alleen niet op hunne hoede hebben te stellen,
maar vooral tegen Rusland.
Naar men verneemt, zullen H. M. de Koningin-
Regentes en H. M. de Koningin in het a. s. voorjaar
een paar maanden het Paleis Het Loo betrekken,
om dan weer den zomer in de residentie door te
brengen.
De minister van Buitenlandsche Zaken vestigt
de aandacht op een uittreksel van een schrijven,
door hem van Hr. Ms. Minister-resident te Bucharest
ontvangen.
Daarin wordt een overzicht gegeven van den
handel van dat rijk, in verband met het belang
dat Nederland bij de uitbreiding zijner handels-
betrekkingen met Rurnenie kan hebben.
Aan het slot van dit schrijven leest men het
volgende
In het algemeen verdient in het oog gehouden
te worden, dat Rumenie, waar de consumptie sterk
toeneemt, terwijl de industrie ontbreekt, een gunstig
terrein voor den buitenlandschen handel aanbiedt.
De concurrentie is echter vrij uitgebreid, en om
te slagen, behoort inzonderheid bij het aanknoopen
van relatien geen moeite te worden gespaard. Het
inwinnen van inlichtingen door tusschenkomst van
Harer Majesteits gezantschap of consulaten blijft
ter vermijding van teleurstellingen aanbevolen.
De Minister van Marine brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat dit jaar op het instituut
van de marine te Willemsoord twintig jongelieden
kunnen geplaatst worden als adelborst voor den
zeedienst. Tot bedoeld examen worden toegelaten
jongelieden, die geboren zijn tusschen 1 Sept. 1874
en 1 Sept. 1877. 't Schriftelijk examen wordt te
's Gravenhage gehouden op 14 en 15 Mei a.s.
't Mondelinge vangt aan op 1 Juni a. s. Aangifte
vdor of uiterlijk op 1 Mei a.s.
Mede brengt de Minister van Marine ter kennis
van belanghebbenden, dat in dit jaar vier jongelieden
kijk eens of de grog wel goed warm, sterk en zoet is.
Ik durf u niet ten eten vragen, want onze be-
scheiden tafel kan u maar weinig aanbieden, maar
ge zult toch naar onzen kerstboom kijken, niet
waar en een glas echten grog, zoo goed als mijne
vrouw ze u kan geven, niet versmaden.
Oskar bedankte met korte woorden, de moeder
zette den gemakkelijksten leuningstoel voor hem
bij de tafel, de kinderen drongen weer om hem
heen, de kleine Tom klauterde bij hem opde
man stak de waskaarsjes van den kerstboom aan
en de vrouw bracht op een zindelijk blad twee
glazen met de dampende hartsterking, een voor
den gast en een voor haar man. En toen de
heerlijke dennenboom straalde van licht en al de
kinderen juichten en in de handen klapten en
zich op de pakketjes aan den voet van den kerst
boom wierpen, toen kwara de vader naar Oskar
toe en, met het glas in de hand, zeide hij met
eene bewogen stem
Gij hebt mij een grooten dienst bewezen, mijn
heer, den grootsten, dien een mensch mij thans
bewijzen kon. Gij zijt een man van eer, mijnheer,
ik zie het aan de rechtschapen trekken van uw
gelaat
Hij hield op. Met sidderende hand zette hij
het glas neer. Zijne lippen trilden van hooge
opgewondenheid, zijne oogen staarden stijfenstrak
naar Oskars gezicht, dat verlicht werd door het
schijnsel van den kerstboom. Deze had reeds zijn
kunnen geplaatst worden als aspirant-administrateur
bij de Koninklijke Ncderlandsche zeemacht.
lot het vergelijkend examen worden toegelaten
jongelieden, Nederlander zijnde, die den ouderdom
van 16 jaar hebben bereikt, doch hun 19de jaar
nog niet zijn ingetreden. Het schriftelijk examen
wordt aan alle adspiranten gelijktijdig afgenomen
te's Gravenhage op 24 en 25 Juli a. s. 't Mondeling
examen, dat eveneens te 's Gravenhage zal worden
gehouden, zal aanvangen op 4 Aug a. s. en duurt
6dn dag.
Ouders of voogden, die verlangen, dat hunne
zonen of pupillen bij het eerstvolgend examen
mededingen, behooren vddr of uiterlijk 1 Juli a. s.
een verzoekschrift in te dienen aan den Minister
van Marine.
Onze Senaat heeft, naar het N. v. N. weet
te melden, in de Stedewet eene fout ontdekt, die
aanneming onmogelijk maakt. De nieuwe alinea,
welke bij art. 9 is gevoegd, bepaalt o. a. dat op
de kiezerslijsten van alle kiezers opgegeven moeten
worden straat en huisnummer. Dit wordt uit-
drukkelijk bevolen. Scbippers bijvoorbeeld zouden
dus uitgesloten zijn
De Eerste Kamer mist het recht van amendement,
dus zou de fout een onverbeterlijke zijn.
Het Dagelijks bestuur van het uitvoerend
comitd heeft voor het van 7 tot 12 September
1891 in den Haag te houden internationaal land-
bouw-congres vastgesteld het reglement van het
congres en de te behandelen punten.
Onder deze vraagstukken komen vele voor, die,
niet afgehandeld op het laatste congres te Parijs,
volgens besloit der permanente commissie, op het
program gebracht zijn maar het uitvoerend comite
heeft verscheidene andere daaraan toegevoegd.
Het dagelijks bestuur wijst daarbij op het groote
gewicht van het congres, zoowel voor den landbouw
in het algemeen als voor dien van ons land in het
bij zonder.
Om de gewenschte vruchten te plukkken, is het
echter noodig, dat het congres door vreemdelingen
niet alleen, maar ook door landgenooten in grooten
getale bezocht worde.
Daardoor zal het ook mogelijk zijn de vreemde-
lingen, die het congres, komen bijwonen, te ont
vangen op eene waardige wijze om den ouden naam
van onze gastvrijheid te handhaven en de heeren
met eenen gunstigen indruk van ons land en zijne
bewoners te doen huiswaarts keeren.
Een talrijke opkomst van vreemdelingen kan
verwacht worden, omdat op het internationaal
congres, verleden jaar te Weenen gehouden, ter
gelegenheid van de groote tentoonstelling van
bosch- en landbouw, de voorzitter de leden uit-
noodigde het volgende jaar het congres te's Graven
hage te bezoeken, hetgeen met groot applaus werd
begroet.
glas opgeheven, om met den vreeselijken man te
klinken, maar toen hij de plotselingen verandering in
diens gelaat opmerkte, liet hij het vallen en zonk
steunend in den leuningstoel terug. Verschrikt
bleveu de kinderen staan, verbluft staarde de
moeder naar het onbegrijpelijke tooneel, de politie-
agent echter had intusschen na heftigen strijd zijne
bedaardheid herwonnen. Hij haalde een portret
uit zijn borstzak.
Het poriret van Oskar.
Koolzwarte, buitengewoon stoppelige wenkbrauwen
zei hij, het portret met Oskars ontsteld wezen
vergelijkend, diepliggende zwarte oogen, eenigzins
gebogen neus, dicht zwart krulhaar, buitengewoon
fraaien, zwarten baard
Ik heb er geen I riep Oskar krampachtig.
Gij hebt hem laten afscheren, mijnheer, en de
kleur van uw huid verraadt, dat hij buitengewoon
zwaar was, hernam de vreeselijke, haalde een kleine
staf uit zijn ja3zak, raakte daarmee den schouder
van zijn gast aan en zei langzaam, met een wee-
moedig ernstige stem Oskar Miihlbach, kassier van
de lirma Erven Franz Anton Liebrechts te Weenen,
in Oostenrijk, in naam der wet neem ik u gevangen.
Oskar liet een schorren scheeuw hooren, sprong
op en trok een revolver. Maar de ijzeren vuist
van den reusachtigen politie agent omklemde zijn
hand als een schroef en in een oogen blik was hij
ontwapend.